Karsten: 'Schaatsers weten van elkaar niet dat ze bij mij komen' Feiten &Meningen ZATERDAG 18 APRIL 1992 2 Dokter Michel Karsten komt terug van de voordeur en zegt: „Zo, de olympische Audi is ook weer weg....!" Drie keer had hij geen acht geslagen op het nadrukkelijke bellen dat vanuit de hal in zijn praktijk, tot in de Spreekkamer snerpte. Het maakte ons danig nieuwsgierig. Avond im mers, en Karsten (50 jaar; huisarts te Haarlem) ontvangt alleen in die uren sportmensen. Nou komen ze hier weliswaar niet allemóél voor doping, maar we zouden het toch maar eens treffen met een bekende stem bin nen hoorafstand in de gang.... Als het gebcl over gaat in stevig gebonk op de geblindeerde ramen van de spreekka mer, besluit Karsten naar buiten te lopen. Langs die weg onttrekt zijn bezoek zich dan aan onze waarneming. Maar toch niet hele maal. Immers: 'olympische Audi'. Karsten: „Ik had die afspraak in de vooravond. Tja, als mensen dan te laat komen en ik bezig ben- Ik heb ze dus weg moeten sturen. U zou na tuurlijk verschrikkelijk graag weten wie dat waren...?! Kan ik me voorstellen." Dat wordt even raden, want zowel leden van de selectiegroep voor de winterspelen in Albertville als die van de komende zo merspelen in Barcelona, hebben van spon sor Audi een auto ter beschikking gekregen. Dan realiseren we ons: het kan haast niet anders, of dat bellen en bonken is afkomstig geweest uit,het kamp van de Spanje-gan- gers. Anabole steroïden - zo had Karsten ons juist nog eens uitgelegd - worden ge bruikt in een trainingsfase. En die breekt voor de schaatsers pas weer rond de zomer maanden aan. Het is dus de tijd van voor-, bereiding op de zomerspelen. Karsten: „Ik heb er een paar dagen geleden een gehad voor een anabolenkuur. Een top sporter. Die is nu naar eeh ver land om te trainen. Daarmee ontloopt deze persoon (Karsten hanteert tijdens het gesprek zorg vuldig de neutrale vorm, red.) in ftet voor seizoen de kans betrokken te raken bij een dopingcontrole out of competion; een con trole buiten de wedstrijden om dus. Geen bond die een sporter vanuit zo'n ver land optrommelt voor een tussentijdse doping controle. De persoon in kwestie gaat nu on gehinderd zijn kuur afmaken, zorgt ervoor dat de verboden spullen op tijd uit het li chaam zijn, en verschijnt straks als een soort held op de Olympische Spelen in Bar celona. Zo werkt dat." En daar werkt u aan mee... Karsten: „Ik speel een passieve rol. De spor ter die bij mij komt voor anabole steroïden heeft daar zelf toe besloten. Het is zijn of haar initiatief, niet dat van mij. Dan kan ik, wanneer iemand hier in die stoel tegenover mij zit, kiezen tussen wel helpen en niet helpen. Als ik niet help, gaan ze 'het zwarte circuit' in met alle gevaren van dien. En wóarom zou ik niet helpen? Iedereen heeft recht op medische bijstand. Dat betekent niet dat ik gelijk zeg: hup, spuit in de bil en weg wezen. Ik begin er nooit aan zonder uitvoerig geïnformeerd te hebben naar de beweegredenen om dat middel te gaan ge bruiken, naar de mate van trainingsarbeid, en de voedingsgewoonten. Altijd geef ik ook een uitleg over de mogelijkheid van schade lijke gevolgen. Het is schadelijk, leder medi cijn is schadelijk, maar die schadelijkheid hangt af van hoe je met dat produkt om 'gaat. Dan komt het moment waarop zo'n sporter zegt: 'En toch doe ik het'. Die wil om met behulp van doping in de sport iets te bereiken is groot hoor. Voor ze bij mij ko men zijn ze daar erg mee bezig geweest, dat merk ik steeds weer. Op dat gebied... Geen domoren die ik hier krijg. Ze blijken met le zen en praten behoorlijk wat kennis van sti mulerende middelen opgedaan te hebben. Die mensen zetten hoe dan ook door. In zo'n situatie voel ik me als medicus ver plicht daar bij te helpen om ze zo uit han den te houden van louche spuiters. En ik doe daarmee niets wat niet mag. Ja... Het mag niet van de sportojficials, maar daar heb ik niks mee te maken. Ik heb te maken met de wet. Dat wordt in de publieke opinie helaas vaak vergeten. De publieke opinie zegt: 'dokter Karsten doet iets wat verboden is' Nee. Waar ik mee bezig ben wordt door de wet toegestaan. Dat de sport het ver biedt, is iets waar degene die ik begeleid mee te maken heeft. Daar wijs ik ze ook op. Maar dat wisten ze natuurlijk al..." De Inspectie fan de Volksgezondheid voor Noord-Holland toont zich in een reactie naar aanleiding van de schaatskwestie 'niet gelukkig" met uw werkwijze. ..Karsten: „Ik kan me voorstellen dat de In spectie redeneert: we willen die doping niet .Nee, die wil ik ook niet. Het zou een groot misverstand zijn om te veronderstellen dat ik vóór ben. Maar het gebruik er van be- stóét. Tot in het absurde. Ik krijg mensen uit do krachtsportwereld over de vloer aan wie middelen zijn toegediend zonder dat ze het zelf wisten. Daar komen we dan in gesprek ken samen achter. Ik ken sportschoolhou ders die de anabolen gewoon door het ei witpoeder in de milkshake draaien. En op 'n bepaald moment gaat een sporter dan natuurlijk toch wat aan het lichaam mer ken. Vrouwen vooral. Daar zijn de verande RM Michel Karsten, arts. „Ik doe niets wat van de wet niet mag." ringen het grootst bij. Anabolen zijn afge leid van het mannelijk hormoon - testos teron - dat wordt gemaakt in de zaadballen. De farmaceutische industrie is daar mee aan de gang gegaan, en heeft het spierop- bouwend (anabole) effect bevorderd ten nadele van het androgeen, de vermannelij king. Dat is de reden waarom sporters het nemen als ondersteuning van hun presta ties. Omdat vrouwen een veel lagere testos- teronspiegel hebben dan mannen, slaat in de voorbereiding op wedstrijden een ana bolenkuur bij hen harder aan. Maar voor het lichaam is het vele malen slechter. Een vrouw verdraagt die mannelijke hormonen niet. De stem wordt zwaarder, er komt be haring waar die niet hoort, het heeft gevol gen voor de eierstokken, de baarmoeder, de clitoris; alles verandert naar mannelijke vor men. En dat is irrevisibel, dat gaat niet meer terug. Daarom zeg ik ook altijd tegen sport vrouwen die van mij zo'n kuur willen: begin er in hemelsnaam niet aan want bij een man kan ik het sturen maar bij jou niet. Een heleboel vrouwen die dan zeggen: dan doe ik het niet. Al die bijverschijnselen heb ik er niet voor over, ik wil niet als een halve vent door het leven. Lever ik dan een bijdrage aan 'volksgezondheid' of niet...?! Maar dat ontgaat de Inspectie blijkbaar. Ik heb bij de Inspectie eens een zak spul uit een sportschool aangemeld en gezegd: Iaat dat nou eens analyseren want volgens mij zitten daar anabolen in en degene die het gebruikt weet het niets eens. Nou, daar is niks mee gedaan. Niet nodig gevonden, geen interesse... Misschien omdat zo'n ana lyse 200 gulden kost. In elk geval: geen on derzoek. Bij de Inspectie zouden ze zich anders over me uitlaten als ze wisten wat ik behandel... Een sporter vol met pukkels op het lijf van de overdosering. Mensen met grote abces sen in de billen omdat ze een ondeskundige hebben laten knoeien met de spuit. Een jongen die me vanmiddag opbelde voor een afspraak. Hij wil anabolen en heeft last van een verkeerde behandeling door degene die hem tot nu daarbij hielp. Zijn ballen schij nen zó verschrikkelijk ldein geworden te zijn dat de functie is aangetast. Die komt dus binnenkort op bezoek. Een topper in zijn sport. Hij zei dat-ie gestuurd was door Harm Kuipers bij wie hij via"zijn huisarts te recht was gekomen." Harm Kuipers.... Karsten. „Toen ik dat hoorde dacht ik dat ik gek werd. Kuipers... Terwijl die weet dat hij iemand naar me door stuurt die gaat ge bruiken! Eerst zegt hij voor de televisie dat ik medisch-ethische regels overtreed, en vervolgens geeft hij een sportman het ad vies om zich door mij te laten begeleiden. Daar begrijp ik nou werkelijk niets van... Maar Kuipers doet wel meer vreemd. Als ik lees dat hij de schaatswereld 'clean' noemt, dan verbaas ik me in hoge mate. Kuipers weet beter. Hij móet weten, het kan niet an ders, dat er ook door schaatsers doping wordt gebruikt. En als-ie het écht niet weet, dan is hij bezig met blokken voor z'n ogen." In uw verklaring spreekt u over één geval. En nu over schaatsers. Het zijn er dus meer... Karsten: „Ja. Maar ik zeg niet hoeveel. Mij werd door de schaatsbond, in ons geheim onderhoud eind vorige maand, een uit spraak gevraagd met betrekking tot Albert ville waar ik in het programma van Berg een opmerking over maakte. Wel: bij die Olympische Spelen heb er via de televisie één aan het werk gezien. Maar er zijn er bij mij ook uit vorige kernploegen geweest voor anabole steroïden. Ze behoren nog wel tot de top, maar zijn weggevallen uit de eer ste rij. Nu dus sub-toppers. Met die'anabo len hoopten ze afgelopen seizoen weer aan sluiting te kunnen vinden. Dat is niet ge lukt. Hoe dan ook: ze deden zo'n kuur. Eerder - toen ze wél deel uitmaakten van de kernploeg - ook al? Karsten: „Dat laat ik in het midden. Maar het is in elk geval wel zo. dat er meer artsen zijn die handelen zoals ik. Dat vermoeden had ik al, en het is bevestigd door reacties die ik de afgelopen weken heb ontvangen. Er is mij vertrouwelijke informatie toege speeld waardoor ik dat weet. En dan heb ik het wéér over toppers en sub-toppers in de schaatssport. De groep is dus groter dan de paar leden van de totale selectie die fk be geleid. Er zijn een stuk of vijf collega's die hetzelfde doen als ik. Met dit verschil dat ze er geld voor vragen, en nog een 'aangepast' tarief ook. De sporter moet eerst betalen en dan ARTHUR BASTIAANSE pas komt het recept of de injectie. Ik doe het belangeloos. Ik vraag zelfs niet eens het normale tarief voor een consult. Ik wil er geen cent aan verdienen. Voor mij is dit he le onderwerp toch een grens van wat je als medicus wel kan doen en wat niet. Ze zullen van mij nooit kunnen zeggen: hij rijdt zijn auto van die sportmensen, of: hij woont van dat geld in een mooi huis. Maar als ik zou willen... Sporters die hier komen, die per se zo'n kuur willen, zijn bereid om daar dikke 'flappen' voor te trekken. Dat is me wel duidelijk. Ik begin daar niet aan. Daar ben ik zeer principieel in. Zoals ik dat ook ben ten aanzien van de dopingproduk- ten die ik voorschrijf. Anabolen, daar kan ik achter staan omdat ze louter spierverster- kend zijn. Maar als ik hoor en lees waar ze in andere sporten soms mee bezig zijn - in het wielrennen bij voorbeeld met het mid del epo, en in de bodybuilding met het groeihormoon - dan weet ik van mij zelf ze ker: dét nooit. Dét is onverantwoord." ning heeft die mij gebeld met de vraag: dok- ter kan ik op u vertrouwen? Toen heb ik ge- j zegd: voor honderd procent. Van mij zal nooit iemand jouw naam te weten komen." Wat de schaatsbond wel van u wil. Karsten: „De KNSB zeurt me suf. In dat ver trouwelijk gesprek hield het maar niet op. Ik heb gezegd: never. Het is tegen mijn princi pes als persoon Karsten om een naam te noemen. Daarnaast ben ik ook nog arts en is het beroepsgeheim onlosmakelijk aan mij verbonden. Ik verschuil me daar niet ach ter, maar zo ligt de zaak nu eenmaal. Een arts kan in deze nooit gedwongen worden om identiteit bekend te maken. Anders zou het een mooie boel worden zeg... Een pa tiënt neemt zijn dokter in vertrouwen, de buitenwacht oefent druk uit via negatieve publiciteit of een rechtszaak, en hop daar gaat de naam van de patiënt over de toon bank. Dat kan toch niemand die ooit een arts bezoekt goedkeuren?! Die denkt mooie boel. Als ze de dokter onder druk zetten ligt mijn persoonlijke zaak op straat- Dat die schaatsers mij in hun verklaring van j dat beroepsgeheim ontslaan, i» ridicuul. i Mijn advocaat zei tijdens dat gesprek met j vertegenwoordigers van de KNSB: 'Weet u j wel wat dat betekent, die zin? Dat betekent in wezen dat iedereèn die in Albertville reed, bij de heer Karsten is geweest. Anders kunnen ze hem niet ontslaan van zijn zwijgplicht.' Daar kregen ze allemaal rooie hoofderi van. Toen wou ineens niemand meer de verantwoording nemen voor die Of ik dan kon zeggen om welke groep het ging: de heren, de dames, de all-rounders, de sprinters, de shorttrackers... Kom nou! Dan wordt het een wegstreep-toestand. Daar begin ik niet aan." Een grimmige sfeer, tijdens dat geheim on derhoud? Karsten: „Viel mee. Aan het begin heb ik ge zegd: één verkeerd woord, en ik ben meteen weg. Tja, natuurlijk. Uiteindelijk heb ik toch met die hele schaatsbond niks van doen?! Ik heb te maken met het individu dat zich tot mij wendt voor medische hulp. Of die nou lid is van de schaatsbond ofoan een andere organisatie, dat gaat mfj toch niet aan?! Ik heb niet eens veel verstand van schaatsen. Daar had die bondscoach Krook bij een in terview groot gelijk in. Maar dat hóeft toch j ook niet. Als ik maar verstand heb van het begeleiden van mensen die anabole steroï den gebruiken. En dat heb ik." Yvonne van Gennip merkte op: 'Ik vind dat de schuldige zich nu maar bekend moet ma ken'. Karsten: „Dat zal niet gebeuren. Dat kan niet. Die persoon en ik hebben de laatste weken zeer regelmatig contact gehad. Zo- doende weet ik dat." Schaamte bij de betrokkene? Schuldgevoel? Karsten: „Kan ik nu niet uitleggen. Later misschien. Ik denk dat ik laterheel wat meer kan uitleggen. Overigens zonder dat ik mijn eigen normen daarbij overtreed. Er is een héle hoop uit te leggen. Wat de persoon in kwestie betreft, op dit moment alleen: daar is veel persoonlijk leed mee gemoeid. En dat van 'de omgeving'; gezin, familie, kennissen... Die bekentenis kan gewoon niet komen. Daar zitten zóveel haken en ogen aan... Natuurlijk ook door mijn toedoen. Ik had me in dat televisie-interview nooit zo moe ten laten gaan. Dat was de bedoeling ook helemaal niet. Het gesprek begon over do ping in de atletiek. Wat ik wilde zeggen was: het komt in alle gelèdingen van de sport voor, ook in het schaatsen. Het spijt me op recht dat ik door mijn formulering iederéén van de KNSB-kernploeg verdacht maakte." De verklaring waarmee de schaatsploeg na drukkelijk afstand nam van uw uitspraken, is mede ondertekend door het door u bedoel de kernploeglid dat anabole steroïden kreeg toegediend. Afgezien van morele aspecten: die rijder, of rijdster, moet bij het zetten van de handteking toch wel het zweet in de han den hebben gestaan. De gedachte dat u van de weeromstuit de naam wel eens zou kun nen gaan noemen. Karsten: „Nee. En dat wist degene om wie het gaat. Vóór het zetten van de handteke wie het gaat spijt? Karsten: „Nee. Het was, zegt die persoon, een weloverwogen beslissing. Er is geen sprake van een opmerking als: 'Had ik het maar nooit gedaan'. Wat de beweegreden om anabolen te nemen betreft: speelde bij de schaatsft)er(s) die u be geleidde behalve prestatiedrang de weten schap mee dat tegenstanders ook doping ge bruiken? Karsten: „Niet de wetenschap, wel het ver moeden. En deze gedachte heeft niet alleen dat ene lid van de kernploeg in Albertville. Alle schaatsers die afgelopen seizoen bij me kwamen redeneren zo. Van de buitenlan ders, dóér denken ze het helemaal van. Bij hun ploeggenoten stellen ze vraagtekens. Terecht. Ik heb er meer dan één in mijn spreekkamer gehad. Maar ze weten van el kaar niet dat ze bij mij lopen..." In de serie 'Speurtocht op glad ijs', dinsdag: Alleen de onwetenden worden gepakt. Eerder verschenen in deze serie: 15 april: Schone schijn in de schaatssport al lang verdwenen. 16 april: Eerste dopinggeval in Nederland een raadsel. 17 april: Het dagboek van een spraakmakende zaak.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 2