7 Hij heeft net ge luncht met Yvonne Kroonenberg en was bij de presentatie van het boekje dat ze in opdracht van si garenfabrikant La Paz maakte. Een hoop bekenden tegengeko men. „Ja, ik zal wel in een krin getje zitten, maar vraag me niet welk. Sommige mensen die ik net sprak, kom ik min of meer1 overal tegen. John Jansen van Galen bij voorbeeld, Theodor Holman en Thomas Lepeltak na tuurlijk. Maar die zit overal." 'Het is gebeurd met de trends' ZATERDAGS BIJVOEGSEL Zaterdag 11 januari 1992 Jan Kuitenbrouwer „Mensen hebben even geen zin In nieuw-nieuw-nieuw en anders-andera-andera." 'Men is op zoek naar het wezen van het leven' Jan Kuitenbrouwer is redacteur bij maandblad Esquire en auteur van trendbeschrijvende boekjes als Turbotaal (1987) en Lijfstijl (1990). Zijn derde boek Wild Zuid' verschijnt in februari bij Prometheus. Wat je merkt is dat mensen niet meer zo met materiële dingen bezig zijn, zoals design. Design is uit. Kwaliteit van het leven in de ruimste zin des woords, ik denk dat dat de kern is van wat mensen op dit moment willen. Ze zijn op zoek naar het wezen van het leven, eigenlijk." WIUM DE REK Hij heeft het druk, Jan Kuiten brouwer, schrijver-journalist ('je mag me ook alleen 'schrijver' noe- Wie schrijft, is schrijver. Zo simpel ligt dat'). Eén gesprekje tus sendoor kan wel en die lunch was erg gezellig, maar eigenlijk moet hij in retraite, anders komt zijn nieuwe boek nooit af. "Wild Zuid' gaat het heten en het wordt een ander soort boek dan zijn voorgaande. Meer een roman, minder een op somming. Met 'de aan koop van een huis' als uitgangspunt voor het verhaal. „Amsterdam is een groot dorp, je moet ingedeeld. De fragmentarisering is steeds verder doorgegaan en de clubjes waarin mensen zich bewegen, zijn steeds kleiner ge worden. Zo'n soort globale indeling als ik toen heb gemaakt, in kakkers en punkers en disco's en softies, kun je niet meer maken al was die toen ook al aanvechtbaar. Maar, en dat is de kracht en het voordeel voor degene die het eerst zo'n opsomming maakt: men heeft er niet van terug. Je bent de eerste die het onderzoekt, dus je zult het wel weten, is de redenering." „Na 'Turbotaal' zijn er wel honderd soort gelijke taalboekjes verschenen. Dat maakt het een stuk moeilijker om wéér met een al- lesomvattende, sluitende typologie te komen die als een soort eye-opener werkt. Mensen zijn het inmiddels gewend, die indelinkjes. En de 'kringetjes' worden steeds kleiner, de stijlgroepjes steeds vluchtiger en tijdelijker, en daardoor moeilijker te definiëren. Punkers en rasta's zijn gewoon geworden. Alles loopt op straat." Maar er blijft toch altijd een tijdgeest te beschrijven. „Wat je merkt is dat mensen niet meer zo met materiële dingen bezig zijn, zöals design. Design is uit. Ik merk dat zelf ook, als ik langs zo'n winkeltje loop met van die gestroomlijn de spullen en vergezochte zakmessen: heel vreselijk uitkijken met vermoeiend, en heel voorbij ook. De tijdgeest wat je aan wie vertelt, van nu..." Hij zucht. „Ik denk dat je de tijd- Daar kwam ik achter toen ik paar jaar geleden bezig was met de koop van mijn nieuwe huis. Na een zoektocht van drie jaar vonden mijn vriendin en ik het ideale huis, dat we meteen kochten. Maar wat bleek: de makelaar had het tegelijkertijd ook aan iemand anders ver kocht." „Dat escaleerde in een inge wikkelde strijd, met advocaten en kort gedingen en het hele gesodemieter, die ik in twaalf afleveringen heb beschreven in NRC Handelsblad. Dat materi aal is het uitgangspunt voor mijn nieuwe boek, waarin het natuurlijk niet alleen over die kwestie gaat. 'Wild Zuid' wordt een milieuschets: het verhaal is een middel om te be schrijven hoe men in deze tijd in het Amsterdamse met elkaar communiceert, wat de zeden zijn. De intrige is niet meer dan rode draad." Lijfstijl In zijn twee andere boeken Turbotaal (1987) en Lijfstijl (1990) is Kuitenbrouwer de ik figuur, de onafhankelijke jour nalist die het taalgebruik res pectievelijk de zeden van zijn tijdgenoten observeert en be schrijft. Zijn nieuwe boek be stempelt hij als 'fictie', al is het gegeven wel autobiografisch. Ook daarin gaat het om de tijdgeest, de omgangsvormen van nu. Jan Kuitenbrouwer profileert zich graag als chroniqueur der etiquette. „Ik blijf graag op de hoogte van wat er op dat gebied gebeurt. Vind ik leuk. Anderen volgen de politiek, of de kunst. En ik houd dit soort dingen bij." Lopen je boeken niet het gevaar Bespeur je dat ook bij jezelf, of je omge- dat ze snel volkomen achterhaald ving? „Nee, in mijn directe omgeving merk ik er nog niet zo veel van, al signaleer ik daar wel een veranderde houding tegenover het pseu- doreligieuze. Vroeger werd er echt heel kei hard en cynisch gelachen als iemand het had over chakra's of yoga of dat soort dingen. Nu wordt het getolereerd, wat volgens mij bete kent dat mensen er minder sceptisch tegen over staan." „In het bedrijfsleven is die zachte sector verschrikkelijk opgekomen. Holistische trai ningen en metafysische bijeenkomsten schieten als paddestoelen uit de grond. Juist die typen die keihard werken, die om acht uur 's avonds thuiskomen en dan alleen nog even Cheers willen zien of NOS-Laat, die fi guren die koste wat het kost in hun auto blij ven rijden, die types dus komen er nu via hun werk achter dat ze ergens iets hebben gemist. Ze moeten zich zo nodig outbounden in de Ardennen, samen met een of andere voormalige geiteharensok die daar over Kun- dulindie-energie begint. Weet je wel?" „Het is op zichzelf wel geestig dat het, als het ineens van de baas moet, veel serieuzer Waar ligt dan het verschil met twintig, vijfentwintig jaar geleden? .„Tóen ging het om een dom soort geloof, nu veel meer om een soort sceptisch-onder- zoekende houding van 'ja, er zou best iets in kunnen zitten, want er moet misschien toch wel iets anders zijn dan alleen maar het on dermaanse'. In de jaren '70 was dat geen schoorvoetende constatering, maar een greti ge veronderstelling, zo van 'natuurlijk, dat spreekt voor zich, er is van alles meer'. Er was toen trouwens ook niet zo'n neiging naar het bovennatuurlijke. Je had ook wel yoga en dat soort dingen, maar het ging daarbij meer om het zelfonderzoek, waarbij boeken als 'Ik ben okee, jij bent okee' een belangrijke rol speel den. Dat is niet wat er nu speelt. Nu wordt meer gezocht'naar wat buiten jezelf ligt, naar iets waarvan je net zo goed zou kunnen ont kennen dat het er is. Overigens heb ik zelf die hang naar het vage niet zo." Drijf je doorgaans zelf erg op de tijdgeest mee? „Als ik 'nee' zeg is dat natuurlijk een tegen strijdigheid, omdat mijn boeken blijkbaar erg aansluiten bij de tijdgeest. Dus in die zin doe ik mee. Aan de andere kant laat ik me in mijn persoonlijke gedrag niet zo erg veel aan de trends gelegen liggen, dacht ik. De meeste mensen die hier komen zijn zwaar teleurge steld, ze verwachten iets superdesignerigs en lifestylerigs te zien en dan blijk ik een soort van rustige halfintellectueel te zijn, die niet zo verschrikkelijk achter die dingen aanloopt." „Zelf vind ik dat heel logisch, want een hysterische trendvolger kan natuurlijk niet observeren. Die heeft die afstand niet. Ik wel: ik kan relativeren. Het is vaak ook verschrikkelijk gemakkelijk om je aan het volgen van de trends over te geven, je door an dere mensen te laten dicteren. Je hoeft dan geen keuze te maken. Met name in de provincie geven mensen zich daar graag aan over. Daar blijven trends in het algemeen ook het langst hangen, zeg maar in de lagere regionen van de piramide.' 2 de tóp Schrijver Jan Kuitenbrouwer constateert materiële moeheid bij de mensen geest van nu zou kunnen typeren als een soort hernieuwd zoeken naar de essenties. Naar het wezen van het leven, eigenlijk. Dat neemt op dit moment nog niet zulke heel vreselijke vormen aan, maar als het een keer écht doorbreekt, krijg je natuurlijk ook allerlei pseudoreligieuze effecten: die zijn trouwens al wel waarneembaar hoor, in de hang naar het bovennatuurlijke en zo." „Mijn boek 'Lijfstijl' is nog niet verouderd, denk ik: omgangsvor men veranderen niet zo snel als bij voorbeeld taalgebruik of mode. Veel dingen die ik daarin aanstipte, zijn nu actueel. Wat ik in 'Lijfstijl' voor spelde: dat er een reactie zou ko men op dat vreselijk dwangmatige zoenen bij een begroeting, is inder daad uitgekomen. Mensen reageren nu steeds verbaasder als je tot zoe nen overgaat. De zoengolf is voor bij. Misschien loopt men elkaar over drie jaar wel weer af te lebberen, want ook in omgangsvormen kun je een soort cyclus, een slingerbewe ging onderscheiden." En is 'Turbotaal' verouderd? „Ja, in 'Turbotaal' kun je echt wel dingen aanwijzen die passé zijn. Dat geldt vooral voor de jongeren- taal, met al die afko's kun je niet meer voor de dag komen. Woorden als depri en aso zijn natuurlijk al weer ontzettend oubollig. Jongerentaal is een korte levensduur beschoren." Wat is nu 'in' op taalgebied? „Daar probeer ik ook achter te komen. Het gekke is, dat iedereen die ik daarover aan de tand voel, zegt: 'Het is nu niet meer zo duide lijk te classificeren, zoals jij dat indertijd hebt Maar wat gebeurt van die piramide? „Op het moment niet zo veel volgens mij. Mensen zijn trends een beetje zat en hebben even geen zin in 'nieuw-nieuw-nieuw' en 'anders-anders-anders'. Ik denk eigenlijk gewoon dat men sen een beetje tot zichzelf aan het komen zijn en dat ze een soort van eerlijkheid, puurheid en zuiverheid belangrijker vin den dan hun carrière. Carrière is veel minder belangrijk geworden dan de kwaliteit van het leven: kwaliteit van het leven in de ruimste zin des woords, ik denk dat dat de kem is van wat men sen op dit moment willen. Dat zie je overal- in terug. In de mode, maar ook in het interieur van de huizen." „Tien jaar geleden kreeg je de designgolf, met al die hebbedingen, daaroverheen kwam een tweede golf met, tja, postmodern design eigenlijk, met hele bizarre vormen en vloe kende combinaties, onorthodoxe combina ties ook: beton gecombineerd met geöxy- deerd koper. Allemaal krampachtige pogin gen om uit die doodlopende straat te ont snappen en iets nieuws te verzinnen, waarbij je het zo gek kon krijgen als je het hebben wilde." „En nu zie je mensen terugkeren naarja, naar de basics eigenlijk. Ik zie het ook bij me zelf. Ik woon hier nu een jaar en ben het nog zo'n beetje aan het inrichten, maar alles wat ik koop is klassiek, authentiek, traditioneel. Niks spacy vormgegeven spullen. Ik moet dat niet meer. De twee Italiaanse bankjes die ik had, heb ik weggegeven, evenals mijn post moderne garderobekast in een soort neo-Ju- gendstil. Vond ik niet mooi, niet interessant meer. Het kan me nu absoluut niet meer schelen of iets 'in' is, als ik het maar mooi vind. Volgens mij is het gebeurd met de trend. Mensen keren zich er van af en zeg gen: ja dèaèèag, laten we eerst maar eens wat aan het milieu gaan doen." Nog nieuwe uitdrukkingen gesignaleerd? „Muts, kende je die al? Voor personen dus, hè. Ik vind het niet erg als mensen fouten maken in hun taal. Taal leeft, beweegt. Maar het moet wel mooi zijn, en helder vooral. Op het moment dat mensen niet meer weten wat ze zeggen, ga ik protesteren. Dus als poli- wordt genomen en dat die mensen er ook tici het hebben over 'er wordt nog in gaan geloven. Dan zie je in de kroeg zo'n stelletje exportmanagers met vierkante koppen met teksten als 'ja maar weet je, het is toch ergens ook wel een kwestie van het centreren van je negatieve energie en probe ren die zo veel mogelijk te laten afvloeien, zo dat je toch ook meer open staat voor Ja wel." i hele r het land toege- hoop gesproken woord i legd' haak ik af." - Wat is in 1995 populair? „De Schotse rokJa, weet ik veel."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 40