Feiten
'We moeten straten opzomeren'
Rechtstreeks kopen bij Sola
pti
nü245HÉS®V
Ex-Stasi-chef Markus Wolf
tussen leugen en waarheid
34375
Vrijdag 27 december 1991
Redactie: 023-150225 JANINE BOSMA ALTAN ERDOGAN RONALD FRISART (chef) ONNO HAVERMANS PATRICK VAN DEN HURK HANS JACOBS JOLANDA OUKES JAN PREENEN SJAAK SMAKMAN
Vertalingen: MARGREET HESUNCA LUUTJE NIEMANTSVERDRIET Vormgeving: HANS BOEZELUN
2
TOM JANSSEN
EN MENINGEN
Philip Idenburg, de geestelijke vader van de sociale vernieuwing:
Werkloze jongeren in Den
Haag die uit eigen bewe
ging het vuilnis zijn gaan
ophalen. Bewoners van
een straat in Rotterdam die
zelf de onveiligheid uit hun
buurt hebben verwijderd.
Een door een langdurig
werkloze bewaakte stalling
in de Pijp in Amsterdam
als antwoord op de vele
fietsendiefstallen.
Philip Idenburg kan tal van
voorbeelden geven van sociale
vernieuwing. En doet dat ook.
Zo vertelt hij het succesverhaal
van een bewoner van de Op-
zoomerstraat in'Rotterdam:
..Die man had net als zijn buren
de pest aan de criminaliteit in
zijn straat. Daarom riep hij ie
dereen hijeen. Hij had wel idee-
en en wilde die graag met de
anderen uitvoeren. Dat is ook
gebeurd. Met z'n allen zijn ze
lampen gaan ophangen op don
kere plekken. De gevels werden
schoongemaakt, kortom de hele
straat kreeg een face-lift. Er
werd ook afgesproken dat ie
mand die zich niet happy of on
veilig voelt, een kaart voor het
raam zet, zodat buren dan we
ten dat zo iemand behoefte
heeft aan hulp. Een straat die
eerst erg onveilig was en waar
de mensen elkaar niet kenden,
kwam daardoor helemaal tot le
ven. Sindsdien hebben we het
over het opzomeren van stra
ten".
Voor Idenburg is sociale ver
nieuwing bepaald geen verou
derd begrip. Integendeel. Hij
gelooft in zijn 'kind' waarvan hij
als de geestelijke vader wordt
beschouwd, al gaat dié familie
band hem wel erg ver. „Mensen
hebben altijd behoefte aan de
personifiëring van dingen. Het
begrip sociale vernieuwing be
stond al in Rotterdam toen ik
daarmee aan de slag ging".
Simons
Een van de degenen, die wor
stelden met alle sociale proble
men in Rotterdam was de hui
dige staatssecretaris van volks
gezondheid Simons, tot novem
ber 1989 wethouder van onder
wijs, welzijn en culturele min
derheden. „Hij gaf me een
ambtelijke notaiover sociale
vernieuwing met alle vragen op
sociaal gebied waarop het colle
ge geen antwoord had. Simons
zei: 'Geef mij die antwoorden
maar'. Waarop ik zei dat ik dat
niet kon".
„Om wat meer inzicht te krijgen
in de problematiek ben ik uit
eindelijk met drie wethouders
een rondrit gaan maken door
Rotterdam. Eerst gingen we
naar een nieuwe stadswijk in
Rotterdam-Noord. Alles zag er
spie en span uit, maar een
maatschappelijk werkster ver
telde dat er veel zelfmoord
voorkwam. Aan de mooie gevels
zag je dat niet af. Daarna gingen
we naar het Oude Westen, een
gesaneerde wijk met veel men
sen die de verhoogde huren niet
konden betalen. Ten slotte be
zochten we Schiemond aan de
Maas. Ook een nieuwe wijk,
maar in één jaar volledig ver
pauperd. De wijk hing vol graffi
ti. Vrouwen durfden 's avonds
de straat niet op. Winkels waren
er niet. Op één flat woonden
Turken samen met Grieken, die
in het klein de kwestie Cyprus
uitvochten. In korte tijd had ik
een aardig idee van Rotterdam
gekregen".
Idenburg trok er onder meer de
conclusie uit dat sociale ver
met maïzena. „Ze romme-
vernieuwing op en dat is het
dan". Volgens de gemeente Rotterdam is sociale vernieuwing voor mensen die 'aan de achterste tiet hangen'. Prof. dr. Phi
lip Idenburg houdt het liefst de omschrijving aan waarmee hij werd geconfronteerd toen hem in 1988 werd gevraagd de
sociale vernieuwing in Rotterdam handen en voeten te geven: „Er waren allerlei problemen die maar bleven liggen, zoals
eenzaamheid en het onveilige gevoel van mensen, maar ook hondepoep. Het antwoord op al die vragen kun je sociale ver
nieuwing noemen". Idenburg was oud-voorzitter van de Harmonisatieraad voor het welzijnsbeleid (een adviesorgaan van
de regering voor welzijnsvraagstukken) en ex-directeur sociale zaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Thans is hij voorzitter van het Centrum voor beleid en management van de universiteit in Utrecht. Een interview met de
'geestelijke vader' van de sociale vernieuwing, waarvoor in Rotterdam de basis werd gelegd.
Jfr^*
Idenburg: „Men moest af van de gedachte dat kortingen die door Den Haag worden doorgevoerd, automatisch betekenen dat je minder kunt doen
op sociaal gebied. Eenzaamheid is geen probleem van geld, maar heeft te maken met aandacht." foto carel richel
nieuwing zowel voor arm als
rijk moet gelden, dat bij het
streven naar het verbeteren van
de economie ook moet worden
gekeken naar het welzijn van de
mensen en dat de oplossing
voor de problemen in de ge
meente zelf moet worden ge
vonden. In dit geval in Rotter
dam en niet op een ministerie
in Den Haag. „Men moest af
van de gedachte dat kortingen
die door Den Haag worden
doorgevoerd, automatisch bete
kenen dat je minder kunt doen
op sociaal gebied. Eenzaamheid
is geen probleem van geld,
maar heeft te maken met aan
dacht. Bovendien begon men in
te zien dat de overheid niet zo
veel moet regelen. Dat vraagt
een heel andere politieke instel
ling. Lange tijd zijn mensen ge
wend geweest de vinger op te
steken. Zo van 'Vadertje Staat,
doe hier wat aan'. Gewend als
men dat was, wérd ook iets ge
daan. Maar in de jaren '80 zijn
we er achter gekomen dat er
niet meer zoveel geld is voor de
verzorgingsstaat en dat mensen
ook veel zelf kunnen".
Als een refrein laat Idenburg de
zinnetjes 'niet van bovenaf op
leggen' en 'er worden door
mensen volop initiatieven ont
plooid' in zijn verhaal terugke
ren. Steeds voegt hij daaraan
toe dat de overheid die initiatie
ven niet moet dwarsbomen
door regeltjes en door het
steeds maar doorverwijzen van
mensen. „Die mensen in de
Opzoomerstraat in Rotterdam
hebben hun straat kunnen op
knappen, omdat de gemeente
hen niet tegenwerkte. De bewo
ners hebben zelf geld ingeza
meld en hebben vervolgens zo
voordelig mogelijk lampen ge
kocht. Ze konden dat doen, om
dat het gemeentelijk energiebe
drijf niet moeilijk deed en op
het stadhuis niet tal van formu
lieren behoefden te worden in
gevuld".
Bezuinigingen
Daaruit kan gemakkelijk de
conclusie worden getrokken dat
sociale vernieuwing een ideaal
bezuinigingsmiddel is. Hoe
meer de mensen zelf doen, des
te minder hoeft de overheid uit
te geven. „Het gaat er helemaal
niet om dat er wordt bezui
nigd", reageert Idenburg geïrri
teerd. „Dat hoor ik nou zo vaak,
maar het slaat nergens op. Als
die mensen in de Opzoomer
straat niet zelf die verlichting
hadden opgehangen, dan was
dat ook niet gebeurd. De ge
meente heeft er geen geld en
tijd meer voor. En die werkloze
jongeren zijn in de Haagse
Spoorwijk vuilniszakken gaan
ophalen toen de gemeente
overschakelde van twee ophaal-
beurten per week naar één.
Zonder de hulp van die jonge
ren blijft het vuil staan. De ge
meentelijke reiniging moet nou
eenmaal de hele stad schoon
maken".
Alle ideeën van Idenburg en de
door hem gevormde commissie
sociale vernieuwing werden in
Rotterdam gebundeld in het
rapport 'Het Nieuwe Rotterdam
in Sociaal Perspectief. Daarin
wordt het 'nieuwe Rotterdam'
geschilderd, compleet met het
project banenpool voor langdu
rig werklozen, een door de ge
meente zelf bedacht experiment
dat een doorbraak betekende in
Nederland. Mensen die bijvoor
beeld als conciërge of tramcon
ducteur (Idenburg: „Banen die
te lang ten onrechte als luxe zijn
beschouwd") aan de slag kwa
men, behoefden niet langer ge
noegen te nemen met 'behoud
van uitkering', maar kregen
weer hun oude loon.
De plannen werden eind 1989
overgenomen door het nieuwe
kabinet in Den Haag. Niet zo
vreemd, omdat Simons inmid
dels van het Rotterdamse stad
huis was verhuisd naar het Bin
nenhof. Idenburg: „Toch vond
ik in eerste instantie dat het ka
binet dat niet kon maken. Hoe
kon men nou vanuit Den Haag
aan sociale vernieuwing gaan
doen? Het botste met alle uit
gangspunten, zoals we die in
Rotterdam hadden geformu
leerd: je niet afhankelijk maken
van Den Haag".
.Achteraf vind ik het prima wat
er landelijk is gedaan en dan
vooral door de commissie-
Schaefer. Op dit moment zijn
500 gemeenten met sociale ver
nieuwing bezig, toch 95 procent
van de bevolking. Dat hadden
we vanuit Rotterdam nooit kun
nen bereiken. Zolang sociale
vernieuwing maar niet van bo
venaf wordt opgelegd, is het pri
ma. Ik geloof erin. Sociale ver
nieuwing kan voorkomen dat
mensen grote hekken om hun
huis gaan zetten, zoals in Ame
rika gebeurt, of dat de politie
wijken niet meer in durft omdat
het er te gevaarlijk is".
Exclusief
Italiaans porselein
22 delig
eetservies
Model NU
"Square".
Kookset "Elegance"
4 dellg. Kookpan 2,3,4 liter.
Steelpan 1.5 liter met deksel
Geschikt voor gas, elektrisch er^
keramisch
(Msa-iwr
KAN HWA) YOOR WAART?
VOOftWMttrS
AMSTERDAM WOUTER GORTZAK
MEDEWERKER
Het is momenteel rustig rond
Markus Wolf; hij is even uit de
krantenkolommen verdwenen,
maar slechts kort geleden was
dat anders. Hans-Jochen Vogel,
de pas afgetreden leider van de
Duitse oppositiepartij SPD, had
zich daar danig aan geërgerd.
„Je komt hem elke week en
overal tegen", mopperde hij. Ja
renlang was Wolf als chef van
de Oostduitse spionagedienst
'de man zonder gezicht' ge
weest. Maar nadat hij zich in
1987 uit de geheime dienst had
teruggetrokken, schuwde hij de
openbaarheid niet langer. En in
het verenigde Duitsland streden
de media om de eer hem te mo
gen interviewen.
Wolf plaatste zichzelf in 1989 in
de publieke belangstelling met
het boek 'TroikaDe idee er
voor was van z'n broer Konrad,
die de levensloop had willen fil
men van drie mannen. Als jon
gens hadden ze elkaar in het
vooroorlogse Moskou leren
kennen: later waren ze andere
wegen ingeslagen. Terwijl hun
ouders allen hadden geloofd in
het Sovjet-socialisme, bevon
den de zonen zich na de Twee
de Wereldoorlog in verschillen
de kampen. Konrad trad in de
DDR in de voetsporen van zijn
vader, zijn inmiddels in Vere
nigde Staten en de Bondsrepu
bliek woonachtige jeugdvrien
den kozen voor democratischer
idealen. Niettemin waren ze na
1945 opnieuw met elkaar in
contact gekomen, en hun
vriendschap bleek alle verande
ringen te hebben overleefd.
Socialisme
De film is er nooit gekomen.
Konrad Wolf overleed voordat
hij eraan kon beginnen. Zijn
broer liet hij idee, aantekenin
gen en foto's na. Markus ge
bruikte die als grondstof voor
een boek over drie jongens die
waren opgevoed in het geloof
dat uiteindelijk, onder de Sov
jet-ster, een humanistisch soci
alisme zou opbloeien. Is 'Troi
ka' aardig genoeg voor een wel
willend oordeel, de onstuimige
belangstelling die het boek ten
deel viel dankte Wolf eerder aan
zijn politiek-pikante achter
grond dan aan zijn schrijver
schap. Zijn vader, de commu
nistische arts Friedrich Wolf,
was een belangrijk anti-fascis
tisch toneelschrijver en een cul
turele coryfee uit de beginjaren
van de DDR. Broer Konrad was
een van de interessantste Oost
duitse regisseurs. Maar vooral
zijn eigen status van ex-spiona
gechef droeg ertoe bij dat zijn
woorden en daden nauwlettend
werden gevolgd, in de DDR zo
wel als daarbuiten.
Wolfs aftreden als spionnen-
baas (in 1987) had al tot veel
speculaties geleid. Zag hij zich
als een soort Andropov? Deze
ex-KGB-topman had als Sovjet
partijsecretaris de eerste stap
pen gezet op de weg die Gor-
batsjov later zou gaan. Was
Wolf ook zoiets van plan, wilde
hij de strijd aangaan met staats-
en partijleider Honecker? En
werkte Wolf 'in eigen opdracht',
zoals hij zeiflater zei, of had hij
zijn optreden gecoördineerd
met de Russische KGB, waar hij
veel vrienden had zitten?
Wolf zelf zwijgt over
lijkheid dat nij pion
weest in een putsch-
Maar dat hij weinig op had met
Honecker blijkt uit zijn tweede
boek 'In eigenem Auftrag', over
zijn belevenissen in 1989. En
door nadrukkelijk te melden dat
anderen hem zagen als „ver
hoopt opvolger" van Honecker
(Hoffnungstrager) wekt hij de
indruk daarvan zelf ook wel
eens te hebben gedroomd.
Illusies
Dat hij zich daarin vergiste
bleek op 4 november 1989, kort
voordat de Muur werd openge
zet. Tijdens een grote demon
stratie op de Oostberlijnse
Alexanderplatz maakten de
honderduizenden een einde
aan Wolfs illusies. De organisa
toren, enigszins dwarsliggende
Oostduitse kunstenaars vooral,
hadden ook Wolf gevraagd het
woord te voeren. Het werd een
koude douche, toen de demon
stranten hem niet toejuichten
als 'humanistisch socialist'
maar uitjouwden als Stasi-gene
raal. Wolf Bierman, als regime
criticus in 1976 uit de DDR ge
zet, bracht nog onlangs onder
woorden wat de demonstranten
in 1989 dachten. „Markus Wolf?
Een elegante schooier, die net
doet of hij bij de geheime dienst
een Echte Heer is geweest", zei
Bierman. „Hij leeft van het
plunderen van de morele reke
ning van zijn beroemde vader
en zijn dode broer."
Al erkent Markus Wolf schoor
voetend medeverantwoordelijk
te zijn voor het mislukken van
'het socialistische experiment',
hij zegt niet schuldig te zijn aan
de ellende die de Staatsveilig
heidsdienst heeft aangericht.
Want al was hij Stasi-generaal,
zijn spionagedienst had, zegt hij
„geen aandeel in de binnen
landse onderdrukking". Hoog
uit heeft hij spijt van wat zijn
dienst soms in het buitenland
aanrichtte. Zo betreurt hij ach
teraf dat bondskanselier Brandt
ten val kwam, toen diens ver
trouweling Guillaume een Oost
duitse agent bleek. Maar Wolf
houdt vol dat de Oostduitse
spionagedienst niets heeft ge
daan waarvoor een rechtgeaard
spion zich hoeft te schamen.
„Aan mijn handen", zegt hij bij
herhaling, „kleeft geen bloed".
Borgtocht
Na eerder te zijn uitgeweken
naar Moskou bevindt Wolf zich
nu weer in Berlijn. Er lag een ar
restatiebevel, maar hij is op
borgtocht vrijgelaten en mis
schien wordt hij nooit vervolgd.
Het hoogste Duitse rechtscolle
ge, het Bundesverfassungsge-
richt, onderzoekt of vervolging
van gewezen Oostduitse spion
nen strijdig is met het 'gelijk
heidsbeginsel' in de Duitse
grondwet. Volgens dat beginsel
zou Oostduitse spionage in de
Bondsrepubliek niet achteraf
mogen worden vervolgd, als
Westduitse spionage in de DDR
toelaatbaar wordt geacht.
Zelfs als het Bundesverfass-
ungsgericht concludeert dat ex-
DDR-spionnen vrijuit moeten
gaan, hopen sommigen Wolf te
kunnen vervolgen. Hij was im
mers, zeggen ze, geen leider van
een 'normale' spionagedienst
maar van een „een organisatie
die zich zonder scrupules van
ieder denkbaar middel bedien
de". Daarom „hoort een man
als Wolf voor de rechter, ook als
hij zich tegenwoordig graag laat
interviewen als hoogleraar in
edelspionage".
Echt bezorgd lijkt Wolf daarover
niet te zijn. Misschien was zijn
dienst behalve succesvol ook
betrekkelijk 'schoon'. Wellicht
ook is alles tijdig vernietigd dat,
in de Oostduitse archieven,
naar echte schurkenstreken ver
wijzen kon. En tot slot is het
nog mogelijk dat Wolf gewoon
te veel weet om hem voor een
rechtbank vrijuit te laten pra
ten. Veel hoogwaardigheidsbe
kleders in de Bondsrepubliek
onderhielden te nauwe betrek
kingen met de DDR om daar nu
nog aan herinnerd te willen
worden.
Markus Wolf: Die Troika. Uitg.
Claassen, Düsseldorf. ISBN 3-
546-49838-9
Markus Wolf: In eigenem Auf
trag. Bekenntnisse undEinsich-
ten. Uitg. Schneekluth, Mün-
chen. ISBN3-7951-1216-8
Markus Wolf en zijn echtgenote bij het verlaten van het kantoor van de openbaar aanklager enkele r
geleden. Wolf werd op borgtocht vrijgelaten.