Extra
Voorkom dat buurman zijn
vrouw de hersens inslaat
'Zwanger voor een ander' spannend boek over draagmoederschap
..en mij zouden
ze in een holle
boom hebben
gevonden;
-en mwtamr
weeft m'j
MBAAUD!!/
donderdag
Redactie: 023-150225 JAN VAN DER NAT - FRANS VISSER Vormgeving: ESTHER NY PELS
26
Als het bloed onder de deur uitkomt, kun je niet naar tv blijven kijken
Vrijwel wekelijks slaan mannen hun echtgenote de hersens in, steken vrouwen
hun man overhoop. Sommige daders geven zich na de partnerdoding onmiddellijk
aan, anderen snijden het lijk in stukken en weer anderen schieten zichzelf een ko
gel door het hoofd, zoals enige tijd geleden nog in Langedijk. Degenen die dat
laatste uit hun hoofd laten, krijgen straf. Moeten gedwongen worden behandeld
of worden nooit ontdekt. Maar wat vdoraf ging is allemaal veel belangrijker. Dr.
mr. Ardaan P. de Boer (47), geboren en getogen in het Westfriese Bovenkarspel en
sinds dertien jaar als forensisch psychiater verbonden aan het Pieter Baan Cen
trum in Utrecht, stelde in zijn proefschrift 'Partnerdoding' een profiel samen van
de risicogroep. Welke partners zijn tot in de dood tot elkaar veroordeeld, ofte wel:
wie lijdt aan het pre-partnerdodingssyndroom.
trent ernstige misdrijven, waartoe het cen
trum zich thans beperkt, maar ook over veel
lichtere zaken. Ik ben psychiatrische rap
porten tegengekomen over het stelen van
een japon, over het laten ontsporen van een
tram", aldus De Boer.
Uit de enorme stapel dossiers filterde hij de
geweldsmisdrijven, zo'n 1500 tot 2000 in to
taal. Daaruit werden ten slotte 124 partner-
doders gedestilleerd, onder wie 104 man
nen en 20 vrouwen. Als 'partners' werden
beschouwd mensen die meer dan drie
maanden hadden samengeleefd, al dan niet
getrouwd, al dan niet weer gescheiden. Ui
teraard zijn die 124 lang niet alle partnerdo
dingen die plaats hadden. Immers, een heel
stel moorden werd nooit opgelost, over een
aantal was nimmer psychiatrische rappor
tering gevraagd en een massa verdachten
werd niet veroordeeld. Bovendien bleef de
selectie van De Boer beperkt tot veroordeel
de daders met de Nederlandse nationaliteit.
„Niet-Nederlanders krijgen zelden tbs op
gelegd. Immers, als buitenlandse daders
hier een psychiatrische behandeling zou
den krijgen van 800 gulden per dag, kun je
dat opvatten als een soort verkapte ontwik
kelingshulp."
De partnerdoders laten zich niet slechts on
derscheiden naar sekse. Zij zijn o.ok onder
te verdelen naar gedrag. Zo zijn er de ijzi-
Forensische psychiaters treden op in dienst
van de rechtspraak. Zij brengen op verzoek
'van de rechter de persoonlijkheidsstructuur
van een verdachte in beeld. De psychiaters
van het Pieter Baan Centrum (PBC) bestu
deren de drijfveren voor moord, doodslag,
verkrachting of gijzeling. Zij bepalen in hoe
verre de verdachte 'bij zinnen' was op het
moment van de daad, uitgedrukt in termen
van (on)toerekeningsvatbaarheid. Zij advi
seren de rechter over strafmaat en terbe
schikkingstelling (tbs). Anders gezegd: krijgt
de dader alleen straf. Moet hij na zijn straf
ook nog worden behandeld of blijft het bij
gedwongen psychiatrische behandeling. En
de rechter luistert naar die psychiater, want
80 procent van de conclusies en 90 procent
van de adviezen wordt overgenomen.
Gestolen japon
Sinds '78 werkt De Boer bij het Pieter Baan
Centrum, waar hij sinds 1980 het fenomeen
partnerdoding bestudeerde. Een vrijwel
braak liggend terrein, tot dan alleen grof
weg in kaart gebracht door de onderzoekers
Philips (1938) en Tammenoms Bakker
1950). In de archieven van het PBC door
liep De Boer 5000 dossiers. „Niet alleen om-
gen, die hun dode levensgenoot verbergen
om straf te ontlopen. Er zijn verbijsterden,
die door mond-op-mond-beademing trach
ten het leven terug te geven aan hun in een
opwelling gewurgde partner. Er zijn de ho
pelozen, die in het meest extreme geval ook
zichzelf van het leven beroven, of anders
gelaten wachten op de komst van de politie.
De Boen „Het gedrag na de daad is een
spiegelbeeld van hetgeen voorafging. Rela
tief veel partnerdoders geven zichzelf aan
bij de politie. Dat betekent dat de gewe
tensfunctie nog goed is, ofschoon ook op
portunisme eraan ten grondslag kan liggen.
Zo in de trant van: ik word toch gepakt, dus
kan ik mezelf maar beter melden."
„Dan komt er een moment", weet de psy
chiater, „waarop mensen zeggen: kom nu
maar eens met een profiel van de partner-
doder in spé." De studie naar die 'algeme
ne' karakterschets heeft geleid tot het 'pre-
spousekilling syndrome', het syndroom van
degene die op het punt staat zijn partner te
doden.
„Nou, daar gaan we, op het gevaar af dat
mensen in hun metgezel een moordenaar
vermoeden. De dader heeft vroeger thuis
dikwijls veel ellende meegemaakt of is
schandelijk verwend. De ouders gingen uit
elkaar, vader dronk en sloeg erop los, moe
der zat in een psychiatrisch ziekenhuis en
de kinderen waren vaker thuis dan op
school, met als gevolg dat opleidingen nau
welijks werden afgemaakt. Zo ontstond bij
de dader een enorme behoefte om het zelf
allemaal zo veel beter te doen. Hij of zij wil
helemaal opnieuw beginnen, probeert
krampachtig er een sprookje van te maken.
Maar in feite is de dader onvolwassen, on
gerijpt en lang niet klaar voor het huwelijk.
Toch trouwen dader en slachtoffer en zijn
zij, zo anders dan de ouders vroeger, ont
zettend close. De man laat de vrouw geen
speelruimte: haar plaats is thuis, bij haar
man en de kinderen. De vrouw op haar
Psychiater A. de Boer denkt dat oplettendheid van de omgeving fatale ontwikkelingen kan voorkomen.
beurt raakt in paniek, wanneer haar echtge
noot uit vissen gaat of naar het voetballen.
Kortom, ze zitten op eikaars lip, hun per
soonlijkheden vloeien in elkaar over, er ont
staat een symbiose. Ik heb meegemaakt dat
de vrouw meeging als de man moest sollici
teren. Zij had die baan uitgezocht, zijn brief
geschreven... Door dit krampachtig ver
vloeien rest nog nauwelijks energie voor het
werk, waarvan ziekte en overspannenheid
het gevolg zijn. De partner wordt afgekeurd
en zit almaar thuis, zodat de twee echtelie
den elkaar nog minder ruimte geven. Dit
wordt nog eens versterkt, doordat de kinde
ren uit huis gaan of in Zwitserland op kost
school."
Basketballende buurman
„In die toestand van totale afhankelijkheid,
barst dikwijls de bom. Daar is plotsklaps de
leraar van de moedermavo, de basketbal
lende buurman, het barmeisje van de voet
balclub. Daardoor wordt de ketel onder
druk gezet en komen de negatieve aspecten
van de mens in uitgesproken vorm naar vo
ren. De partner die zijn levensgezel ziet
wegdrijven denkt: 'Ik heb zoveel geïnves
teerd in jou, jij kunt nu niet gaan. Je kunt
mijn waardigheid niet aantasten, mijn
identiteit niet stelen'. Een vrouw die een
aanslag door haar partner had overleefd,
drukte het als volgt uit: 'Ik mocht niet meer
stemrqen, niet meer spreken, niet meer
denken. Hij nam mij mijn waardigheid af.
In veel gevallen is de partner figuurlijk reeds
doodgedrukt als hij of zij letterlijk uit het le
ven wordt weggerukt."
De 124 partnerdoders vormen het basisma
teriaal van het promotie-onderzoek van De
Boer. De rechter koos in dertien gevallen
voor alleen een gedwongen klinische be
handeling, veroordeelde in 51 zaken tot
straf èn behandeling en legde 60 verdach
ten alleen gevangenisstraf op. Anders ge
zegd: De Boer kon vergelijken wat de resul-
taten van straf en van psychiatrische be
moeienis waren. De conclusie: na straf in
combinatie met behandeling, blijkt het op
nieuw vervallen in misdrijven (inclusief op
nieuw partnerdoding) veel minder vaak
voor te komen dan bij straf alleen. Als dat
allemaal zo mooi is, wat dan let de foren
sisch psychiater om voor alle moordenaars,
verkrachters, brandstichters en gijzelne
mers tbs te adviseren? De Boer „Dat kun je
FOTO CPD ERWIN DE LEEUW
zo niet stellen. Een advies is iedere keer
weer gericht op het individu, beïnvloed
door maatschappelijke en economische
elementen."
Toch hoeft het zo ver niet te komen, als de
omgeving van de partners gevoelig zou zijn
voor wat De Boer noemt de preludes van
het noodlot. Het zijn de knalharde ruzies in
het huis naast je, de dreigementen en het
gekrijs, waarop de medemens 'creatief be
moeizuchtig' zou moeten reageren. „Als
een kennisje met blauwe ogen door de su
permarkt loopt, mag je niet langer zwijgen.
Als je bij de buurman het bloed onder de
voordeur ziet komen, kun je niet naar Stu
dio Sport blijven kijken. Mensen moeten in
een kring om de partners gaan staan. De
dader geen kans geven het herroepelijke
onherroepelijk te maken", besluit De Boer.
Partnerdoding, een empirisch forensisch-
psychiatrisch onderzoek, is geschreven
door dr. mr. A.P. de Boer en uitgegeven bij
Gouda Quint BV in Arnhem. Het boek kost
65 gulden en is verkrijgbaar bij de gespe
cialiseerde boekhandel of kan besteld
worden bij de uitgever.
NJ DEN BLINK REDACTRICE
'Twee zusjes. De één krijgt een kind voor de
ander. Beppie, 29 jaar en hoofdwijkver-
pleegkundige, en Willy, 34 jaar en facturiste.
Willy probeert al vijftien jaar zwanger te ra
ken; het lukt niet. Beppie denkt niet eens
aan kinderen. Ze heeft het druk met haar
werk, volgt cursussen en heeft beslist geen
tijd om een kind op te voeden.'
Zo begint het boek 'Zwanger voor een an
der', dat voor het grootste deel bestaat uit
dagboekfragmenten van de zussen Bep en
Wil. Hun experimenttslaagde: Bep, de jong
ste zus, was binnen een maand zwanger
(door zelfinseminatie) van de echtgenoot
van Wil, de zwangerschap verliep voorspoe
dig, en Bep had na de bevalling geen moei
te met het afstaan van haar baby, een ge
zonde zoon die Marlon werd genoemd door
de 'wensouders': Wil en Gabriël. Een mooi,
waar gebeurd verhaal, dus, over een innig
gewenst kind en twee zussen die veel voor
elkaar over hebben.
Maar een alledaagse manier je voort te
planten is dit natuurlijk niet, en alleen al
daarom is 'Zwanger voor een ander' een
spannend boek. In een kort hoofdstuk voor
af wordt het een en ander verteld over de
jeugd van Bep en Wil, het soort gezin waar
ze uit voortkomen en hun onderlinge band.
Die is heel hecht. Wil, de oudste zus, heeft
zich altijd een soort 'tweede moeder' ge
voeld voor Bep, doordat de ouders geschei
den waren en hun moeder uit werken
Wil trouwt jong en blijft werken, terwijl Bep
'leefde op de golven van de jaren zeventig'
zoals de samenstelster van het boek, Ma-
riëlle Osté, het uitdrukt. Bep 'werd feminis
te, had veel vriendschappen met vrouwen,
verscheidene minnaars en kreeg moeilijk
heden met Paul' (haar vriend en later ex-
man).
Dat verschil in levensstijl tussen de zussen
blijft bestaan, maar hun hechte band ook.
Vandaar dat Wil Bep in vertrouwen neemt
als ze na vijftien jaar proberen nog steeds
niet zwanger is, en als ze van een adoptie
instantie te horen krijgt dat ze 'nog lang
niet' aan de beurt is. De kinderwens is in
middels een obsessie geworden, Wil is wan
hopig. Bep stelt dan voor dat zij probeert
zwanger te worden voor haar zus.
Wil hield vanaf het moment dat de beslis
sing viel, een dagboek bij voor haar zus, om
na afloop aan haar te kunnen geven. Ener
zijds als cadeau voor iets waarvoor 'woor
den tekort schieten', zoals ze zelf noteert,
anderzijds zal het dagboek (waar ze van te
voren niemand over vertelde) haar een ge
legenheid hebben gegeven om soms toch
wel verwarrende' en hevige emoties te kun
nen kanaliseren.
Van jaloezie bij Wil op Beps dikke buik is in
de dagboeken weinig terug te vinden. Wel
van ongerustheid voor haar zus, vooral om
dat ze bang is dat Bep het uiteindelijk toch
heel moeilijk zal vinden om het kind af te
sta^n, of dat zelfs zal weigeren. Wil wordt
bij voorbaat heen en weer geslingerd tussen
haar verlangen naar het kind en liefde voor
Mij HEKEN ZE
wijsgemaakt mt
IK UIT DE RODE
KOOI KOM.'
..EN MIJMT
IK DOOR DE
OOIEVAAR
GEBRACHT Bén!
haar zus.
Deze angst blijkt uiteindelijk voorbarig,
want Bep heeft zich kennelijk de gedachte
dat het kind in haar buik niet voor haarzelf
is, zo grondig eigen gemaakt, dat het af
stand-doen haar weinig moeite kost. Ook
Bep heeft tijdens de zwangerschap een dag;
boek bijgehouden. Over de geboorte schrijft
'Ik zette alles op alles, keerde me totaal in
mezelf om Marlon geboren te laten
worden. En toen was alleen Wil nog maar
belangrijk voor me. Daar brak de spanning
en ik voelde me heel dicht bij haar. Ik hoor
de op de achtergrond wel het gehuil van
Marlon, maar die moest maar even wach
ten. Enig om 'm wat later op m'n buik en
borst te krijgen, z'n heerlijke, glibberige vel
te voelen en er samen met Wil naar te kij
ken. Zoals afgesproken nam Wil Marlon
daarna mee naar boven en dat was prima.
Ik bleef achter met m 'n "bevallings
maatjes": Erik, Jan en de huisarts. Ze felici
teerden me en ik begon te janken. Niets
geen moeilijk gevoel dat Marlon wegwas.'
De 'bevallingsmaatjes' Erik en Jan vormen
de enige bron van onenigheid rond het
kraambed. Gabriël, de vader van het kind,
wil namelijk niet dat 'die snuiters' bij de be
valling aanwezig zijn, en Bep wil haar twee
vaste vrienden er per se wel bij hebben. Het
resultaat is dat Gabriël uiteindelijk niet bij
de geboorte van zijn kind aanwezig is.
Wil blijft zich na de geboorte van haar zoon
nog een tijdje heen en weer geslingerd voe
len tussen haar zus en de baby. Pas als Mar
lon een jaar oud is zal ze er helemaal gerust
op zijn dat Bep niet van gedachten of ge
voelens verandert. Wil noteert de dag na de
bevalling: 'Maar jij, Bep, wat voel jij nu wer
kelijk? Ik ben nog steeds bang voor je en
vond het zelf niet prettig om meteen na de
geboorte met Marlon naar boven te gaan.
Het was net alsof ik je in de steek liet. Be
denk wel dat ik dat niet wil Bep.' 'Ik
denk datje kunt begrijpen wat ik voel.
Waarom ik dit dagboekje heb geschreven?
Als jij het straks misschien moeilijk krijgt,
danjioop ik dat jij je misschien via mijn ge
voelens iets beter kunt voelen. Want Bep,
dit kind is voor mij het begin van een heel
nieuw leven en daar ben ik verschrikkelijk
gelukkig mee, al zullen we ons misschien
nog wel eens achter onze oren krabben.'
De volgende dag schrijft ze: 'Morgen gaan
we naar huis, heerlijk. Ik kan nog steeds
niet bevatten dat we nooit meer met z'n
tweetjes zullen zijn. En ergens kan ik toch
niet geloven dat Marlon echt voor ons is.
Daarom verlang ik zo naar huis: als we met
Marlon in Zaandam zijn wil ik het mis
schien geloven.'
Marlon, geboren in 1985, is inmiddels zes
jaar oud, en weet hoe hét komnt dat hij
'twee moeders' heeft. Bep gaat ieder jaar
een weekje met hem op vakantie, en hoopt
dat hij als hij groot is met haar mee zal wil
len om bergen te beklimmen. Wil vindt het
al griezelig genoeg dat haar zus die sport
beoefent. Conflicten geeft het (nog) niet.
Bep wordt bij belangrijke beslissingen over
Marions toekomst (bv. schoolkeus) betrok
ken, maar Wil en Gabriël beslissen. AI met
al functioneert Bep toch duidelijk anders in
Marions leven dan als 'zomaar' een tante.
Het boek sluit af met twee korte hoofdstuk
ken over de juridische en emotionele as
pecten van draagmoederschap, en daarin
staat ook een voorbeeld van een geval
waarin het fout ging: een vrouw kreeg een
baby voor twee homoseksuele mannen,
maar hechtte zich zodanig aan het kind dat
het haar veel pijn en moeite kostte om haar
dochter af te staan. Ze eiste een omgangsre
geling.
In 'Zwanger voor een ander' ligt de nadruk
op de gevoelens van Wil en het dagelijks le
ven van Bep. Hoewel Wil, de wensmoeder,
van zichzelf vindt 'dat ik moeilijk kan pra
ten over gevoelens en dus ook moeilijk er
over schrijf,' is het boek juist zo leesbaar ge
worden, doordat zowel Bep als Wil heel
goed hun gedachten en gevoelens op pa-'
pier kunnen zetten.
Op de achtergrond schemert iets door van
de verschillende levensstijlen van de zus
sen, en doordat je bij het lezen van het boek
zo meeleeft met hen alletwee, zou je daar
best meer van willen weten. Maar de selec
tie van dagboekfragmenten beperkt zich
(begrijpelijk) rond Beps zwangere buik en
Wils gevoelens daarover.
Bij Bep heeft de hele geschiedenis een on
verwacht gevolg: ze gaat door haar draag
moederschap naar een eigen kind verlan
gen. Daar dient zich een probleem aan,
want haar vriend Erik (Jan verdwijnt gelei
delijk van het toneel) heeft al een (ex?)-
vrouw en een kind, en wil niet. Maar dat is
uiteraard een ander probleem, waar weer
een heel ander boek over te schrijven zou
zijn.
MariëUe Osté, Zwanger voor een ander.
Draagmoeder en wensmoeder een na
tuurlijk contract? Uitg. Bzztfi, 127 pag.,
prijs fl. 24,50.