De eeuwige spiraal van dorst en lessing Gemalen glas in bonensoep Cultuur&Kunst DONDERDAG 26 MAART 1992 REDACTIE CEES V Michel van der Plas HOND Je had zo graag een hond gehad, een grote, kleur maakt niet uit, ruwharig, maar fideel: een Hector aan je zij op hoge poten, braver dan kinderen en personeel. Iedere dag kordaat en vastbesloten de duinen in. Ik zie het tafereel. Omhoog, omlaag; alleen, maar lotgenoten op weg, en samen kunnen ze zo veel. Zo een die jou als jongen in De Meije had aangeblaft, wanneer je daar verscheen met je koopwaar op stille boerderijen; toen een gevangene, - nu in het vrije gelukkig en voor altijd vriend: zo een wil ik, waar je ook zijn mag, eeuwig bij je. Het bovenstaande gedicht van Michel van der Plas komt uit de bundel 'Vaderland' (Uitg. Anthos, ISBN9060747364, ƒ24,50). Van der Plas bracht in deze bundel 38 sonnetten bijeen waarin de relatie tussen hemzelf en zijn vader centraal staat. Van der Plas ontwikkelde zich tot dichter en schrijver, zijn vader was koopman. Hun wegen gingen uiteen, maar op het kruispunt van deze bundel komen ze weer samen. 'Vaderland' bevat een groot aantal ontroerende, liefdevolle verzen, waarin een zoon zijn vader over het graf heen de hand reikt. 'Dag vader, we zijn haast weer bij elkaar'. (CvH). Sera Anstadt met 'Een stevig glas. Verhalen van drinkers' Michel van der Plas. FOTO ARCHIEF RECENSIE ROB VOOREN Sera Anstadt, Een stevig glas. Verhalen van drinkers. Uitg. BZZTóH. 25.-. Hoewel het Nederlandse volk zijn alcohol dagelijks met em mers tegelijk naar binnen giet, staat het waarschijnlijk ten onrechte niet bekend als een barre verzameling zuiplappen. Die valse schijn wordt, behalve door onze vermaarde gods vrucht, ook bedrieglijk gewekt door het ontbreken van een al- coholistisch-literaire traditie. Van sommige vaderlandse au teurs is wel bekend dat zij meer dan een slokje lust(t)en, maar hun werk getuigde toch niet van meer dan modale dorst. Enke len, zoals Carmiggelt en Gerard Reve, vereerden Koning Alco hol, en hun verhalen en romans zijn van Hem doordrenkt en door Hem genietbaar. Een sponzig volk als het onze is niet gebaat bij een dorre, dro ge literatuur. Met zijn imposan te roman 'De val' heeft August Willemsen vorig jaar het literai re alcohol-taboe doorbroken. Niet alleen door te laten zien welk een verschrikkelijke scha de drankmisbruik kan aanrich ten, maar ook door de versla ving uit het badinerende, iro- nisch-romantische schuilhoekje te halen. De montere aanhef van deze recensie is in feite even verkeerd als de luchtigheid waarmee iemand als Reve over de ellende van alcoholmisbruik en -verslaving heen dartelt. Woedend Begrijpelijk is het wel. Niemand wil immers met zijn onlesbare dorst te koop lopen of erger ermee geconfronteerd wor den? Stel je voor dat confronta tie moest leiden tot abstinentie! Bij Willemsens levendige, soms woedende verslag kon je als drinker en lezer nog afstand ne men van de problematiek: wij hoeven immers niet in een al coholkliniek? Met 'Een stevig glas', waarin Sera Anstadt, die 14 jaar als cre atief therapeute in de Jellinek- kliniek heeft gewerkt, een aantal "verhalen van drinkers" heeft verzameld, wordt het schuilen achter een glas nog lastiger. De schrijfster is vooral bekend door het niet zonder humor geschre ven boek 'Al mijn vrienden zijn gek', maar van vermaak is in haar huidige bundel dranktra giek geen sprake. In afzonderlij ke verhalen, naar het leven ge tekend. laat zij alcoholverslaaf den, allen voor korte of langere tijd cliënt van de Jellinek, aan het woord over hun meestal naargeestige verleden en trieste drankmotieven. Hoewel de modeme versla- vingsdeskundige vaak twijfelt aan het belang van een treurig leven voor drankzucht en -ver slaving (wat is er eerder: de kip of het ei, de ellende of de versla ving?). wijzen de verhalen van Anstadt's drinkers op een be roerde voorgeschiedenis. Een zaamheid, schuldgevoelens en angsten van velerlei aard vor men machtige drijfveren om te vluchten in overgrote doses al cohol. En wie eenmaal vastzit in die eeuwige spiraal van dorst en lessing, ontsnapt maar zelden. Ema Een akelig voorbeeld is Ema, die over een nieuwe toekomst fantaseert met haar mede-pa tiënt Frits, een kwartaaldrinker. Voor beiden is de drankzucht te sterk, en na een veelbelovende periode van onthouding vervalt Ema toch in haar oude fout. Ze kan geen weerstand bieden aan haar Dorst en doet zich tenslot te in wanhoop en onmacht te goed aan haarwaters, parfums, Beklemmende verhalen van Dalton Trevisan RECENSIE WILFRED SIMONS Dalton Trevisan, De Zoete Vijandin. Ver halen. Vertaling en nawoord August Wil lemsen. Uitg. Meulenhoff. De essentie van bezit is, dat je het kapot mag maken. Met 'be zit' doel ik hier niet alleen op dingen, maar ook op mensen. In onze samenleving ligt het niet voor de hand om bij bezit te denken aan vrouw en kinde ren, maar in de verhalen van de Braziliaanse schrijver Dalton Trevisan is dat volstrekt nor maal. Bezit, dat is huis, erf, hond, maar ook man, vrouw, kind, minnaar of minnares en zelfs vader en moeder. Dalton Trevisan is een raad selachtig schrijver, over wie vrij wel niets bekend is, al siert een foto van zijn gezicht de achter flap van De zoete Vijandin. Hij heeft slechts één interview ge geven, dat meer vragen open laat dan beantwoordt en dat door de vertaler August Willem sen achterin de bundel is opge nomen. Uit dat interview stijgt een groot minderwaardigheids complex op; vergeet de schrij ver, zegt hij, alleen zijn werk is van belang. Dat werk bestaat uit een groot aantal korte verhalen, waarvan er in De zoete vijandin zesenze ventig zijn opgenomen. De meeste daarvan zijn drie pagi- naatjes lang, soms heeft Tre visan er zelfs aan één al genoeg. Opvallend is de grote compact heid van het werk: waar een an der stof zou vinden voor een hele roman, komt Trevisan met tien alinea's al uit. In het verhaal Joao Nicolau bijvoorbeeld vertelt hij in zeer kort bestek het verhaal van een man die twee vrouwen heeft, er één van poogt te doden en daarvoor achttien jaar celstraf krijgt. Na zijn vrijlating pleegt hij incest met zijn dochter en wordt door haar en de moeder vermoord. Als de twee vluchten, blijkt de dochter zwanger te zijn. Ook vindt Trevisan binnen deze vijf pagina's nog ruimte om een complete karakter schets te geven van de vrouwen, hun families, van zijn dochter en van Joao's leven in de cel. Het duizelt de lezer. Het zal dan ook duidelijk zijn, dat het niet mogelijk is om Tre- visans verhalen in een middagje te lezen. Ze moeten op de tong van de geest beetje bij beetje worden geproefd, stilletjes één voor één worden gelezen. Trevisan geeft in zijn verhalen een beeld van wat hijzelf ook de kleine hel noemt. Steeds gaan ze over liefde die omslaat in in tense haat, in afkeer en walging. Lichamelijke schoonheid wordt verval en incontinentie, mooie toekomstverwachtingen eindi gen in een volstrekte teloor gang. Zijn hoofdpersonen klam pen zich aan elkaar vast, bewij zen hun bestaan desnoods door de ander te pijnigen. Ze bezit ten elkaar met geen andere be doeling dan elkaar kapot te ma ken. Als de ander er het leven bij laat, is het verdriet niettemin ongeveinsd. Relativering bestaat in de kleine hel niet. Opvallend aan de verhalen is, dat steeds dezelfde elementen terugkeren. Ze spelen zich altijd af in de stad Curitiba. De hoofd personen heten loao en Dona Maria, of Serginho en Marina en altijd wordt neef André be schuldigd van overspel. Ze doen gemalen glas in eikaars bonen soep, zelfmoord wordt gepleegd door mierengif te slikken en iets lekkers is altijd een kippepootje. Ieder verhaal lijkt daarom op het voorafgaande: misschien is er eigenlijk maar één verhaal, dat steeds opnieuw moet wor den verteld. Soms doet Trevisan de lezer net zoveel pijn als loao en Dona Maria in zijn verhalen elkaar doen. Toch is het onmogelijk om De zoete vijandin weg te leggen en misschien is dat wel het verrassendste aan Trevisans werk. „De baby huilt, het meisje zet de radio op volle sterkte: 'Kijken wie het 't langst vol houdt?" Anorexia Leeg Lichaam is een boek over anorexia nervosa. Centraal in de roman staat de relatie tussen de hoofdpersoon, het 23-jarige meisje Susan, en haar moeder. Susan heeft het gevoel dat haar moeder haar op allerlei manie ren overheerst en haar geen ruimte biedt om een zelfstandig bestaan op te bouwen. Om haar moeder en zichzelf hiervoor te straffen, wil Susan niet of nauwelijks eten. Alle voedsel moet eerst worden 'ver diend', vooral door haar moe der in hoogoplopende conflic ten op haar bedilzucht te wij zen. Susans pogingen om haar ouders te confronteren met hun, in haar ogen foute, gedrag worden echter in kopjes koffie en nietszeggendheden ge smoord. waardoor haar toe stand niet verbetert. Helaas is Leeg Licluuun, het sympathieke onderwerp ten spijt, geen goed boek. De karak ters worden lachwekkend kari katuraal neergezet, de dialogen zijn houterig en clichématig en het is de vraag of dit boek de belangstelling kan wekken van een publiek, dat niet direct met de ziekte te maken heeft. In die zin is het dus een gemiste kans, maar ik neem aan dat er voor direct betrokkenen in het boek van Monique Bartclink veel her kenbaars te vinden zal zijn. WILFRED SIMONS haaglijk soort onzekerheid, die door de schrijver ongetwijfeld zo bedoeld is. De gegevens over de drie Grieks-Italiaanse dich ters Andreas Kal vos, Ugo Fosco- lo en Dionysios Solomós heten zich nog controleren. Ook de omstandigheden rond de dood bd 's« M Wilde leken me Mie- lijk beschreven, maar wat As- scher over het Kanaaleilandje Inkhou te melden heeft, is een dichterlijke leugen (Inkhou be staat niet; Jehou. Breechou en Lihou wél). Een zeer onderhou dende leugen is het niettemin! Ook het fantastische verhaal over een bootreis naar het Mid dellandse Zee-eiland Argentera (dat in mijn Bosatlas niet ver meld staal) vind ik een hoogte punt in het korte verhalen gen re. Een aanrader dus, maar de lezer doet er goed aan om naast Dodeneiland een Winkler Prins te leggen. W.S. Maarten Asurher. Dodeneiland. Con tact. Amsterdam 1992. lotions en eau de colognes van lotgenoten. Literair doet het boek overi gens ver onder voor dat van Willemsen. die zijn persoonlijke misère indringender verwoordt. We lezen de belevenissen van Anstadt's gevallen wel mee zon der tussenkomst van de schrijf ster, maar voelen ons niet mak kelijk verwant. De val van Au gust Willemsen is herkenbaar voor drinker en lezer men kan zich vereenzelvigen met en her kennen in de ik-figuur. Van de hel waarin Sera Anstadt's drin kers leven, zal men zich moei lijk een voorstelling kunnen maken. De tragiek van de echte alcoholist gaat ons voorstel lingsvermogen te boven. En dat is het tweeslachtige van 'Een stevige drinker'. Iden tificatie is door gebrek aan lite raire diepgang en diversiteit on mogelijk. Maar de onopge smukte treurgang van een meis je als Willie, dat door haar va ders verkrachtingen aan de drank raakt, leidt wel tot machteloos meeleven. En misschien is dat de waarde van dit boek. Van zo veel ellende moet je geen literatuur maken. Dan maar wat minder alcohol in onze letteren. Een stevig glas minder. Levi Weemoedt homo Vlaardin- gensis. fOTD«MPVM Klassieken Een deel van de bundel Ken uiv klassiekenvan Lévi Wee moedt werd eerder uitgegeven door het uitgeverijenconglo- meraat Veen/Luitingh/Kosmos- Contact en Atlas ter gelegen heid van de jaarwisseling 1991- 1992. Het boek bestaat uit paro dieën op verhalen en gedichten van grote schrijvers uit het ver leden, zoals Plutarchus en Plato, maar ook Gerard Reve en Maar ten Biesheuvel komen erin voor. Niet alle geparodieerde schrij vers zijn even gemakkelijk her kenbaar, maar voor een goed onderlegd publiek van uitgevers was dat vast geen probleem althans, dat hoop ik dan toch voor hen! Veel gedichten en verhalen zijn ronduit melig, maar een aantal ervan is toch ook heel leuk. Vooral de Biesheuvelparo die vond ik ijzersterk en ook twee brieven, waarin aan een bevriende antropoloog het ge drag van de homo \1aardingen- sis uit de doeken wordt gedaan, zijn zeer lezenswaard. V. S Lévi Weemoede Ken uw Idamtekrn! llllR. nntact. Maarten Asscher Dodeneiland is een eigenaar dige en spannende bundel van Maarten van Asscher. In vier opstellen, die soms meer naar het essayistische, dan weer meer naar het verhalende nei gen. schril ft Asscher op zeer leesbare wijze over een aantal uiteenlopende onderwerpen. Voor het merendeel betreft het geleerde reisverhalen, een genre dat de laatste tijd erg in de be langstelling staat. Asschers bij drage hieraan is bepaald een aanwinst. Hij schrijft niet alleen boeiend, zijn verhalen getuigen bovendien van een interessant gedachtenleven. De lezer moet wél op zijn hotds zi|n, want hrt BMDgHl van feiten en fantasie dat As- h bm da In pn mm au bh p hier en daar voor een onbe- GOS-erotiek Ik heb medelijden met en be wondering voor de vertalers van Valeria Narbikova's roman Eros is een Rus. Hoe moet de zin „Hij wilde meteen een glaasje achterover slaan, maar sloeg over, maar daarna sloeg hij het toch achterover"..t neel hebben uitgezien? Narbik ova's roman zit vol met zulke moeilijke vertaalbare woord- panfBB Eros is een Rus gaat over seks, een beladen onderwerp in de moderne Russische literatuur. In 1988 verscheen er een gecen sureerde versie van in een tijd schrift en pas twee jaar later durfde een uitgeverij een volle dige versie van het boek aan. De westerse lezer vraagt zich af waarom: 'de daad wordt door Narbikova aangeduid met poë tische, maar onschuldige om schrijvingen als 'het', 'van dit turn en van dattum'. hemels purper' en een 'doorploegde ak- Voor het overige is het boek een tamelijk fragmentarische aaneenschakeling van dialogen, toevallige ontmoetingen en wijsgerige en literaire lx*spiege- lingen. Daartussendoor ontwik kelt zich de relatie van Sana met de kunstenaar Awakoem, ter wijl haar man Fvangelian en diens alter ego Tsjasjtsjazjysjyn zich ook niet onbetuigd laten. Onderhoudend geschreven, maar de lezer moet van een puzzeltje houden. W -S. Vaierta NarMkova. tms U cm Rm of. Hel llchl van hcmcllU Ivamt-n M| <t.»# en nacht Uiig. Wereldbibliotheek. Ernst Jansz Na zeven jaar is De overkant van Ernst lansz dit jaar als Glo be Pocket herdrukt lano, du- naam maakte als zanger van de legendarische popgroep Doe Maar. behoort met o a. Iill Slolk en Marion Bloem tot de jonge generatie Indische schrijvers. De voorspelling, ooit door Rob Nieuwenhuys gedaan, dat de Indische literatuur samen met Nederlands-Indié zou verdwij nen, is gelukkig niet uitgeko men! De overkant is een mooie fa milieroman in drie delen. Het eerste deel bestaat uit een serie briesen die geschreven zijn tus sen 1MB an IBM Zoon Ml studeert in Nederland en de an dere familieleden wonen en werken in Indié Aanvankelijk is iedereen optimistisch en vol plannen voor de toekomst, maar de Tweede Wereldoorlog dringt zich tussenbeide en brengt veel leed over de familie. In het twei-de deel )x-v hrijft lopie, de vrouw van Rudi. hoe het hun tweeën tijdens en na de oorlog is vergaan Tot slot be zoekt Rodi's zoon het land van herkomst' om in de voetsporen van zijn vader tc treden Het kost hem moeite zijn vader in het tropische land te plaatsen cn uiteindelijk mort hij conclu deren: „Het huis, dat ik vroeger miste en dacht te vinden in het land van mijn vader, bestaat Nederlanders: een sponzig volkje. FOTO LOEK ZUYDERDUIN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 27