Feiten Spioneren en bespioneerd worden Russische dubbelspion Joezjin heeft geen spijt Sfeer bepaalt overleven kabinet Vrijdag 14 februari 1992 Redactie: 023-150225 JANINE BOSMA ALTAN ERDOCAN RONALD FRISART (chef) ONNO HAVERMANS PATRICK VAN DEN HURK HANS JACOBS JOLANDA OUKES JAN PREENEN SJAAK SMAKMAN Vertalingen: MARCREET HESUNGA LUUTJE NIEMANTSVERDRIET Vormgeving: MARIANNE VERSCHUREN 2 CDA-fractievoorzitter Elco Brinkman leek deze week afstand te nemen van de woorden van zijn partijgenoot in de Eerste Kamer Ad Kaland. Deze had in een interview het einde van het kabinet voorspeld. Brinkman zei, na een eis van PvdA- fractievoorzitter Wöltgens, dat hij er vanuit ging dat het kabinet ook in zwaar weer de rit zal uitzit ten. Maar de vraag is, of de CDA-fractieleider echt zo veel afstand nam van Kaland. Brinkman kon na tuurlijk nooit toegeven dat ook hij dacht dat het kabinet de eindstreep niet zou halen. Daarmee >u hij de schuld van een eventuele kabinetscrisis j voorbaat op zich hebben geladen, et zware weer, waar Brinkman over sprak, was wel degelijk door dezelfde Brinkman ontstaan. De stormdepressie ontstond vorige week maandag namelijk boven het waddeneiland Texel, waar Brinkman coalitiegenoot PvdA op enkele belang rijke onderdelen de wacht aanzegde. Toen nog re ageerde coalitiegenoot PvdA laconiek, nu leek Wöltgens als door een wesp gestoken door Ka land. Nu is het met stormdepressies zo dat de hevig heid ervan bepaalt of er veel schade wordt aange richt. Wöltgens taxeerde de rede van Texel slechts op een windkracht acht, waaruit weinig schade zou voortvloeien. Maar depressies kunnen tijdens de rit verder uitdiepen en dan meer schade aan richten. Meteorologen zijn al nauwelijks in staat te ^oorspellen hoe erg een stormdepressie kan worden. Met politieke stormen is dat nog veel moeilijker. Wöltgens heeft overigens alle reden om zich on gerust te maken. Hij weet heel goed dat een steeds groter deel van de CDA-fractie in de Twee de Kamer niet zoveel meer op heeft met de PvdA. Behalve de bekende rechtervleugel van het CDA, beginnen ook steeds meer fractieleden die aan vankelijk positief waren over de nieuwe coalitiè, hun bedenkingen openlijk te uiten. Ad Lansink bij voorbeeld, die zijn irritaties over de WD twee jaar geleden niet onder stoelen of ban ken stak, begint het steeds moeilijker te krijgen met de 'drammerigheid' van PvdA-staatssecreta- s Simons (volksgezondheid). En ook bij de zoge heten 'backbenchers' is de liefde tot de PvdA niet erg hartelijk meer. Speculeren over da toekomst van dit kabinet be gint in Den Haag weer een geliefde bezigheid te worden. Het afsluiten van weddenschappen is ge vaarlijk, maar filosoferen over de mogelijke aan leiding tot een kabinetscrisis is dat allerminst. De val van een kabinet pleegt zelden of nooit als een donderslag bij heldere hemel te komen. Een coalitie waarbinnen de sfeer goed is, kan heel wat zakelijke conflicten verdragen. Als de wil bij beide partijen aanwezig is om door te regeren, zal er zelden een kabinetscrisis ontstaan, hoe groot de zakelijke meningsverschillen soms ook mogen zijn. Maar als de sfeer beetje bij beetje wordt afgebro ken, ligt dat heel anders. Het is een proces dat ve le maanden in beslag kan nemen, maar als de verhouding tussen de regeringspartijen langzaam maar zeker verslechtert, is een kabinetscrisis vrij wel onafwendbaar. In de afgelopen twintig jaar zijn er drie kabinets- crises geweest. Het kabinet-Den Uyl viel in 1977 door de sterk verslechterde sfeer tussen PvdA en KVP, waarbij de steeds slechtere persoonlijke ver houding tussen Den Uyl en Van Agt een belang rijke rol speelde. Het tweede kabinet-Van Agt heeft eigenlijk nooit kunnen regeren om diezelfde reden. En het tweede kabinet-Lubbers viel uitein delijk, omdat CDA'ers en WD'ers elkaar na een zeven jaar durende samenwerking niet meer kon den luchten of zien. Niet alleen in Tweede en Eerste Kamer begint de sfeer tussen de coalitiepartners tekenen van ver val te vertonen. Ook binnen het kabinet zijn er hier en daar al wel enige irritaties over en weer te bespeuren. Tussen Van den Broek en Pronk heeft het nooit echt geboterd. En ook tussen Van den Broek en Kok gaat het sinds de 'Zuid-Afrika-affai re' niet echt goed meer. Ook Andriessen en Kok zullen niet dagelijks bij elkaar op de thee komen. En de 'hartelijke vriendschap' tussen Alders en Maij-Weggen is algemeen bekend. Toch wordt nog altijd volgehouden (en door inge wijden niet ontkend) dat de sfeer in het kabinet zo slqcht nog niet is. Maar ook hier dringt zich een vergelijking met het verleden op. Het vorige kabinet viel uiteindelijk in de Tweede Kamer, om dat de WD-fractie niet akkoord kon gaan met een kabinetsbesluit over het reiskostenforfait. Met de voortgang van het plan-Simons zou best eens iets dergelijks kunnen gebeuren. Toch is het nog niet hopeloos voor het kabinet. Als er weer een krachtdadig en eensgezind besluit kan worden genomen over een zwaar en belang rijk politiek onderwerp (vergelijk de Tussenba lans), kan dat de sfeer in één klap weer doen op klaren. Stormdepressies kunnen tenslotte ook overtrekken zonder grote schade aan te richten. EN MENINGEN TOM JANSSEN Het trauma van de voormalige DDR Veertig jaar lang hebben politici, ideologen en schrijvers ons voorgespie geld hoe het leven in een communistische politie staat is. Spionageromans en politieke thrillers von den gretig aftrek in het Westen. Maar door de in eenstorting van de Duitse Democratische Republiek en de vrijgave van de ar chieven van de Oostduitse Staatssicherheitsdienst, de Stasi, is het voor het eerst mogelijk te zien hoe de to talitaire staat daadwerkelijk was georganiseerd. BERLIJN ADRIAN BRIDGE THE INDEPENDENT Begin dit jaar werden de Stasi archieven voor het publiek opengesteld en langzaam maar zeker lijken de ergste nachtmer ries uit de fictieve thrillers te worden bewaarheid. Hoewel de Oostduitsers wisten dat ze on der een repressief regime leef den, zijn de onthullingen bij zonder traumatisch voor de be trokken personen, zowel voor voormalige Stasi-agenten als voor hun doelwitten. De schrijver Lutz Rathenow hield de Stasi soms voor de gek. Wanneer hij wist dat hij werd gevolgd, benaderde hij een wildvreemde en begroette hem als een oude vriend. Of hij dook de eerste de beste portiek in en stopte papiertjes in de brieven bussen. Zijn doen en laten werd tot in de kleinste details genoteerd. In Rathenows Stasi-dossier bevin den zich rapporten met de vol gende aantekeningen: „Ra- thenow ging naar het postkan toor en gaf daar twee brieven van een bepaalde afmeting af aan geadresseerde X. Vervol gens verliet hij het postkantoor en ontmoette meerdere men sen. Rathenow zei: 'goedendag'. Ze antwoordden: 'goedendag'. Verder wisselden ze geen woor den. Toen stak Rathenow de straat over en liep naar een worstkraam op de hoek van de straat. Daar ontspon zich het volgende gesprek: Rathenow: 'Een worst, alstublieft'. De worstverkoper 'Met of zonder broodje?' Rathenow: 'Met, graag'. De worstverkoper: 'En mosterd?' Rathenow: 'Ja, met mosterd'. Verder wisselden ze geen woorden." Jonge Oostduitsers bestormden in ianuari 1990 het hoofdkantoor van de Stasi in toenmalig Oost-Berlijn. Be halve vlaggen die onmiddelijk van het gehate DDR-symbool werden ontdaan, maakten ze ook stapels dos siers buit. Met hun actie wilden de jongeren voorkomen dat de Stasi gevoelige informatie zou vernietigen, voordat de dienst zou zijn ontbonden. foto dpa Rathenows favoriete dossierre- gel, die het rapport over één van de andere dagen waarop hij werd geschaduwd afsluit, luidt: 'Om 21.47 ging het licht uit'. 'Pure satire' „Het is pure satire", aldus de 39-jarige Rathenow, die tot de groep dissidente schrijvers be hoorde wiens werk door de Oostduitse staat als 'vijandig en negatief werd beschouwd. „Wanneer er niets aan de hand was, hield de Stasi alles tot in het belachelijke in de gaten. Ze hebben pagina na pagina van dergelijke onzin geproduceerd. Het is net een roman van Bec kett." Maar niet alles in zijn 4.500 pa gina's tellende dossier is zo on schuldig. Rathenow is geschokt door de middelen die de Stasi bereid was aan te wenden. Zo heeft de Stasi overwogen hem in de gevangenis te gooien toen hij tegen het eind van de jaren zeventig contacten onderhield met Oost-Duitslands meest prominente dissident, Robert Havemann, en andere tegen standers van het regime. En, zoals vele anderen, heeft Ra thenow tot zijn grote afschuw ontdekt dat een aantal van zijn vertrouwelingen bereid was bij de Stasi een boekje over hem open te doen. De Stasi liet Rathenow vaak op bellen. „Ik kreeg anonieme tele foontjes van mensen die pro beerden mijn zelfvertrouwen te ondermijnen door te beweren dat mijn boeken waardeloos waren. Maar wanneer ik er die per op inging, bleken ze mijn boeken niet eens te hebbea ge lezen." Rathenowkreeg ook anonieme telefoontjes van mensen die zijn vrienden ervan beschuldigden dat ze hem bespioneerden. Vrouwelijke bellers probeerden zijn echtgenote ervan te over tuigen dat haar man een serie buitenechtelijke relaties onder hield. Op een dag werd een nooit bestelde doos condooms gebracht - bedoeld als bewijs voor Rathenows ontrouw. „Dat waren kinderachtige spel letjes", zegt Rathenow. „Maar de Stasi had ook een meer sinis tere kant. Ik raad iedereen met een persoonlijk dossier aan dit te lezen, als hij tenminste be reid is zich te begeven in de on welriekende krochten van de Oostduitse staat." Rechtgeaarde Pruis Stasi-agent Günther Schacht schneider bekent: „Het lot van vele mensen lag in mijn han den, maar zo dacht ik er niet over. Als een rechtgeaarde Pruis volgde ik gewoon orders op." De carrière van kapitein Schachtschneider is karakteris tiek. Als kind zwaaide hij met de communistische vlag in de Pio niers en de FDJ (de Vrije Duitse Jeugd). Na school diende hij twee jaar als grenswacht in het Oostduitse leger. Op grond van zijn 'trouw' aan de staat mocht hij geschiedenis gaan studeren aan de universiteit. En daar werd hij voor het eerst door de Stasi benaderd. „Kort voordat ik in 1979 afstu deerde, vroegen ze me of ik voor de veiligheidspolitie wilde werken", herinnert hij zich. „Daar hoefde ik niet lang over na te denken. Ik geloofde dat Oost-Duitsland het waard was te worden beschermd. Boven dien waren de arbeidsomstan digheden bijzonder aantrekke lijk. De Stasi betaalde goed." De nieuwe recruut werd op het hoofdkwartier van de Stasi in Oost-Berlijn geplaats, op de af deling die verantwoordelijk was voor het in de gaten houden van onder andere de politieke oppositie, de kerk, opleidings- en gezondheidsinstituten. Hij was verantwoordelijk voor de 5.500 man tellende staf van het Buch Ziekenhuis. „Ik moest rapporten samenstellen over de artsen en verpleegkundigen en proberen te ontdekken of ze van plan waren illegaal naar het buitenland te vluchten. We moesten de vlucht van goed op geleid personeel naar het Wes ten zien in te dammen." Informanten In de praktijk betekende dat een rigoreuze controle van het zie kenhuispersoneel en de werving van informanten, die niet wer den betaald, maar die werden beloond met 'verjaardagsge schenken' (meestal Westerse boeken). „Er was zoveel informatie te vergaren, dat het een bijzonder zware baan was", aldus Schachtschneider. „Ik moest zelfs honderden onschuldige brieven van tante Frieda aan haar kleine Hansi doorlezen. We wisten dat dit belachelijk was, maar we moesten het doen. De druk van bovenaf was enorm. Soms verzonnen we in formatie en schreven we wat onze superieuren wilden ho- Er was weinig tijd voor familie en vrienden. Stasi-officieren werden sowieso niet geacht met anderen om te gaan. Zelfs voor een huwelijk was speciale toe stemming nodig. Een Stasi-officier kon naar de buitenwereld toe nooit eerlijk zijn. „Ik zei meestal dat ik poli tieagent was, of geschiedkundi ge." Het werk was niet alleen saai, maar ook frustrerend. „We hadden een informatiemonop olie, maar dat werd niet goed gebruikt", aldus kapitein Schachtschneider. „We wisten dat het land werd geregeerd door oude knarren die bezig waren hun greep op de zaak te verliezen. We gaven hen alle mogelijke informatie over de toestand in het land, maar ze deden er niets mee. Op het laatst voelden we ons nutte loos." De 39-jarige Stasi-kapitein werkt nu als schoonmaker. Hij voelt enige wroeging over zijn verleden, maar vraagt ook be grip. „Ik wil mezelf natuurlijk niet in dezelfde categorie plaat sen als de bespioneerden, maar ik heb het ook niet makkelijk gehad onder het oude systeem. Ook ik werd onderdrukt." Voormalig KGB-agent Boris Joezjin heeft vijf jaar in de gevangenis doorgebracht, waarvan het grootste deel in eenzame op sluiting. Hij werd veroordeeld omdat hij, toen hij in de VS was gestationeerd, met de contraspionagedienst van de Amerikaanse federale recherche FBI heeft samengewerkt. Joezjin zegt geen spijt van zijn verraad te hebben. „Ik ben trots op wat ik heb gedaan", zegt Joezjin enkele dagen na zijn vrijlating uit het beruchte kamp Perm 35, waar ook een groot aantal bekende dissidenten opgeslo ten heeft gezeten. „Er zijn enkele dingen in het leven waar je veel jaren gevangenschap voor over moet hebben", aldus Joezjin. Hij zegt de FBI „gratis" informatie te hebben gegeven na dat zijn eerste confrontatie met het Westen hem had doen inzien dat zijn eigen com munistische Sovjet-maatschappij slecht ln de VS had ik de kans „om echte kennis op te doen over wat er in mijn land is ge beurd vanaf 1917", stelt de voormalige spion. „Voor de eerste keer in mijn leven had ik toegang tot alle boeken die hier in dit land verboden waren, zoals werken van Sa- charov en Solzjenitsyn." „Ik had de kans om elk boek te lezen dat ik wilde. Ik bleef maar lezen en lezen en hoe meer ik las, hoe meer ik me realiseerde dat de officiële ideologie, die ik bestudeerde en waarin ik was opgevoed, niet meer was dan een grote leugen." De 49-jarige Joezjin is een van de tien poli tieke gevangenen die vorige weck vrijdag werden vrijgelaten uit Perm, een kamp zo'n 1.600 kilometer ten oosten van Moskou. Volgens president Jeltsin betrof het de laatste tien politieke gevangenen die er nog in Rusland over waren. Joezjin werd vorig jaar december voor het eerst naar Perm gestuurd. Voordien zat hij in eenzame opsluiting in de al even beruch te gevangenis Tsjistopol. „Meestal zat ik al leen in mijn cel. De commandant van het kamp zei tegen mij: 'Wij willen dat jij hiér geisoleerd zit. Niemand zal weten dat jij hier bent'." Joezjin, die 23 jaar bij de KGB diende, zegt specialist te zijn geweest in desinformatie en „dubieuze zaken". In 1976 werd hij als correspondent voor het persbureau Tass naar San Francisco gestuurd, maar in wer kelijkheid was zijn opdracht het verzamelen van militaire en industriële geheimen in de Silicon Valley, een regio in het noorden van Califomie waar zich veel computer- en mi litaire bedrijven bevinden. Maar snel leerde hij meer over zijn eigen land dan over de VS en nadat hij een lezing had gegeven op een Californische universi teit, besloot hij uiteindelijk de FBI te gaan helpen bij het bestrijden van zijn eigen dienst „Ik werd ongeveer zes uur lang on dervraagd door de studenten, professoren en journalisten en sommige vragen brach ten mij in verwarring omdat ik geen ant woord kon geven. Hier in mijn land kon ik geen echte informatie krijgen." Toen Joezjin na een jaar naar Moskou werd teruggeroepen, wilde de CIA die hem van de FBI had overgenomen dat hij zijn ar beid voor de VS vanuit Moskou zou voort zetten, maar dat weigerde Joezjin. In 1978 vestigde hij zich echter opnieuw aan de Amerikaanse westkust en werkte tot zijn te rugkeer naar de Sovjetunie in 1982 weder om met de FBI samen. In december 1986 werd Joezjin in Moskou gearresteerd, naar zijn stellige overtuiging omdat een Sovjet-spion binnen de CIA de KGB op de hoogte had gebracht van zijn ac tiviteiten. „Kort voor mijn arrestatie had ik het gevoel dat er iets te gebeuren stond." Joezjin zegt geen duidelijk idee te hebben over zijn toekomst. ï,Het zal moeilijk zijn om mijn beroep te veranderen, maar mis schien kan ik voor een Vrant of een tijd schrift werken. Ik heb tijd nodig om de nieuwe maatschappij waarin wij leven te analyseren." Met dubbelspion Boris Joezjin mocht ook Igor Fedotkin afgelopen weekeinde kamp Perm 35 verlaten. Barrevoets liet hij zich door de trein naar huis rijden. Fedotkin werd in 1987 opgesloten als politieke gevangene, nadat hij een vliegtuig had ge kaapt om de toenmalige Sovjetunie te ontvluchten. foto epa Gregorykatsman

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 2