De leraar zielig? 'Tel je zegeningen' ZATERDAGS BIJVOEGSEL CAROLINE VAN OVERBEEKE Dinsdagmiddag, laatste uur eco nomie. De tweede klas mavo van het Leidse Bonaventura College heeft er duidelijk tabak van. De 23 kinderen praten door elkaar heen, de schooltassen lig gen op tafel. Niemand maakt aanstalten zijn spullen tevoorschijn te halen. „Ronald, ik wil graag dat je stil bent. En ga rechtop zitten", zegt Harrie van Donge rustig. Van Donge (39) is leraar economie en ge schiedenis, hij is mentor van de mavo-klas. Met een zachte stem: „We gaan nu het huis werk nakijken. Wie weet in welk beroep je het salaris van 50.000 gulden bruto kunt verdie nen? Adriaan, ik zou nu toch wel graag willen datje ophoudt nu." Het blijft rumoerig in de klas. „Welke oplei ding heeft een schoonmaker?", vraagt Van Donge. Niemand geeft antwoord, de leerlin gen vinden elkaar veel interessanter dan die man die zich zo staat uit te sloven voorin de klas. Geroezemoes. Adriaan draait op zijn stoel en babbelt met zijn achterbuurman. Adriaan, ik wil je nu nu niet meer horen. Joost, leg je boek neer." Een meisje zit met haar hoofd onder de tafel. „Dorien, wat ben je daar aan het doen? Dames, wel even opletten nu." De meiden giechelen. „Wie heeft ,een hbo-opleiding gevolgd?", probeert Van Donge nog eens. „Een directeur! antwoordt een van de leerlingen. „Job, pro beer nu eens even normail te doen, Adriaan, zullen we het even centraal houden? Adriaan en Tjeerd, jullie blijven straks even na." Ver volgens wordt Adriaan de klas uitgestuurd, want zo kan het echt niet langer. Van Donge komt vijftig minuten lang nau welijks aan lesgeven toe. Hij heeft zijn handen vol om de orde in de klas te bewaren. Maar geen moment verliest hij zijn zelfbeheersing, geduldig probeert hij de aandacht van de kin deren bij zijn les te krijgen. Het is zwemmen tegen de stroom in. Met hun jassen al aan, schrijven de leerlingen het huiswerk in hun agenda's. Als de bel eindelijk gaat, stormen ze de klas uit. Is lesgeven niet dodelijk vermoeiend? Van Donge, aan het eind van de dag nog veras send fit: „De leerlingen zijn niet altijd zó. Dit is een erg onzekere klas. Naar ze uitvallen heeft trouwens geen zin. Ik wil evenwichtig blijven, want anders stoot ik de kinderen van me af." Leuk Drie leraren van de grootste scholengemeen schap in de Leidse regio (1700 leerlingen, 104 docenten) vertellen wat ze bezielt om voor een 'hongerloon' voor een klas onrustige kin deren te staan. Ze praten over de zwaarte van het beroep, het gebrek aan financiële midde len op school, hun drijfveren, de kinderen en de toekomst. Het is niet allemaal kommer en kwel, verzekeren ze. „Lesgeven is gewoon leuk", daar zijn ze het, ondanks de minpunten, eigenlijk allemaal over eens. En die schokkende VPRO-televisie- reportage over 4-havo in Hoom, met die vre selijke, ongemotiveerde kinderen, geeft een vertekend beeld van de werkelijkheid. Zó ver velend is het onderwijs op een middelbare school zeker niet. Althans, niet op hun school. „We zijn bevoorrecht:-we hebben geen grote- stads-problemen en de sfeer op school is pri ma. Op een LBO/mavo in Den Haag bijvoor beeld is het heel anders: dat is een en al ellen de. Daar moet je echt vechten", weet Van Donge uit ervaring. Guusje Groenen (29) is sinds vier jaar lera res Frans en Engels op het Bonaventuracolle- ge. „Waarom ik het onderwijs in ben gegaan? Het leek me gewoon ontzettend leuk: jonge mensen een taal leren, jonge mensen die nog groeien. Het is moeilijk maar ook erg uitda gend. Zeker als je merkt: hee, ik kan ze verder op weg helpen. Je bent met mensen bezig, het gaat niet alleen om het leren van een vak." „In het begin was het best zwaar, ik was doodmoe. Terwijl ik maar 16 uur lesgaf. Maar je bent veel tijd kwijt aan voorbereidingen en aan buitenschoolse activiteiten. Zeker als je Leraar worden? Vooral niet doen. Sterker nog, als je leraar bent, moet je je schamen voor je vak. Want lesgeven is ondankbaar en ongezond werk en ook nog eens zwaar onderbetaald. Door de torenhoge werkdruk haken veel leraren af, overspannen of opgebrand, nog vóór het bereiken van de vut-leeftijd. Het is een slijtageslag op een doodlopende weg, want carrièremogelijkheden zijn er nauwelijks. En de jeugd is ook niet meer wat het geweest is: ikke, ikke en de rest kan stikken. Een paar dure sportschoenen is het enige dat telt. Kommer en kwel in het onderwijs. Wat hebben mensen nog op school te zoeken? Is het beroep van leraar echt een kwelling? pas begint. Ik was er eigenlijk full time mee bezig. Dat was ook wel frustrerend: Ik werkte een volle week, maar moest toch een aanvul lende uitkering aanvragen." De aanvangssalarissen in het onderwijs zijn slecht, daar zijn ze Jaet allemaal over eens. „Als je begint, is het echt een roeping." Ook als je wat ouder bent en in een hogere salarisschaal zit, verdien je minder dan leeftijdgenoten in het bedrijfsleven. „Maar geld is niet zaligma kend.", zegt Harrie van Donge. „Het gaat toch ook om de bevrediging die je in je werk vindt." Werkdruk De werkdruk is hoog, ook dat beamen ze. Dat je als leraar veel vrije tijd en vakantie hebt, is een fabeltje: die tijd is hard nodig om lessen voor te bereiden, proefwerken na te kijken, te vergaderen, aanwezig te zijn op ouderavon den, reclame te maken voor de school, activi teiten buiten school te volgen en noem maar op. „Een beginner heeft daarom ook nooit een volledige baan van 29 uur. Dat is niet op te brengen", zegt Leonie Terhal (54), lerares wis kunde. Guusje Groenen: „Ik vind de werkdruk best hoog en was blij dat ik parttime kon be ginnen. De confrontatie met de leerlingen, el ke dag weer opnieuw, viel best tegen. Je komt in het begin ogen en oren te kort. Je moet het elk uur weer waar maken en soms knokken tegen een moeilijke klas. Ook nu nog vind ik de werkdruk heel hoog, vooral drukke pe riodes, bijvoorbeeld vlak voor de kerstvakan tie. Daartegen moet je je dan echt schrap zet- Groenen heeft er daarom bewust voor ge kozen om niet meer dan 16 uur voor de klas te staan. „Ik ben bang dat ik mezelf onderstebo ven werk als ik full time zou lesgeven. Ik heb ook bewondering voor leraren met een volle baan en vraag me wel eens af hoe ze het vol houden." Harrie van Donge is de enige van het drietal met een volledige baan van 29 uur. Houdt hij het vol? „Ik ben inderdaad meer dan 40 uur met mijn werk bezig, ook in het weekeinde werk ik. Je moet het echt plannen als je vrije tijd wil overhouden. Maar het is leuk werk. Leonie Terhal, een van de oudere leerkrach ten op school, zit al 25 jaar in het onderwijs en is er nog niet op uitgekeken. „Ik verveel me nog steeds niet, de kinderen zijn elk jaar an ders. Je moet het als leraar zélf maken, je kunt anderen niet de schuld geven als je het niet naar je zin hebt." Maar tot haar 65ste blijven lesgeven, nee, dat-wil ze toch ook niet. „Ik wil graag weten waar ik aan toe ben, wanneer ik ermee kan ophouden." Guusje Groenen kan zich wel degelijk voor stellen dat er mensen zijn die op het onder wijs alknappen. „Als je het echt goéd wilt doen, is het een enorm zware taak. Je moet Het aantal aanmeldingen voor de lerarenopleiding aan de Hogeschool in Rotterdam is sinds de jaren *80 gestaag afgenomen. De effecten van het slechte imago van het beroep zijn goed merkbaar, volgens T. Buitendijk, hoofd algemene zaken van de faculteit 'educatieve opleidingen'. „Al bij het begin van de studie zegt een toenemend aantal studenten dat ze niet het onderwijs in willen. De lerarenopleiding doen ze met een ander motief. Ze horen over het slechte salaris, het grote aantal leraren dat ziek thuis zit door de grote werkdruk: jongeren vinden het onderwijs niet aantrekkelijk." Ongeveer 2750 studenten volgen in Rotterdam een lerarenopleiding. Vooral de belangstelling voor creatieve vakken als tekenen en handvaardigheid is groot, ondanks de zeer slechte vooruitzichten op de arbeidsmarkt. Buitendijk: „Mensen trekken zich daar blijkbaar niks van aan." Volgens Buitendijk is het kleine aantal aanmeldingen voor de vakken natuurkunde, economie, wiskunde en biologie zorgelijk. „Daar zullen in het onderwijs grote tekorten ontstaan. Het zal een keer uit de hand lopen als de mensen naar het bedrijfsleven blijven gaan. Feit is wel dat ze daar een aantrekkelijker haan kunnen krijgen met betere vooruitzichten." „Het is een zware baan, slecht betaald en met een laag aanzien. Er is een omslag in de maatschappij nodig: we moeten weer respect krijgen voor het beroep, de beloning moet omhoog er de werkdruk moet omlaag. Jonge leraren moeten beter worden begeleid en meer carrièremogelijkheden krijgen." echt plezier hebben in lesgeven wil je tegen de werkdruk opkunnen. Buiten het onderwijs zijn de mogelijkheden bovendien vaak be perkt. Ook overstappen naar een andere school is heel moeilijk. Dat is wel jammer." Wisselwerking Echte ordeproblemen hebben ze geen van drieën. Collega's die om die reden overspan nen thuis zitten, kennen ze niet. „Kinderen zijn open en vrij. Met sommige klassen klikt het niet zo goed. maar het is een wisselwer king: je moet ermee spelen. Mavo-leerlingen zijn bijvoorbeeld veel directer, uiten zich mak kelijker, ze kuiinen zich minder goed concen treren. Maar ik heb de touwtjes redelijk in handen", zegt Groenen. Leonie Terhal: „Steeds naar kinderen uitval len, hou je niet vol. Boos zijn moet je 'spelen'. Als je écht boos wordt, dan ga je over een grens, dan ben je eigenlijk te ver gegaan." Van Donge: „Je stelt voor jezelf duidelijke grenzen wat wel en wat niet kan. Soms ga je golvend naar je doel, soms stuiterend, zoals met die mavo-klas. De ene keer kan je er ook beter te gen dan de andere." Terhal: „Als je lesgeeft, ben je heel intensief bezig. Je denkt geen seconde aan jezelf, je schuift jezelf opzij. Als je barstende hoofdpijn hebt, merk je dat tijdens de les niet eens. Er zijn altijd wel klassen met onrustige leerlin gen. Maar je moet accepteren dat kinderen zo in elkaar zitten en ze af en toe gewoon een aai over hun bolletje geven." .Altijd jezelf blijven, voor de klas, dat is be langrijk Je moet nooit krampachtig zijn", vindt Van Donge. „Bezig zijn met die kinderen is gewoon leuk: die glinsterende oogjes die op je gericht zijn. Die glinstering omdat ze stie kem iets anders aan hel doen zijn. Je herkent ook dingen uit je eigen schooltijd: spiekme- thodes bijvoorbeeld grijnst hij. Dan serieus: „Om een goede band met ze te krijgen moet je ook iets over jezelf vertellen, ze thuis uitno digen. Dat breekt het ijs, en maakt het vak leuker. Je wordt dan bijna een gewoon mens Is de jeugd anno 1992 anders, harder? Van Donge: „Het is echt niet zo dat de kinderen tegenwoordig alleen op uiterlijk en geld zijn gericht. Er zijn altijd extreme gevallen, zoals in die tv-reportage. Maar het merendeel van de kinderen komt hier gewoon om een diploma te halen, net als de kinderen van vroeger." Het slechte imago van het beroep, daar zegt het drietal geen last van te hebben. Groenen: „In mijn omgeving wordt er nooit meewarig gereageerd als ik vertel dat ik leraar ben. Wel vinden ze het vaak knap dat ik het doe, ze rea geren met respect. Bovendien: aan elk beroep kleven voor- en nadelen." Van Donge: „Ik heb nog nooit meegemaakt dat iemand me zielig vond." Soms is er wel sprake van medelijden. Een paar oudere leerlingen zeggen dat te hebben met leraren die geen orde kunnen houden. „Maar aan de andere kant verdwijnt dat ook weer snel. Want zo iemand pakt het gewoon verkeerd aan, straalt geen autoriteit uit. En als je dan niet hebt, kun je het heel moeilijk krij gen in zo'n klas, want kinderen van deze leef tijd zullen altijd uitproberen tot hoever ze kunnen gaan. En dat is soms heel ver. Ik zou dan ook absoluut geen leraar willen worden", zegt een van hen, „want ik ken maar heel wei nig leraren die echt gerespecteerd worden door de leerlingen. Er zijn er maar een paar die precies weten hoe ze een klas moeten aanpakken en dat blijkt dan ook uit de studie resultaten." Variatie Een heel leven voor de klas, is dat een aan trekkelijk toekomstperspectief? Groenen: „Zo ver heb ik nog niet nagedacht. Ik maak me ook niet druk over een carrière." Leonie Ter hal: „Ik ben hier om les te geven en vind dat nog steeds leuk. Mensen die ieis anders wil len. een leidinggevende functie op school, hebben meestal niet veel mogelijkheden, dat is zo. Maar er zijn ook mensen die in het les geven aan hun trekken kunnen komen. Je hebt als leraar veel mogelijkheden om variatie in je werk aan te brengen. Maar als het je niet bevalt, is het een lijdensweg." Groenen: „Het onderwijs zou veel aantrek kelijker zijn als je per dag maximaal vijf uur voor de klas zou staan. Dan heb je tenminste tijd om je ook met alle andere dingen bezig te houden. Nu is het vaak rennen, rennen en heb je soms niet eens tijd om tussendoor even vijf minuten te gaan zitten." TcrhaJ: „Het zou fijn zijn als de school meer financiële ruimte kreeg en als wc meer tijd zouden hebben om met dingen naast het les geven bezig te zijn. Maar een school is niet schokkend zoajs in die tv-serie. een school leeft." Gunstig Bonaventura-rector Th. Pleij heeft een eigen mening over het tanende imago van het be roep van leraar „Ik denk dat het onderwijs nog aantrekkelijk genoeg is. Als we een adver tentie zetten, krijgen we altijd nog een flink aantal enthousiaste mensen. Met uitzonde ring van de exacte vakken, waarvoor het steeds moeilijker wordt leerkrachten te krij gen. Daar is de zuigkracht van het bedrijfsle ven ook het grootst." Pleij vindt dat 'zijn' school in een relatief gunstige positie verkeert. „We zitten niet in een echt grote stad, we hebben geen last ge had van een dalend aantal leerlingen, geen af vloeiingen en geen vergrijzing Maar de sala rissen voor beginners zijn een groot probleem, die moeten hoger. De eind-salarissen zijn zo slecht nog niet. Het onderwijs zal nooit een vak zijn waarmee je rijk wordt, maar dat hoeft ook niet. Er heerst hier geen yuppie-cultuur en die moet er ook nooit komen." Ook hij vindt de werkdruk hoog „Het on derwijs is nu veel meer gdricht op de individu ele leerlingen, en minder op het vak dat je geeft. En dat maakt het zwaar, zeker voor de ouderen. Ook parttimers hebben het relatief zwaar. Maar het adagium dat op deze school opgeld doet is: tel je zegeningen! Dat is een gezonde benadering Ie moet zelf arbeids vreugde in je vak zien te krijgen en ervan gc- „Het leraarschap heeft ook met je karakter te maken. Eigenlijk zou een aankomend leraar een psychologische test moeten ondergaan. Als ik sollicitatie gesprekken voer, let ik ook altijd op een aantal dingen. Als je introvert bent, zul je het niet redden in dit vak. je moet iets met kinderen hebben, met andere men sen kunnen omgaan. Ie zult het pas goed doen als je ook buiten je lessen leeriingen ont moet. Als je dat allemaal niet in huis hebt, is dat tevens de keerzijde van het vak." Bezeten Die 4-havo Idas op de tv gaf geen goed beeld van de werkelijkheid, vindt Pleij, die de afleve ringen allemaal op videoband heeft staan. ,Als het werkelijk zo verschrikkelijk zou zijn, zou je geen leraar meer overhouden. Ik geloof ook niet in het zogenaamd lage aanzien san het beroep. Uit de Abop-enquète blijkt dat 42 procent san de ondervraagden er positief te genover zou staan als hun kind koos voor een baan in het onderwijs. Mijn eigen dochter zit in het onderwijs en dat vind ik heel leuk. Je moet gewoon een beetje bezeten zijn."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 41