Kunst
Jongkind, een Hollander in Frankrijk
Jong talent op kerstconcert
NeumannVan der Heide en de geometrische abstractie
'Goldreyer verpestte
ook een Mondriaan'
Een tak van de blauwe Nijl
mist rustpunten
Dinsdag 17 december 1991 Redactie: 071-161400 CEES VAN HOORE ANNEMIEK RUYGROK JAN RUSDAM SASKIA STOEUNGA Eindredactie: HANS SONDERS Vormgeving: PIET KOOREMAN
Muntenschat
Tzummarum
'illegaal'
opgegraven
LEIPEN ANP
De 2.600 munten die in
Tzummarum zijn opgegra
ven hadden naar de letter
van de wet moeten blijven
liggen. Het is in Nederland
verboden om naar oudheden
te graven zonder toestem
ming van de Rijksdienst voor
Oudheidkundig Bodemon
derzoek te Amersfoort.
Deze vondst is echter met
een metaaldetector opge
spoord en het bereik daarvan
is niet dieper dan dertig tot
veertig centimeter. En over
die laag maakt niemand zich
druk. aldus conservator A.
Pol van het Munt- en Pen
ningkabinet te Leiden. „Ei
genlijk zijn we blij dat ama
teurarcheologen losse dinge
tjes opgraven, want archeo
logen hebben daar geen tijd
voor. Het betreft hier alleen
een hele grote vondst", aldus
Pol.
Hoewel de eigenaar verze
kerd is van zijn aandeel van
62.500 gulden, is de familie
Meijer niet eerder blij dan
dat ze het geld in huis heeft.
Het Penningkabinet heeft
nog problemen om de finan
ciering van de munten rond
te krijgen.
Het aankoopbudget van
50.000 gulden per jaar is niet
genoeg voor de 125.000 gul
den die de munten moeten
opbrengen.
Een van de foto's die te bezichtigen valt in De Kleine Klup.
FOTO KADIR VAN LOHUIZEN
Rudi van Dantzig in 'Burcht Literair'
LEIDEN - Lex Bohlmeijer spreekt op donderdag 19 december
met Rudi van Dantzig in 'Burcht Literair'. De choreograaf en
voormalig leider van Het Nationale Ballet schreef in 1986 zijn ro
man 'Voor een verloren soldaat'. Met gesprekspartner Bohlmeij
er, neerlandicus en programma-maker bij NCRV-radio, bekijkt
hij fragmenten uit zijn ballet 'Monument voor een gestorven
jongen' (1965) dat qua thematiek verwant is aan zijn roman,
waaruit hij ook zal voorlezen. Aanvang: 20.15 uur, Burgsteeg 14,
Leiden.
Foto-expositie Kadir van Lohuizen
LEIDEN - Fotogalerie 'De Kleine Klup', Nieuwe Rijn 1 in Leiden,
toont t/m 16 januari foto's van de Utrechtse fotojournalist Kadir
van Lohuizen. Zijn werk (zwart-wit) valt te omschrijven als soci
aal documentaire fotografie. Hij werkt voornamelijk in het bui
tenland, het liefst aan langdurige projecten. De foto's die in De
Kleine Klup worden geëxposeerd zijn begin dit jaar gemaakt in
Zuid-Afrika en Mozambique. De expositie is te zien van maan
dag t/m zaterdag van 10.00 tot 22.00 en op zondag van 12.00 tot
22.00 uur.
Een gietijzeren kandelaar met
lange kaarsen staat uitnodigend
te flakkeren voor een van de
smalle hoge ramen van 't Huys
Dever. Vanuit de ridderzaal via
een wenteltrap kom je in de ka
pelzaal. De harpiste staat nog
uitgebreid en zorgvuldig haar
instrument te stemmen naast
een imposant gebeeldhouwde
schouw. Muren van drie meter
dik omsluiten de kapelzaal,
waarin ongeveer 35 mensen dit
intieme concert bijwonen. Het
duo Irene van den Heuvel en
Mariska Pool speelt nog maar
kort met elkaar, maar dat hier
jong talent voor ons zit, wordt
in de loop van de avond duide
lijk.
Opvallend energiek wordt er
gespeeld, met een toon die bij
beiden klinkt als een klok. Voor
de pauze was het geweld soms
tè groot voor deze kleine ruim
te. Was het samenspel nog niet
altijd in balans, was de cello
aanvankelijk niet steeds even
zuiver, in het Grave et appass-
sionata' van H. Andriessen was
het spel van Van den Heuvel
zeer doorleefd en overtuigend,
en was die volle robuuste toon
alleen maar mooi, evenals het
harpspel van Mariska Pool in
'Una luz en el mar' van A. Ortiz.
Na de pauze zong de alt Mar-
ja Pool. Veel ingetogener waren
nu harp en cello, waaruit bleek
dat het duo ook over begelei
dingscapaciteiten beschikt.
Heel delicaat begeleidde Maris
ka haar moeder in het lied 'En
prière' van Fauré, sober maar
veelzeggend parelden haar ak
koorden. Voor kleine tedere
kerstliedjes was Pools stem
minder geschikt. Ze klonken al
le wat té gechargeerd.
Inhoudsvoller klonk haar wat
scherpe 'mezzo-sopraanachti
ge' stem in 'Sento nel cuore'
van Scarlatti. Marja Pool zorgde
ook voor kleine intermezzi in de
vorm van gedichtjes en korte
verhalen, onder meer een kerst
verhaal waar Gerrit Komrij een
vorige-eeuwse romantisch sen
timentele vertelling parodieert
en verplaatst naar 1990. Dat had
volgens mij wat gekker, uitge-
strekener gezegd moeten wor
den. Ik zag de ernst (en luim)
van het verhaal, op deze manier
gebracht, niet in. Maar wie ge
komen was voor muziek en
sfeer, werd ruimschoots be
loond.
straat 14. Leiden.
Jarenlange vriendschap verbindt Juul
Neumann en Herman van der Heide -
een vriendschap die dateert uit de pe
riode van Creatie, de kunstenaars-groe
pering die de nadruk legde op een zui
ver abstracte kunst waarin vorm en
kleur vooropstonden. Beide kunste
naars waren na de oprichting van Liga
Nieuw Beelden in 1955 lid van deze
kunstenaarsvereniging die streefde naar
samenwerking tussen architecten en
beeldend kunstenaars.
Juul Neumann (1919) bewijst in zijn
recente werk dat hij een sterk samen
hangend oeuvre heeft opgebouwd. Hij
ontwikkelde zijn ideeën over een ab
stract geometrische kunst in de jaren
vlak na de Tweede Wereldoorlog. De
composities uit die tijd laten na een
duidelijke stilering van vormen een
groei naar strak geometrisch werk zien.
Sinds zijn deelname aan Creatie hebben
niet alleen zijn toen geformuleerde in
zichten hun geldigheid behouden; het
zelfde gaat op voor enkele composities
die in deze jaren ontstonden. De Ont
werpen voor de schilderijen 'Drie rood'
en voor 'Een rood' dateren van 1957,
maar pas dit jaar voerde Neumann de
werken uit.
De selectie van Neumanns werken
voor deze expositie geeft niet alleen een
goed beeld van de opbouw van zijn
composities, maar ook van de verschil
lende fasen in zijn werk. Een land
schapsschilderij uit het begin van de ja
ren veertig vertoont al een zekere strak
heid van vorm. Geleidelijk aan ver
dwijnt de figuratie en in een werk uit
1947 komt de eigen stijl van Neumann
naar voren. Deze kenmerkt zich onder
meer door vervlechting van kleurvlak
ken, horizontale en verticale banen en
cirkelvormen.
Voorbeelden uit de jaren zestig laten
zien dat na zuiver geometrische ab
stractie figuratieve elementen terugke
ren. zoals een naakte figuur in "Volup-
te" uit 1960. Het werk van de afgelopen
jaren toont echter sterke verwantschap
met het werk uit de tijd van Creatie en
de Liga. Neumann herhaalt zichzelf
geenszins, maar gaat verder met zijn
eerder gevonden beeldtaal.
Herman van der Heide (1917) is bij
Liga Nieuw Beelden eveneens vertegen
woordigd met zowel twee- als drie di
mensionaal werk, maar meer dan Neu
mann is hij in zijn benadering als beeld
houwer herkenbaar. Dat blijkt onder
meer uit een vroeg olieverfschilderij
(begin jaren vijftig), waarin de gestileer
de, door zware contouren aangezette fi
guren een groep vormen die heel goed
als plastiek voor te stellen is. Van der
Heide maakte in die periode sculptuur
in hout, waaronder totemachtige objec
ten, die qua vorm en decoratie sterke
invloed van primitieve kunst vertonen.
Naast een vrij recent wandreliëf waarin
strenge geometrie domineert, zijn er
enkele beelden uit de jaren zestig en ze
ventig te zien die een idee geven van
Van der Heide's ontwikkeling.
Een geheel andere kant van artistieke
activiteit van beide kunstenaars komt
aan bod in de selectie tekeningen die
het resultaat zijn van tekenavonden met
vrienden. Al sinds de jaren vijftig tot het
begin van de jaren zeventig kwam deze
tekenclub bijeen om studies naar naakt
modellen te maken.
De huidige presentatie past in de
reeks van exposities die een beeld geven
van de periode van de 'doorbraak', dat
wil zeggen de naoorlogse moderne
beeldende kunst in Nederland.
Felix Burleson in 'Een tak van de blauwe Nijl': nonstop acteercaravan.
FOTO JEAN VAN LINCEN
Representatieve overzichtstentoonstelling in slot Zeist
DEN HAAG GPD
Een schilderij van Piet Mondri
aan blijkt op dezelfde manier
door de Amerikaanse restaura
teur Goldreyer te zijn behan
deld als „Who's afraid of Red,
Yellow en Blue III'. Goldreyer
restaureerde dit doek van Bar-
nett Newman niet, maar verfde
het met een roller over. Volgens
twee restaurateurs van het Ge
meentemuseum in Den Haag is
datzelfde gebeurd met Mondri-
aans 'Compositie uit 1927'. „Na
de behandeling door Goldreyer
zag dit schilderij eruit als een
formica tafelblad", aldus restau
rateur W. van den Noort.
Het schilderij van Mondriaan
is privé-bezit van een Ameri
kaan en maakte een aantal ja
ren geleden deel uit van een
tentoonstelling die in het Ge
meentemuseum werd gehou
den.
Twee restaurateurs van het
museum zagen het schilderij
voordat het naar Dei) Haag
kwam op een foto, die in New
York van het origineel was ge
nomen. „Kenmerkend voor een
Mondriaan was dat het schilde
rij toen in een vrij slechte staat
verkeerde, met een onregelma
tig oppervlak vol barstjes (cra-
quelé)", vertelt de eveneens aan
het museum verbonden restau
rateur J. Venema.
Enkele maanden later arri
veerde het schilderij in een kist
bij het Gemeentemuseum. „We
waren nogal verbaasd toen er
een schilderij tevoorschijn
kwam met een oppervlak dat
nogal afweek van wat we ons
via de foto hadden voorgesteld.
De structuur was eruit verdwe
nen. Van die typische Mondri-
aan-eigenschappen als de le
vendigheid van de verf, het cra-
quelé was niets meer overgeble
ven", aldus Venema.
Bij nader (microscopisch) on
derzoek in het atelier van het
Gemeentemuseum bleek dat
inderdaad de witte vlakken wa
ren overgeschilderd. „Onder het
monogram PM van de schilder,
waren nog de opstaande rand
jes zichtbaar van tape waarmee
de letters waren afgeplakt", al
dus de restaurateurs. „Wij zei
den toen tegen elkaar: dat is een
Mondriaan minder."
In februari 1988 is één van de
restaurateurs bij de bruikleen
gever op bezoek geweest in ver
band met een ruiltentoonstel-
ling. Aan de kleinzoon werd
toen voorzichtig gevraagd wat
de familie van de restauratie
vond. „Hij liet zich buitenge
woon enthousiast uit en vertel
de dat een van de grote restau
rateurs van Amerika, Goldreyer,
dat tot volle tevredenheid voor
hen had gedaan", aldus Vene
ma.
De Amsterdamse gemeente
raad praat vandaag over de on
herstelbare schade die restaura
teur Goldreyer aan het doek van
Newman heeft toegebracht en
de gevolgen daarvan. De restau
ratie kostte in totaal acht ton.
Jubileumconcert
Van Wassenaer
Ensemble
WASSENAAR
Het Van Wassenaer Ensemble
geeft op donderdag 19 decem
ber ter gelegenheid van zijn eer
ste lustrum een jubileumcon
cert in de Messiaskerk in Was
senaar. Medewerking aan dit
concert verleent de Wassenaar-
se pianiste Toos Onderdenwijn
gaard. Haar werden de Elisa
beth Evertsprijs en de Vrienden
krans van de Vereniging van
Concertgebouwvrienden toege
kend. Toos Onderdenwijngaard
treedt geregeld op als soliste bij
Nederlandse orkesten, in reci
tals en voor radio en televisie.
Zij maakte onder meer toemees
naar de Sowjetunie, Zuid-Ame-
rika, India, het Nabije Oosten
en in Europa.
Het Van Wassenaerensemble
ontleent zijn naam aan de Ne
derlandse musicus en compo
nist Unico Willem van Was
senaer (1692-1766). Het werd in
1986 opgericht door de violiste
Janine Grabwsky. Vaste dirigent
van het ensemble is Benjamin
Boers, die als hoboïst (ook) ho
bo doceert aan onder meer de
Streekmuziekschool in Leiden.
Hij zal ook het jubileumconcert
leiden.
Het ensemble voert werken
uit van Mozart (ouverture tot de
opera 'La Clemenza di Tito'),
Schubert (Symfonie 3 in D) en
Ludwig van Beethoven (concert
voor piano en orkest 1 in C,
opus 15).
Aanvang van het concert:
20.15 uur.
NIEUWSLIJN
THEATER
RECENSIE ERIC VAN DER VELDEN
Voorstelling- Een tak van de blauwe Nijl,
van Derek Walcott Groep: De Nieuw
Amsterdam. Regie: Rufus Collins
Gezien: 14/11 De Blauwe Zaal,
Utrecht
Te zien: 19/12 Schouwburg.
Leiden
'Waar gaat dit over, dit heeft
niets met mijn leven te maken'.
In 'Een tak van de blauwe Nijl'
vindt een lid van een Caraïbi-
sche theatergroep het een
slechte zaak dat er onder een in
Engeland gestudeerde regisseur
gewerkt wordt aan de opvoering
van 'Antonius en Cleopatra' van
Shakespeare. Waarom de eigen
Westindische cultuur verloo
chenen? Waarom meedoen aan
de jacht naar culturele status
met het op het repertoire zetten
van een schrijver die zo over
duidelijk in de Europese thea
tertraditie is geworteld?
De schrijver van 'Een tak van
de blauwe Nijl', de uit Trinidad
afkomstige Derek Walcott, gaat
ongetwijfeld een belangrijk dis
cussie aan. Alleen is zijn uitwer
king dusdanig breedsprakig en
vol zijlijnen (tot homoseksuali
teit aan toe), dat deze blanke
Europeaanse recensent hetzelf
de gevoel bekroop als het aan
gehaalde personage uit het stuk.
Fors aangezette conflicten trek
ken als een carnavalsoptocht
voorbij. Mocht er van een span
ningsopbouw sprake zijn, dan
heeft regisseur Rufus Collins
van de multiculturele theater
groep De Nieuw Amsterdam die
verdonkermaand. Zijn aanpak
doet geen enkele handreiking
aan een naar stilering en rust
punten snakkende (westerse)
kijkbehoefte. Nonstop dendert
de acteercaravaan voort.
Er zijn wel een paar aantrek
kelijke scènes te onderscheiden.
De diepere betekenis van de
vettig Antiliaans/Surinaamse
tongval waarmee de oer-Hol-
lands ogende Paulette Smit
haar rol van een naar roem
hunkerende actrice speelt ont
gaat mij, maar vermakelijk is
haar karikatuur wel. Amusant is
ook de inbreng van Alida Neslo
en Victor Bottenbley, die een
paar altijd weer dankbare persi
flages van jezusfteaks ten beste
geven.
Behalve aan de vraag hoe
trouw te blijven aan de eigen
culturele wortels, wijdt Derek
Walcott nogal wat woorden aan
het verschil tussen het optreden
in de kerk en het optreden in
het theater. Is er wel een ver
schil, of anders gezegd: zou er
een verschil mogen zijn? Echt
duidelijk worden doen Walcotts
denkbeelden over kunst en reli
gie niet. Mogelijk ligt dat aan de
regie, die zoals al gezegd vooral
de nadruk op vaart en uitbun
digheid legt.
Hij isoleerde zich steeds meer
en bleef zijn in Frankrijk zo be
geerde Hollandse landschappen
en 'effet de lune'-taferelen ma
ken. Zondigend tegen de regels
van het academisme en daar
door steeds de moeite waard,
maar niet doortastend genoeg
om zich definitief in de voor
hoede van de toenmalige kunst
beoefening te nestelen.
De tentoonstelling in Zeist is
een overtuigend pleidooi voor
de kwaliteiten van Jongkind en
voor de stelling dat Jongkind
van cruciale betekenis is ge
weest voor de ontwikkeling van
de landschapschilderkunst van
de 19de eeuw. Dus toch een be
langrijk schilder?
Jongkind, een Hollander in
Frankrijk is te zien in Slot Zeist
t/m 2 februari; di t/m vr 11-17
uur, za en zo 13-17 uur; geslo
ten 25 en 31 december, 1 janu-
Individualist
Al die kwaliteiten zouden Jong
kind een van de grote impres
sionisten hebben kunnen ma
ken als hij als persoon niet zo'n
uitgesproken individualist was
geweest. Hij heeft zich - on
danks het feit, dat hij de im
pressionisten zeer goed heeft
gekend en met hun werkwijze
herhaaldelijk heeft geflirt - nooit
met hen vereenzelvigd.
De tragiek van schilders als
Jongkind is, dat ze bij wijze van
spreken tussen de wal en het
schip zijn gevallen. Ze stammen
uit een academische traditie
langen naar Frankrijk. Zijn ge
zondheid ging achteruit en hij
smeekte zijn Parijse kunsthan
delaar iets te doen. Dat leidde
tot een unieke actie: 93 voor
aanstaande kunstenaars ston
den een werk af voor een vei
ling. Van de opbrengst kon
Jongkinds reis naar Frankrijk
worden bekostigd.
Maar dergelijke uitingen van
bewondering, maakten hem
niet meer meegaand. Hij ging
zijn eigen gang: hoezeer kritie
ken hem ook prezen, hij bleef
nukkig als hem iets tegenzat;
toen in 1873 een schilderij van
hem werd geweigerd nam hij
het onherroepelijke besluit niet
meer aan officiële tentoonstel
lingen deel te nemen. Dus ook
niet aan de eerste tentoonstel
ling van de impressionisten,
waar Monet zijn 'Impression,
soleil levant' toonde, waaraan
de impressionisten hun naam
hebben ontleend.
De herwaardering van de schilderkunst uit de vorige
eeuw blijft doorgaan. In het spoor van de schilders van
Barbizon, de impressionisten en - wat Nederland betreft
- de Haagse school duiken kunstenaars op, voor wie mu
sea en kunsthandel aandacht vragen. Aan de ambachte
lijke kwaliteiten van deze schilders hoeft niet te worden
getwijfeld. Maar of dat ook betekent dat ze ten onrechte
een half verborgen bestaan leiden in de schaduw van de
grote 19de eeuwers, die een onmiskenbare invloed heb
ben gehad op de ontwikkeling van de schilderkunst, is de
vraag.
Jongkind heel sterk. Zijn artis
tieke omgeving was Frankrijk,
waar hij van 1846 tot zijn over
lijden in 1891 heeft geleefd en
gewerkt (met een onderbreking
van vijf jaar, toen hij in Neder
land verbleef). Hij kende de
Barbizonners - Corot, Millet,
Daubigny -, schilderde in Nor
mand ië (Honfleur), verkeerde in
het gezelschap van Monet en
Seurat. Hij werd door hen ook
hogelijk gewaardeerd.
Bewondering
Hoe ver die bewondering ging
illustreert de anekdote rond zijn
verblijf in Nederland. Op de Pa
rijse 'Salon' (een jaarlijks over
zicht van de eigentijdse Franse
kunst) van 1855 viel hij niet ih
de prijzen. Jongkind, voor wie
teleurstellingen zwaarder wo
gen dan successen, besloot te
rug te keren naar Nederland.
Hij werkte hard, maar bleef ver-
Schaatsers, olieverf op doek (1863) van J.B. Jongkind.
K 7S'.. -
UTRECHT HANS LUTZ
Die vraag mag men bij voor
beeld stellen als het gaat om
een schilder als Johan Barthold
Jongkind. Aan hem is - ter gele
genheid van zijn honderdste
sterfdag - een representatieve
overzichtstentoonstelling ge
wijd in Slot Zeist. Is Jongkind
een belóngrijke schilder ge
weest? Is hij een góede schilder
geweest? Het laatste zonder eni
ge twijfel. Een rondgang over de
tentoonstelling leidt je langs
formidabele stadsgezichten, in
drukwekkende maannachten,
overweldigende haventaferelen,
tintelende winterlandschappen,
verfijnde aquarellen en krachti
ge, onverwacht 'losse' etsen. En
bij ieder werk neemt je bewon
dering voor zijn compositori
sche kwaliteiten, zijn materiaal
behandeling, zijn beweeglijke
penseelstreek toe.
waaraan ze niet konden (en wil
den) ontsnappen. Ze waren an
derzijds getuige van vernieu
wingen in de schilderkunst,
waartoe ze zich voelden aange
trokken, die ze af en toe prakti-
zeerden, maar die ze zich nooit
echt eigen hebben gemaakt.
Waardoor ze bleven steken in
het diffuse gebied tussen tradi
tie en avant-garde.
Dat speelde in het geval van