'Ik moest dit boek wel schrijven' Tv-verslaving ZATERDAG 4 APRIL 1992 Een Canadese krant schreef over de roman 'De Oude Man en meneer Smith'dat Peter Ustinov 'God naar zijn eigen beeld had geschapen'. Dat vindt de 71 -jarige wereldvermaarde acteur en schrijver veel te veel eer. In zijn nieuwe boek laat hij God en de duivel wel een opvallend bezoek aan de aarde brengen. Met één opvallende vraag: gelooft dé mens nog? In den beginne schiep God den hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op den vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren.' Zo begint de bijbel, het boek dat het meest is vertaald en dat de meest ver strekkende in vloed op de mensheid moet hebben gehad. De aarde is inmiddels niet meer woest en ledig althans niet in de zin van Genesis 1, verzen 1 en 2. Als de schepper nu zou terug keren 3an zou hij zijn eigen creatie niet meer herkennen. Preciesdie veronderstelling stond aan de basis van De Oude Man en me neer Smith, de gelijkenis waarmee Peter Us tinov opnieuw de bestsellerlijsten beklimt. Ustinov laat God èn de duivel een werkbe zoek aan de aarde afleggen. Tijdens hun kor te visite vallen ze van de ene in de andere verbazing en werken ze zich al snel in de nes- „Wat de overeenkomst tussen het begin van het scheppingsverhaal en mijn boek is? In het begin was er niets, dat was bij mij óók zo." Sir Peter, met de gezetheid die een 70- jarige waardig is, rolt van pure pret over een driezitsbank in een Amsterdamse hotellobby. „Nu de rol die de godsdienst in onze wester se samenleving speelt is teruggebracht tot marginale proporties, moest Lk dit boek wel schrijven." „Dèt voornemen van mij voerde God terug naar de schepping die hij ooit in zeven dagen klaarde. Hetzelfde gold voor de duivel. Zij wilden echt weten of geloof dan wel godslas tering zo onbelangrijk zijn geworden als ze was verteld. Het antwoord is ja èn nee. In Holland bijvoorbeeld is.de invloed van het christendom en de christelijke cultuur nog sterk aanwezig; je kunt dat herkennen aan het zuilensysteem bij de omroep en de ver schillende gezindten. Maar het christendom is hier anderzijds ook alleen nog maar een traditie. Een echo van het verleden." In de hotellobby kraait geen haan, maar een forse papegaai het hoogste lied. Ustinov fronst even de wenkbrauwen en maakt een toegeeflijk gebaar. „Ik geloof dat de mens in stinctmatig nog steeds behoefte heeft aan een godsdienstige beleving. Zelf vind ik het bijvoorbeeld zeer moeilijk om als agnosticus Peter Ustinov laat Goden de duivel een bezoek aan de aarde brengen door het leven te gaan, want ik kan niet gelo ven dat je alles om ons heen enkel op de evo lutie en het genius van de mens kunt terug- Ustinov plaatst zijn hoofdpersonen, die hij De Oude Man (God) eh meneer Smith (De Duivel) noemt, in het centrum van de we reldlijke macht. Washington dus, na het in eenstorten van de Sovjetunie het enige ze nuwcentrum. De Oude Man besluit aan het begin van de gelijkenis de nacht door te brengen in een klasse-hotel. Ten overstaan van een ongelovige hotelreceptionist kondigt God het voornemen aan een bezoek af te leg gen aan het Witte Huis, als op dat moment ook de duivel zijn opwachting maakt. ...Op dat moment trok een andere oude man de aandacht, die met tiuee afschuwelijke plastic koffers in zijn hand de draaideur pro beerde binnen te komen. Zijn haar was zwart en vettig en leek, in slierten langs zijn gezicht hangend, de wanhoop zelf te verbeelden. Zijn gelaat vormde een opvallend contrast met de gladde, mollige trekken van De Oude Man. Angstwekkend doorgroefd, pokdalig, wrakkig, vertrokken tot een melancholiek masker, de zwarte ogen, die de zwijgende getuigen sche nen te zijn geweest van alle denkbare ver schrikkingen, trillend van de tranen die zich met vaste tussenpozen verloren in de perka menten groeven van zijn wangen. 'Mon Dieu', zei de receptionist die de wor steling aanzag. 'Hij lijkt ouder dan God. 'Nee, we zijn ongeveer even oud', merkte De Oude Man op... „Ik zeg heel dikwijls dat ik in niets geloof', zegt Ustinov met nadruk. Zijn massieve ge stalte oogt als een kruising tussen de blozen de verschijning van Engelands voormalige premier Edward Heath en de kordate ernst van Orson Welles. Twee samengeknepen ogen voorkomen dat Sir Peter naïef de wereld in blikt. „Maar ik kan het niet staande hou den. Ik ben namelijk bereid om me elk mo ment te laten verrassen." Ustonov lacht schuddebuikend, alsof zijn humor geboren wordt in een onzichtbare wijnkelder, die veel belooft maar vooralsnog weinig openbaart. Ik gooi er de theorie van de Big Bang te genaan, de oersoep waarin de planeten als balletjes gehakt hebben rondgedraaid voor dat ze het firmament vormden. Ustinov bil lijkt het. „Zou er een masterplan achter de „De mens beschikt niet over de autoriteit dat hij kan vaststellen of hij het op geestelijk ge bied bij het juiste eind heeft Het maakt princi pieel dan ook niet uit of iemand een boom ver eert of een vulkaan." FOTO •JJNITED PHOTOS DE BOER POPPE DE BOER Ustionov ziet een parallel tussen het mid deleeuwse mystieke geloof - de gedachte dat elk mens een stukje God kan zijn of zich één met het goddelijke kan voelen - en deze tijd. Sir Peter „Volgens mij zie je die mystiek te rug in de vorm van opkomen voor het milieu. Ik vind dat ook van grote waarde. Er is geen grotere troost tegenover de angst voor de dood mogelijk dan het acute gevoel voor het behoud van het natuurlijke evenwicht dat de mensheid momenteel ontwikkelt. Als we voor het milieu, voor de ecologie opkomen drukken we opnieuw het geloof uit dat we er gens één zijn. Als consequentie van die ge dachte kan het niet anders dan dat de geest van Beethoven hier nog ergens moet rond- Ustinov wijst er op dat hij door die overtui ging bepaald niet als een ongelovige door het leven stapt. „Niets verdwijnt meer, alles ver andert in iets anders, reïncarneert, transfor meert." Bloedserieus: „Ik herinner me dat Ludwig me vroeg wat ik voor tekst op mijn grafsteen zou wilen zien. 'Betreed het gras niet', zei ik. Wat er op mijn steen staat, doet er niet meer toe." De mens Ustinov gelooft dat hij zal voort leven. Aan ideologie heeft Ustinov een hartgron dige hekel - in die zin is 'De Oude Man en meneer Smith' een buitengewoon politise rend boek. De schrijver veracht dogma's en meent dat de geschiedenis bewijst dat men sen ten onrechte worden vervolgd voor hun gedachten in plaats van voor hun daden. In het boek laat Ustinov God en de duivel zich verbazen over de verwording van zowel de Amerikaanse als de post-marxistische sa menleving, maar ook over de hoogmoed van Gods plaatsvervanger in Vaticaanstad. „Het christendom is even verachtelijk als het communisme, zodra het zich politiek wil laten gelden. Het marxisme heeft veel te hoog gemikt, het is godsonmogelijk die idea len en masse te verwezenlijken. Zodra zo'n ideologie faalt, wordt het giftig, lui, corrupt, smerig. Wat er nu gebeurt met Rusland is dat het land in reactie op zijn geschiedenis alles imiteert wat aan onze samenleving juist het slechtste is. Toch zijn er ook in die commu nistische staat ideeën verwezenlijkt waarvan schepping steken? Ik weet het niet", peinst hij. „Ik geloof in de gedachte dat indien God bestaat, hij ook verantwoordelijk is voor het bestaan van de duivel. Want in den beginne werd God niet herkend omdat hij exact het zelfde voorkomen als ieder ander had. Hij had namelijk de mens naar zijn eigen aange zicht geschapen." Bedoelt de schrijver te zeggen dat God het clair-obscur van de satan nodig had? Dat licht slechts kan bestaan bij de gratie van het duister? „Exactly. In andere woorden: goed en kwaad vullen elkaar altijd aan. En in twee erlei opzicht: goed is beter dank zij het kwa de, en het boze oogt vuiler dank zij het goe de." De Oude Man en meneer Smith ontpop pen zich als twee bevriende globetrotters bij wie de naïviteit langzaam plaatsmaakt voor wereldwijsheid. Ze volgen eigenlijk de mars route die hun geestelijke vader zelf in de loop van een halve eeuw lange loopbaan heeft af gelegd. Peter Ustinov heeft niet alleen als schrijver, maar ook als acteur een magische naam opgebouwd. Hij vergaarde tweemaal een Oscar voor de beste mannelijke bijrol (Spartacus, 1961 enTopkapi, 1964), drie Em my Awards voor diverse tv-rollen, en één Grammy (voor zijn vertellersrol in Von Kara- jans klassieke vertolking van Prokofjevs 'Peter en de Wolf). Ustinov is de vleesgeworden wereldburger. Half Russisch, half Duits van vaders kant. Half Russisch, kwart Italiaans en kwart Frans van moeders zijde. Zijn ambassadeurschap voor Unicef lag eigenlijk in het verlengde van een doorwrochte loopbaan als journalist en toneelschrijver. Zijn talent als dialoogschrij- ver bereikte een hoogtepunt in 'Beethovens Tiende', zijn gevoel voor understatement en gentlemanlike gedrag kwam misschien wel het mooist tot uiting in zijn perfecte rol van Agatha Christie's favoriete Belgische speur neus Hercule Poirot. Het mag nauwelijks ver wonderlijk heten dat al dit talent en alle daar uit voortspruitende levenservaring misschien wel het best tot z'n recht kwam in een One Man Show (An Evening With) die schandelijk genoeg Nederland niet bereikte, noch in le venden" lijve noch als tv-registratie. In hun opvallende speurtocht naar het menselijk karma belanden De Oude Man en meneer Smith in één van de tv-erediensten die dagelijks in Amerika van kust tot kust worden uitgezonden. God denkt even dat het geloof nog werkelijk bestaat als een lugubere televisiepredikant. Henchman tijdens de uitzending een zalvend gebed uitspreekt. 'God is hier vanavond. Dit is zijn huis. Dit zijn zijn glas-in-lood muren... zijn home vi deo's overal rondom ons... Wij zijn zondige kinderen... Hij woont hier, bij ons... in onze harten en onze hoofden... en laat me dit zeg gen, mensen... Als Hij zou besluiten zich hier vanaiond kenbaar te maken... om te verschij nen in iedere vermomming die... hij, in zijn oneindige wijsheid, zou kiezen... zou ik hem meteen herkennen, en zou ik zeggen... namens u... O Here God, we groeten u in alle een voud... De Oude Man verhief zich en begon het po dium te beklimmen. Een veiligheidsmedewerker hield hem te gen je kunt daar niet heen, oudje. Het volgende onderdeel is gebedsgenezing. 'Ik ben herkend', zei De Oude Man. Het incident illustreert hoezeer het reli gieus beleven voor miljoenen ongelovige tv- kijkers is teruggebracht tot uiterlijk vertoon en voor gelovigen tot cliché. Toch heeft de mens volgens Ustinov een enorme behoefte aan religie, ook al wordt die vaak onbelust beleefd. „Daarom suggereer ik, herstel, daar om stelt de duivel in dit' boek gedurende diens meer beschaafde momenten voor dat aanbidding zelf belangrijk is. Aan wie of wat de mens eer betuigt, doet niet ter zake. Het wezen van de menselijke behoefte om te ge loven is dat hij aan aanbidding of verering doet." „De mens beschikt niet over de autoriteit dat hij kan vaststellen of hij het op geestelijk gebied bij het rechte eind heeft. Het maakt volgens mij principieel dan ook niet uit of ie mand een boom vereert, of een vulkaan - zoals bij een primitieve stam het geval kan zijn - of de zon. Elke agnosticus stelt zich mijns inziens dan ook lui op. Hij zoekt geen verklaring voor de uitzonderlijke dingen die zich hoe dan ook rondom hem afspelen; veel in de Schepping is niet verklaarbaar volgens de wetten van de logica Een agnosticus die ontkent dat er een hogere macht bestaat en geen verklaring heeft, durft in de regel ook niet op zijn gevoelens of instinct af te gaan Iemand die bidt of een god vereert doet dat wel. ik schat instinct hoger in dan elke logi- ik hoop dat ze niet verloren gaan. Ik kan me een heel wat slechter lot voorstellen dan dat van een baby in de (voormalige) Sovjetunie. Tuurlijk, als puber had je het daar zwaar, om van een. volwassene maar te zwijgen. Maar de voorzieningen voor kinderen waren daar hun tijd ver vooruit. Ze hidden fantastische crèches." The American Way of Life krijgt er van langs in .Ustinovs smeuïge, lucide en typisch van understatements voorziene Engelse taal gebruik. De FBI en CIA volgen God en de duivel als verdachte figuren op de voet, en proberen hen enkele keren te arresteren. De veiligheidsdiensten blijken te lijden aan een mate van aderverkalking welke die van Reagan overtreft. Sir Peter imiteert de voor malige B-acteur op voortreffelijke wijze. .Amerika decadent? Nog net niet helemaal. Maar leeg, ja, bijna decadent." De Verenigde Staten doen Ustinov sterk denken aan het Romeinse Rijk in de tijd dat Jezus op aarde rondstapte. Sir Peter: „De ver- wordingis ongelofelijk! Je stapt in Amerika naar eed bankmanager, en hij zit naast een bronzen borstbeeld van zijn voorganger, een opgevouwen vlag en een adelaar. Hij heeft zijn benen op het bureau, zijn schoenen uit getrapt, en hij zegt tegen je: Why don't u>e discuss this poolside over lunch?' Terwijl hij tijdens de lunch wordt gemasseerd, herhaal jij je verzoek om een persoonlijk leninkje. The Roman Way of Life is all around. Als je in Amerika vraagt om tien dollar, word je naar buiten gezwiept. Als je een miljoen wilt heb ben, hoor je: Let's kick this around. Hah aha." Ustinov heeft geen idee wat er van de we reld terechtkwam worden als het geloof hele maal zou worden afgedankt. Als vooraan staand lid van een internationale lobby die ijvert voor een krachtiger Verenigde Naties moet hij niets hebben van Bush' nieuwe we reldorde. „Ik zou het vervelend vinden voor moralist te worden versleten, maar Die Neue Weltordnung - die kenden we al, niet?" Hij spreekt opeens Duits met een Hitler- achtige tongval. „En toen lag het ook zwaar op de maag. In mijn column in The Euro pean heb ik al verschillende keren gewaar schuwd voor de situatie waarin één land uit maakt wat de normen zijn voor de interna tionale gemeenschap. De Golfoorlog en de affaire-Noriega zijn een farce. Ze tonen de heilige verontwaardiging van één kant (icen mens kan ongestraft voor God spelen. Slel, iemand gebruikt vrijwel iedere dag een middel dat op den duur de volgende symptomen geeft. Op de eerste plaats een sterke vervaging van de grens tussen fantasie en werkelijkheid, soms uitmondend in een volledig realiteitsver lies. Verder ernstige contactarmoede en ont wrichting van de communicatie met anderen. Als de betrokkene zich onder invloed van het middel uit, dan mompelt hij meestal iets voor zich uit. Bij onthouding ontstaat al snel onrust en een gevoel van absoluut niet meer weten wat te doen. een gedragspatroon FF met deze kenmerken? Antwoord: tv-verslaving. Vraag: hoe vaak komt die verslaving voor? Antwoord: bij ten minste 7 op de 10 mensen. Een paar klinische gevalsbe schrijvingen. Drie jaar geleden vertelde de Amerikaan Larry Hagman in een interview met het weekblad Time dat hij op straat regelmatig werd lastigge vallen door mensen die hem kwalijk namen dat hij zijn (ex- vrouw zo slecht behandelde. Een jaar geleden vertelde een collega van Larry, eveneens in Ti me, dat hij op straat door een paar mannen was aangevallen en naar het politiebureau gesleept. Wat Larry en zijn collega gemeen hebben is dat ze beide televisie acteur zijn. Larry speelde de rol van JR in de serie Dallas en was als zodanig ook de (ex)echtge- noot van Sue Ellen. Larry's colle ga speelde in een aflevering van de nog lopende serie America's Most Wanted (De Meest Gezoch te Mannen van Amerika) de rol van een beruchte, nog altijd voortvluchtige misdadiger. De meeste mensen zullen ver moedelijk van zichzelf beweren dat zij realiteit en fantasie nooit op zo'n manier door elkaar ha len. Maar aangenomen dat ze gemiddelde televisiekijkers zijn, overschatten ze zichzelf schro melijk. In zijn uiterst lezenswaar dige boek 'Die Werbelawine' (De Reclame-lawine) laat de Duitse schrijver Ulrich Eicke op schok kende wijze zien hoe televisie- en reclamemakers eigenlijk niks an ders doen dan op schandelijke wijze proberen ons fantasie voor realiteit te verkopen. En daarin slagen ook. Als televisiereclame werkelijk re alistische, zakelijke informatie over kwaliteit, produktverschil en prijs zou moeten geven, dan zou de STER binnen een paar weken op de fles zijn. Want de consu ment zou er snel achter komen dat er nauwelijks nog kwaliteits verschil is tussen bijvoorbeeld shampoos of tussen wasmidde len. Reclame voor zulke produkten is inhoudelijk volstrekt zinloos ge worden. Daarom krijgen we in plaats van zakelijke informatie allerlei niet ter zake doende fan tasiebeelden opgedrongen, vari ërend van blote borsten tot dol gelukkige gezinnen waarin ieder een altijd net schone kleren aan heeft en de koffie precies klaar is op het moment dat er weer een kind met een hagelwitte luier aan wordt geboren. Van informatie is hier natuurlijk geen sprake meer, van conditionering (leren een produkt met een bepaald gevoel te associëren) des te meer. De kijker wordt als proefdier bena derd. Maar datzelfde gebeurt ook bij wat het echte televisiewerk heet. Veel zogenaamd nieuws wordt gemaakt. Een voorbeeld. Tijdens de opstand op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking beslo ten de Chinese autoriteiten op een bepaald moment de satel lietverbinding te verbreken Beel den konden niet meer worden overgezonden, maar radio- en telefoonverkeer bleef normaal mogelijk. Wat deed het Ameri kaanse tv-station CBS? Het kocht van China het laatste stukje sa telliet-tijd en plande een nieuws uitzending op het moment dat de autoriteiten de beeldverbin ding zouden verbreken. Toen dat inderdaad gebeurde, verbraken de CBS-produccrs tijdens de uit zending ook het telefoonverkeer met huQ correspondent in Pe king. Dat deden ze om bij de kij kers de indruk te wekken dat er ergens een ouwe Chinees met een schaar alle verbindingslijnen zat door te knippen Een ander voorbeeld Tijdens de eerste dagen van de Golfoorlog zaten honderden miljoenen mensen over de hele wereld te kijken naar beelden waarvan we inmiddels weten, dank zij onder meer de openhartigheid van ge neraal 'Woestijnstorm' Schwarz kopf zelf, dat daar geen hout van klopte, dat ze absoluut de reali teit niet weergaven. Eicke drukt het heel treffend uit: zoals de staalindustrie ijzererts en de chemische industrie aard olie als grondstof gebruikt, zo ge bruikt de kijkindustrie gedachten en gevoelens van mensen voor onbeperkte en licentie-vrije be werking, verandering en exploi- Het bespelen, het manipuleren van gevoelens en gedachten is de voornaamste doelstelling van de kijkindustrie geworden. Om dat te kunnen doen moet je toegang tot het brein hebben en die krijg je natuurlijk alleen maar in vol doende mate als je mensen aan het scherm weet te kluisteren, als je ze weet te ver'slaven'. Verslaven wil zeggen dat je ze zo ver weet te krijgen dat ze hun levensritme zo veel mogelijk af stemmen op het middel dat je in de aanbieding hebt. Televisiema kers zijn in feite weinig anders dan dealers, pushers, en dat we ten ze zelf maar al te goed. Hun ongezonde belangstelling voor kijkcijfers verschilt in wezen wei nig van de belangstelling die Co- lumbiaanse drugsbaronnen heb ben voor het aantal verslaafden in de wereld. De vraag hoe goed, hoe gezond het voor de kijker is wat hij in zijn brein geduwd krijgt, is voor tv-producenten onbelangrijk. Net zo onbelangrijk als de waag of de kijker begrijpt wat hij voor geschoteld krijgt. Waar het om gaat is hem of haar er zo lang mogelijk bij te houden. En om dat te bereiken moet je zo veel mogelijk het kritische, zelfstandi ge denken uitschakelen en zo veel mogelijk inspelen op het be vredigen van 'lagere' behoeften als agressie, sensatie, sex. mate rieel gewin (de rad-van-fortuin - cultuur), uiterlijke schoonheid, gemak, comfort. Zo raken we langzamerhand vol ledig ondergedompeld in een media-brij waarin het gaat om uiterlijke schijn en niet om hoe de dingen zijn. Onze taal heeft zich daaraan al aangepast. 'Heb je gezien dat...' is een van de meest gebruikelijke openingszin nen voor veel gesprekken. Wat dan volgt is een uitwisseling van buis-'waar'nemingen. waarvan de sprekers klakkeloos aanne men dat ze correct zijn omdat 'ze het zelf gezien hebben". Zoals eicke cynisch opmerkt, bedient de religie van onze tijd zich van een catechismus waarin maar één regel voorkomt: Zien is geloven. Maar, zegt hij ook. alle hoop is niet verloren zolang er nog vier categorieën kijkers zijn, te weten: 1ae Sponsen, die alles opnemen, alles slikken; 2) de Zandlopers, die niks opnemen, langs wie heen gaat. 3) de Filters, die alleen de vuiligheid vasthou den; en 4) de Diamanten, die het (schaarse) licht opvangen en naar de omgeving weerkaatsen. Het valt te hopen dat dwmonds inderdaad forever zijn. RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 45