Extra 'Buitenland heeft geen boodschap aan het NBW' VN: Oppermachtig maar problemen blijven donderdag 5 maart 1992 Redactie: 023-150225 JAN VAN DER NAT/FRANS VISSER Vormgeving: ANDRIES DETMAR 11 Toen de Leidse hoogleraar Eduard Maurits Meijers op 25 april 1947 van koningin Wilhel- mina de opdracht kreeg een nieuw burgerlijk wetboek (NBW) te ontwerpen kon hij niet bevroe den dat zijn geesteskind pas 45 jaar later zou worden ingevoerd. Meijers, die op 10 januari 1880 als zoon van een marinearts in Den Helder werd geboren, werk te zelf in hoog tempo aan de her ziening van het uit 1838 dateren de burgerlijk wetboek. Pas na zijn plotselinge dood in 1954 trad aanzienlijke vertraging op. Juris ten zien ook nu nog in Meijers een briljant geleerde. De Haar lemse rechtbankpresident mr. CA. Terwee-Van Hilten en haar Alkmaarse collega mr. R.C. Gisolf bevestigen de grootheid van Meijers. Gisolf: „Meijers stak met kop en schouders boven de juris ten van zijn tijd uit. Hij heeft niet minder dan 800 arresten van een annotatie voorzien." Terwee: „Ik betwijfel of op dit moment ie mand in staat is om in zijn eentje een ontwerp te maken voor zo'n groot en ambitieus wetgevings project als het nieuw burgerlijk wetboek. Het is buitengewoon wat Meijers heeft gepresteerd." President van de Alkmaarse rechtbank mr. Gisolf: Eduard Meijers werd op dertigjarige leeftijd professor in het burgerlijk recht en in het internationaal privaatrecht. Hij was 67, toen hij zich aan het ontwerp van het NBW zette. Zeven jaar kon Meijers aan zijn geesteskind werken. Na zijn dood durfde geen enkele rechts geleerde het werk alleen te voltooien. Niemand beschik- mmvi te in de juridische wereld over het gezag van Meijers met als gevolg dat promi nente juristen eindeloos met elkaar in discussie gingen over deelontwerpen van het NBW. Nu de invoering van het nieuw burgerlijk wetboek, met uitzon dering van boek 4 over het erf recht. na bijna 45 jaar eindelijk een feit is, vinden veel juristen dat aanleiding extra aandacht voor het NBW te vragen. Daar om werd van 21 tot en met 25 januari op initiatief van de Ne derlandse Orde van Advocaten, de Koninklijke Notariële Broe derschap en het ministerie van justitie de Week van het Recht gehouden. Mr. P. Neleman, raadsheer in de Mr. Terwee: Hoge Raad der Nederlanden en werkstuk. voorzitter van de Stichting Week van het Recht: „Wij hebben in ons land een rechts stelsel tot stand gebracht waar we trots op kunnen zijn. De Week van het Recht was bedoeld om het grote publiek ervan te doordringen dat iedere Nederlander voor deel kan ondervinden van een juist gebruik van dit systeem, zowel tijdens het proces als in de adviesfase." Ook de Haarlemse rechtbankpresident Terwee-Van Hilten noemt het nieuw burgerlijk wetboek eem prachtig werkstuk. Terwee stond dan ook positief tegen over de gedachte achter de Week van het Recht. „Het was een welkome aanleiding", zegt ze, „om de mensen duidelijk te maken dat het recht meer is dan strafrecht. Als wij erin sla gen het publiek een beter beeld te geven van onze werkzaamhe den dan is dat positief. Veel burgers weten niet dat ze dage lijks met het burgerlijk recht te maken hebben." Verzet Rechtbankpresident mr. Glsol: Het nieuw burgerlijk wetboek komt te laat Publiek geheim is dat niet alle leden van de rechterlijke macht positief staan tegenover de invoering van het NBW. De Alkmaarse rechtbankpresi dent Gisolf is een exponent van deze stro ming. Gisolf ziet weinig voordelen in de komst van het NBW. „Ik heb me er tot de laatste snik tegen verzet." Gisolf: „Het NBW wordt op een ongelukkig moment ingevoerd. Het heeft allemaal veel te lang geduurd. Na de oorlog dacht men dat het in een jaar of tien wel bekeken was. Maar het is door de dood van Meijers een zaak van lange adem geworden. Ik vind dat we met ons.NBW te laat komen. We leven in een tijd waarin grote veranderingen plaatsvinden in het recht. De Europese har monisatie staat voor de deur. We moeten zien dat we één met Europa worden. Daar om heeft het geen zin nu nog iets eigens op civielrechtelijk terrein te ontwikkelen. Er komen hoe langer hoe meer richtlijnen uit Europa voor allerlei deelondewerpen. Denk maar aan de kwestie rond pensioenen en de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Het probleem is echter dat veel Europese oplossingen niet in de richting gaan die het NBW aangeeft." „Het nieuw burgerlijk wetboek", zegt Gisolf, „is als het ware het eindpunt van een hele ontwikkeling na de oorlog. Het is ty pisch Nederlands recht. Daar hebben ze in het buitenland geen boodschap aan. Ik vind dat er te weinig is gewerkt met het oog op de toekomst. Daardoor is het al achterhaald op het moment dat het wordt ingevoerd." Volgens Gisolf zijn er achter de coulissen meermalen pogingen gedaan om de invoe ring van het NBW tegen te houden. Maar politiek bleek dat niet haalbaar. Er was al te veel tijd en energie in gestoken. „Het NBW is typisch hooglerarenrecht", vindt Gisolf. „Het zit allemaal mooi en lo gisch in elkaar. Maar of rechters er in de praktijk ook goed mee zullen kunnen wer ken, valt nog te bezien. De invoering bete kent voor de rechtspraktijk in ieder geval een tijd van grote onzekerheid. Aan het ou de BW wisten we bij wijze van spreken tot op de centimeter nauwkeurig wat we had den. Nu zijn er plotseling allemaal nieuwe begrippen. Of die beter bruikbaar zijn, zal moeten blijken. Dat weet nog niemand." „Het voordeel van hei NBVH geeft ilsolf toe, „is dat wat dor hout is weggesneden. Bepalingen die een dode letter waren ge worden, zijn er uit gehaald. Enkele dingen zijn ook zeer breedvoerig in het nieuwe wetboek neergelegd. Over de onrechtmati ge daad stond bij voorbeeld in het oude BW één artikel. Daar is nu een hele afdeling van gemaakt. Toch zullen aJ die nieuwe begrip pen verwarring gaan stichten. Het zal jaren duren, voordat daar een eind aan komt." Ongelukkig Terwee onderschrijft dat het voor rechters geen gemakkelijke tijd is. Ook zij vindt dat het NBW op een wat ongelukkig moment in werking treedt. „Er komt ontzettend veel te gelijk op ons af. Niet alleen irihoudelijk maar ook organisatorisch. Door de invoe ring van het NBW moet alles weer opnieuw worden bedacht. Routinezaken bestaan voorlopig niet meer. In elke zaak zullen we de wet moeten naslaan. Bovendien moet in de overgangsfase per zaak worden bekeken of het oude of het nieuwe recht moet wor den toegepast Voor dke hfpwHng is dat apart aangegeven. Dat kost veel extra tijd. Vroeger was je gewend om niet voor alles een wetsartikel op te slaan. Je wist dat wel. Je wist ook hoe de jurisprudentie in elkaar zat. Nu moet je weer de hele weg door het wetboek maken. Toch denk ik dal we er over een jaar of tien wel aan gewend zullen zijn." Gisolf: „Het wiel moet opnieuw worden uit gevonden. Ik ben nu 25 jaar vertrouwd met bepaalde begrippen waar 2000 jaar mee is gewerkt. Daar hoef ik niet meer over na te denken. Het is een soort basis in je herse nen. Met dit nieuw burgerlijk wetboek slaan ze als het ware de software bij rechters weg. Zeker als je wat ouder bent is dat niet mak kelijk. Eigenlijk vind ik wat nu gebeurt bui tengewoon inefficiënt. Er is geen artikel hetzelfde gebleven. Dat maakt rechters on zeker. Bij het gebruik van bepaalde woor den gaan ze zich afvragen of die woorden nog wel hetzelfde betcKcnen. Dat heeft tot gevolg dat ze weer eindeloos in het wetboek moeten gaan bladeren. Ik voel me min of meer als een blinde die zijn huis, waar hij feilloos de weg weet. moet verlaten. Een blinde heeft in dat geval ook jaren nodig, voordat hij zijn pleldcen weer vindt. Een vergelijkbaar proces speelt zich in onze her senpan af. Het recht is plotseling geen stuk meer van je ruggemerg." Bescherming Volgens Terwee krijgt de rechter door de in voering van het NBW meer armslag dan voorheen. „Wanneer iemand vroeger recht op schadevergoeding had. dan moest-alle schade worden vergoed. Nu heeft de rech ter de mogelijkheid om de schadevergoe ding op grond van allerlei omstandigheden ie matigen. I >.n betekent VOOS de rechtzoe kende een iets grotere onzekerheid. Al met al biedt het NBW de consument echter een grotere beet homing dan voortieen." Terwee verwacht evenals Gisolf dat er veel nieuwe rechtspraak zal komen over begrip pen waar nog niet mee is gewerkt. „Het NBW is erg dogmatisch en wetenschappe lijk. Ik zou me Kunnen voorstellen dat som mige bepalingen in de lucht blijven hangen Ze zullen mogelijk niet in de dagelijkse praktijk worden gebruikt. Andere bepalin gen bullen nieuwe rechtsvragen oproepen Dat houdt heus niet op." WASHINGTON HENK DAM CORRESPONDENT De slapende reus is wakker geworden. Na jaren van machteloosheid, passiviteit en onbeduidendheid is de Verenigde Naties (VN) ineens een oppermachtige, wereldwijd problemen oplossende organisatie gewor den. Zoals ook altijd de bedoeling is ge weest. Het waren twee oorlogen die voor de Grote Sprong Voorwaarts zorgden: de Kou de Oorlog die vorig jaar definitief eindigde met de zelfvernietiging van het communis me, en de Golf-oorlog die een van Saddams meer onbezonnen avonturen afstrafte. aan de ook jarenlang slepende burgeroorlog in dit Middenamerikaanse landje. Dat hij daartoe in staat was, was niet in de eerste plaats te danken aan zijn wervende persoonlijkheid (hoewel dat natuurlijk wel meespeelde), maar aan het toegenomen ge zag van de VN. Kortom, nu de Egyptenaar Boutros Ghali zich in zijn nieuwe baan, als opvolger van Perez de Cuellar, aan het inwerken is, heeft hij uniek sterke kaarten in handen. Meer dan wie dan ook van zijn voorgangers heeft Het eind van de Koude Oorlog maakte een eind aan de verlammende tweedeling in de volkerenorganisatie. Want jarenlang gold, dat als Amerika en de rest van de Westerse wereld ergens vóór was, het Oostblok, door gaans ijverig geassisteerd door de Derde Wereld, er dus tegen was, en omgekeerd. Dat maakte het werk van de Algemene Ver gadering van de VN, waarin alle landen zit ting hebben, irrelevant. Het maakte het werk van de in beginsel met grote macht uitgeruste Veiligheidsraad, waarin Amerika, Frankrijk, Engeland, de Sovjetunie en China allemaal over een vetorecht beschikten, on mogelijk. De Golfoorlog was het eerste echt grote re sultaat van de nieuwe samenwerking tussen de mogendheden. Dankzij het energieke en creatieve diplomatieke werk van de Ameri kanen was het, formeel gesproken, de VN die een eind aan de Iraakse bezetting van Kuwayt maakte. De impuls die daarvan uitging, wordt alleen al bewezen door de zwanenzang van secre taris-generaal Perez de Cuellar, die in de eerste dagen van deze maand zijn werk neerlegde. Hij was het, die door stille maar uiterst ef fectieve diplomatie een punt zette achter de gijzelaarskwestie in Libanon, die jarenlang uitzichtloos had geleken. Hij was het ook, die de strijdende partijen in El Salvador tot elkaar bracht, daarmee een eind makend Problemen Maar voor het zover is, moet Ghali wel eerst een aantal interne problemen bij de VN op lossen. Eén daarvan is dat hij de leden van zijn organisatie toch eens ervan moet zien te overtuigen, dat zij hun contributie op tijd betalen. Volgens de laatste gegevens van de VN hebben 102 van de 166 lidstaten achter stand met betalen opgelopen. In totaal gaat het om een bedrag van 1,7 miljard dollar, waarvan Amerika ongeveer de helft voor zijn rekening neemt. Waarom de Amerikanen zo slecht van beta len zijn? Veel is terug te voeren tot presi dent Reagan, die het Congres aanmoedigde geld achter te houden om daarmee hervor mingen bij de VN af te dwingen. Bush wil wel volledig betalen, maar nu zijn Ameri- ka's begrotingsproblemen weer een spaak in het wiel. Een tweede probleem voor Ghali is dat de VN zo'n enorm logge, bureaucratische or ganisatie is geworden. De VN is, om maar eens wat te noemen, onderverdeeld in 26 sub-organisaties met veelal onbegrijpelijke afkortingen, en is werkgever van 14.000 ambtenaren. Elk document dat de VN afscheidt - en dat zijn er wat - moet door een legertje van meer dan 100 vertalers in de zes officiële ta len van de volkerenorganisatie worden om gezet. In ronde cijfers betekent dat, dat de dames en heren van de VN elk jaar 500 mil joen velletjes papier volkalken. Onder het huidige systeem rapporteren meer dan 30 topfunctionarissen recht streeks aan de secretaris-generaal. AJ die functionarissen hebben eigen, met grote zorg afgebakende en afgeschermde terrei nen die uiteenlopen van wapenbeheersing tot mijnbouw in het diepst van de wereld zeeën. Dat dat zo gegroeid is, is in hoofdzaak toe te schrijven aan druk van de lidstaten, die alle maal wel een waardevolle burger hadden die nodig aan een mooi - en mooi betalend - baantje bij de VN moest worden gehol pen. De versnippering van mankracht, expertise en gezag is dusdanig groot, dat, als er echt eens iets gebeurt, de VN vaak niet snel en goed kan reageren. De bestrijding van ram pen zoals de aardbeving in Armenië ortle meer recente watersnood in Bangladesh klopte organisatorisch van geen meter. Dat kwam, omdat vier tot vijf VN-organisa- ties zich met rampenbestrijding bezighou den. Zoveel tijd ging verloren aan onderlin ge competitie en competentiekwesties dat de hulp te laat en bovendien verkeerd ge richt gegeven werd. Boutros Ghali heeft duidelijk gemaakt dat hij de bureaucratie fors wil aanpakken. Op tafel ligt in ieder geval al een voorstel van 22 industrie- en ontwikkelingslanden met daarin vèrreikende hervormingen. De voor gestelde hervormingen houden onder meer in, dat nog maar vier of vijf ondersecretaris sen rechtstreeks onder de secretaris-gene raal zullen vallen, zodat deze zijn tijd kan besteden aan nuttiger zaken dan ambtelijk geknok. Persoonlijke diplomatie bijvoor beeld, en vredesoperaties. Samenstelling secretaris-generaal zal denkelijk met nog een heel ander soort probleem te maken krijgen: de samenstelling van de Veiligheidsraad. Nu nog telt de Raad 15 le den, waaronder vijf vaste leden die elk het vetorecht hebben, en tien roulerende leden. Die vijf leden met vetorecht zijn de over winnaars van de Tweede Wereldoorlog: Amerika, de Sovjetunie (een zetel die recent door Rusland is overgenomen), China, En geland en Frankrijk. De vijf vaste leden vinden het, om begrijpe lijke redenen, niet nodig om in de huidige situatie verandering te brengen, waarbij het ultieme argument afkomstig is van de Ame rikanen. Dat argument luidt: waarom zou den we iets veranderen dat goed werkt? Iflaar allerlei andere landen vinden dat. nu de Tweede Wereldoorlog zo lang achter de rug is en de internationale verhoudingen zo grondig gewijzigd zijn, een nieuwe opzet noodzakelijk Is. Japan en Duitsland vinden bijvoorbeeld dat zij op grond van hun machtige economie recht hebben op minstens evenveel zeggen schap over internationale vraagstukken als bijvoorbeeld Engeland en Frankrijk. Daar naast zijn er landen die vinden dat zij recht hebben op een vaste zetel op grond van het feit, dat zij in hun werelddeel het machtig ste en/of meest bevolkingsrijke land zijn. Nigeria vindt dat bijvoorbeeld, als land met de meeste inwoners in Afnka. Brazilië vindt dat, omdat dat het grootste land in Zuid Amerika is. En India vindt ook dat het, als op een na bevolkingsrijkste land ter wereld (na China), recht heeft op meer dan zo nu en dan een roulerende zetel. Een voorstel waarover op dit moment veel wordt gepraat, houdt in dat Engeland en Frankrijk hun zetel opgeven. De twee va cante vaste zetels zouden dan kunnen wor den opgevuld door de Europese Gemeen schap en Japan. Een andere variant die wordt gehoord, is dat het aantal vaste zetels wordt uitgebreid, zodat regionale grootmachten als India en Brazilië aan de bak komen. Daarbij kan er dan nog over worden gepraat, of aan deze extra vaste zetels het vetorecht moet wor den verbonden. Maar tegelijkertijd erkent iedereen, dat dit soort veranderingrn nieuwe problemen creëert. Bijvoorbeeld als India een vaste ze tel in de Veiligheidsraad zou krijgen, wat zal aartsrivaal Pakistan daar dan wel niet van vinden? Er zou, onder leiding van Pakistan, een be weging onder islamitische landen kunnen ontstaan waarbij van de VN wordt geëist om in ieder geval één islamitische staal ook een vaste zetel te geven. Enzovoorts, enzo voorts, de varianten zijn eindeloos Alle interne kwesties overziend, is de con clusie duidelijk: de VN is nog lang niet de goed geoliede machine die nodig is om we reldwijd problemen als regionale conflicten, wapenbeheersing, milieuvervuiling, armoe en rampen te kunnen helpen oplossen Dat is misschien van een organisatie die zo veel uiteenlopende belangen vertegenwoor digi, ook niet te verwachten. Maar dat neemt niet weg dat de VN nu. beter dan ooit in het verleden, in staat Is het ideaal van de grondleggers te verwezenlijken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 11