Leiden DE 'Mariniers geven alles een naampje' 'Achter de bomen zit een dwarrelwindje' 'Maatregelen tegen nekkramp niet nodig' TIJD AAN TOEN Maandag 6 januari 1992 Redactie: 071-161400 Eindre Katwijker schrijft boek over Karei Doorman, 'De dikke boot' Katwijker Arie Hoog geniet nog zichtbaar van de excuses die Prins Bemhard voor het gehoor van alle opvarenden van de Karei Doorman maakte over zijn enigszins afwij kende kledij. „De dag voordat Prins Bernhard in Curasao van boord zou gaan, stond hij de mannen te woord in W1iipcord-w\tte shorts. Zijn nette pak was in de wasma chine vernield, omdat er olie bij het water was gekomen. De wasserij werd daarom wel gekscherend de vuilver- deelcentrale genoemd". KATWIJK PETER VAN DER HULST Het is een van de vele anekdo tes die zijn vervat in een door Hoog geschreven herdenkings boek over de tijd dat dit vlieg dekschep in Nederlandse han den was. In 1948 van Engeland aangekocht als de 'Venerable' en later aan Argentinië verkocht als de 'Veinticinco de Mayo', was de Karei Doorman in de twintig tussenliggende jaren de trots van de Nederlandse mari ne. De meesten van de ruim twintigduizend bemanningsle den denken nu nog met plezier terug aan de tijd dat zij op de Doorman verbleven. Een van hen was Katwijker Hoog. Aan boord gekomen als dienstplichtig hulp-vliegtuig maker legde Hoog later als be roepsfotograaf bij de marine de geschiedenis op de gevoelige plaat vast. Jarenlang bleven de negatieven, die hij maakte in de zes jaar dat hij op de Doorman voer, onaangetast. De vinger wijzing om er een boek van te maken, was voor Hoog vol doende om in 1987 aan het werk te gaan. „Bij maritieme historie in Den Haag werd ik met open armen ontvangen, want over de Doorman was nog nooit een boek verschenen. Daar heb ik ook veel ontbreken de informatie boven water kun nen halen." Oproepen aan oude bemanningsleden leverden ver volgens voldoende verhalen, fo to's en anekdotes op om wel drie boeken samen te stellen. Samen met Hans Haring van uitgeverij Bonneville in Bergen werd de hoeveelheid materiaal teruggebracht tot een 160 pagi na's tellend boek, waarvan het eerste exemplaar gisteren op het vliegkamp Valkenburg is overhandigd aan de laatste commandant van de Karei Doorman. Een uitgave die niet alleen is voorzien van vele fo to's, maar ook van tekeningen van Rien Poortvliet. „Hij ver bleef voor zijn nummer èls tele grafist aan boord van de Door man. Voor het dagboek heeft hij vele schetsjes gemaakt en ik heb van hem toestemming ge kregen om er een aantal van te gebruiken." De titel van het boek luidt 'De dikke boot'. „Bij de marine ge ven ze nu eenmaal alles graag een naampie. Zo heette de Doorman in de volksmond ook de 'H.M. Rookverbod' of 'Loop toch Doorman'." Maar niet al leen de bijnaam van de Door man vormt een anekdote apart, het boek is doorspekt met hoogte- en dieptepunten uit de twintig jaar dat het vliegdek- schip onder Nederlandse vlag Zo kwamen drie vliegers en een telegrafist om bij diverse vliegongelukken. Ondanks de ervaring die men op kon doen met een eerder van Engeland geleende Doorman (1946-1948) was het in 1949 voor het eerst goed mis. Officiér-vlieger Van Wijk sloeg in dat jaar tijdens een landing met vliegtuig en al overboord. Tien jaar later lieten ook nog eens vijf beman ningsleden van het Belgische vissersvaartuig 'Frans Elsa' het leven. Hun boot werd in de nacht door de Karei Doorman overvarerr. Onder het hoofdstukje 'Zwaarwichtig incident' is een wolijker verhaal opgenomen. Tijdens een bezoekje aan de nog geleende Doorman in 1947 bleek een bank niet bestand te gen het gewicht van politici als minister Mansholt en freule Wittewaal van Stoetwegen. Ook het verhaal dat een kwartier meester zich in Barbados, dron ken van de rum, letterlijk bo venop andere bemanningsle den in de laatste sloep liet val len, herinnert aan de betere tij den. Hoogtepunten waren het be zoek aan Amerika en een poli tiek omstreden Japan weiger de de Karei Doorman op het laatste moment omdat Nieuw Guinea was aangedaan we reldreis in 1960. Ook in Austra lië ging alles niet even vlekke loos. Hoog: „Ondanks dat de loodsen destijds staakten, werd de Karei Doorman toch afge meerd in Fremantle. De com mandant had vier vliegtuigen verdeeld op het dek laten zet ten. Zij moesten er met hun windkracht voor zorgen dat het schip veilig aan zou leggen. Een mooi stuntje". Voor een minder mooi stuntje zorgden de havenwerkers van Porto Rico. De reis waarbij Prins Bernhard, in Curasao van boord ging, werd namelijk ongewenst verlengd. Het was de bedoeling dat de prins zijn trip in het Zuidamerikaanse land zou be ëindigen. Daar immers zou zijn privé-Dakota worden gelost. Alleen ging er iets fout. De Dakota viel uit de takels terug op het dek van de Doorman en kreeg vervolgens een ijzeren balk op zijn rug, waardoor het vliegtuig zwaar werd bescha digd. Ach, in die twintig jaar zijn eigenlijk talloze dingen ge beurd", blikt Hoog terug. Uiteindelijk werd de Door man in 1968 verkocht aan Ar gentinië. Hoog: „Er waren al plannen om 'm af te stoten, maar een grote brand bespoe digde het proces. Door onbe kende oorzaak kwamen chemi sche middelen in de machine kamers tot zelfontbranding." Het schip, dat ooit 27 miljoen gulden kostte, werd vervolgens voor 9,5 miljoen van de hand gedaan. In de hoedanigheid van Veinticinco de Mayo werd het schip nog tegen zijn oorspron kelijke vaderland ingezet tijdens de Falkland Oorlog. Sinds pakweg 1600 wonen er mensen in het vaardorp Riet veld tussen Hazerswoude en Al phen. Een idyllisch buurtschap waar vijftien jaar geleden de postbode nog met de roeiboot langs kwam. Een stel boerderij en, een molen en een café waar je een roeibootje kan huren en waar het in de winter vol zit met schaatsers. Tot het gebied acht jaar gele den werd ontsloten voor de boomkwekerij. Nu schieten hui zen, kassen en vooral bomen als paddestoelen uit de grond. Tot ongenoegen van molenaar A. Brekelmans. „Huizen en kassen zijn geen probleem. Daar gaat de wind gewoon omheen. Maar die bo men, daar gaat de wind dóór heen. Achter die bomen heb je alleen nog maar een dwarrel- windje. Daar doe je niets mee", verzucht Brekelmans. De nieuwe bewoners van de Rietveldse polder zetten bomen neer. En, nog veel erger, de ge meente heeft op 100 meter ten westen van de molen langs de weg een rij eiken geplant. „Over tien jaar is dat één grote wind- haag." Op de lange termijn zijn de bomen het grootste probleem van de Rietveldsemoien. Op een paar zaken na verkeert de mo len in een prima staat van on derhoud. De startbalk moet ver vangen worden, maar dat gaat nog deze winter gebeuren: de balk ligt al voor de deur. Daarna zijn het alleen nog de wieken die de molenaar zorgen baren. „Een flinke storm en de hekken vliegen weg. Van de windbor den heb ik er al een paar verlo ren." De Rietveldsemoien staat te boek als 'het allermooiste bezit van de Rijnlandse Molenstich ting'. De achtkantige, rietgedek- te watermolen is in 1648 ge bouwd om de nieuw ontstane polder te bemalen. Daarvoor bestond het gebied uit zeven kleine particuliere poldertjes die allemaal apart werden bemalen. „Dat werkte dus niet. Ze maal den elkaar alleen maar het wa ter toe", aldus Brekelmans. In de zomer wordt het Riet veld druk bezocht door dagjes mensen. Met een gehuurd roei bootje zetten de bezoekers koers richting molen. Ook het bij de molen gelegen, met de hand te bedienen sluisje mag zich verheugen in een warme belangstelling van toeristen. „Ze proberen allemaal door het sluisje te komen. Maar meestal lukt het niet", stelt Brekelmans met enig leedvermaak vast. De belangstelling voor de mo len neemt weieens vormen aan, die de molenaar niet erg kan De molen in het buurtschap Rietveld. MOLENS IN RUNLAND Het gaat niet goed met de Nederlandse molens. Voor de bemaling van de polders zijn ze meestal niet meer nodig. Dat gebeurt vaak al decennia lang door elektrische gema len. Sindsdien staan de molens alleen nog maar mooi te zijn. En wie wil er geld steken in iets dat alleen maar mooi is? De Rijnlandse molenstichting heeft 45 molens. Twee derde daarvan wacht op restauratie. Onlangs vroeg de stichting de gemeente Alkemade een bijdrage van 675.000 gulden. Dat is een kwart van het bedrag dat no dig is om de Alkemadese molens weer in hun oude glorie te herstellen. Op maandag in deze krant verhalen over molens in de regio die er slecht bij staan. Vandaag de tiende aflevering, over de Rietveldse molen in het waterrijke buurtschap Rietveld. Eerdere afleveringen verschenen op 26 oktober, 2,9, 16,23 en 30 november en op 7,14 en 21 december. waarderen. „Dat is wel een i deel van wonen op een molen. Mensen d< gankelijk is. Ze staan door de lopen. Die kwam de molen be ramen naar binnen te kijken. En kijken. F.n dan kijken ze nog gek toen ik hier net woonde is het op als je ze wegstuurt." Leiden aan vooravond van de kerkhervorming Belangrijke gebeurte nissen in de geschie denis hebben bijna altijd een korte of lange voorge schiedenis. Als Luther en Calvijn in het be gin van de zeventiende eeuw de stoot geven tot de kerkhervor ming, dan is aan hun optreden een periode van toenemende onvrede met en kritiek op de kerk voorafgegaan. Onvrede en kritiek, ook in Leiden? We hebben niet de indruk dat de Leidse bevolking de kerk massaal de rug toekeerde, maar met regelmaat uit ook de Leidse bevolking haar onvrede met de gang van zaken in de kerk. Het ging bijvoorbeeld bepaald niet goed met de kloosters in de stad. De belangstelling voor het kloosterleven nam af, evenals het aantal giften uit de burgerij. Steeds minder Leidenaars na men deel aan de processies en veel inwoners van de stad na men ten aanzien van deze pro cessies een weinig devote hou ding aan. De onverschilligheid van deze Leidenaars verontrust te het stadsbestuur zo erg, dat de vroede vaderen zich ge dwongen zagen in te grijpen. In 1513 kwam er een bevel, dat voortaan op elke eerste zondag van de maand een processie moest worden gehouden. Aller lei groepen, waaronder de gil den, werden gedwongen om aan deze processie deel te ne men. Je kunt je bijna niet voorstellen dat deze verplichte deelname leidde tot meer eerbied bij deel nemers en toeschouwers. De ir ritatie over de levenswandel van veel geestelijken was groot. Zo mogelijk leefden priesters en monniken in een zekere weelde. I let celibaat werd massaal ónt- Gezicht op het 's Gra vensteen in de zeven tiende eeuw, met een executie op de voor grond. Linksachter de Pieterskerk. FOTO GEMEENTEARCHIEF LEIDEN doken. Zo massaal, dat een priester met een relatie niet meer opviel. De Leidse bevol king wond zich er dan ook niet over op, maar het was ook geen bijdrage aan een groter respect voor de geestelijke stand. Kin deren van priesters kwamen ook in Leiden regelmatig voor. Men kende zelfs juridische pro cedures, waarmee geestelijken hun kinderen als erfgenaam konden aanwijzen. Dat de gedragingen van veel priesters ook door tijdgenoten als wangedrag werden ervaren moge blijken uit de volgende maatregel. In 1376 gaf Arnold van Hoorn, bisschop van Utrecht, de Leidse schout toe stemming om zich misdragen de priesters gevangen te ne men. Als misdragingen werden genoemd: tweedracht stoken, verdachte plaatsen bezoeken, rechtsuitoefening beletten, 's nachts op onbehoorlijke uren op de been zijn en hoerenhui zen bezoeken. Dit bisschoppe lijk bevel suggereert toch heel sterk dat de Leidse bevolking inderdaad redenen had om on tevreden te zijn over de plaatse lijke geestelijkheid. De eerbied voor het priester schap in de stad was dan ook tot een bedenkelijk niveau ge daald en dit leidde tot inciden ten. In 1456 werd de bevolking door middel van klokgelui op geroepen om naar het stadhuis te komen om 'heervaart te bie den'. Dat wil zeggen, de namen te horen van diegenen die on der stadsbanier ten oorlog zou den trekken. Ene Wouter van Gheen vroeg zich tijdens deze plechtigheid nogal luidruchtig af waarom de namen van 'begij nen en zusteren, de papen en broederen' niet op de lijst ston den? Wouter had dit beter niet kunnen doen, als straf moest hij op bedevaart. Uitingen van onvrede, maar ook Wouter van Gheen kon niet van ketterij beschuldigd wor den. Naarmate de tijd voort schrijdt neemt het aantal inci denten toe, maar het aantal in cidenten met een meer ketters karakter blijft gering. In 1444 werd in Leiden Claes Willemsz. gearresteerd en een tijdlang opgesloten in het 's Gravensteen. De processtukken zijn niet duidelijk, maar Claes had problemen met de mis. Hij wordt zwaar gestraft: drie uur te schande staan op de kaak, zijn rechterhand afgekapt en eeuwig verbannen. Claes' leven was de finitief verwoest. In 1507 opnieuw een geval van ketterij. Dit maal is de hoofd persoon Gerijt Claesz., een knecht van de schout Gerijt schijnt ook anderen in zijn dwa lingen te hebben meegesleept. De kettermeester, Andies Hu- gesz. uit Den Haag, stelde op verzoek van de Leidse autoritei ten een onderzoek in. Gerijt, werd veroordeeld, maar kwam er in onze ogen, zeker vergele ken met Claes Willemsz., bij zonder goed af. Gruwelijk Hij werd veroordeeld om een aantal uren in een blauw kleed met een geel kruis te kijk te staan in een draagbare houten preekstoel in de Pieterskerk. Het hielp niet. Gerijt Claesz. bleef zijn afwijkende opvattingen uit dragen en dit leidde op den duur tot zijn verbanning. Dit te kijk staan in een blauwe jas was ook in Frankrijk en Duitsland de voorgeschreven straf voor ket ters. De voller Willem Blanckert had eveneens een afkeer van de mis. Ook hij wordt door justitie aan gepakt. Zijn straf: meelopen in een processie, voor het altaar knielen en van elke priester een klap op de schouders. Meelopen in een processie was een veel voorkomende straf. Ook misdadigers werden er soms toe veroordeeld. Je krijgt dan de situatie dat misdadigers mee moeten lopen om na af loop van de processie ter dood te worden gebracht. Dit maakte van een processie een nogal gruwelijke gebeurtenis. In de zestiende eeuw werden ook ket ters op deze manier behandeld. In 1518 hebben Daniël Jacopsz. en Mees Symonsz. geluk, veel geluk. Misschien waren ze ook gewoon dronken. Toen de he ren de St. Pancrasbrug passeer den werd hun aandacht getrok ken dooreen Mariabeeldje in een houten huisje. Ze haalden het beeld eruit en omstanders waren getuige van een aantal nogal ruwe grappen. Het vonnis viel mee: 6000 stenen leveren voor de stadsmuur. In feite kwamen de heren er af met een flinke boete. Leiden aan de 'vooravond' van de hervorming. Je kunt niet spreken over een stad in beroering, maar span ningen waren er wel. Beelden waren niet langer in ieders ogen heilig. De kloosters gingen ach teruit. Er was duidelijk minder eerbied voor de processies. De levens wandel van de geestelijkheid werd steeds minder geaccep teerd. Leiden is geen uitzonde ring. Dit is het beeld dat veel steden in de lage landen verto nen aan de vooravond van de kerkhervorming. BRAM VERHOOG RUNSBURG W1L1EKE HEU KOOP „Nekkramp of meningitis is een mysterieuze ziekte die dan weer hier en dan weer daar opduikt. Het is nog steeds een groot raadsel waar het aan ligt dat de ziekte de laatste twee jaar weer vaker voorkomt dan daarvoor. Het staat ook helemaal niet vast dat de twee nekkramp-gevallen die tot nu toe in Rijnsburg be kend zijn enig verband met el kaar houden." J.T. Versteegen is plaatsvervan gend ad interim-directeur van de GGD Duin- en Bollenstreek en gemeente-arts in Katwijk. Besmettelijk is nekkramp vol gens hem niet zo zeer. „Alleen bij intiem contact bestaat de kans dat de bacterie overgaat van de ene persoon op de ande re. Maar het is helemaal niet ge zegd dat de bacterie bij ieder een die ermee in aanraking komt nekkramp veroorzaakt." Versteegen stelt dat personen die in een slechte lichamelijke conditie verkeren en daardoor vatbaarder zijn voor ziekten, wellicht eerder ten prooi vallen aan de nekkramp-bacterie. Ook in oktober 1990 kwamen in Rijnsburg enkele gevallen van nekkramp voor. Iets langer gele den stak de ziekte in Noordwijk de kop op. De paniek rondom de drie Rijnsburgse gevallen kan de arts goed begrijpen. „Het is een on voorspelbare ziekte en daarom heel bedreigend. Bij de GGD vragen docenten nu soms of het wel verstandig is een gepland schoolkamp te laten doorgaan. Maar er is geen enkele reden om zoiets af te gelasten. Het enige wat ik in zon geval aan raad, is de kinderen bijvoor beeld wat langer te laten slapen, zodat ze niet oververmoeid ra ken." Verder adviseert Ver steegen ouders extra alert te zijn op de eerste verschijnselen van nekkramp: sufheid, snel opko mende hoge koorts, hevige hoofdpijn en misselijkheid. Voorzorgsmaatregelen tegen de ziekte zijn, zo stelt Ver steegen vast, moeilijk te nemen. „Tien procent van de bevolking draagt de bacterie bij zich. Het is een raadsel dat de ene drager wel de ziekte krijgt en de ander niet. Dat met name jongeren nekkramp krijgen heeft waar schijnlijk te maken met de mate van immuniteit tegen de ziekte. Hoe ouder iemand is, hoe vaker hij of zij in aanraking is geweest met broertjes en zusjes van die meningococcen. Zo'n persoon kan daarom deze bacterie beter bevechten". Wanneer een nekkramp slachtoffer bijvoorbeeld een dis cotheek of een andere openbare gelegenheid heeft bezocht, is het niet nodig alle discotheek' bezoekers te onderzoeken of de disco te sluiten. „Wat dat betreft is het heel iets anders dan tbc. Dan moet iedereen die met die bacterie besmet kan zijn. wor den behandeld: bij nekkramp is dat echt niet nodig." Versteegen stelt voorop dat het krijgen van nekkramp nooit aan het slachtoffer zelf te wijten is. „Het enige wat je kunt doen. is zorgen voor een goede licha melijke conditie door gezond voedsel en voldoende ontspan ning. En het is ook belangrijk om goed te ventileren in ruim ten waarin wordt geleefd." s'G RAVEN Steyn IUSTITIE TOT LEYDEN Arie Hoog: 'In die twintig jaar zijn talloze dingen gebeurd'. FOTO DICK HOGEWONING

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 7