door de lage landen i1
Halverwege de Afsluitdijk: dat strak gespannen touwtje tussen Holland
en Friesland.
UMUIDEN - Even wat eten bij De Visschende Leeuw op de sluizen van IJmuiden. 'Alle dagen ge
opend', staat er met chocoladeletters op bord aan de gevel. Dichterbij gekomen blijkt er met klei
ne letertjes onder te staan: 'Maandag gesloten'. Laat het vandaag nou net maandag zijn.
plaats van naar zoemend asfalt luister ik te
vreden naar het gerommel van klinkertjes.
Dit is West-Brabant op zondag. Het land van
wielerwedstrijden rondom hoge kerktorens
/an pastoors die met wapperende rokken
de pastorie uit waaien. „Het is hier goed wo-
n", zegt de broeder aan de poort van de
abdij, voorzichtig zijn woorden proevend.
„Nergens anders heb je zo'n goed innerlijk
contact met de Heer."
Later, bij Oudenbosch, heeft de mist zich
opnieuw als een voile zachtjes over het land
gevlijd, zicht en geluid dempend tot een we
reld van een paar vierkante kilometer. Ik had
Zouaven-museum willen bezoeken,
ir dat is dicht. Heel veel musea in Neder
land zijn op zondag dicht. Dat lijkt stom, en
is het ook. Na een korte vertreding in de
basiliek peddel ik in stilte verder. Niets ver
stoort de rust. Af en toe de uitdijende voor-
krimpende achterlichten van een auto en
alleen op het veer van Nieuw-Beijerland naar
Spijkenisse een praatje met de pontbaas.
Nou ja, praatje...
O. L. VROUWE TER NOOD - Onze Lieve Vrouwe ter
Nood ligt tussen Limmen en Heiloo. Per jaar trekt 'Kapel'
of 'het Putje', zoals de plek in de omgeving bekend staat,
dertigduizend pelgrims. Waarom juist hier een bedevaar
toord? Joop Admiraal en Jaap Metselaar, die 'pro deo' de
bladen aanharken, weten het. Dat komt in de eerste
plaats door de oude Maria-bron met geneeskundig wa
ter, onthullen ze. Maar er is ook nog iets met ene Nelis.
Die vond hier in de oudheid drie kievitseieren. Tegelijk
met een houten beeldje van de Maagd Maria dat hij een
dag eerder op een andere plek ook had zien liggen en dat
hij aan z'n 'moedertje' had geschonken. Ja, en toen dat
verhaal bekénd werd, toen stroomde het volk van heinde
en verre toe. Of er al echte wonderen zijn gebeurd? Joop:
„Geestelijk wel, zou 'k zo denken."
- „Beetje fietsen?"
-Ja, beetje fietsen.
waar je zin in hebt.
'Hallo'
Eens bracht ik haar, die later mijn vrouw zou
worden, per fiets naar het station van Heiloo.
Ik reed met een stijve noordwester in de rug
vervolgens zo rap naar Zaandam dat ik daar
eerder arriveerde dan de stoptrein waarin zij
zat. Met bevende benen van vermoeidheid,
maar me inwendig verkneukelend, wachtte
ik haar op bij de uitgang. Wat zou ze opkij
ken. Nee dus. „Hallo", zei ze. Net die pont
baas van Nieuw-Beijerland.
Hollanders houden niet van heldendom.
Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg.
Hoe anders zijn de Belgen. In Stj Jozef drink
ik een colaatje in De Sportvriend, het suppor
terscafé van Jimmy Geerts. Foto's van de held
bedekken een flink deel van de muur, links
van de ingang. Rechts glimmen alleen maar
Playmates. „Jimmy Geerts?" vraag ik.
„Da's 'ne coureur", wordt me uitgelegd,
,,'ne nieuweling. En pas op hè,
dat wordt 'ne grote. Hij is zestien
jaar en heeft al veel koersen ge
wonnen. We gaan 'm straks 'ne
fonkelnieuwe velo geven."
Eigenlijk is Jan Egbert Postma
de enige die tijdens mijn vier
daagse zonder toespelingen mij
nerzijds vraagt vanwaar ik kom
en waarheen ik ga. Jan Egbert is
slager te Engelum, of wacht even,
dat heb ik niet goed gezegd: Jan
Egbert is slager te Leeuwarden,
maar wóónt in Engelum. Jan Eg-
bert laat net z'n vier windhonden
uit als ik uit de nevel kom aan
sukkelen. Ik heb het koud en nat,
m'n trainingspak slobbert als een
dweil om me heen.
„In topvorm halen ze 67 kilo
meter per uur", vertelt Jan Eg-
bert, wijzend naar de onrustig
om hun as heen draaiende die
ren. Ik was helemaal niet van
plan het daar over te hebben,
maar hij toevallig wel. Want,
weet hij zeker, ik kan lang niet zo
hard, al heb ik nóg zo'n 'snel
fietsje'. Dat moet ik toegeven. We
babbelen nog wat over de
schoonheid van Engelum, maar
uiteindelijk vraagt hij dan toch
de vraag der vragen. Deksels
mooi vindt-ie dat, op de fiets van
Nazareth naar Bartlehiem, wel,
wel, wel... .Alleen, hoe komt u
dan hier terecht?"
Dat vraag ik me ook af. Ik ben
bij Pingjum het Friese land in ge
doken en prompt aan het zwer
ven geslagen. Tzum, of all places.
En Lollum. En - echt waar -
Lutjelollum en Slappeterp. In En
gelum, in het aangezicht van Jan
Egbert Postma, geef ik de strijd
op. „Weet u de weg naar Bartle
hiem?" Natuurlijk weet Jan Eg-
bert Postma die. Vijf kwartier la-
TWISK - Voor velen het mooiste dorp van Noord-Holland: Twisk. Boerderijen als piramiden, een
zich langs de dorpsstraat slingerende sloot met bruggetjes en stoomlocomotief nummer 7742, de
loc die vroeger als Bello dienst deed op het traject Alkmaar-Bergen aan Zee Nu dokkert het
treintje 's zomers bijna elke dag door Twisks beschermde dorpsgezicht van Hoorn naar Medem-
blik en terug. Blazend, proestend en gillend. Tot vermaak van de meereizende toeristen die van
het nog veel mooiere Kolhorn verderop gelukkig geen weet hebben.
PINGJUM - Weinigen
weten hoe aardig
Pingjum is. En - even
verderop - Kimswerd.
En Arum, met die rare
klokketoren. En
Wommels, waarover
Jac. van Hattum zo'n
prachtig gedicht heeft
geschreven. Een ge
dicht dat ook op de
rest van Friesland
slaat De eerste twee
kwatrijnen: Over het
dorp staat Meinte IV-
/de goud-bekroonde stamboekstier;/begrensd door vier lijnrechte sloten/ligt Wom
mels tussen Meintes poten. En verder ligt, naar alle kant,/gegazonneerd, Cods eigen
land;/en in die welige landouwen/grazen, gestamboekt, Meintes v
BARTLEHIEM - In Bartlehiem, in het grote witte huis op de kruising van Finkumer Vaart en Dok
kumer Ee, past Joos Rienks op haar ernstig zieke moeder. Soms moet ze medicijnen halen bij de
dokter, een kwartier rijden verderop. Maar dan waakt Joop, de buurman. Of een van de andere
Bartlehiemers. Joos, ruim tien jaar geleden vanuit Haarlem naar hier verhuisd: „In Bartlehiem be
staat nog nabuurschap. Als ik slaap, komen ze me ook weer aflossen." In de toekomst zou ze
van haar huis wel een museum willen maken, een Elfstedentocht-museum. Ze zegt: „Een mooie
re plek kan je toch niet bedenken? Het beroemdste dorp langs de route!" Maar voorlopig ligt
Franeker dwars. Daar willen ze ook iets dergelijks. „En", sombert Joos, „van het grote geld win je
het natuurlijk nooit."
ter sta ik op het uit de Elfstedentocht zo be
roemde bruggetje dat zich in een triomfante
lijke boog over de Finkumer Vaart wielt
Geen rimpeltje trekt over het water, zelfs de
wind is in Bartlehiem afwezig.
Nachtmerrie
Bij Joos Rienks, in het witte huis aan de voet
van het bruggetje, drink ik koffie. Verhalen
over de Elfstedentochten van '85 en '86. De
eerste was leuk, de tweede een nachtmerrie,
's Nachts om half een, toen de schaatsers in
Leeuwarden nog van start moesten, hadden
tweeduizend paar voeten van dronken toe
schouwers de tuin van Joos al vertrapt. De
angst voor die brandende spandoeken, dat
lawaai, de verwoeste ligusterhaag langs het
water die zich nog altijd niet heeft hersteld...
Om over de nasleep nog maar te zwijgen.
Zelfs hartje zomer stommelden ze het brug
getje op om met de schaatsen om hun nek
een foto te laten maken.
Ferry Botter, aan de overkant van de Dok
kumer Ee, kreeg er zeker moment genoeg
van. Toen hij opnieuw z'n boerderij niet kon
WADWAY - Wadway spreek je uit als Wat-
waj. Wie ooit een voorstelling heeft meege
maakt in het befaamde, aan het einde van
een stinkslootje staande theaterkerkje weet
dat natuurlijk al lang. Maar je zal de mensen
de kost moeten geven die nog altijd niet we
ten dat Freek de Jonge hier z'n theaterde
buut maakte. En hij is de enige niet, zou
Youp van 't Hek zeggen. Daar zien ze in
West-Friesland trouwens totaal geen been
in: kerken gebruiken voor een ander doel
dan waarvoor ze werden opgetrokken. Ver
derop, in Zijdewind, stalden ze in de kerk ja
renlang vee.
AFSLUITDIJK - Aan het einde van de Afsluit
dijk, in het restaurant, staat een automaat
waarin je kunt aflezen hoe sexy je bent. Na
de befaamde mededeling van Harmen Sie-
zen in het journaal („Onderzoek heeft uitge
wezen dat fietsen de viriliteit bevordert")
stopt de kouwkleumende wielrenner z'n vin
ger in de gleuf en werpt hij een gulden in.
Siezen had gelijk. Rinkelende bellen en een
aan en uit knipperend waarschuwingslicht.
„U bent klaar voor actie", leest'de rillende
gebruiker op het paneel.
verlaten omdat auto's het toegangspad blok
keerden, wrikte hij het bord van het hek
waarop stond 'Inrit Vrijlaten a.u.b'. Over
a.u.b. haalde hij een verfkwast en schilderde
daarvoor g.v.d. in de plaats. Dat hielp al iets.
En nu? Nu ziet Joos Rienks een Elfsteden
tocht wel weer zitten. „Maar dan een echte,
weet je wel. Zo'n verschrikkelijke met vijftien
graden onder nul en onophoudelijke
sneeuwval."
's Avonds rij ik langs een nieuw fietspad
naar Leeuwarden. Recht voor me glinstert
het smalle asfalt in het licht van de doorbre
kende maan, links deint het zwart van de
Dokkumer Ee. De regelmatig op elkaar gesta
pelde lampjes van de grote stad, verderop,
wijzen de weg. In het hotel aangekomen,
neem ik een warm bad en sla de bijbel er nog
maar eens op na. Wat deden Maria en Jozef
toen ze in Bethlehem arriveerden?
'Terwijl zij daar waren', schrijft de evange
list, 'verstreken de dagen dat zij moest baren
ten volle. En zij baarde haar zoon, de eerstge
borene en bond hem in windsels van doeken
en legde hem in een kribbe, omdat er in het
gastverblijf geen plaats voor hen was'.