Cultuur T Beatrix is burgemeester van Nederland Eert uw eigen, goede vrouw Een Belgische agent als Zoeloe 7 Oorlogstrauma onder een glazen stolp Donderdag 16 januari 1992 Redactie: 071-161400 CEES VAN HOORE RENEE DE BORST Eindredactie; PAUL DE TOMBE Vormgeving: HENK BUIS -| g Dansboek Zelf noemt de schrijver zijn nieuwe uitgave een leesboek, maar in feite zit danser Conrad van de Weetering op de vertel- toer met Kijk een ballerina, een vervolg op Brieven aan een jon ge ballerina (1979). Het boek 'klinkt' echt alsof de auteur zijn lezers en lezeressen toespreekt. Al verhalend over de informatie die hij in zijn carriè re als danser heeft opgedaan. Hij is daarin weieens wat onno dig uitleggerig en gedetailleerd. Ook over het aanleren van danspassen wat niet hoort via een boek, maar in de les door een kundige docent. Dat blijkt in de praktijd al moeilijk genoeg. Maar verder schuilt de grote charme van Kijk een ballerina juist in de persoonlijke toon waarop Conrad van de Weete ring over zijn ideëen vertelt. Hij geeft in de inleiding aan hoe het boek is opgebouwd: tien blok ken waarin hij telkens iets van de historie uitlegt, een voorval met zijn leerlinge Sandra be spreekt en recente ervaringen uit het theater behandelt. Het is ook het beste per keer van één blok kennis te nemen. Bij het achter elkaar uitlezen kan het storend werken dat bij elkaar horende informatie door het boek verspreid wordt behan deld. Bij gedoseerd lezen is dat geen enkel bezwaar en komen de details uit de wondere we reld van de dans en de opzet van het boek het beste over. Ze ker voor een aankomend balle rina een informatief cadeau. Conrad van de Weetering: Kijk een Ballerina. Uitg. Het Spec trum. 29,90. JAN BAART Russische poëzie Wie geen Russisch kent en toch graag de Russische poëzie wil lezen is aangewezen op buiten landse bloemlezingen of op ver spreide publicaties. Weliswaar verschenen van diverse grote Russische dichters de laatste ja ren bundels in voortreffelijke Nederlandse weergaven, maar een representatief overzicht van het geheel is er nog niet. In dit licht gezien zou men de bundel 'Van Derzjavin tot Na bokov, Russische poëzie uit drie eeuwen' als een opmaat kun nen beschouwen. Een opmaat, wel te verstaan, van zo'n verras send hoog.gehalte in elk op zicht, dat aan wat volgen zal ook de strengste eisen zullen moeten worden gesteld. Want wat de vertaalsters, Marja Wie bes en Margriet Berg, en de uit gever, Plantage/G&S, Leiden, hier tot stand hebben gebracht verdient alle lof. Het bock is tweetalig, fraai gedrukt en in linnen gebonden. De vertalin- n zijn haast onvoorstelbaar ap. Zo las ik. geheel argeloos, het allereerste gedicht, 'De nachte gaal tijdens de slaap' van Der zjavin '1743-1816), dacht: wat een fraai begin, wat vloeiend, mooi weergegeven. Toen pas las ik het inleidende paragraaf je, met de regel: 'Uit het gedicht De nachtegaal tijdens de slaap, waarin hij de letter r niet ge bruikt, blijkt hoe speels en licht zijn verhouding tot de taal is' (pag. 9). Aha, zouden Wiebes en Berg... en jawel: geen enkele r in die vlekkeloze Nederlandse weergave! Hoewel de hele bundel grote waardering verdient, springen de vertalingen van Derzjavin, Krylov (fabels), Annenski, Bal- mont (Sin miedo!), Zinaïda Hip- pius, Blok, Goemiljov en Anna Achmatova er toch nog uit. In afwachting van de grote Russi sche bloemlezing kunnen we met dit sublieme voorpoefje heel tevreden zijn. Van Derzjavin tot Nabokov, Russische poëzie uit drie eeu wen, vertaald door Marja Wie- bes en Margriet Berg. Planta ge/G&S, Leiden, Visumreeks 7, 220 pag. gebonden, ƒ49,50. HANS WARREN BOEKEN Abram de Swaan ziet Nederland als grote metropool RECENSIE SJAAK SMAKMAN Abram de Swaan, Perron Nederland. Uit geverij Meulenhoff, prijs 34,50 Dat Nederland be staat, zegt de Am sterdamse socioloog Abram de Swaan, is eigenlijk een klein mirakel. In de loop der eeuwen dreigde het West- Duitsland te worden, Noord- Frankrijk en zelfs het pied-a- terre van de Britten 'overseas'. Maar gelukkig voor het volkje aan de monding van de Rijn misgunden de drie grote Eu ropese landen elkaar dat lapje grond en zo kon Nederland overeind blijven. Sinds een aantal decennia is die Westeuropese driehoek veran derd in een Atlantisch viervlak. „Wij leven in Atlantis, het my thische werelddeel dat nu het echtst van allemaal bestaat. De regering van Atlantis heerst ook hier en bepaalt de welvaart en armoede. Nederland is een ze kere mate van zelfbestuur ge gund, maar de koning van At lantis wordt elders gekozen en daar komen de inwoners van deze provincie niet aan te pas." De internationalisering, want daarover gaat het, werkt niet al leen door in de economie. Poli tiek heeft een klein land als Ne derland al evenmin iets in te brengen. Ook de culturele ei genheid wordt bedreigd. „Over de internationale oppervlakte flitsen de films en de tv-shows, de clips en de series, daar razen de popgroepen een volko men mondiale vermaaksindus trie, bijna helemaal afkomstig uit de Verenigde Staten." De cultuur wordt daarin verma len, constateert hij: „De plaatse lijke omgeving wordt haar eigen cliché. Het stadsgezicht wordt verbouwd naar de reisgids, de bewoners verkleden zich als personages uit de reisverhalen. Op de televisie zien de inboor lingen dat ze folklore hebben en het volgende seizoen doen ze eraan mee. Met terugwerkende kracht is er traditie." De cultuur wordt een wereld cultuur, toegankelijk voor ieder een, aantrekkelijk voor velen. „Voor jonge mensen is het een manier om afstand te nen van de ouderlijke macht, die juist in plaatselijke verhoudin gen geldt. Voor arme mensen is het een manier om te ontsnap pen aan de plaats waaraan zij gebonden zijn." De enige groep voor wie het misschien jammer is, is de „es thetische avant-garde," die zich de afgelopen anderhalve ee zo moeizaam het monopolie op 'cultuur' heeft toegeëigend om zich van het gewone volk te on derscheiden. Hoe moeten zij dat nu nog doen? Kleingeestigheid In een wereldeconomie, een wereldpolitiek en een wereld cultuur wordt Nederland steeds kleiner. Maar wanhoop niet. De kleinheid verandert op slag als Nederland wordt gezien als wat het is: „De vrije stad Nederland, 1 burgemeester en met Amsterdam als een soort Holland- FOTO ANP/PAUL VREEKER t de telgen van het Huis van Oranje in het erfelijk ambt van burgemeester en met Amster dam als een soort Holland-cen trum." Groot-Holland begint rond Eindhoven, loopt via Breda naar Rotterdam en zo over Den Haag, Amsterdam en Utrecht. De vier grote kernen hebben elk eigen functie: Amsterdam als cultureel centrum, Den Haag voor de politiek, Rotter dam voor de handel en Utrecht als verkeersknooppunt. Daar tussen in en daar omheen lig gen uitgebreide stadsparken als Brabant, het Groene Hart en de Veluwe. Voor iedere stadsbewo ner zijn daarmee zowel de ge neugten van het grote-stadsle- ven als die van het buitenleven bereikbaar terwijl de verkeers problemen in vergelijking met andere wereldsteden beperkt zijn. Op een klein oppervlakte con centreert zich bovendien een enorme economische kracht. Daarmee is het een metropool van formaat, die een plaats in de wereld-top vijf met gemak haalt. Maat het besef daarvan ontbreekt. Dat heeft psychologi sche gevolgen: „Die onder schatting van de schaal waarop het stedelijk leven zich feitelijk voltrekt brengt een zekere klein geestigheid met zich mee, iets provinciaals dat nooit helemaal overwonnen wordt. Maar het heeft ook zijn aardige kanten: het voorkomt veel fanatisme, prestigedrang en avonturisme." LITERATUUR RECENSIE WIM DEWAGT Carl Friedman, Tralievader. Uitg. G.A. van Oorschot, Am sterdam 1991. ƒ24,90. ralievader, het debuut van Carl Friedman (1952), krijgt een opval- lende aandacht in de media: re censies, interviews, de schrijfster is te gast geweest bij Sonja. Inmiddels is de roman aan een tweede druk toe. De ruime publie ke belangstelling is terug te voéren op het dramatische onderwerp van deze semi-oor logsroman. die toegankelijk van karakter is. Daarbij wordt het verhaal verteld vanuit het perspectief van een kind, wat traditioneel een adequate methode is om een zekere af stand te scheppen ten opzichte van het ver schrikkelijke, en dit tegelijk nog dreigender te maken.. Op een goed moment begraaft de ik-pcr- soon, de enige dochter in het gezin, al haar speelgoed in een kuil in de tuin. Wanneer broertje Simon vraagt waarom ze dat doet, antwoordt ze:Als straks de SS komt, pak ken ze het af en dan geven ze het aan ande re kinderen." Het is alsof het dagelijks leven in deze korte roman zich afspeelt onder een glazen stolp. Tijd en plaats worden slechts aangeduid met terloopse verwijzingen. Het is niet al te lang na afloop van de Tweede Wereldoor log, die binnen het gezin vader, moeder en drie kinderen nog altijd een alles overheersende rol speelt. De vader is gevangene geweest in een con centratiekamp. In monologen ('verhalen') doet hij zijn gruwelijke ervaringen uit de doeken. Keer op keer wijdt hij tot in details uit over de ontberingen en het gesjacher, het willekeurige gemoord, getreiter en ge martel. Vader 'heeft kamp', heet het dan als aanduiding voor diens psychisch-ziekelijke toestand. Een eufemisme voor het slopende trauma waaraan niet alleen hij maar ook zijn vrouw en kindéren zijn blootgesteld. In veertig hoofdstukjes ontrolt zich vader's relaas. Stuitend is dat de getraliede vader zijn verhalen vertelt kennelijk zonder reke ning te houden met het bevattingsvermo gen van zijn kinderen. Ook verbindt hij er geen conclusies aan omtrent moraliteit. Hij vertelt en vertelt maar. Hij moet het kwijt, maar raakt het niet kwijt. Zijn kinderen za delt hij op met onbegrip en soms ook agres sie, waarbij de moeder de overigens vrije anonieme rol van vredestichter speelt. De kampverhalen fascineren de lezer; na tuurlijk, want dat is de aantrekkingskracht van het smerige, van het kwaad. Toch zijn deze op zichzelf niet genoeg om de roman te dragen. Het wordt pas echt interessant op de momenten dat de verschillende ma nieren aan bod komen waarop de drie ge brachte kinderen reageren op de verhalen. Friedman geeft dit essentiële aspect naar verhouding weinig ruimte. Doelbewust lijkt me, om de gebeurtenissen voor zichzelf te laten spreken. De vraag is echter wat het ef fect van deze keuze is. Max, blijkbaar de oudste zoon, wordt op standig en daagt zijn vader uit. Simon speelt met sommige enge spelletjes vaders oorlogservaringen na. De 'ik' leeft zich soms tot in het extreme in en probeert begrip op te brengen. Steeds weer echter dringt zich de traumati sche monoloog naar de voorgrond, zozeer dat het formele evenwicht in de roman zoekraakt. De geïmpliceerde emotionele verwarring die de vader bij zijn kinderen aanricht staat in de schaduw van diens re laas. Er is sprake van overkill, waardoor de tragiek helaas aan overtuiging inboet. Amerika staat tradi tioneel bekend als het land van belofte. Dat was al zo in de vorige en in de eerste helft van deze eeuw voor miljoenen Russen, Polen Joden en Italianen die alle re den hadden om hun land van oorsprong te ontvluchten: on- derdukking, uit- en afpersing door hardvochtige lahdheren en overheden, pogroms en abjecte armoede. Dat is nog steeds zo in onze tijd, maar nu voor Port- oricanen en Mexicanen. Voor deze mensen is Amerika niet al leen synoniem met economi sche verbetering, maar ook met vrijheid van meningsuiting en ontsnapping uit een onderdruk kende cultuur, waar iemand, 'die voor een dubbeltje geboren is, nooit een kwartje zal wor den'. Weinigen van ons zijn zich er van bewust, dat deze mythe van Amerika als land of opportuni ties ook in Azië en dus ook in China grote invloed heeft ge had. De Chinees-Amerikaanse schrijfster Amy Tan toont dat in haar boek De Vrouw van de Keukengod echter op overtui gende wijze aan. Zij doet dat aan de hand van het levensver haal van het Chinese meisje Weiwei, dat na een hard be staan en een slecht huwelijk in het China van de jaren '30 en '40 in de VS terecht komt. De Vrouw van de Keukengod is een raamvertelling. In het begin staat niet Weiwei (die haar naam heeft veramerikaanst tot Winnie) centraal, maar haar dochter Pearl. Zij is een Ameri kaanse jonge vrouw die niets weet van de geschiedenis en de achtergronden van haar moe der. Daarin komt verandering na enkele familiegebeurtenis sen, waarvan de samenhang la ter in de roman duidelijk wordt. Winnie gaat nu haar levensver haal aan haar dochter vertellen. Het zou flauw zijn om dit ver haal hier samen te vatten,.deels omdat ik dan een spannende plot weggeef en deels omdat geen enkele samenvating recht kan doen aan de prachtige sfeertekeningen, de boeiende karakterschetsen en de honder den kleine historische feitjes die Tan in haar verhaal verweeft. De lezer voelt zich echt in het China van de jaren '30 en '40 te- Amy Tan: prachtige sfeertekeningen, boeiepde karakterschetsen. FOTOPR Chinees-Amerikaanse Amy Tan schrijft een prachtige roman ruggezet en krijgt, zo verging het mij althans, werkelijk een indruk van de manier waarop de Chinezen in die tijd leefden. Keukengod Wel kan ik hier iets zeggen over de betekenis van de raadselach tige titel van De Vrouw van de Keukengod, waarmee ook het hoofdthema van het boek ver klaard wordt. In het begin van de roman vertelt Winnie aan Pearl de mythe van de Keuken god. Het is het verhaal van een rijke boer die zijn vrouw Guo verstootte om te gaan samen wonen met een andere vrouw. De boer gaf al zijn geld uit aan de vrouw, werd geruïneerd en moest uiteindelijk als bedelaar beschimmeld graan eten. Op een dag raakte hij bewusteloos en werd opgenomen door een hem onbekende, lieve vrouw die hem te eten gaf en hem bij het vuur zette. Toen uitkwam, dat dit zijn oude vrouw Guo was, schaamde hij zich zo dat hij zich in een oven verstopte, die in de keuken stond. Hij ver brandde levend, maar zijn ziel ging naar de hemel. Daar kreeg hij van de oppergod, de Jaden Keizer, de opdracht om als Keu kengod in alle huizen te spione ren en eens in het jaar aan hem te rapporteren wie geluk ver dient en wie niet. Uit de roman blijkt duidelijk dat Winnie zich identificeert met de goede 'Vrouw van de Keuken god', die niets kreeg, terwijl haar slechte echtgenoot een god in de hemel werd. Zij treft daarin een opmerkelijke analo gie aan met haar eigen leven, maar met één verschil. De Vrouw van de Keukengod kon niet ontsnappen aan haar slech te man, niet in dit leven en niet in het hiernamaals. Gelukig kon Winnie dit wel. Zij kreeg de ge legenheid om in de Verenigde Staten een nieuw leven te be ginnen. Zo kon zij ontsnappen aan de knellende band van het verleden, een kans die de Vrouw van de Keukegod nooit kreeg. opsomming van zijn oeuvre is opgenomen. Daaruit blijkt dat Geeraerts altijd een uiterst pro- duktief man is geweest. Er is nu alweer een boek van hem verschenen: 'Z 17'. Het kwam gelijk met zijn 'Profiel'. Een roman met een titel die enige uitleg behoeft De Z staat voor Zoeloe. Zo worden in de 'computer Belgische politiemen sen gecodeerd, die onder een volledig valse identiteit leven. Ze zijn de nagenoeg vogelvrije infiltranten in de drugshandel en andere criminele activitei ten. Die anonimiteit maakt hen ook kwetsbaar. Niet alleen voor mis dadigers, maar ook voor hun ei gen ondeugden. Want als je zo ongecontroleerd je gang kunt gaan in het misdadige milieu moet het soms moeilijk zijn de scheidslijn tussen goed en kwaad scherp in de gaten te houden. Geeraerts schetst in zijn bekende sappige en vloei ende stijl de teloorgang van een van die kerels. Hoe hij geheel ten onder gaat aan hebzucht en normvervaging. Knap gecom poneerd en ook boeiend be schreven. Maar toch: na dat fascinerende verhaal 'Double-Face' eigenlijk een tikkeltje teleurstellend. Drong Geeraerts in 'Double- Face' diep door in de psyche van een massamoordenaar en werd diens handelen hoe ab surd en wreed ook toch voor zover mogelijk begrijpelijk ge maakt, in 'Z 17' blijft de Belgi sche auteur als het ware aan de oppervlakte steken. We zien en beleven de afgang van de poli tionele infiltrant, we krijgen zijn doen en laten verklaard, maar veel verder dan het hoe komen we niet. Van zijn innerlijke roer selen komen we weinig te we ten. In feite te weinig. RECENSIE. KOOS POST 'Geen pardon voor Portland', Martin Koomen Uitg. Van Gennep, ƒ29,50. •Profiel Jef Geeraerts' en 'Z17', Jef Geeraerts. Uitg. Manteau, resp. 24,90 en ƒ29,90. M elfs een halve eeuw na M j die tijd kan de af- schuw en het afgrij zen voor de Duitse bezetting nog heel gemakkelijk herleven bij hen, die deze realiteit bewust hebben meegemaakt. Dat er vaar je bij het lezen van levens echte thrillers zoals Martin Koomen die maakt. Vijfmaal eerder nam Koomen zijn lezers mee terug naar de dagen rondom de Tweede Wereldoor log. Nu ligt zijn zesde verhaal in de boekwinkel. Opnieuw een verhaal uit die grauwe oorlogs tijd. En weer speelt Robert Portland een hoofdrol. Een erg aparte fi guur. Statig, stijlvol en hoofs aan de buitenkant. Maar ook een man die door dik en dun gaat als het erom gaat slachtof fers uit de handen van de wrede bezetters te houden of te halen. Als hoofd van een verzetsgroep plaatst deze Portland ditmaal de doortastende, maar oh zo menselijke Katja in een Rotter dams bordeel dat door hoogge plaatste SS'ers wordt gefrequen teerd. Als manusje van alles werkend, moet ze proberen die Duitsers bruikbare geheimen te ontfutselen. Dat is vragen om moeilijkheden. Natuurlijk wordt de kittige Katja bij haar spiona gewerk betrapt. Voor het ver haal maar goed ook, anders had Portland immers niet als een koene redder voor haar op de bres kunnen springen. Een vrij obligaat gegeven der halve. Maar het biedt Koomen wel de gelegenheid de beldem- mende sfeer van die beangsti gende tijden te doen herleven. Anderen hebben voor mij al op gemerkt dat hij dat doet door het creëren van een typisch tijdsbeeld. Taal, kleding en ge drag van de hoofdfiguren zijn zo vooroorlogs als het maar kan. Maar volgens mij geeft Koomen zo voor menigeen de oorlogsja ren duidelijker gestalte dan de talloze historische verhandelin gen die we telkens en overal weer tegenkomen dat doen. Daarbij wordt altijd heel terecht onderstreept dat we die tijden nooit mogen vergeten. Wellicht is het door Koomen getekende vrij simpele, maar natuurge trouwe, beeld van de angst van heel gewone mensen een grote re bijdrage daartoe dan weer een geschiedkundige ontleding. In elk geval was zijn boek voor mij een levendig brok 'unheimi sche' herinnering. Jef Geeraerts Jef Geeraerts, de Vlaamse au teur die zich na een aantal ro mans, verhalen, hoorspelen, es says en nog meer heeft gespe cialiseerd in misdaadromans, heeft naast de talrijke prijzen die hij in de loop der jaren ver wierf nu ook een literair 'stand beeld' gekregen. Zijn uitgever (Manteau in Antwerpen en Am sterdam) heeft namelijk een profiel van hem doen verschij nen, waarin naast onder meer een beknopte biografie en een diepgaande analyse van zijn veelzijdig werk door prof.dr. Di- na Hellemans ook een volledige Jef Geeraerts: eindelijk een 'literair stand beeld'. FOTOPR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 13