'Paspoorten-Piet' doet nog volop mee 'Ik verveel me dood' I >TVT Ze zijn Tweede-Kamerlid af want het was 'hun' PvdA niet meer. Piet de Visser en Frans Moor stapten enige maanden geleden op. De kabinetsplannen met de wao gingen hun te ver. De Visser ging tijdens het kamerdebat over de wao huilend ten onder. Hij is nu een graag geziene gast bij PvdA-afdelingen. Moor verdween op een achternamiddag geluidloos uit de politiek, de verhuisdoos onder de arm. Hij is in een diep dal gevallen'Hoe mijn werkleven er uit moet gaan zien weet ik bij God niet'. Piet de Visser: uitzijn partij, maar niet uit de politiek De agenda van Piet de Visser is alleen maar voller gewor den. Hij is een graag geziene gast op pro testbijeenkomsten. foto nieuw anefo rob bogaerts PIETER COUWENBERGH I NBk ee, het spijt me. Mijn man is 3 er n'et- Hiï zit in Leeuwar- JLm den en komt vanavond pas laat thuis. Nee, morgen is hij al vroeg op pad. Naar Brabant. Een PvdA-afdeling in Ter Hei de toespreken. Hij zit er nog midden in, hoor." Twee weken later schuifelt een rijzige ge stalte, gekleed in groene trui en bruine ribflu welen broek, de huiskamer van zijn wonfjig in de Rotterdamse wijk Hillegersberg binnen. Piet de Visser, 'Paspoorten-Piet', 60 jaar. Sinds 28 augustus werkloos kamerlid en van af begin september ook partijloos socialist. „Maar zeker niet dood. Ik ren me rot", zegt hij en een schaterlach buldert door de kamer. De fletse, haast verstarde ogen lachen niet pee. De handen trillen even als hij zijn bril cppakt. Op die woensdagavond in augustus, toen de Tweede Kamer debatteerde over de wao- plannen, zat De. Visser op zijn bankje op de achterste rij tegen het groene gordijn. De Vis ser bleef stil, tot een motie van de oppositie in stemming werd gebracht. Een motie van wantrouwen. Zijn arm ging langzaam om vloog, als enige PvdA'er. „Frans Moor was jziek", zegt hij. „Ik wist dat dit het einde van mijn fractie- lidmaatschap betekende. De definitieve breuk. Dat kon niet anders. Je mag best bij 'een stemming buiten de boot vallen, maar niet bij zoiets. Wat kun je dan nog? Voor je zelf beginnen? Je aansluiten bij Groen Links? Dat vind ik zetelroof." Dit einde van zijn negenjarige carrière als kamerlid is typerend. De Visser heeft zich nimmer laten leiden door de ongeschreven wetten van de kamer. Woedend kan hij wor den op mensen die het lidmaatschap zien als opstapje voor een carrière. „Ik krijg niet het Wilhelmusgevoel, maar ik vind het een hoog ambt. Je kijkt toch namens 14 miljoen men sen de regering op de vingers. Dat vraagt een onafhankelijke opstelling, zonder rugge spraak of opdracht, maar dat is tegenwoordig zoiets als vloeken in de kerk." Ongewenst Voor behoedzaam manoeuvreren of politieke spelletjes was men bij De Visser aan het ver keerde adres. Hij was liever de spreekwoor delijke olifant in de porseleinkast, meer nog tot schrik van zijn eigen fractie dan van zijn tegenstanders. „Ik zal het nooit vergeten: mijn eerste aan varing met de fractie. Samen met Ria Beckers (toen PPR, nu Groen Links) had ik een initia tiefwetje ingediend over het erkennen van gewetensnood bij defensiebelasting. Het is nu al weer drie jaar geleden, maar een van mijn collega's riep me toen in fractieoverleg toe: 'Je hoort hier helemaal niet. Dit is geen pacifistische partij'. Of ik maar wilde ophoe pelen. Gelukkig zat toen Wim Kok nog in de fractie." Even stokt de woordenstroom. „God, wat heb ik me toen vaak ingehouden." Toch heeft De Visser zich nooit laten lei den door de partijdiscipline. Het past niet bij zijn karakter en zeker niet bij zijn ideologie. „Ik kom uit een vrijzinnig-christelijk milieu. Mijn vader was een socialist. Dat kon, want de PvdA was een echte volkspartij, waar linkse christenen, linkse liberalen en gematigd socia listen een plaats vonden. Bij die ty pisch politieke preken zei mijn va der altijd: die heeft de waarheid in een luciferdoosje. Dat vind ik ook. Ik blijf twijfelen als ik een toespraak houd." De verminderde verdraagzaam heid binnen zijn eigen club werd De Visser een doom in het oog. „Je hoorde de afgelopen anderhalf jaar steeds vaker geluiden dat dissiden ten ongewenst waren in de partij. Die scheppen maar verwarring. Wöltgens zei steeds: 'het CDA opereert toch ook als een blok'. Hij wilde zelfs een commis sie in het leven roepen om dissidenten tot de orde te roepen. Een soort bloedraad." De Visser en met hem Frans Moor herkenden zich steeds minder in de partij. Ze schaamden zich de ogen uit hun kop toen Wim Kok vertelde dat de wao'er zijn uitke ring niet meer zeker is. „Ik heb er lang over moeten nadenken. 'Je laat de mensen in de steek', zeiden ze tegen me. Maar zo kon ik niet langer functioneren." Sinds die dag in augustus is De Visser over stroomd met brieven en telefoontjes. Van vrienden, van tegenstanders, van iedereen. „Ik moet ze allemaal zelf beantwoorden, want ik heb geen persoonlijk medewerker meer. Topman Albrecht van de Hoogovens schreef dat hij respect had voor mijn hou ding." Zelfs zijn aartsrivaal CDA'er Gualthérie van Weezei stuurde hem een kaartje, 'was ge tekend. je reactionair', waarop De Visser ant woordde met: 'dank, je anarchist'. „Mijn wereld stort niet in als ik uit de ka mer verdwijn", verklaarde De Visser op 7 mei 1988 al tegenover dagblad Trouw. Voor hem is er niet het grote gat, het lange thuiszitten. Zijn agenda is alleen maar voller geworden. „De VPRO, het Rotterdams Studenten Gezel schap, het Christelijk Sociaal Congres ('dat zijn pas linkse mensen') en de langdurige ge detineerden in de strafgevangenis van Leeuwarden ('over politiek en corruptie'). Hollands Dagboek voor NRC-Handelsblad. Ik schrijf veel artikelen en bijdragen. Oh ja, op oudejaarsavond kom ik bij Sonja." Contacten Maar vooral bij de afdelingen van de PvdA is De Visser sinds zijn opstappen uit de kamer en partij een welkome gast. „Ik ben zeker niet uitgeschakeld in die partij. Sterker nog, ik ben er drukker mee dan toen ik kamerlid was. Ik heb veel contacten, met de groep-Van der Louw, met de Socialisten in de Partij van de Arbeid. Ook FelLx Rottenberg heeft gezegd me te bellen. Maar hij belt Jan en alleman, geloof ik." „Grote groepen sociaal-democra ten zijn in verwarring, zoekende. De partij heeft niet alleen de zwakken van zich vervreemd, maar ook de mensen met fatsoen en de welden- kenden die vrezen voor een tweede ling in de samenleving.'' In een lachstuip schietend. „Ja, ik ga als een dominee klinken. Bekeert u. Ik hoor het me al weer roepen." De Visser is niet verloren voor het socialisme, zelfs niet voor de PvdA. „Als ze tot bezinning komen, ben ik weer van de partij. Dan volg ik. Of in een nieuw soort PvdA met D66 en Groen Links." In de Kamer zien ze hem niet meer terug, ook niet op de publieke tribune, al mist hij de debatten met zijn aartsrivaal Gualthérie van Weezei ('zijn idee- en zijn natuurlijk verschrikkelijk, maar ik heb reuze pret om hem'), waarbij De Visser gretig citeerde uit werken van Reve en Komrij. Grinnikend: „Tegen Van de Broek zei ik in een debat tijdens de paspoortaffaire: 'Alle el lende in de wereld zou zijn voorkomen, als iedereen in zijn eigen huiskamer was geble ven'. Dat is van Proust." itu( •nr is.leui k verveel me dood." Frans Moor laat zich weer tegen de achterkant vetleren bank plof- nen gespreid over de rug leuning. „Eenenvijftig ben ik nu." Zijn hand maakt een zwaai, alsof hij jde eiken meubelen, de beeldjes, de istoeltjesklok in de woonkamer in gedachten stuk voor stuk aanwijst. ^fÖe gedachte dat ik zo tot mijn 65e..." Zijn stem stokt. „Dan heb ik het gevoel 'verdom- ihine, er moet iets gebeuren'. Maar agèoe mijn werkleven er uit moet lurgaan zien, weet ik bij God niet-. Op Mviijn dertiende ben ik gaan werken, .als leerling-bankwerker bij een che misch bedrijf hier in het Westland. Diploma ambachtsschool, meer heb ik niet." De 'laatste arbeider van de PvdA''recht de rug. De toon is weer afgemeten, korzelig. „In pe vijftien jaar dat ik kamerlid was, maakte ik .«lyerkdagen van negen tot half elf 's avonds, 'weel spreekbeurten, 55.000 kilometer per jaar had ik zo op de teller. Ik stapte rustig na vij len in de auto om in een rokerig zaaltje met lien mensen te discussiëren over de Wet op de arbeidsomstandigheden. „Mijn hele leven was politiek. Kamerverga- tieringen, bijeenkomsten in het land. En le zen, lezen, lezen. Het hele weekeinde was ik pezig de kamerstukken door te ploegen die op de mat ploften. Kranten bijhou- hoorde er ook bij. Dagelijks vier. En dan Frans Moor voelt zich na zijn vertrek uit de Kamer op een zijspoor gezet. 'Mijn hele leven was politiek.' nog de weekbladen!" Sinds hij na het Nijmeegse PvdA-congres van 28 september opstapte, kickt Moor af. „De gewoonte om 's ochtends direct Tele tekst aan te zetten slijt langzaam. En ik zap al veel minder van Journaal naar actualiteiten programma." Sentimenteel Nu hij er ruim anderhalve maand uit is, luis tert Moor 'heel anders' naar de debatten dan toen hij nog in de groene bankjes mocht. „Zo'n discussie over het plan-Simons, daar begrijp ik nauwelijks nog iets van. In de frac tie werd je altijd even bijgepraat, zodat je de hoofdlijnen kon volgen. Nu overkomt mij waar iedere Nederlander mee kampt: de ma terie is te ingewikkeld geworden om zo te kunnen snappen." De algemene beschouwingen, jaarlijks hoogtepunt van de Nederlandse politiek, volgde de PvdA'er als werkloze op de sofa. Voor het eerst sinds 1977, toen hij aantrad in de kamer. „Wat heb ik me geërgerd aan de PvdA! Waar discussieerde de partij over? Hoe ze het afbreken van de verzorgingsstaat moest opvangen. Halverwege ben ik maar overgeschakeld naar de BBC. Naar het con gres van Thatchers partij." Moor moet overduidelijk nog wennen aan zijn nieuwe status. Hij praat nog steeds over 'mijn kiezers'. En in het vuur van zijn betoog ontglipt hem ook geregeld 'mijn fractie'. Tijdens zijn laatste werkdag voelde hij zich Ex-PvdA'er Frans Moor in diep dal na vertrek uit kamer oude wijken in geweest, deur na deur. Met de oproep om PvdA te stemmen, opdat de uit keringsgerechtigden en laagstbetaalden er niet verder op achteruit zouden gaan. Wc hebben die mensen tot in de tenen bedra gen." Na zijn vertrek had hij z'n kleine triomfjës. Op 5 oktober, de grote demonstratiedag. glunderde Moor toen op het Malieveld ae ene betoger na de andere hem op de schou ders klopte: „Frans, jij bent de enige PvdA'er die we nog vertrouwen." Maar het vleugellam zijn valt de sociaal democraat zwaar. Dat bleek bij een forum over reïntegratie van wao'ers op 11 oktober. Weliswaar genoot het ex-kamerlid even van het 'open doekje' van de zaal. Maar toen de inleider hem vroeg wat hij nu nog kon doen voor de arbeidsongeschikten, zat hij met de mond vol tanden en de ogen vol tranen. Zo nu en dan mag hij ergens in het land opdraven om tijdens een forum over arbeids ongeschiktheid of de koppeling de degens te kruisen met Flip de Kam. Maar hij zit vooral vaak op de bank. Met een riant inkomerv uit wachtgeld, maar zonder de status die bij het kamerlidmaatschap hoort. „Het aanzien zal ik niet missen", snibt Moor nijdig, „want dat had ik toch al niet." .Al jaren werd ik uitgemaakt voor alles wat lelijk was. Ik had geen binnenlandse zaken of defensie in mijn portefeuille, waar je alleen maar heertjes tegenkomt die altijd beleefd te gen je blijven. Met sociale zaken krijg je te maken met échte mensen, die zeggen waar het op staat. Die noemen politici zakkenvul lers of vuile opvreters. Meestal zeiden ze er dan bij: 'Maar ik bedoel jou niet, hoor genomen, gleed de kamervergadering waarop de PvdA-fractie akkoord ging met uitkleding van de wao langs hem af. „Het laatste deel heb ik thuis ge volgd. Met acht aspirines op, want ik zag scheel van de koppijn. Toen Piet de Visser in huilen uitbarstte dat was emotioneel. Ik kon zelf nauwe lijks de ogen droog houden." opgelucht. „Maandag 30 september? Ach... wat brieven schrijven de dossiers over de koppeling tussen lonen en uitkeringen en het jeugdwerkgarantieplan inpakken. Met de verhuisdoos achter in de auto ben ik naar Hoek van Holland gereden." „Natuurlijk werd ik een beetje sentimen teel. Maar het besluit op te stappen had ik ei genlijk al veel eerder genomen." Tussen het fractieberaad in Doom en de kamervergade ring in, deelde hij zijn collega's mee dat aan tasting van de wao voor hem de grens was. „Ze dachten waarschijnlijk: dat doet die schreeuwer toch niet. Toen ze doorkregen dat 't menens was, heeft een tiental nog ge tracht me over te halen te blijven." Omdat Moor in gedachten al afscheid had Schaamte Moor neemt 't zijn fractiegenoten, die eerst mordicus tegen een ingreep in duur en hoogte van de wao waren kwalijk dat ze later toch akkoord gin gen. En dat ze instemden met de ont koppeling, 'waardoor ze de verkie zingsbeloften de vuilnisbak indon'. Ook Kok, voorheen zijn idool, is foto dijkstra van z'ïn voetstuk gevallen. „Hij wil de nieuwe Drees worden. Maar Wim moet zich realiseren: de oude Drees had de mensen stapje voor stapje wat meer te bieden. Kok neemt ze beetje bij beetje iets af." Moor, die bekend staat als dwarsligger, wil niet natrappen. Maar bitter is hij wel: „De PvdA is steeds verder van de gewone mensen af komen te staan. Al die doctorandussen doen de partij geen goed." En van de 'ruk naar rechts' in de PvdA was (en is) hij ook niet gediend. „Spuugvervelend vond ik het dat ik voor een zaal met uitkeringsgerechtig den vol verve de koppeling stond te verdedi gen en dan weer om de oren werd geslagen met Duisenberg." Hij móest'opstappen, anders kon hij het niet meer voor zichzelf verantwoorden. „Ik schaamde me kapot. Daarvoor was ik nou de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 35