Cultuur Een legervliegtuig vol bh's Slachtpartij in Palermo Een bus vol frustraties Een vreemde eend in bed "V -Woensdag Dfcbnran 1992 Redactie: 071-161400 CEES VAN MOORE RENEE DE BORST Eindredactie: PAUL DE TOMBE Vormgeving: SIMON DE GRAAF 13 'Knap vervelenderoman van Lydia Rood Lydia Rood heeft een paar produktieve ja ren achter de rug. Ze werkt als journaliste bij De Volkskrant. Daarnaast schreef ze samen met de publicist/mar ketingadviseur Niels Rood sinds 1990 drie thrillers: 'Eenling', 'Banden' en 'Gerecht'. Niet al te omvangrijke, maar wel boeien de boeken. Bovendien debu teerde zij in dezelfde tijd, ook in 1990, met 'Beide benen' als ro mancier. En thans heeft zij on der de titel 'Buslucht' haar tweede roman afgeleverd. Een verhaal dat mij minder heeft ge troffen dan haar thrillers. In feite gebeurt er eigenlijk maar heel weinig in het boek. De beide hoofdpersonen Chris tine en Willem hebben al vanaf de schoolbanken een relatie. Om een groeiende sleur te doorbreken gaan ze weer eens met wintervakantie. Naar Tirol. En om geld te sparen nemen ze ditmaal de bus. De eindeloos lijkende nachtelijke reis, waarin de plaspauzes de merkwaardige hoogtepunten vormen, is een voortdurend gevecht tegen on gemak en verveling. Zij probeert een boek te lezen dat nagenoeg parallel loopt met de ontwikke lingen in haar leven, in het bij zonder wat betreft de verhou ding met Willem. Intussen zit Willem wat ver veeld te puzzelen of poogt ge dichten te componeren. Dich ten noch puzzelen lukt. Zijn ge dachten dwalen af naar de zich opstapelende storingen in hun relatie. Naar de talloze twijfels. Naar de momenten van hoop, maar ook van wanhoop. Naar de overheersende liefde van Lydia Rood: momenten van actie glijden weg in de vloed van emo tionele gedachten. FOTO WOUT JAN BALHUIZEN Christines moeder. Naar enkele nooit verstuurde brieven waarin zij haar gevoelens open en bloot heeft gelegd, brieven die hij achter de pannen in het keu kenkastje heeft gevonden. Naar de abortus, die zij enkele dagen heeft ondergaan, zon der hem daarin te kennen. Maar vooral denken zij alle twee aan hun vele vrijpartijen. Het seksuele aspect speelt een "belangrijke, zo niet overheer sende, rol in hun verbintenis. Lydia Rood neemt geen blad voor de mond. Zij balanceert met haar onverbloemde taal op de rand van het onsmakelijke. Van de andere kant maakt deze vrij grove, maar trefzekere, be noeming duidelijk deel uit van haar directe schrijftrant. Het verhaal van die vele vervelende uren in de bus geeft Lydia Rood meer dan normaal gelegenheid met gevoelens, gedachten en denkbeelden te spelen. Droom beelden, herinneringen en angstige voorgevoelens dartelen door elkaar heen als vrije veu lens in de wei. Op zo'n manier kan een schrijfster wel veel van zichzelf kwijt. Tot een echte oplossing komt ze niet. Begrijpelijk. Christines niet altijd even helder doordachte frustraties laten zich niet door één nacht benauwende bus- lucht wegblazen. En even voor de hand liggend is het dat Wil- lems machogevoelens niet op lossen in een hoeveelheid ver geefs vergoten tranen. Ook hy perventilatie en het kaalscheren van een punkhoofd helpen niet of nauwelijks. Die momenten van actie glijden weg in de vloed van emotionele gedachten. Over haat en liefde. Over waan en werkelijkheid. Maar allemaal zo erg persoon lijk, zo tijden plaatsgebon den, dat het moeite kost de aan dacht erbij te houden. Ondanks de waarachtig knappe wijze waarop de sfeer van verveling in de bus gestalte krijgt in dit psy chologische reisverhaal lees ik toch liever zo'n treffende thriller van het duo Rood Rood. Daarin is namelijk geen plaats voor verveling. Novelle Leonardo Sciascia over integere rechter Mag moord met moord worden vergolden? Met deze gewetensvraag worstelt de Siciliaanse rechter in Leonar do's Sciascia's novelle Open deuren (Porte aperte, 1987). Met nadruk schrijft Sciascia dat het een kleine rechter is, beschei den in zijn opvattingen, terug houdend in zijn contacten met collega's. Maar onbuigzaam als het gaat om het respect voor de ziel van voor het gerecht ge sleepte misdadigers. Het is een tijd (1937) waarin de rechtsspraak door het fascis tische régime wordt misbruikt om de Italiaanse samenleving in de greep te houden. In het minste of geringste wordt aan leiding gezocht om gerechtelij ke processen te veranderen in politieke tribunalen. Op het oog lijkt de zaak waar mee de rechter te maken krijgt een rechtszaak als zovele. Gru welijk, dat wel. Een ingezetene van Palermo heeft een drievou dige moord gepleegd. De man is zojuist ontslagen als boek houder op een advocatenkan toor. De slachtoffers zijn z'n ei gen vrouw, de boekhouder die zijn plaats heeft ingenomen en advocaat Bruno, die hem ont slagen heeft. Het gerucht wil dat de moordenaar zijn vrouw eerst nog heeft laten bidden voordat hij haar met dolksteken om het leven bracht. De gemoederen in de Siciliaan se hoofdstad lopen hoog op. De publieke weerzin tegen de man wordt versterkt door diens val se, aanmatigende gedrag tijdens de zittingen. Heel Palermo wil de man zien hangen. De pieke rende rechter voert gesprekken met de procureur-generaal, die vóór de doodstraf is en geneigd is mee te buigen met de fascis tische machthebbers. De be jaarde procureur-generaal wijst zijn collega op een leuze van Mussolini c.s., namelijk dat dank zij de fascisten, die de doodstraf hebben heringevoerd, Italië weer veilig is. „En wat we zelf ook van de Leonardo Sciascia: studie in morele verantwoordelijkheid. doodstraf vinden, toegeven dat de herinvoering goed is om de mensen te door dringen van het idee dat de staat al het mogelijke doet voor de veiligheid ^n de burgers; het idee dat we tegenwoordig werkelijk kunnen slapen met open deuren", aldus de procu reur-generaal. De fascistische staat als be schermer. Dat verklaart waarom het portret van de door de fas cisten gedode socialistische held Giacomo Mateotti, dat wordt gevonden in de bullen van de criminele boekhouder, door de openbare aanklager wordt aangegrepen om de moordenaar ook in politieke zin verdacht te maken. Immers, ad vocaat Bruno behoorde tot een fascistische corporatie. En een aanval op een fascistische broe der is een aanval op de hele staat. De kleine rechter begrijpt dat het niet meer alleen gaat om de driedubbele slachtpartij an sich. En dat zijn vonnis zal worden uitgelegd als een politiek state ment. Terwijl het hem juist gaat om een zuivere rechtsspraak. In een van de juryleden, een eru- ARCHIEFFOTO diete boer, vindt hij een onver wachte bondgenoot. Net als de rechter blijkt de boer op de hoogte van eeuwenoude, bijna vergeten Siciliaanse religieuze tradities, waarin wordt gepleit voor eerbied voor het leven van misdadigers. Overwinning Leonardo Sciascia is een rasver teller. Dat hij nu en dan in het verhaal intervenieert als een ou derwetse alwetende instantie („Ik merk nu dat ik voor het eerst over de voorzitter van het hof spreek") doet weinig af breuk aan deze intrigerende no velle. Die laat zich bijna lezen als een essay, als een studie in morele verantwoordelijkheid. Want wanneer de rechter er, ondanks de dreiging van een vroegtijdig geëindigde loop baan, voor kiest de doodstraf «/eruit te spreken, kiest hij voor menselijkheid en mededogen, die beide ook in hun historische continuïteit tegengesteld zijn aan de tijdelijkheid van het fas cisme. Door vast te houden aan zijn principes heeft hij een per soonlijke overwinning op de to talitaire staat behaald. 'Geweldig! Straks komt ze terug met een legervliegtuig beladen met schoenen, pruiken, slippers, beha's, cosmetica...", schrijft Chinua Achebe over de Nigeriaanse vrouw. Hoe vrouwen ondanks alles de schoonheid niet uit het oog verliezen, bewijst deze foto van Colombiaanse strijdster. FOTO GPD 'Hoe meisjes oorlog voerenvan Chinua Achebe n andere verhalen. Uitg. In de Knip- Ooit begon de Nigeri aanse schrijver Chi nua Achebe een le zing met de woorden: 'L'art pour l'art is niets anders dan een geparfumeerde hondedrol.' Kunst bestaat niet om de kunst, maar heeft een dienende taak, zo vindt de schrijver. 'Onze voorvaderen schiepen hun my then en legenden en vertelden hun verhalen om heel gewone, menselijke redenen. Hun kun stenaars leefden, bewogen zich en waren geworteld in de ge meenschap, en het werk dat zij schiepen moest de gemeen schap ten goede komen.' Het werk van Chinua Achebe ligt in het verlengde van de tra ditie van zijn Afrikaanse voorva deren. Zijn romans, alle vijf in vertaling verschenen bij In de Knipscheer, staan in contrast met de ego-documenten die in Europa zo populair zijn ge weest. Zijn werk is geen indivi duele aangelegenheid, maar komt voort uit de gemeen schap. Dat wil zeggen dat zijn personages herkenbaar zijn. Zij worstelen met traditionele waarden of juist met 'moderne', Europese waarden. Zij zetten zich af tegen de gemeenschap of bevechten juist hun plaats binnen de groep. Op die manier komt de kunst 'de gemeen schap ten goede', zoals Achebe predikt. Kunst heeft een bood schap aan de mensen van de gemeenschap, zij gaat over hen. Achebe belijdt het credo van de gemeenschapskunst al vanaf het begin van zijn schrijverscar rière. Ais hij nog student is aan de universiteit van Ibadan schrijft hij al verhalen waarin de traditionele Ibo-ideeën botsen met de Europese waarden van de kolonisator. Deze en latere verhalen zijn in 1972 herdrukt in de bundel 'Girls at war', die nu in Nederlandse vertaling is verschenen onder de titel 'Hoe meisjes oorlog voeren en ande re verhalen'. Dodenpad In een van deze verhalen, 'Trouwen doe je met z'n twee- en', wil Nnaemeka, een lbo, trouwen met Nene, een meisje van een andere stam. Nnaeme ka en Nene hebben elkaar ont moet in Lagos, waar zij beiden wonen en werken. In 'de kos mopolitische sfeer van de stad'% hebben Europese waarden voet aan de grond kunnen krijgen, zoals het recht van het individu om te trouwen met degene van wie je houdt. Nnaemeka's vader echter woont ergens diep in Ibi- bio-land en ziet zijn ztoons keu ze als satans werk. Achebe presenteert de botsende waarden zonder een oordeel te vellen, zonder de balans van zijn verhalen naar een van de partijen te laten doorslaan. Mo gelijk komt deze voorzichtig heid voort uit het respect dat de basis vormt van zijn werk. Achebe wil daarmee een tegen wicht bieden aan het opper vlakkige beeld, dat Europese schrijvers als Joseph Conrad en Joyce Cary van Afrika gaven. Hij wil van binnenuit over zijn land schrijven en over de inwoners, die geen stereotyp verdrag ver tonen, die niet alleen doen maar ook denken en worstelen met tegengestelde culturele waarden. In 'Het pad der doden' be schrijft Achebe ook een dergelij ke culturele tegenstelling. Mi chael Obi, een jonge onderwij zer, probeert zijn moderne on derwijsmethoden te transplan teren naar de wat achtergeble ven Ndume School. Maar de tradities van de dorpsgemeen schap doorkruisen zijn plannen zeer letterlijk. Zij blijven tradi tiegetrouw het pad der doden gebruiken, dat het heiligdom in het dorp verbindt met de be graafplaats, ook al loopt dat pad dwars door het schitterende bloemperk dat Michael Obi heeft aangelegd. De schrijver laat beide partijen aan het woord, presenteert moderne en traditionele meningen en ziens wijzen, zonder de een af te doen als inferieur, zoals zijn Europese collega's dat deden. In het titelverhaal wijst Achebe zijn hoofdpersoon zelfs op zo'n kortzichtigheid inzake het eigen gelijk. De hoofdpersoon, Regi nald NwanJcwo, ontmoet een meisje tijdens de burgeroorlog in de jaren '60. Hij bewondert haar om de manier waarop zij als burgerwacht haar revolutio naire ideeën praktizeert. Als hij haar later weer tegen komt pro beert zij net als vele andere vrouwen in de oorlogstijd haar hoofd boven water te hou den door zwarte handel. Nwankwo veroordeelt het meis je om deze praktijken. „Gewel dig! Straks komt ze terug met een legervliegtuig beladen met schoenen, pruiken, slippers, be ha's, cosmetica en ga zo maar door, die ze vervolgens ver koopt voor duizenden ponden. Dus dat is hoe jullie meisjes oorlog voeren." De hoofdpersoon wordt op de vingers getikt door de schrijver. Deze laat juist dit meisje probe ren tijdens een luchtaanval een invalide soldaat te redden, ter wijl Nwankwo rent om zijn ei gen hachje in veiligheid te stel len. Het titelverhaal is de langste en rpeest verhalende van alle ver tellingen in 'Hoe meisjes oorlog voeren'. De andere zijn meer als detailopnamen van een groot en complex schilderij. Een man met oog voor detail heeft ze er- uitgelicht en geprojecteerd op ware grootte, tot menselijke proporties vergroot, zodat ze herkenbaar worden voor ieder een die er kennis van neemt. Afrikaan of Europeaan. Tweede boek Oscar van den Boogaard geforceerd Ultg. Atheneum Polak Van Gennep. Oscar van den Boog aard debuteerde in 1990 met de roman 'Dentz'. Dat was het begin van de 'Ten Bosch Serie' van uitge verij AtheneumPolak Van Gennep. De serie, genoemd naar Ad ten Bosch, de eigenaar van deze uitgeverij, is bedoeld voor schrijvers die in staat zijn een oeuvre op te bouwen. Voor de uitgave van 'Dentz' stelde Ten Bosch als voorwaarde dat de roman pas zou uitkomen wanneer het manuscript voor een tweede boek gereed zou zijn. Aan deze eis heeft Van den Boogaard ruimschoots voldaan. Terwijl een derde en vierde boek reeds ver gevorderd zijn, ligt nu dan zijn tweede roman 'Fremdkorper' in de winkel. In deze roman draait het om drie personen, die met elkaar gemeen hebben dat ze in Brus sel zijn komen wonen met de il lusie daar een nieuw en beter (liefdes)leven te kunnen begin nen, en de pijn en de fouten van hun verleden te kunnen verge- Richard, eerrjonge advocaat, Amsterdam ontvlucht, grote liefde Julia hem de bons gaf. Eduard, docent Rechten van de Mens, heeft Berlijn ach- zijn ter zich gelaten om af te reke nen met zijn rampzalige verlan gen naar oppervlakkige, kortstondige mannenliefde. Edume, studente Europees recht, hoopt zich eindelijk vrij te maken van jJe verstikkende in vloed van haar familie in Bar celona. Aan hun verlangen een nieuw ideaal bestaan op te bouwen, ligt de onvrede met het eigen handelen en de eigen zwakhe den ten grondslag. Ze zijn ge vlucht voor de omgeving waar ze ongelukkig waren. Ze koesteren alle drie de illusie dat ze het in de nieuwe situatie be ter zullen doen, hun idealen en verlangens wel kunnen verwe zenlijken. In een hier en daar wat geforceerd verhaal lezen we hoe eerst Eduard en Edume el kaar ontmoeten en een relatie beginnen. Edume trekt al snel bij Eduard in en doet alles om de lang ver wachte inwijding in de liefde zo idyllisch en snel mogelijk te la ten plaatsvinden. Eduard doet zijn best het bereiken van zijn doel, een relatie met een vrouw, te waarderen. Maar hoe blij hij ook is met een bijzonder en aangenaam wezen als Edume, bij het zien van de eerste de beste schone jongeling krijgen zijn lust en hang naar spanning alweer de overhand en laat hij zich weer gaan. Dan verschijnt Richard op het toneel van de ingebeelde liefde. Eerst is hij onder de indruk van het beeld dat de geliefden hem tonen, maar gaandeweg komt hij ongemakkelijk tussen hen in te staan. Edume en Eduard zien allebei een welkome afleiding in hem. Hun toneelspel als geluk kig paartje maakt plaats voor een nauwelijks verholen strijd om Richards aandacht. Ten slotte is het deze die een eind maakt aan de gewaande rela ties. Met enige spijt dat hij daar mee het Bééld van de ideale liefde verwoest, maar met ge noeg egöisme en cynisme om dit sentiment te onderdrukken, geeft hij wel toe aan de licha melijke verleiding die Edume biedt. Het resultaat isuiter aardontluistering, en een trieste bevrijding van de drie ze zijn weer alleen met hun illu- Drammerig 'Fremdkorper' is eigenlijk een wat drammerig verhaal over de veronderstelde onmacht van de personages om op een eerlijke, open, wijze banden met de me demens aan te gaan. Hoewel de drie hoofdpersonen uitgebreid aan het woord komen en hun achtergrond breeduit wordt ge schetst. is hun treurige, hulpelo ze handelwijze niet overtuigend genoeg beschreven. Van den Boogaard heeft het allemaal kunstig in elkaar gezet, met symbolische verwijzingen naar wat was en wat komen gaat. en naar de algemene sfeer van on persoonlijk materialisme in de moderne maatschappij, maar het komt wat geforceerd over. Ik geloof niet dat mensen elkaar zo klaaglijk hoeven te bedotten, en, wat bij het lezen van dit boek belangrijker was: ik geloof er niet in dat deze personages dat hoefden te doen. Misschien hangt die geforceerd heid van het verhaal wel samen met de inhoud: drie emotioneel gëisoleerde personen die door de kracht der wanhoop bij el kaar worden gedreven, maar die niet echt verbonden raken. Om op dat materialisme terug te komen het boek zelf is voor Nederlandse begrippen heerlijk gebonden. Keurig dun papier dat een werk van 200 bladzijden hanteerbaar houdt en niet, zoals de meeste boeken in dit winderige, Hollands, kli maat, uit de band fladdert. Dus toch wel een lekker boek. net uit BIJGELOOF Bij de produktie kan iets mis zijn gegaan. In de bladspiegel van 'De kracht van de maan. Waarnemingen in de wonderlij ke wereld van magie en bijge loof staart men als bij het licht van een door tocht flakkerende kaars: schichten wit tussen de letters die daardoor ver uit el kaar raken. Moet ik geloven dat de boekverzorger Ron van Roon het zo heeft bedoeld? Vrijzinnig bijgelovig als ik ben neem ik aan dat een kwelgeest een toets van de computer heeft aange raakt, uit nijdasserij, omdat de teksten van de sceptische au teur Rudie Kagie hem niet be vielen. Het lezen van het boek moest ons zo lastig mogelijk worden gemaakt. Het is een heel aardig boek. Kagie vertelt in korte hoofdstuk ken over het kruidenvrouwtje Mellie Uyldert, het lopen onder een ladder, vrijdag de dertiende, het hoefijzer, weerwolven en slaapwandelaars, de gebruiken bij het begraven, zwarte katten, het magische effect van urine, de rituelen van toneelspelers en topsporters, de verkoop van oc culte accessoires, de astrologie, de interpretatie van het toeval door mevrouw Bierens de Haan, de handlijnkunde, de UFO's, de boodschappen van de planeet Pluto, een mevrouw die met dieren praat, een hel derziende automonteur, spiri tisme, Godfried Bomans' leven na zijn dood, de duivelsuitbrei- ding, de kerk van Satan. Het is nogal wat. Van dage lijkse bijgelovigheid naar een geheel nieuw concept van het universum, naar psychische mankementen, naar halfchris telijke religie, naar oplichterij. Rudie Kagie heeft de profeten en de onderzoekers geïnter viewd en bericht monter over zijn ervaringen. Hij neemt nie mand serieus en zet niemand voor gek. En zo vluchtig als zijn journalistieke bedrijvigheid ook lijkt, hij laat zonder enige na druk zien waar vermakelijk bij geloof verandert in psychische stoornis. Het denken in analo gieën van Mellie Uyldert kan een symptoom zijn van para noia en de malle gewoontes van sportmensen kunnen een dwangneurose worden. Het belijden van bijgeloof is kennelijk geen eenzame bezig heid. Overal in het land komen mensen bijeen die de doden willen oproepen of raad willen krijgen van buitenaardse we zens. Van allerlei vaderlandse folklore, en heel wat occulte we tenschap, zogenaamd uit zeer oude oosterse bronnen, is het een en ander opgeweld. Het is allervermakelijkste lektuur. Wat het meest verbijstert is het verhaal over Lex Persoon, een man die in het Brabantse gehucht Zijtaart met de plane ten communiceert. Hij is medi um voor onder anderen mees ter Wappa van planeet Pluto. en hij heeft zijn gelovigen verteld dat de wezens op die planeet de vorm hebben 'van een octopus van acht meter breed, met drie en twintig tentakels van elk on geveer dertien meter lang én een bewustzijn'. Meester Wap pa heeft het goed met ons voor, net als de bewoners van andere planeten trouwens die bij mon de van het medium Lex Persoon aan het woord komen. Heel wat excentrieke mensen treden op in het boek. en heel wat oplichters. Kagie wijst hen niet na. Hij weet misschien zelf niet wanneer excentriciteit voorwendsel wordt voor oplich terij, en of de oplichter zien op zettelijk aanstelt, luist deze be vangenheid maakt zijn verhalen zo aantrekkelijk. De laatste zin van het inlei dende artikel luidt: „Een beetje bijgelovigheid kan hartstikke gezellig zijn." Kagie bewijst het door zijn boek. ALFRED KO&SMANN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 13