Kunst i Tentoonstelling 'Rembrandt, molenaarszoon' in De Valk Nutteloos plein omgetoverd in attractief voorportaal Maria van Elk: materiaal als uitgangspunt I Extra veiligheid Lakenhal tijdens Rembrandtproject Vivaldi-concert een verademing Zaterdag 7 december 1991 Redactie: 071-161400 CEES VAN HOORE ANNEMIEK RUYGROK JAN RUSDAM SASKIA STOELINGA Eindredactie: NIEK FAAS Vormgeving: PIET KOOREMAN 13 BOUWKUNST' BEELDENDE KUNST RECENSIE NICOLE ROEPERS Expositie: Maria van Elk. Te zien- tot 16 december in de AZL-gale- rie, Academisch Ziekenhuis, Gebouw 1, Open: dagelijks 10-17 uur. Leiden Een drukker die ooit samen met Maria van Elk aan de litho-pers werkte, verzuchtte dat hij bij het werken met haar een zeker ge voel van spijbelen kreeg. Elke print uit de oplage zag er anders uit en het papier werd gevou wen of gekreukt door de pers gedraaid, iets wat rechtstreeks indruist tegen alle traditionele opvattingen. Toch werkt Maria van Elk niet chaotisch of ongeremd. Zij is zich, meer dan menig andere kunstenaar, bewust van haar materialen. Zij neemt de eigen schappen van het materiaal juist als uitgangspunt voor haar werk. Bovendien gaat aan elke handeling een denkproces vooraf. Het gaat haar om teke nen en schilderen in strikte zin: het vastleggen van pigment op een drager; in haar geval het platte vlak. Al in de jaren zeventig maakte Van Elk tekeningen waarin de hardheidsgraad van het potlood de leidraad vormde. Of de non chalante kreuken en vouwen in papier die uiteindelijk de plaats voor een kleurvlak dirigeerden. Later hield ze zich meer met kleuren bezig. Ze bestudeerde de eigenschappen en effecten van kleuren en bracht deze sa men in de series 'Doorkruisin gen' en 'Mengvormen'. In de AZL-galerie is uit al deze periodes werk te zien en daar door wordt ook duidelijk dat ondanks alle verschillen in ma terialen en (abstracte) vormen, hier sprake is van een logische opbouw. Van Elk zoekt naar ele mentaire eigenschappen van materiaal en vorm en weet dit uitgangspunt door de jaren heen trouw te blijven, zonder in herhalingen te vallen. In 'Kopshout' en 'Langshout' voegt Van Elk nog een element toe. In deze twee houtdrukken combineert zij op wonderscho ne wijze materiaal, vorm èn in houd. De drukken zijn geba seerd op de zaagrichtingen van hout. Er bestaat kops- of langs- gezaagd hout en Van Elk laat vdeze mogelijkheden direct in de vorm terugkomen. 'Kopshout' bestaat uit viër verschillend ge kleurde schijven met daarin de tekening van jaarringen die los jes aan één nagel hangen. 'Langshout' is de in de lengte gezaagde variant en tegenhan ger: strikter, ook in kleur en minder expressief dan de ronde versie. En beide zijn wederom ontstaan uit fascinatie voor de fysieke eigenschappen van ma terialen, zonder de visuele as pecten uit het oog te verliezen, want het werk van Maria van Elk is verre van saai of formeel. Deze werken en ook de serie 'Asymmetriese Veelhoeken' die het AZL van het Haags Ge meentemuseum in bruikleen kreeg zijn, als we bij de laatste niet op de spelling letten, juist een lust voor het oog. Met het inschakelen van een video-presentatie over Rembrandt heeft de Leidse wethouder H. Koek gister middag in het Molenmuse um De Valk de tentoonstel ling 'Rembrandt, mole naarszoon' geopend. De expositie, die te zien zal zijn tot 1 maart 1992, geeft aan de hand van afbeeldin gen en geschriften een beeld van Rembrandts af komst en zijn verbonden heid met het molenaars vak. LEIDEN CEES VAN HOORE Wethouder Koek karakteriseer de de expositie, die is ingericht en samengesteld door de kunst historica K. Wentink en histori ca Ingrid Appels, als volgt: „Jet- teke Bolten, directrice van De Lakenhal, zei onlangs 'Als we de grote Rembrandt-expositie in Amsterdam zien als een sym fonie-orkest, dan is de tentoon stelling in De Lakenhal een ka- mermuziekensemble.' Ik wil die vergelijking hier doortrekken. Om in muziektermen te blijven: deze expositie in Molenmuse um De Valk is op zijn minst een solokwartet van enkele enthou siaste mensen." De catalogus van de expositie alsmede de bijschriften bij de vitrines zijn niet alleen in het Nederlands maar ook in het En gels te lezen. Daarmee hoopt het molenmuseum voor zich zelf en voor de stad Leiden een grotere bekendheid te krijgen over de grenzen. H. van der Le lie, beheerder van Molenmuse- Van links naar rechts: wethouder H. Koek en de samenstellers van de expositie, K. Wentink en I. Appels, voor één van de Rembrandtvitrines in Molen De Valk. foto holvast um De Valk, beseft wel dat dit initiatief maar een klein onder deel is van de vele Rembrandt- activiteiten. „We hebben Rem- brandtkoekjes, Rembrandtme- nu's, ja zelfs een steekpartij in de Rembrandtstraat gehad. Maar deze expositie is toch waardevol, omdat we hier wat leren over Rembrandts afkomst. Bovendien hebben we een be scheiden primeur: in het mo lenmuseum is nooit een wissel tentoonstelling als deze ge weest. Oorzaak: geen tijd, geen geld, geen mankracht. Er is LEIDEN CEES V Het Leidse Museum De Laken hal heeft extra veiligheidsmaat regelen getroffen voor de on langs geopende expositie over de schilders Rembrandt en Lie- vens. De elektronische beveili ging van het museum is ver nieuwd, er zijn extra suppoos ten ingezet en de Leidse politie is gedurende de expositie in verhoogde staat van paraatheid. De heer Van der Meijden, hoofd van de Ondersteunende Dienst van De Lakenhal en be last met de beveiliging in het museum, wil niet al te diep in gaan op de extra maatregelen. „We hebben geen camerabewa king, nee, maar er zijn genoeg suppoosten die de boel scherp in de gaten houden. Jassen moet worden afgegeven bij de garderobe, tassen die groter zijn dan een polstasje ook." Maar een Stanley-mes of een flesje met verfafbijtmiddel kan toch ook gemakkelijk in een Van der Meijden: „Dat is waar, ja. Maar als ie mand echt iets wil, hou je hem toch niet tegen. Toen die onver laat dat bijtende zuur over De Nachtwacht gooide, stonden er ook twee suppoosten naast. On ze mensen hebben wel het recht om in de polstasjes van de bezoekers te kijken als ze dat nodig vinden. Bij die controle gaan ze af op hun gevoel. Een oud dametje zullen ze niet zo gauw controleren. Wie dan wel? Ja, dat is Fingerspitzengefühl." nogal wat tegenslag geweest, ziekte en zo, maar nu is het er dan toch op het laatste moment nog van gekomen. Dank zij de grote inzet van de dames Wen tink en Appels." Nostalgie Wat deze twee samenstellers tij dens het werken aan de ten toonstelling opviel, is dat Rem brandt als molenaarszoon ej-v genlijk maar weinig molens heeft geschilderd of getekend. Merkwaardig is dat hij pas na dat zijn ouders waren overleden geïnteresseerd is geraakt in mo lens. Appels: „Het zou kunnen, zijn dat hij uit gevoelens van - nostalgie aan het etsen van mo lens is begonnen, ik weet het niet. Tijdens het werken hier heb ik wel de hele tijd het idee gehad dat Rembrandt zijn apar te licht, zijn clair-obscur, te danken heeft aan zijn jeugd, toen hij in een molen woonde. Als je hier in Molen De Valk op de maalzolder staat, zie je ook die karakteristieke schuine lichtval en dat dromerige licht waarin wat stofjes ronddan- Samenstelster K. Wentink: „Rembrandt wist de windmo lens molentechnisch zeer goed af te beelden, iets wat van ande re kunstenaars niet altijd kan worden gezegd. Mogelijk dat zijn verleden hem. daarbij heeft geholpen. Bij de etsen zie je echter een probleem. Zij laten de molens in spiegelbeeld zien, met linksdraaiende wieken. Dat kan niet andeïs, omdat het voor een kunstenaar bijna ondoen lijk is in spiegelbeeld te etsen. Molénliefhebbers is dat echter een doom in het oog." De overkapping van het voorplein van De Lakenhal schept een aangenaam, harmonieus contrast met de omgeving en heeft een loze ruimte omge toverd in een functionele ontvangsthal. foto hielcokuipers het Het voorplein Stedelijk Museum De Lakenhal heeft een tijdelijke overkapping ge kregen. Noodzakelijk om de toeloop.tijdens de tentoonstel ling 'Rembrandt en Lievens in Leiden' te kunnen verwerken. Daarvan is iedereen overtuigd. Toch h^eft het heel wat voeten iil de aarde gehad voordat de overkapping mocht worden aangebracht. Directeur Bolten- 'Rcönpt van het museum noemt het „een wonder" dat de glazen paraplu er nog op tijd is geko- De bezwaren tegen de overkap ping waren vooral van estHeti- sche en financiële aard. Dat laatste mag enige verbazing wekken omdat de stadsbestuur ders er geen dubbeltje voor op zij hoefden te leggen. Dat de glazen toevoeging aan het 17de eeuwse monument niet mooi en niet passend zou zijn is een kwestie van smaak, maar toch ook weer verwonderlijk omdat de kap van de straat AF niet of nauwelijks te zien is. En eigen lijk zou dat best mogen, want glas is een mooi, klassiek mate riaal dat gezien mag worden. torische context zijn er de laatste jaren in overvloed. We hoeven maar te denken aan de nieuwe vleugel van het Rotter damse museum Boymans-Van Beuningen, de glazen muziek zaal in de beurs van Berlage in Amsterdam of aan de glazen Louvre piramide in Parijs. Zó spectaculair is de Leidse toe voeging niet. Maar opmerkelijk is die wel omdat een heden daagse toevoeging aan een his torisch gebouw, ook al is die maar bescheiden, altijd verras send en spannend is. De overkapping van het voor plein van De Lakenhal is daarop geen uitzondering. Het schept een aangenaam, harmonieus contrast met de omgeving en heeft een loze ruimte omge toverd in een functionele ont vangsthal met koffieshop en museumwinkel (die door de uitstalling van T-shirts helaas veel weg heeft van een textielsu- per). De oorspronkelijke entree hal is een bijna volwaardige tentoonstellingsruimte gewor den. constructie bestaat feitelijk uit vijf gebogen glazen kappen, ondersteund door vier kolommen. De duidelijk in het zicht gebleven draagconstruc tie, de hemelwaterafvoer en de aansluiting bij de bestaande ge vels zijn niet echt verfijnd vorm gegeven, maar binnen de mo gelijkheden van een tijdelijke voorziening is er sprake van een redelijke detaillering. De con structeurs zijn in elk geval met voldoende respect ten opzichte van het bestaande gebouw te werk gegaan en er in geslaagd het voorplein, oorspronkelijk bedoeld voor het keuren van het laken, anno 1991 nieuwe betekenis te geven. In de discussie over de toe komst van De Lakenhal is het plein onophoudelijk bestem peld als een barrière die de be zoeker moet nemen voor hij het museum betreedt. Hoe anders is dat nu! Wie thans het voor plein betreedt ervaart meteen hoe een tamelijk nutteloze plek is herschapen in een attractief voorportaal van het museum. De blik van de bezoekers, die er korte of langere tijd vertoeven, wordt zonder uitzondering om hoog getrokken naar de fraaie 17de eeuwse gevel van het mu seum, die daardoor als een ex tra attractie wordt ervaren. Het veraangenaamde zicht op het exterieur van De Lakenhal versterkt ook het contact met het verleden van Leiden, de la kenindustrie, zodat het panora ma dat het glazen scherm biedt, zich aandient als een levens groot schilderij. Dat effect zou nog worden vergroot wanneer de gevel op donkere uren wordt belicht. Mocht er ooit een struc turele beglazing komen dan kan ook door een geringere onder breking van het glas het estHe- tisch effect nog verder verbete- Het gaat evenwel om iets tijde lijks, heeft cultuurwethouder Koek herhaaldelijk betoogd. Leidenaars weten als geen an der (wie herinnert zich niet de tijdelijke bruggetjes van oud wethouder Waal) hoe definitief het tijdelijke kan zijn. Iets an ders is dat plannen worden ge maakt om De Lakenhal uit te breiden met een nieuwe vleugel waardoor ook de entree op een andere plaats komt en een over dekt voorplein helemaal niet meer nodig is. De huidige over kapping van het voorplein mag een snelle realisatie van de nieuwbouw niet in de weg staan. Integendeel. Het is uitsté kend geschikt om de periode tussen nu en de opleveringsda tum van de nieuwbouw te over bruggen. Dat is, in het licht van het streven naar tijdelijkheid van de glazen toevoeging, een mooie doelstelling voor de poli tiek. De Leidse politie heeft de suppoosten enkele weken gele den voor hun taak in zoge naamde rollenspelen getraind. Van der Meijden noemt de sa menwerking tussen Lakenhal en politie „voortreffelijk". „De politie heeft de beveiliging van dit Rembrandtproject als het ware geadopteerd. Er wordt in tensiever gepatrouilleerd. Maar nogmaals: op de specifieke maatregelen die zijn genomen kan ik hier natuurlijk niet in gaan". Ouwe koek van Gaaikema RECENSIE WIJNAND ZEILSTRA Achter de horizon van en door Seth Gaaikema Gezien: 6/12 schouwburg, Onvoorstelbaar, maar waar. Seth Gaaikema brengt min stens vijf Den Uyl-imitaties in wat zijn nieuwe show heet te zijn. Blijft het daar bij?! Wel nee, meneer Gaaikema be zingt even Sire Dries van Agt, alsof de man gisteren nog mi nister-president was. En zijn favoriet Edje Nijpels komt inclusief pruilmondje even eens ruimschoots aan bod. Ook het paus-bezoek aan Ne derland wordt uitgebreid behandeld. Kan iemand Gaai kema een nieuwe agenda ge ven? De eerste anderhalf uur be staat bijna geheel uit oud ma teriaal. Pas na de pauze komt er nieuw werk: een half uur babbelen over toekomstdro men en een half uur liedjes. Zoiets heeft Gaaikema al vaker uitgehaald. Je moet maar dur- RECENSIE LI DY VAN DER SPEK K&O concert 'Het Verdriet van Vivaldi' door de Amsterdamse Bachsolisten. Gehoord: 6/12 Dorpskerk Katwijk Na dagenlang St. Nicolaas liedjes passief te hebben gecon sumeerd, was het Vivaldi-con cert in de Dorpskerk Katwijk een verademing. Zelden hoorde ik barokmuziek zo dansend, pit tig en helder gespeeld. Het pro gramma kreeg de titel 'Het ver driet van Vivaldi': verdriet om dat zijn 250e sterfdag genegeerd zou zijn in het tumult van het Mozartjaar. Daar hebben de Amsterdam se Bachsolisten dan wat aan ge daan. Hoewel Vivaldi te boek staat als de 'altijd vrolijke-klan- ken-producerende veelschrij ver' was een verdriet te bespeu ren in het beschouwende, intro verte Concerto in D 'Madriga- lesco', beheerst en het meest af standelijk van de hele avond ge speeld. Veel bruisender, vol vuur daarentegen klonken het 'Concerto Ripieno' in C en het Concerto in D no. 10, waarin de concertmeester Henk Rubingh een zeer virtuoze en markante rol speelde. Van Francesco Antonio Bon- porti (1672-1749) die nu, maar ook in zijn eigen dagen, een buitenstaander was, trof mij het cellospel. Vooral in het 'Como- do' waarin de cellist Wim Straesser een prachtige heftige fugatische dialoog voert met de eerste viool. Een hoogtepunt van krachtig flitsend ijzersterk spel werd ge leverd door alle Bachsolisten in Telemann's Suite 'Don Qui- chotte'. Werkelijk schitterend en bovendien zeer humoris tisch, speelde Rubingh met de 'galop van het oude paard en de ezel van Sancho Pansa': de kreupele draf, het vallen en op staan van Rosinante en het ge balk van de ezel werden buig zaam en schijnbaar moeiteloos nagebootst in stoterige wat on beholpen ritmes, alert opgevan gen door de andere strijkers en niet in de laatste plaats door de buitengewoon sprankelend en vitaal spelende clavecinist Do minique Citroen. Zij gaf door haar spel een verfrissende nieu we kijk op dit instrument. Rhetta Hughes als de moeder van Josephine Baker e als de jonge Josephine in de gelijknamige musical. Met K&O naar 'Josephine' LEIDEN/DEN HAAG» De musical Josephine, geba seerd op het leven van Josephi ne Baker, staat vanaf 13 decem ber in het Nederlands Congres gebouw in Den Haag. Via het K&O-uitbureau zijn voor elke avondvoorstelling en voor beide kerstmatinees tot 19 december kaarten te koop. Ook voor de musical 'Les Mi- sérables' in het Circustheater zijn nog kaarten verkrijgbaar, onder meer voor de matinees op 22 december en 1ste kerst dag en voor de avondvoorstel ling op Nieuwjaarsdag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 13