Binnenland
Nederlanders willen
vier dagen werken
<6
Auto favoriet voor woon-werkverkeer
Bij klusser heeft lang
niet altijd uitkering
JA
Zaterdag 16 november 1991
023-150225 JANINE BOSMA ALTAN ERDOGAN RONALD FR]SART (chef) PATRICK VAN DEN HURK JAN PREENEN SJAAK SMAKMAN FRANS VISSER Vormgeving; DRIES DE BOERS
Algemeen Nederlands
;au (ANP). Gemeenschappelijke Persdienst (GPD). Inter Press Service (IPS).
het vierde deel van een aantal
verhalen naar aanleiding van de grote
enquete die deze krant met een aantal
andere dagbladen hield in mei van dit
jaar.
DE STAAT VAN
HET LAND
Werkenden bereid loon in te leveren voor meer vrije tijd
DEN HAAG GPD
De verhalen op deze pagina zijn
gebaseerd op de resultaten van
de enquête 'De Staat van het
Land', een nationaal opinie-on
derzoek waar tienduizenden le
zers van vijftien regionale dag
bladen het afgelopen voorjaar
aan hebben deelgenomen.
De enquête is opgezet en uit
gevoerd door de Gemeenschap
pelijke Pers Dienst (GPD) in
Den Haag, in samenwerking
met de Rijksuniversiteit Leiden
en de Erasmus Universiteit in
Rotterdam. De resultaten zijn
verwerkt onder leiding van de
Leidse psycholoog prof.dr. R.
Diekstra en de Rotterdamse
econoom prof.dr. B.M.S. van
Praag.
Alle genoemde cijfers en con
clusies komen voort uit ant
woorden op vragen over de pe
riode vóór Pinksteren 1991. Vol
gens de beide wetenschappers
is er echter geen reden om aan
te nemen dat de resultaten op
dit moment niet meer zouden
Nederland wil minder werken. Niet omdat het werk niet
bevalt. Integendeel, de meeste landgenoten zijn goed te
spreken over hun werkkring. Maar we willen tijd voor an
dere zaken en zijn bereid om evenredig loon in te leveren
voor een kortere werkweek.
DEN HAAG YVONNE ZONDEROP
De vakbeweging heeft het dus
nog niet zo verkeerd gezien. In
arbeidstijdverkorting om werk
lozen te helpen heeft menigeen
zijn geloof verloren. Maar vrije
tijd omwille van een prettiger
leven is een diepgevoelde wens
in vrijwel alle lagen van de be
volking. De werkgevers mogen
dan weinig voelen voor discus
sies over korter werken, als ze
hun werknemers serieus nemen
zullen ze er toch aan moeten
geloven. Want die willen in
meerderheid op naar de 32-uri-
ge werkweek.
Het is een van de opvallend
ste conclusies uit de enquête
die deze krant, samen met veer
tien andere, in het Pinkster-
weekeinde onder haar lezers
hield. Maar liefst zestig procent
van de ondervraagden zou min
der willen werken. Ongeveer
dertig procent is tevreden met
de huidige arbeidsduur en nog
geen tien procent zou juist
meer uren willen maken. In de
enquête werd nadrukkelijk ge
vraagd of men bereid was om
voor een dag minder werken
ook een dag loon in te leveren.
Meer dan de helft van de Ne
derlandse werknemers voelt
daar kennelijk voor.
Die bereidheid is overigens
niet bij iedereen even groot. Het
hoeft geen verbazing te wekken
dat goedbetaalde werknemers
eerder bereid zijn om in te leve
ren dan bijvoorbeeld onge
schoolde werknemers. Zij kun
nen het geld makkelijker mis
sen. Toch wil nog de helft van
de laatstgenoemde groep korter
werken onder gelijktijdige inle
vering van loon. Het hoogst op
de ladder scoren directeuren
van ondernemingen. Maar liefst
Een avondploeg bij Hoogovens in Umuiden. Werk is belangrijk, maar vooral jongeren hopen ruim voor hun
officiële pensioen af te haken. «foto de boer olm kraak
driekwart van hen zou graag
korter werken, ook al betekent
dat een inkomensdaling.
Zeggenschap
Dat heeft, zoals gezegd, wei
nig te maken met de waarde
ring die mensen kunnen op
brengen voor hun werk. Ruim
vier op de vijf werknemers is te
vreden met de huidige baan.
Natuurlijk doen zich ook hier
verschillen voor. Met enige
voorzichtigheid kun je stellen
dat de tevredenheid toeneemt
naarmate de werknemer meer
zeggenschap heeft over de in
houd van zijn baan. Hoe lager
in de hiërarchie, des te groter de
groep met klachten over het
werk. Ongeschoolde arbeiders
zijn bijvoorbeeld minder goed
te spreken over hun baan dan
geschoolde collega's. Opmerke
lijk is ook het grote aantal
dienstplichtigen dat ronduit on
tevreden is over het werk dat zij
moeten verrichten.
Of je nu voor een bedrijf of
voor de overheid werkt, maakt
in waardering niets uit. zo blijkt.
Ook zijn part-timers niet min
der tevreden dan mensen met
een volledige baan. Ze hechten
ook net zo sterk aan hun baan
als full-time krachten. Het blijkt
misverstand dat mensen
die in deeltijd werken, veelal
vrouwen, hun baantje beschou
wen als 'iets erbij'. Vrouwen
vinden hun werk net zo belang
rijk als mannen, zo blijkt uit de
enquête. En het belang dat de
meeste Nederlanders aan werk
hechten is groot. Maar liefst 85
procent vindt werk 'belangrijk'
of 'erg belangrijk'. Opmerkelijk
is wel, dat dit belang afneemt
naarmate men ouder wordt. Zo
vindt bijna een kwart van de
mensen boven de 55 jaar werk
niet of niet zo belangrijk. De
VUT komt voor hen dus niet
ongelegen.
Inleveren
Dat Nederlanders aan hun
baan hechten mag ook blijken
uit het feit dat een nipte meer
derheid bereid is om loon in te
leveren als daarmee de arbeids
plaats behouden blijft. Veel
meer mensen zijn daartoe be
reid dan je op grond van acties
van de vakbeweging zou ver
wachten. Slechts in uiterste
nood grijpen vakbonden naar
dit middel - zoals laatst bij V&D
-, maar misschien kunnen ze -
het hun leden eens vaker voor
leggen.
Die bereidheid hangt overi
gens wel samen met het soort
werk dat de mensen verrichten.
Zo wil meer dan de helft van de
geschoolde en ongeschoolde ar
beiders van geen inleveren we
ten. Hetzelfde geldt voor 'lagere'
employés. Middelbare en hoge
re employés, daarentegen, zijn
in meerderheid wel degelijk tot
een loonoffer bereid, al wil drie
kwart niet verder gaan dan tien
procent.
Gezien de werking van ons
sociale zekerheidssysteem is de
ze uitkomst overigens niet zo
verrassend. Een hogere em
ployé die in de ww komt, raakt
relatief meestal meer inkomen
kwijt dan een ongeschoolde
werknemer. Het verschil tussen
loon en minimum-uitkering be
draagt bij ongeschoolden veelal
minder dan dertig procent. Hoe
hoger het inkomen, des te meer
men te verliezen heeft bij plot
selinge werkloosheid.
Overigens vonden veel kran
telezers de vraag naar loon inle
veren voor werkgelegenheids-
behoud een hypothetische. De
overgrote meerderheid ver
wacht allerminst binnenkort
werkloos te worden.
Schokkend
Dat is ook voor ze te hopen.
Want wie eenmaal werkloos is,
vindt de weg naar de arbeids
markt vaak maar moeilijk terug.
Uit de enquête blijkt dat veel
werklozen de hoop op een baan
inmiddels hebben opgegeven.
Slechts een op de vier werklo
zen is nog actief op zoek naar
werk.
„Dat is toch wel schokkend",
meent profesoor Van Praag, de
econoom die de enquête we
tenschappelijk begeleidde.
Vooral het feit dat slechts een
op de drie werklozen tussen de
18 en 35 jaar nog actief naar
werk zoekt, baart hem zorgen.
Dat zijn immers de mensen met
de beste kans op een baan. Dat
werklozen boven de 55 jaar
DE STAAT VAN HET LAND..
WERKEN
BENT U TEVREDEN OVER DE INHOUD VAN UW WERK
zegt 84 van alle ondervraagde mannen
zegt 81 van alle ondervraagde vrouwen
TEVREDEN OVER WERK NAAR OPLEIDING/BEROEP
ongeschoold arbeider I I 68
geschoold arbeider
lagere employé
middelbare employé
hogere employé
zelfstandige
directeur van bedrijf
vrij beroep
hulsvrouw/man
ZOU U MEER OF MINDER WILLEN WERKEN
Minder werken houdt In dat u tevens minder gaat verdienen
Naar leeftijd In procenten
I I 18 t/m 34 jarigen
I I =35 t/m 54 jarigen
Hl 55 t/m 64 jarigen
O 65 iaar en ouder
10 8 10 10
wil meer werken
nlel meer niet minder wil minder werken
VERDIENT U WEL EENS WAT BIJ
In opleiding arbeids
ongeschikten
Bron: GPD-«nqult» 'D* flut van hat land* 199
O GPD Inlographtca/lltuatratlaaRalnoud SIHamaThao Gootjaa
zing.
De redenen om geen werk te
zoeken lopen overigens sterk
uiteen. Waar kinderen in het
spel zijn, wordt 'het gezin' vaak
als argument opgegeven, vooral
door een-oudergezinnen met
een moeder aan het hoofd. 'Ge
noeg geld' is een argument dat
vrijwel alleen wordt gehanteerd
door mensen zonder kinderen
maar mét een partner. Werklo
zen met een lage opleiding zeg
gen ook vaak dat 'er geen werk
is'. Zij stellen zich vaker dan ge
middeld tevreden met vrijwilli
gerswerk.
Haalt de gemiddelde werkne
mer cle 65 nog? Het wordt aller-
wege betwijfeld en nog minder
geambieerd. Ongeveer een
kwart van de mensen die de en
quête invulden, verwacht tot z'n
65-ste aan de slag te blijven,
maar slechts tien procent wil
dat ook.
De meeste Nederlanders den
ken rond hun 60-ste met de
VUT of iets dergelijks te gaan.
En de arbeidsmoraal neemt af.
Hoe jonger de werknemer, des
te eerder hij of zij met werken
wil ophouden. Van de
tussen de 18 en 34 jaar wil
liefst eenderde ophouden met
werken voordat ze de 54 jaar
hebben bereikt. Nog eens een
kwart wil stoppen voor hun 58-
Misschien dat ze nog van me
ning veranderen als ze ouder
worden. Want hoe ouder de
werknemer, des te later hij of zij
denkt met werken te kunnen
stoppen. Ruim veertig procent
van de mensen boven de 55 jaar
verwacht rond hun 60-ste met
werken op te houden. Een op
de vijf denkt door te werken tot
de pensioengerechtigde leeftijd:
65 jaar.
DEN HAAG GPD
Maij-Weggen het
autoverkeer daadwerkelijk wil
terugdringen, zal ze vooral iets
moeten ondernemen tegen het
fenomeen lease-auto. Die con
clusie dringt zich op na lezing
van de enquête-resultaten over
het woon-werkverkeer. Maar
liefst twee op de drie mensen in
het bedrijfsleven pendelen per
auto van huis naar werk. In de
ambtenarij, waar geen lease-au
to's worden verstrekt, is dat
'slechts' 49,4 percent. In totaal
gaat meer dan de helft van de
werknemers (56,9 procent) per
auto of motor naar de 'baas'.
Op de tweede plaats volgen
fiets of bromfiets. Die zijn nog
altijd twee keer zo geliefd als het
openbaar vervoer. Fietsen en
brommers zijn vooral populair
en ongeschoolde
eiders. Zelfs een kleine tien
procent van de directeuren gaat
per fiets of brommer naar de
werkplek. In zijn algemeenheid
maken meer vrouwen dan
mannen gebruik van het stalen
Het zal overigens geen verba
zing wekken dat de beter be
taalde werknemers in meerder
heid de auto nemen. Maar liefst
tachtig procent van de directeu
ren vervoert zich per automo
biel van huis naar werk. Dit per
centage neemt af naarmate het
salaris afneemt. Opmerkelijk is,
dat zowel geschoolde als onge
schoolde arbeiders vaker voor
de auto kiezen dan kantoorper
soneel. Dat is met bijna 20 pro
cent de grootste gebruiker van
het openbaar
OPENBAAR VERVOER
percentages zijn afgerond
11 O mannen
i O vrouwen
14%
AUTO/MOTOR
(BROM) FIETS
v. -
GPD-tnquêta staat van hat larxf 1991
Het 'stalen ros' haalt het niet bij de auto, maar is ondanks het Nederlandse klimaat een populair vervoermid
del van en naar het werk. •foto de boer
DEN HAAG GPD
Aan de borreltafel wordt Nederland veelvuldig afgeschil
derd als een zwartwerkersparadijs. Vooral uitkeringsgerech
tigden zouden er zo veel bijklussen dat ze wel gek zouden
zijn om een gewone baan te zoeken. Iedereen kent wel ie
mand in zijn omgeving.... en dan volgen de sterke verhalen
elkaar in hoog tempo op.
Welnu, uit de enquête blijkt dat de wereld niet zo simpel
in elkaar steekt. De meeste Nederlanders hebben geen bij
verdiensten, ook uitkeringsgerechtigden niet. Natuurlijk
zijn er mensen die erbij klussen, gemiddeld gesproken een
op de vier, maar slechts één categorie springt er uit: scho
lieren en studenten. Twee van de drie mensen die een op
leiding volgen hebben een bijbaantje. Dat betreft niet zo
zeer 'idusjes' of huishoudelijk werk, als wel part-time baan
tjes van allerlei aard buitenshuis.
Bij werklozen ligt die verhouding precies omgekeerd:
twee van de drie werklozen verdienen er niets bij. Dit bete
kent dat een op de drie dus wél over bijverdiensten be
schikt. In bijna de helft van de gevallen betreft het 'klusjes'.
De rest doet betaald werk buitenshuis. Overigens hoeft dit
allerminst zwart werk te zijn. Zowel de Werkloosheidswet
als de Algemene Bijstandswet bieden ruimte voor bijver
diensten, waarvan de uitkeringsgerechtigde een deel zelf
mag houden. Van de langdurig zieken klust een op de drie
er bij. Bij arbeidsongeschikten is dat een op de vier.
Klusjes en andere bijbaantjes zijn overigens bepaald niet
het domein van uitkeringsgerechtigden. Integendeel, in
verschillende studies is er op gewezen dat mensen met
werk veelal makkelijker aan bijbaantjes komen dan mensen
die hele dagen thuis zitten. De enquête staaft die bewering.
Het aantal geschoolde arbeiders dat erbij klust is groter dan
het aantal zieken én wao-ers dat bijverdient en ongeveer
even groot als het aantal werklozen met neveninkomsten.
Ook de zogenaamde 'vrije beroepen' scoren hoog: onge
veer een op de drie heeft een bijbaan. Ongeschoolde arbei
ders verdienen er veel minder 'bij', evenals lagere em
ployés. Het laagst op de ranglijst eindigen directeuren van
bedrijven. Slechts vijftien procent van hen verdient geld
met een bijbaantje.
Over het algemeen blijkt dat mannen meer bijverdienen
dan vrouwen en part-timers en meer bij doen dan mensen
met een volledige baan. Met het klimmen der jaren neemt
het aantal bijbaantjes af. Slechts twaalf procent van de ge
pensioneerden verdient er op een of andere manier nog
Zwart bijklussen: het komt voor, maar
lang niet zo vaak als veel mensen denken.
Bovendien is het ook een fictie dat vooral
uitkeringsgerechtigden bijklussen.
ARCHIEF