Oostduitse onzin in een Hollands marathonboek Dennis Cooper: sadisme voor gevorderden 'Kijkje wel uit, met zo'n griezel in huis' Cultuur&Kunst DONDERDAG 9 APRIL 1992 Het verschil tussen bakker en meubelmaker IISSI RECENSIE RUUD PAAUW e marathon - Magie en geschiedenis in een verslaving' door Hans van Wissen i Volker Kluge Uitgeven] BzztóH. 's- Gravenhage Zo lang de sport bestaat, is er doping in het spel geweest. De winnaar van de Olympische marathon van 1904 in St. Louis, Thomas Hicks, kreeg twaalf ki lometer voor de finish, toen hij de uitputting nabij was, een milligram sulfaatstrychnine toe gediend. Daar werd absoluut niet geheimzinnig over gedaan. lir werd open en bloot over 'een wonderbaarlijke uitwerking' ge schreven. Hicks werd ook niet gediskwalificeerd. Het is een van de details die te vinden is in 'De Marathon - Magie en geschiedenis van een verslaving'. Het is over het ge heel genomen een aardig werk je vol anekdotes en wetens waardigheden over de historie van deze lange voettocht. Maar er is ook iets vreemds met dat boek. De auteurs zijn I lans van Wissen, sportjournalist bij de Volkskrant, en Volker Kluge. Deze laatste was vroeger een prominent Oostduits sportjour nalist, o.a. perschef van het Oostduits Olympisch Comité. In het voorwoord verzuimt Van Wissen dat, bewust of onbe wust, te vermelden. Ruwe samenvatting De eerste helft van het werk be staat uit een ruwe samenvatting van Kluges in 1986 verschenen boek 'Meilenweit bis Mara thon', al wordt ook dal niet ver meld. Daarna neemt Van Wis sen zelf een aantal hoofdstuk ken (over 'Rotterdam' en de op mars van de weg lopers) ter hand. In 1986 bestond de DDR nog en aan Kluges proza was dat te merken. Als overtuigd commu nist sleepte hij in 'Meilenweit' allerlei dingetjes in de politieke sfeer erbij die goed in de kraam van het regime pdsten. Zo ging dat daar. Het merkwaardige is dat Van Wissen hem nu nog op dat pad volgt. Dramatisch Hen paar voorbeeldjes. De jonge Belgische parachutisten-officier Etienne Gailly werd derde op de zo dramatisch verlopen mara thon tijdens de Olympische Spelen van 1948. Voor Helsinki- 1952 zou hij de ideale mara thon-leeftijd van 30 jaar heb ben. „Maar", zegt Kluge in 1986, „in die periode behoorde hij tot de ongelukkigen die na mens de UNO vrede moesten brengen in Korea, dan wel de Amerikaanse belangen aldaar moesten veilig stellen." Zo'n zinswending is typerend voor de toenmalige Oostblok-(sport journalistiek. Van Wissen neemt de opmerking klakkeloos Gailly werd in Korea emstig gewond aan een voet en kon niet meer aan een marathon deelnemen. Wat zegt Kluge in 1986: "Vor allem wies Gaillys Unglück nachdrücklich darauf- hin, dass Sport und Frieden sich bedingen." Een afgesletener cli ché valt niet te bedenken. Dat voortdurende, gezwollen ge kwek over vrede was ook zo'n stokpaardje van de ridders van het Oostduitse regime. Van Wissen volgt in 1992 keu rig Kluges platgetreden paadje: "Het lot van Gailly hield in het begin van de jaren '50 velen be zig, omdat het zo duidelijk toonde dat sport en Olympische Spelen vrede nodig hebben om te floreren." Nu hield het lot van Gailly helemaal niet zovelen bezig, want na 1948 was nog maar weinig van hem verno men, maar dit even terzijde. Held En dan is daar het verhaal over El Ouafi, de Franse Algerijn die de Olympische marathon van 1928 in Amsterdam won. Kluge verhief de man in 1986 tot een soort held. Hij zou zich in de ja ren vijftig de haat van de reac tionairen op de hals hebben ge haald, omdat hij (samen met een andere Franse Algerijn, Alain Mimoun, Olympisch kam pioen marathon 1956) 'het sym bool van het nieuwe Algerije' was dat zich poogde te bevrij den van het Franse koloniale juk. Zijn houding zou herr in 1959 ook het leven hebben ge kost. Mooie woorden, ze moesten kennelijk een bepaald doel die nen, maar ze stoelen nergens op. Volgens de Franse journalis ten Raymond Pointu en Alain Lunzenfichter (in "Grandeurs en misères des marathons olympi- ques') was El Ouafi in de jaren vijftig een deerniswekkende al coholist: een totaal vergeten, aan lager wal geraakte man die nauwelijks uit zijn woorden kon komen. Hij stond symbool helemaal niets. Maar Kluges po litiek getinte verhaal van 1986 wordt ook in 1992 nog braaf vertaald. Het hoofdstuk 'vre- desmarathon' (Kosice) heeft eveneens een sfeertje dat eerder oud-Oostblok-achtig dan Ne derlands aandoet. In het verhaal over (en het interview met) WaJdemar Cierpinsky, de Oost duitse winnaar van de Olympi sche marathon in 1976 en 1980, zou je verwachten dat het ele ment doping wel even zou wor den aangeroerd. Helaas geen woord. Fouten Het boek bevat voorts enkele historische slordigheden. De marathon bij de Spelen van Pa rijs in 1900 werd in grote hitte gelopen. Het geheim van de winnaar, Michel Théato, was volgens Van Wissen dat hij als bakker gewend was aan hoge temperaturen. „Daarom had den de 39 graden niets uitge maakt." Een leuk detail. Maar de eerder genoemde Pointu en Lunzenfichter hebben al in 1979 overtuigend aangetoond dat Theato van beroep... meubel maker was. Het gekke is dat Kluge zelf in 'Meilenweit' het -> -- Kg* Het dramatische slot van de Olympische marathon in 1948. Op minder dan 400 meter van de finish begeven de krachten het van de 8elgische parachutisten-officier Etienne Gailly (links) in het Londense Wembley-sta- dion. De Argentijnse brandweerman Cabrera passeert de Belg zonder hem een blik waardig te keuren. Gailly wordt toch nog derde. foto archief bakkersverhaal grotendeels al schreven dat 'het nieuwe Olym- herbergen'. Al meer dan een ontzenuwde. Een pijnlijke fout pisch stadion van Athene in jaar is bekend dat in dat jaar At- is dat op pagina 28 wordt ge- 1996 de Spelen opnieuw zal lanta de Spelen zal organiseren. Verhalen waarin de liefde wegzakt in Hollandse klei UTERATUUR Maarten Biesheuvel: „Twintig jaar geleden heb ik mijn vrouw leren kennen. We zijn nu getrouwd." foto dirk ketting RECENSIE ROB VOOREN De ware Jacob Lie.de in de Nederlandse literatuur Uitg Novella Elizabeth Termeer. Zoveel manieren van minnen Uitg. Contact. Met de L van Lente is ook de Liefde terug in de Nederlandse Literatuur. Wie daarbij denkt aan kokende verhalen van felle hartstochten, laaiende begeer tes en vlinders die als gekken in buiken tekeergaan, komt echter bedrogen uit. De liefde leidt in Holland tot enkel getob en ge schrei. 'De ware Jacob", een selectie nederlandstalige liefdesproza, is dan ook kenmerkend voor de drassigheid waarin onze passie voortploetert. Met een reeksje akelige waarschuwingen opent Beatrijs Ritsema de lamentaties: 'Wordt nooit verliefd op uw ten- nis- of skileraar', niet op uw baas, collega's en kroegmaten, niet op een vroegere liefde, de man van uw vriendin of ge scheiden heren. Het opsom- minkje mist voorts elke connec tie met de literatuur als geliefde kunstvorm. Van de in totaal dertien verhalen in deze trieste verzameling liefdesleed is er niet een die de zinnen prik kelt, de liefde bezingt of een do de vlinder in beweging brengt. Ik citeer enkele frapperende 'Als iemand van mijn leeftijd zegt over zijn eerste liefde te ver tellen. dan doet men er goed aan wantrouwend naar hem te luis teren'. (J.B. Charles) Twintig jaar geleden heb ik mijn vrouw leren kennen. Wij zijn nu getrouwd'. (J.MA. Bies heuvel) 'Die herfstavond is zij dus weg gegaan. Liefdes gaan; ik weet niet waarom, en niet waarheen'. (Jan Gerhard Toonder) 'Liefde maakt blind'. (Adriaan Bontebal) 'De mist was zwaar van onbe stemd verdriet en brak in tranen uit'. (Anna Blaman) 'Ze had hem lief. Hij trok zijn sokken aan. Hij had haar lief. (Remco Campert) Wie graag in een nare druilre- gen met natte ogen zijn geliefde in een modderig plantsoentje voorgoed nawuift, mag ik 'De ware Jacob' met vreugde aanbe velen. Minder naargeestig - maar niet heel veel minder - want beter van kwaliteit en gevarieerder van gevoelens, is 'Zoveel manie ren van minnen', een verhalen bundel van Elizabeth Termeer, die eerder debuteerde met de roman 'Het goede voorbeeld'. Zorgvuldig In een heel zorgvuldige stijl en op enigszins achteloze toon presenteert de schrijfster twaalf verhalen met wisselende vor men en uitingen van liefde - of gebrek daaraan. Een verhaal moet het, behalve van een prik kelende verteltrant en vlugge, kernachtige dialogen, al gauw hebben van een verrassende pointe. Elizabeth Termeer heeft de opbeurende en beloftevolle gave deze drie aspecten tot uit stekende vertellingen te bunde len. Haar proza is luchtig,-maar heeft ook diepgang en, soms, venijn, terwijl de dialogen naar het leven lijken getekend, zoals ï'Ec it zijn 'Ik ben vanochtend ongesteld geworden", zei Femmie zo non chalant mogelijk en nadrukke lijk naar de lucht kijkend alsof ze de naderende onweersbui ei genlijk ook veel belangrijker vond. De hap van Mireille bleef hal verwege steken en de ogen van het meisje werden groot van ontzag. 'Getverderrie Fem, is het heus? Met bloed en zo?' 'Met bloed en al', beaamde Femmie gul. 'Jezusmaria, wat klote voor je'. 'Niet klote', zei Femmie. 'Het hoort erbij. Voor je het weet ben jij het ook'. Mireille deinsde opzij. 'Amme- hoela!', riep ze vol afkeer, 'het is toch niet besmettelijk?' (blz. 109). Het amusement waarmee de auteur de gevoelens van haar personages vertolkt, ligt geheel in de lijn van de Hollands-ironi sche traditie. Maar het ver bloemt evenmin hét wantrou wen, waarmee wij zachtaardiger gevoelens bezien. 'De ontmaag ding van Gaia de Wit', het eerste verhaal, loopt gelukkig nog op niks uit, maar in 'Het tuinhuis', halverwege, heerst er al in de relatie tussen Tom Lizzie. In 'Eerste sneeuw' slaat de akeligheid van het moderne re alisme pas echt toe. Daar zit Connie al tv-kijkend moedeloos op een flatje in verwachting te wezen. Even dreigt de aan staande ongehuwde moeder toch aan de man te komen - de Vietnamese buurman. F.r bloeit iets moois, tot vriendin Marian ne langs komt en-Ngo op de bank aantreft. 'Kijk je wel uit, Con, met zo'n griezel in huis?' Nee, in een drasland verpietert alle moois. Vediefd Nergens vinden we die moede loze visie treffender en op een toon van voldoening beschre ven dan in het titelverhaal, waarmee deze, overigens knap geschreven bundel besluit. Her man, een student Nederlands, bezoekt in een meisjesstuden tenhuis Sarie, op wie hij heime lijk verliefd is. Met haar zal hij de 'seven manieren van heiliger minnen' van de Middeleeuwse non Beatrijs vertalen. Elke ma nier wekt in toenemende mate zijn verlangen, hoop en aanbid ding. Maar dan ontstaat er bui ten de kamer commotie. Sarie haast zich naar buiten, even la ter gevolgd door Herman. De ontknoping zal ik niet verklap pen, maar wees gerust: de tede re gevoelens van de jonge, naïe ve student worden terdege ver pletterd onder een wals van aardsheid. Maar het kennelijk genoegen waarmee ook Eliza beth Termeer de liefde van haar verheven voetstuk haalt, ver goedt veel. Wie dat met zoveel kunde en plezier voor elkaar krijgt, is in elk geval voor de lite ratuur niet verloren. No-nonsense design Een stoel die van kleur veran dert als je erop plaats neemt, een stoel die begint te blozen als je er een praatje mee maakt en eentje die begint uit te dijen als je erop gaat zitten. Samen heten ze 'De drie zusters' en ze werden in 1986 in opdracht van de Zwitserse meubelfabriek ontworpen door de vormgever Santachaira. Met dit voorbeeld illustreert Rolf Fehlbaum, directeur van Vitra, dat de jaren tachtig een explosie hebben opgeleverd van vormgevingsprodukten, die meer weg hebben van kunstob jecten dan van gebruiksvoor werpen. Fehlbaum hield vorig jaar in Paradiso een lezing, ge organiseerd door de Haarlemse verlichtingsindustrie Lumiance die met een jaarlijkse voor dracht de discussie over design wil stimuleren. De tekst is in boekvorm verschenen en is tien gulden verkrijgbaar bij Lumiance (023-158281). Fehlbaum schetst in zijn le zing hoe hij de designers van hun kater af wil helpen na het feestje van de jaren tachtig: ze moeten weer in contact worden gebracht met de industrie en weer meubels maken die aan hun functie beantwoorden. Dat Fehlbaum zijn vak niet met oogkleppen op benadert, blijkt uit het feit dat hij ook oog heeft voor de milieu-effecten van het ontwerpen en aangeeft wat voor consequenties dat heeft voor de vormgevers. Der de component van zijn verhaal is de strategie die het Zwitserse meubelbedrijf hanteert om zijn imago te versterken. Vitra geeft wereldberoemde architecten opdracht om spectaculaire be drijfsgebouwen te ontwerpen. Lumiance Lecture is een prikke lend no-nonsense boekje over de designwereld, dat bovendien hoe kan het ook anders fraai is vormgegeven. HOMME SIEBENGA Lumiance Lecture. Rolf Fehlbaum. flO,- Seks Hoe vaak denken Amerikaanse mannen aan seks? Het ant woord op deze vraag geeft het boek 'De zoete oorlog van de liefde', van het Amerikaanse psychologenechtpaar Jo nathan Kremer en Diane Duna- way. Zij schreven bijna 400 pa gina's voor mannen en vrouwen die in een 'echtelijke coma' zijn geraakt. Grootste probleem is in de meeste gevallen dat mannen meer seks willen en vrouwen meer liefde, aldus de relatie therapeuten. Uitgebreid wordt uitgelegd hoe dat allemaal zo is gekomen. En minstens zo uitge breid worden aparte program ma's voor mannen en vrouwen ('zoek een gezamenlijke interes se') beschreven. Wie de aanwij zingen van het echtpaar volgt, leeft nog lang en gelukkig. En voor al die anderen: Amerikaan se mannen denken zes keer per uur aan seks, dat is 750 keer per week. JANET VAN DIJK lonathan Kremer en Diane Dunaway: 'De zoete oorlog van de liefde. Waar om vrouwen niet genoeg liefde krij gen'. Uitg. Bzztóh. ƒ39,50. Seks en geweld in de homo-scene Schrijvers gebruiken taal, nel als gewone mensen. Boeken staan dus soms vol met kale zinnen. Een andere keer zijn de zinnen juisl bloemrijk of plant de schrijver ze vol met uitbundige, schreeuwende woorden. Een enkele schrijver durft te schrij ven zoals een chirurg snijdt: koelbloedig en precies. Zo'n schrijver is de onbekende Ante rikaanse schrijver Dennis Coo p« Cooper is geboren in 1953 en een typische exponent van zijn generatie: de generatie die vol wassen werd in een tijd waarin in de westerse wereld allerlei ze kerheden werden losgelaten en dus zelf nog wanhopiger dan andere generaties op zoek ging. Op zoek naar andere zekerhe den (alternatieve vormen van leven), naar verlegging van grenzen (seks en drugs en rock roll) en naar zichzelf. Omdat het geld in de westerse wereld rijkelijk vloeide, hoefde deze ge neratie zich veel minder te be kommeren om het naakte voortbestaan; er kon naar harte lust genoten en geëxperimen teerd worden. Cooper laat oen klein facet van dal leven zien. een leven van seks. verveling en geweld in de Amerikaanse homo scene. In 1982 verscheen van Cooper The tenderness of wolves': die titel is met de ingebakken te genstelling een aardige aandui ding van Coopers thematiek. 1 atere titels worden korter efl klinken harder: Safe (1984), Frisk (1991), Wrong (1992) en Closer (1989). Dit laatste boek is nu. als eerste boek van Cooper, in het Nederlands vertaald door Rob Malasch. Het is een fasci nerend smerig boek. Reve De inhoud van hel boek is vrij simpel samen te vatten: in acht hoofdstukken worden de bele venissen van zeven Amerikaan se mannen in de jaren tachtig verteld. De meesten studeren en hebben iets artistiekerigs. Het leven is ongecompliceerd: geweld en seks zijn belangrijke ingrediënten. Van Coopers koe Ie klinische beschrijving van die twee zaken word je niet bepaald VTolijk. Er zit veel sadisme voor gevorderden in het boek. waar bij niet op een dooie meer of minder wordt gekeken. Het omslag van het boek laat de fascinatie met geweld al zien: een rug van een jongeman met op zijn rug Mickey Mouse gete kend. in bloed. Er zit in het boek méér dan alleen geweld: in het hoofdstuk Alex bijvoorbeeld een parodie op een seksfilm en seksboekjes. Af en toe horen we zelfs even Gerard Reve aan de andere kant van de oceaan. "George dacht: als God een be zoek aan de aarde zou brengen, dan zou het in de vorm van een kus zijn. - Gekust worden door iemand die ik bewonder komt voor mij het dichtst in de buurt van vrede op aarde, waar ze met kerst over zingen. God moest ie dere jongen de smaak van Zijn lippen laten proeven om daarna terug te keren naar de dimensie waar hij zich schuilhoudt, waar het dan ook is. Dat zou helpen" •(pag. 51). Ongevoeligheid De vorm waarin het verhaal ge goten zit, is niet nieuw. In elk hoofdstuk staat een ander per soon centraal, afwisselend in de ik-vorm en de hij-vorm. De per sonages variëren van John, de punk-tekenaar via David, de knappe onzekere fantast en Philippe, de oudere extravagan te Fransman tot Steve, bouwer van een garage-nachtclub. On betwistbare hoofdpersoon is George Miles. Hij is niet alleen hoofdpersoon omdat hij in twee hoofdstukken centraal staat; ook niet omdat elke man ver liefd op hém is. Hij is hoofdper soon omdat hij iets anders los maakt in de anderen. De ongevoeligheid van de personages druipt van de blad zijden. ledereen 'doet' het met iedereen zonder dat dat emo tioneel een spoor lijkt achter te laten. Tenminste, het scherm van ongevoeligheid kan alleen verdwijnen als felle emoties, op gewekt door heftig geweld of acid, het gordijn even wegruk ken. Al in het eerste hoofdstuk wordt de rug van een onver schillige punk stukgebeten. 1 ja- ter wordt Georges onderlijf compleet verminkt. Zelfs een snuff-film (waarbij gefilmd is hoe een toevallige lifter op een sadistische manier vermoord wordt) ontbreekt niet in het boek. En waarom? - waarom? Om het geweld te ontleden en daardoor te begrijpen? Om te genieten van goor sadisme? Om ook de schaduwen in de maat schappij te leren doorgronden? Spiegel Wat Brett Easton Ellis deed met 'American Psvcho' doet Dennis Cooper met 'Dichterbij': de sa menleving krijgt een spiegel voorgehouden. Wat we te zien krijgen is niet veel moois. "Hij zocht tussen de rotzooi en vond zijn spiegel. Z.Ijn reet kon je geen reet meer noemen. Hij kon het niet aanzien. Hij liet de spiegel vallen" (pag. 98). Dennis Cooper samenleving een spiegel vooihouden. foto sheree rose

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 24