Ma Flodder aan de Hudson Te hooi en te gras T"1 ZATERDAGS ZATERDAG 23 NOVEMBER 1991 Woorden als diefjesmaat, span diensten en te kust zijn eigen lijkgeen Nederlandse woorden, maar we gebruiken ze vaak Dat klinkt vreemder dan het is. Het zijn namelijk woorden die alleen maar in combinatie met een ander woord optreden en nooit alleen. Dief en diefjes maat horen bij elkaar, net als hand- en spandiensten en te kust en te keur. et Is maar heel betrekkelijk dat I een taal uit losse woorden be- JL JÊL staat. Er zijn er heel veel die meestal in duo's, trio's of grotere gehelen ge zegd worden. Het Nederlands bevat vele honderden van die taalkundige tweelingen, drielingen, kortom 'meerlingen'. Zo zeggen we bijvoorbeeld passen en meten, loven en bieden, bidden en smeken, pappen en nathouden, leven en laten leven, wikken en wegen, vijven en zessen, toeters en bellen, dag en nacht, voors en tegens, bij hoog en bij laag, te hooi en te gras, stikken of slikken, kie zen of delen, buigen of barsten, hollen of stil staan, ziek of onderweg, d'r op of d'r onder, kind noch kraai, van top tot teen, van a tot z, van 't kastje naar de muur, van de regen in de drup. Wie ernaar op zoek gaat, vindt er stellig nog een heleboel meer. In veel gevallen bestaat zo'n tweeling of meerling uit woorden die ook wel apart ge bruikt worden, bijvoorbeeld bij bidden en smeken, dag en nacht, kiezen of delen. Dan is de meerling meteen begrijpelijk. Maar soms bevat zo'n meerling een woord dat niet apart voorkomt, maar uitsluitend in deze combinatie. Diefjesmaat is er zo een, en spandiensten en te kust. Of de combinatie heeft een betekenis die we niet kunnen aflei den uit de woorden zelf, zoals in te hooi en te gras, en kind noch kraai. Wat hebben hooi, gras en kraai ermee te maken? De verklaring is meestal dat het om een oud woord gaat dat verder uitgestorven is en al leen nog in zo'n vaste uitdrukking bewaard is gebleven. Dank zij de uitdrukking blijft zo'n woord nog bestaan. Uitdrukkingen zijn net als spreekwoorden een soort natuurreservaat of museum van de taal. Wat elders al lang verdwenen is, blijft in de beschermende om geving bewaard. Zo herinnerTen de spandiensten ons nog aan de tijd dat men verplicht was de landsheer af en toe te helpen bij het onderhoud van dij ken en wegen: ofwel door paard en wagen ter beschikking te stellen (de spandiensten), of wel door zelf iets te doen (de handdiensten). Voor te kust en te keur moet men weten dat 'kust' een oude afleiding is van kiezen, even als 'keur'. Te kust en te keur zegt dus feitelijk twee keer dat we maar te kiezen hebben. Een van de aardigste is te hooi en te gras. De ze uitdrukking stamt al uit de middeleeuwen en luidde toen: 'bij hooi en bij gras'. Het was oorspronkelijk een tijdsaanduiding voor rechtsdaget): bij hooi, in de hooitijd, in de zo mer, en bij gras, in de grastijd, in het voorjaar dus. In plaats van hooi lezen we in die tijd ook we) eens stro. Zo werd bijvoorbeeld in een oor konde uit 1477 bepaald: 'Dese daringhe deze vonnissen) mogen wij doen tweewerf des jaers, eens bi grase ende eens bi stroo'. Twee keer per jaar is niet zo vaak. en daar door kreeg de uitdrukking allengs een figuur lijke betekenis: 'zelden, zo nu en dan'. In de 17de eeuw zegt de dichter Bredero over een nors meisje: 'Sy lacht by hoy en by gras, dat's goelickjes tweemael 's jaers'. De oorsprong van de kraai in 'kind noch kraai' is niet helemaal zeker. Waarschijnlijk was het eerst geen kraai maar een 'craet', een dier dat kraait, oftwel een haan. Het volksge loof meende destijds namelijk dat een haan zou kraaien als iemand een leugen vertelde, wat wel zal teruggaan op het bijbelverhaal over Petnis. Wie voor de rechtbank moest verschijnen, nam zijn haan mee: zo kon je de waarheid van je eigen woorden als het ware bewijzen, of de onwaarheid van de woorden van de te genpartij. Als je geen kinderen had om het voor je op te nemen, en zelfs geen haan. dan was je werkelijk moederziel alleen op deze wereld. Regisseur Dick Maas instrueert Huub Stapel en Tatjana Simic in hun goud gespoten Cadillac. Vijf weken lang vormde Manhattan in New York het decor van 'Flodder in Amerika', het vervolg op Nederlands meest succesvolle komedie 'Flodder' uit 1985. De capriolen van de bizarre familie Flodder zijn komende zomer in de bioscoop te zien. Hollanders, na ruim 300jaar opnieuw aan de Hudson. Regisseur Dick Maas heeft er leren klok kijken. Nelly Frijda vecht er tegen haar slonzig imago als ma Flodder. Huub blijkt niet zo dol op de Newyorkers. En Tatjana Simic huilt in stilte om Joegoslavië. n weer moet de goud gespoten m Cadillac plankgas voorbij Puffy's Tavem, een biertent op de hoek van Harrison Street-Hudson Street. De scène past in een woeste achtervolging van Huub Stapel, Tatjana Simic en René van 't Hoff door drie getergde negers in een blauwe Ford. De werkelijkheid ziet er saaier uit. Van de negers geen spoor, die late vrijdagmiddag. Is ook niet nodig. De aandacht ligt op de kinde ren van ma Flodder, die in hun Cadillac door Manhattan scheuren. Ma Flodder, een lelijk uitgezakt wijf, wordt gespeeld door Nelly Frijda. „Het blijft moei lijk wennen, die lelijkheid van ma Flodder", verzucht Nelly. „Telkens als ik een foto zie, ben ik me ervan bewust." Haar zachtblauw gelensde ogen lachen even. „Geen regisseur kan ooit zeggen dat Nelly Frijda niet lelijk durft te zijn." Ze is beroemd in Nederland. Niet dank zij haar fantastische prestaties op het toneel of op de buis, maar dankzij ma Flodder, die si garen rookt, drinkt, vecht en loopt als een bootwerker. Nelly Frijda heeft niet meteen ja gezegd toen ze opnieuw voor de rol van viswijf werd gevraagd. „Ik aarzelde, omdat ik dan zeker tot aan m'n doodsbed van ieder een sigaren krijg. Bovendien zal geen regis seur in Nederland me in de komende vijf jaar een serieuze rol geven. Opnieuw zal ik voor zalen spelen waar ik het publiek 'daar heb je ma Flodderi hoor fluisteren. Terwijl ik een tragische rol speel. Net wat je zegt, ik zit met een gouden ketting vast aan deze rol." Soepjurk Ze vervolgt Zoals ik al vreesde is ma Flod der er niet op vooruit gegaan. Haar grove kant is alleen maar versterkt. Het mens is nog meer cartoon geworden met meer platte lol dan in de eerste film. Natuurlijk heb ik hier over regisseur Dick Maas aan de jas getrok ken. Zonder resultaat. Alleen mijn protest te gen de scène waarin ma Flodder in haar kruis moet krabben, heeft hij ingewilligd." Ze bestelt nog een dubbele espresso. „Na tuurlijk wist ik dat het weer plat zou worden. Toch hoopte ik aan dat mens artistiek zo'n draai te kunnen geven, dat er ook zachte kanten aan komen. Hopelijk krijg ik straks op de set in Nederland de ruimte om tegenkleur te geven. Bijvoorbeeld door ma Flodder wat verliefde blikken te laten werpen. Dan is ze minder plat." „In de eerste film is me dat gelukt. Zelfs met zo veel succes dat de film in de volks mond Ma Flodder heet. Begrijp me goed, ik wil geen grotere rol. Dat de aandacht nu meer naar Johnny (Huub Stapel) gaat, deert me niet. Tegen Dick Maas heb ik dan ook ge zegd: hier staat een actrice die vecht voor de kwaliteit van haar werk en geen actrice die een grotere rol wil. Dat begreep-ie, geloof ik wel." Kan Frijda met Dick Maas opschieten? Regisseur Dick Maas filmt in New York nieuwe capriolen van een gestoorde familie „Dick is een absolute vakman. Aardig? Nee. Arrogant? Zeer. Hij kan niet met mensen om gaan." Als ervaren actrice heeft ze niet diep hoe ven te bukken om de rol van Ma Flodder op te rapen. Een soepjurk aan en net te grote laarzen. Ze klost er lomp in weg. Dubbelgangers Hoek Washington Street/W 13 Street, vlak te genover Nebraska Meat. De stoep glibbert van het kadavervocht. Op zaterdag gillen er geen varkens in de slachthuizen aan de rand van Manhattan. Een prima lokatie voor de al dagen durende achtervolging van stoere Johnny (Huub Stapel), zijn rondborstige zus je Keesie (Tatjana Simic) en Kees (René van 't Hoff), de schlemiel van de familie Flodder. Nelly Frijda is op 'hold' ofwel oproepbaar. Wat in de praktijk neerkomt op een dagje stad ten. Huub, Tatjana en René drentelen even werkloos rond. Omdat er nu echt wordt ge scheurd, zitten hun dubbelgangers in de af gejakkerde gouden Cadillac, waarvan er nóg twee op de set staan. Cameraman Mare Fel- perlaan zit vastgesjord op de achterklep van een open truck. Voorin de bak kijkt Dick Maas naar een monitor. Hij volgt hoe een van de drie zwarte stuntmannen, hangend uit de Ford vuurt op de 'assholes from Hol land'. Na elke opname snelt een kapper toe om het torenhoge negro-kapsel in de krul te houden. Later die middag mogen ook de dubbel gangers van de set af. Vanaf de open truck wordt door een assistent beurtelings met hondevoer, blikjes bier en pakken volle melk naar de blauwe Ford gesmeten. Straks in de bioscoop lijkt het alsof Kees met boodschap pen smijt. Tegen de avond keert de set terug naar het hotel. Tatjana Simic zit voorin het transportbusje. En zingt mee met Sinatra over New York, de stad zonder slaap. Een dag later vertelt Tatja over haar stil verdriet om Joegoslavië, het land van haar jeugd. „Ach, dat meezingen gisteravond in de auto is mijn manier om af te reageren. Eigen lijk ben ik meer bezig met Gonzala, mijn zus die in de buurt van Zagreb woont. Al vijf maanden hebben we niets van haar gehoord. Zelfs mijn moeder die ook in Joegoslavië woont heeft al lange tijd geen contact met haar gehad. Gonzala's man is een Serviër." „Het was mijn droomwens: filmen in New York. Maar ik denk de hele tijd aan m'n zus. Overdag op de set laat ik daar niks van merken. Dan lach ik, maar 's avonds durf ik te hui- Boetes Zestien was Tatjana, toen ze in Nederland kwam. Ze vond snel werk als fotomodel, later als zangeres. Een vlotte meid die dank zij haar natuurlijke uitstraling in de smaak valt bij Dick Maas en Laurens Geels, de twee filmmakers van First Floor Features, en producenten van 'Flod der'. Vooral om als zangeres naamsbekend heid te krijgen, pakte Tatjana de filmrol aan. Met als gevolg dat iedereen haar leerde ken nen als Keesie, het draaikontje uit 'Flodder' en niet als zangeres van 'Baby Love'. Tatjana (28): „Zeker anderhalf jaar lang heb ik last gehad van Keesie. De laatste jaren kent Nederland me gelukkig ook als Tatjana, de zangeres." Dat ze zich regelmatig moet verantwoorden voor haar erotische rol, steekt haar. „Waarom word ik meteen voor dom blondje versleten? Als Huub Stapel een eroti sche rol speelt in bijvoorbeeld 'De Onfat soenlijke Vrouw', durft geen journalist hem voor dom uit te maken." Zondag in Broadstreet. Het drietal negers zit nog steeds bovenop de achterbumper van de gouden auto van Flodder. Midden op straat, schuin tegenover de North State Bank, heeft Dick Maas wegwerkers neergepoot, druk in de weer met een roodwit geschilder de pijp op een put van de ondergrondse. In volle vaart moeten de opgejaagde dubbel gangers van Huub, Tatjana en René op hen inrijden. Tegen half een is het 'cut'. De hoogste tijd voor de lunch in een vlakbij gelegen Mexi caans restaurant. In Nederland zou Dick Maas nog even hebben doorgedraaid. Maar dit is New York, waar geld een allesoverheer sende rol speelt. Waar Maas en Geels hebben leren klokkijken. Elk kwartier dat je te laat aan tafel schuift, kost zeven dollar boete per werknemer op de filmset. Deze zondag lopen er tweehonderd rond op: een iets te late lunch levert een geldboete op van 1400 dol lar. Te betalen aan de filmvakbond van New York. Werkverschaffing Dick Maas plukt aan zijn Kuifje-sweater. „Natuurlijk waren we op de hoogte van de macht van de vakbond. Zowel met het bud get als het aantal draaidagen is daarmee re kening gehouden. Toch worden we nog da gelijks onaangenaam verrast. Als onze car ram an een lamp wil laten verdraaien dan meldt hij dat bij het Hoofd Licht. Die geeft opdracht aan de 'key grip' die op zijn beurt een assistent inschakelt." „Intussen is de informatie verkeerd over gekomen en hangt die lamp nog niet goed. Er zelf heen lopen, is op straffe van een zware geldboete verboden. V/aar ik in Nederland twee man voor inhuur, moet ik hier tien n op de loonlijst zetten. Klopt, het is je reinste werkverschaffing die je eerder in een Derde Wereldland zou aantreffen. Iedereen is ook doodsbang om zijn baantje te verliezen." Hij grijnst zuinig: „In het begin is er zelfs moeilijk gedaan over het meenemen van ze acteurs." Laurens Geels heeft nog meer voorbeelden van 'werkverschaffing'. „Onlangs moesten v in een bepaalde straat apparatuur tegen e< muur zetten. Om te voorkomen dat we 0[ nieuw geld moesten betalen aan de eigenaar van dat pand hebben we onze spullen er halve meter vandaan gezet." Omdat de Amerikanen in de eerste week iets te traag hun werkopdrachten uitvoerden, is Laurens even met een honkbalknuppel op de rand van de set gaan staan. Ineens stond er ook zweet op de rug van de Amerikaanse crew. Geels: „Over de financiering van deze Flodder wil ik nu niet meer kwijt dan dat het een slijtageslag is geweest. Zeven jaar gele den zouden we dit niet hebben aangedurfd." Onrecht Een winderige woensdag aan de Hudson. Nog altijd zitten de drie negers achter de Flodders aan. Ee karretje met hot dogs wordt i de prak gejakkerd. Dan stuiven de Cadillac en de Ford in op een groepje aerobic-meiden. Huub Stapel, (37) staat ook bij deze scène aan de kant. Hij duwt z'n gebleekte krullen recht. Vijf weken New York, het is hem aan te zien. „Deze stad vreet aan je. Het onrecht wordt in je gezicht ge gooid. Om maar te zwijgen van de schijnheiligheid van de Amerikanen. Op weg naar een diner voor een of ander Afrikaans ziekenhuis kijken de rijken niet of nauwelijks om naar hun eigen daklozen. Daar kan ik me stevig over opwinden." Over zijn Johnny maakt hij zich minder druk. Een herhalingsoefening, meer is het niet. „Zo gauw ik dat rode jackie aan heb, ben ik Johnny, de ritselaar." Dat typische loopje kontje hanig naar achter, knieën iets uit elkaar heeft Stapel afgekeken van snelle stoepsjacheraars die in Venlo aan Duitsers horloges proberen te verkopen. May Flower Hotel, hartje Manhattan, za terdagavond. De familie Flodder checkt uit. De schokbrekers van de gele taxi's kreunen onder de cadeaus. Nelly Frijda draagt zonneklep. Goudbestikt. Dus niet besteed aan ma Flodder. 'Niemand kan zeggen dat Nelly Frijda niet lelijk durft te zijn' foto victor Arnolds Dick Maas geeft het begin van een scène aan op Manhattan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 39