'China Town' in Leiden, of de eenzaamheid van de Chinees ZATERDAGS Zaterdag 16november 1991 7 11 j v o r f i. Iedereen heeft wel eens bij de Chinees gegeten, maar niemand weet eigenlijk iets van 'm af. De Chinese gemeenschap in Leiden en omgeving telt ongeveer vijfhonderd leden, van wie de meesten in de horeca werken. Een kijkje in de keuken. Over een Chinees bejaardenhuis in Leiden, een cursus Nederlands voor en door Chinezen, een feestavond en de politieke situatie in het thuisland. Leden van het Chinese theatergezelschap Xiao Beihua schminken elkaar. Een nauwgezet en tijdrovend werkje. IRENE VAN BEVEREN De opera-achtige uitvoering voor Chinezen begint op donderdag avond om 23.00 uur in de Leid se Stadsgehoorzaal. Een ongewone tijd om een voorstelling te beginnen, zeker op een door-de-weekse dag, maar handig voor men sen die vrijwel allemaal in de horeca werken en niet eerder op de avond naar de schouw burg kunnen. Het Chinese gezelschap Xiao Beihua treedt op. Volgens ingewijden één van de beste the atergroepen die China op het moment rijk is. Voor het eerst bezoekt het gezelschap Neder land, tijdens een Europese tournee. De Chi nese gemeenschap van Leiden is zo gelukkig de groep in haar stad te mogen ontvangen. Xiao Beihua's voorstelling bestaat uit to neel, zang en dans en wordt uitgevoerd in prachtige traditionele kostuums. Deze avond wordt de Chinese versie van Romeo en Julia opgevoerd. Een klassieker dus. Het optreden vereist wel de nodige voorbereiding. Een paar uur voordat het spel begint, zijn de ac teurs al bezig met schminken. Daarna is het nog een toer om de kostuums aan te trekken. Plankenkoorts heerst. De voorstelling begint. De zaal is vol. Aan vankelijk hebben de toehoorders wel belang stelling voor het romantisch-tragische ver haal, maar die verflauwt allengs. Iemand die links achter in de zaal zit, ziet voor hem een blijkbaar verloren gewaande bekende. De hernieuwde kennismaking duldt geen uitstel. Ondanks de voorstelling begint de man zich naar voren te bewegen. Hij wurmt zich door de rijen toehoorders en schroomt niet om over een paar stoelen te klimmen. De be groeting is allerhartelijkst.' Er wordt druk bij gepraat. Daarmee is het eerste schaap over de dam, anderen volgen. Weldra staan her en der mensen met elkaar te praten, onver staanbaar in het Chinees. Met een half oog wordt nog naar de uitvoering gekeken. De acteurs zijn na afloop wat aangeslagen over de manier waarop hun spel is ontvan gen, maar blijven beleefd ten opzichte van hun bezoekers. Het enige dat ze over de wan ordelijke avond loslaten is dat het publiek in Parijs vele malen rustiger was. GEEN KWAAD WOORD Deze avond is al weer een maand geleden. De Chinese gemeenschap in Leiden en om geving vierde toen het tweeënveertigjarig be staan van de onafhankelijkheid van China. De schets van de feestavond is grotendeels opgetekend uit de mond van Tjioe Verlaan- The, die de avond heeft georganiseerd. Door haar huwelijk met een Nederlander beheerst zij als één van de weinige volwassen Chine zen de Nederlandse taal waardoor ze auto matisch het aanspreekpunt is voor buiten staanders. Net als de acteurs is Verlaan-The teleurge steld over het chaotische verloop van de feestavond, maar ook uit haar mond geen kwaad woord over hel gedrag van de bezoe- kérs. Ze heeft er wel begrip voor. „Veel vol wassen Chinezen missen een geregeld soci aal contact", legt zij uit. „Het is een probleem dat al langere tijd bestaat en het verloop van de feestavond onderstreept dat nog eens." Verlaan-The vertelt dat de meeste Chine zen in kleine groepjes verspreid over de regio wonen, dicht bij hun bron van inkomsten, de restaurants. Door hun onregelmatige werktij den, meestal zes dagen per week, is er weinig tijd om bij elkaar op bezoek te gaan. Toch moeten de meeste volwassenen het van die spaarzame contacten hebben, want de gerin ge kennis van de Nederlandse taal en de vreemde Nederlandse cultuur vormen de be langrijkste barrières om buiten de eigen kring contacten te leggen. EENZAAMHEID „De Chinese ouderen ondervinden waar schijnlijk de meeste problemen", meent haar echtgenoot, A. Verlaan. Hij is direkteur van de Leidse Stichting Ouderenwerk. Door zijn huwelijk met Tjioe The werd zijn belangstel ling gewekt voor de moeilijkheden die Chine se ouderen ondervinden. Problemen die weer wat complexer zijn dan hetgeen zijn vrouw al voor de Chinese volwassene in het algemeen signaleerde. Verlaan: „De Chinese gemeenschap in Ne derland probeert zelf voor haar ouderen te zorgen, zoals in China gebruikelijk is. Dat is natuurlijk mooi, maar het werkt niet in Ne derland. In China wonen familieleden vlak bij elkaar, waardoor de bejaarde in het cen trum van de zorg en belangstelling staat. Hier is de groep die de oudere omringt, terugge bracht tot een handjevol mensen, dat vaak lange dagen moet maken in het restaurant. Voor de inwonende bejaarde blijft maar wei nig tijd over. Het gevolg daarvan is dat veel ouderen vereenzamen." Verlaan baseert zijn uitspraken op enquê tes die namens verschillende Chinese vereni gingen in Nederland onder Chinese ouderen zijn gehouden. Daaruit blijkt dat vooral vrou wen en lager opgeleide'mannen, meestal af komstig uit de horeca, een eenzame oude dag tegemoet zien. Een aantal van hen zou, ondanks de politieke situatie in hun thuis land. wel willen terugkeren naar China, maar door hun ontoereikend inkomen is dat nage noeg uitgesloten. Verlaan: „Eigenlijk keren alleen degenen terug die maatschappelijk ge slaagd zijn. En dat zijn er maar weinig. Neem bijvoorbeeld een kok in loondienst, die heeft hard gewerkt, maar geen fortuin vergaard, terwijl de familie in China dat toch min of meer van hem verwacht. Als hij terug zou gaan, zou diezelfde familie hem moeten on derhouden. Die schande is te groot. Dan maar liever in Nederland blijven, hoewel zijn positie hier ook weinig benijdenswaardig is." Verlaan legt uit dat ook in Nederland veel van de oudere Chinezen, dus vrouwen en la ger opgeleide mannen, financieel afhankelijk zijn van hun familie. „Je krijgt een aow-uitke- ring naar het aantal jaren dat je premie be taalt. De meeste Chinezen zijn hier ongeveer tien jaar, dus hun aow-uitkering is laag. En doordat zij altijd in de beslotenheid van huis gezin of restaurantkeuken hebben verkeerd, spreken zij, net als hun familieleden, geen Nederlands, waardoor zij de weg naar een aanvullende uitkering niet weten." Die toestand wil Verlaan in samenwerking met Chinese verenigingen veranderen. „Voor oudere Chinezen moet betere opvang ko men", vindt hij. „Dat is nodig, want het gaat om een grote groep mensen. In 1995 telt Ne derland circa 11.000 Chinezen boven de vijf envijftig jaar, van wie ongeveer 3000 boven de vijfenzestig jaar. De meesten van hen wo nen in de randstad. Dus er zal naar oplossin gen moeten worden gezocht." GROEPSWONEN Verlaan vertelt dat in Den Haag is begonnen met een project groepswonen voor Chinese ouderen. De mensen wonen bij elkaar in on geveer dertig geschakelde woningen met een recreatiezaal in het midden, verzekerd van sociaal contact. Rotterdam is bezig met een dergelijk project en in Leiden moet het ook van de grond komen, vindt Verlaan. Hij zou graag zien dat er een groepswonen-project tot stand komt, gecombineerd met goede verzorging voor de ouderen. Daarvoor zou den ongeveer tien Chinese vrouwen opgeleid moeten worden, zpdat taal en cultuur niet voor problemen zorgen. Ook denkt hij aan een Chinese arts. Het is nog toekomstmu ziek, maar hij hoopt het in de komende jaren te realiseren, want „binnenkort gaan wij ons plan aan de gemeente voorleggen. We hopen dat zij een deel van de kosten voor haar reke ning wil nemen." De Chinese gemeenschap heeft hij al we ten te overtuigen van de noodzaak dat de be jaarden geholpen moeten worden. Het plan groepswonen stuitte'aanvankelijk op verzet. „Daarvoor was de cultuurkloof tussen oost en west verantwoordelijk", meent Verlaan en hij legt uit: „De meeste Chinezen leven naar de leer van Confucius en deze Chinese filo soof heeft geschreven dat wij goed voor onze ouderen moeten zorgen. Vader en/of moeder elders laten wonen en eventueel ook nog el ders laten verzorgen, past niet in die visie. Dat is westers, vreemd en dus verkeerd. De enquêtecijfers deden de mensen echter in zien dat de geschriften van Confucius, hoe goed ze ook zijn, niet werken voor Chinezen in Nederland." CURSUS NEDERLANDS Verlaan-The wil een soos gaan organiseren voor de Chinese gemeenschap. De feest avond in de stadsgehoorzaal heeft aange toond dat daaraan behoefte is. Maar op wel ke termijn die bijeenkomsten zullen worden georganiseerd, weet zij nog niet. „Ik heb er voorlopig geen tijd voor", verzucht zij. Op dit moment heeft het zakelijk contact tussen Chinees en Nederlander haar volle aandacht, of juister geformuleerd: het ontbreken van zakelijk contact tussen Chinees en Nederlan der. Op het moment regelt Verlaan-The allerlei praktische zaken voor de Chinese gemeen schap met Nederlandse instanties, zoals bij voorbeeld de zaal in de stadsgehoorzaal voor de feestavond. „Dat is natuurlijk een luxe probleem vergeleken bij de problemen waar de mensen dagelijks voor slaan", vindt zij. „Probeer aan een willekeurig loket maar eens iets te regelen als je alleen Chinees kent. Dat lukt je niet. Communiceren kan niet. En er zijn ook geen aanvraagformulieren in het Chinees opgesteld." Zij legt uit dat de Chinese gemeenschap niet in aanmerking komt voor voorzieningen^ als een tolk of in het Chinees vertaalde for-* muiieren. „Dat komt omdat wij niet als min derheid worden aangemerkt en dus niet on der .het minderhedenbeleid vallen." Onder dat beleid vallen alleen mensen die afkomstig zijn uit de vroegere koloniën en degenen die in het verleden als gastarbeider werden ver welkomd. Zij krijgen hun portie uit de Neder landse overheidsruif, vertaald in aangepaste voorzieningen en subsidies. Chinezen komen nergens voor in aanmerking. Verlaan-The vindt het huidige beleid onre delijk, maar is niet van zins om bij de pakken neer ,te zitten. „Mensen zullen toch Neder lands moeten leren", vindt zij. „Of dat nu met of zonder subsidie is." De cursussen Nederlands voor buitenlan ders acht zij niet geschikt voor haar landge noten. „Die cursussen worden meestal gege ven als de meeste Chinezen werken. En ook al zouden de cursustijden worden aangepast, dan nog heeft zo'n cursus geen zin. Hoe kan iemand die geen Chinees spreekt nu Neder lands doceren aan een cursist die alleen maar Chinees spreekt? Toch worden Chinezen ge acht naar die cursussen te gaan. Onbegrijpe lijk." Verlaan-The steekt haar ongenoegen over het Nederlandse onbegrip jegens de FOTO LOEK ZUYDERDUIN Chinese gemeenschap niet onder stoelen of banken. Omdat zij overtuigd is van het belang dat haar landgenoten de Nederlandse taal spre ken, heeft zij besloten om zelf een cursus Ne derlands te gaan geven. Ze heeft alleen de vereiste onderwijsbevoegdheid nog niet. Daarvoor studeert zij op het moment in Rot terdam. Volgend jaar kan zij zich waarschijn lijk bevoegd docente noemen en zal zij met de cursus beginnen. DE CHINESE SCHOOL Verlaan-The verzorgt al cursussen voor de Chinese gemeenschap. Samen met nog vier vrijwilligers leert zij de Chinese kinderen de taal en cultuur van hun voorouders. Vorig jaar opende de zogenaamde Chinese school haar poorten in het Studiehuis aan de Leidse Stationsweg. De school telt honderd leerlin gen uit de Leidse regio, in de leeftijd van ze ven tol en met achttien jaar. Het initiatief voor een school kwam van de ouders. Hun kinderen spreken naast Neder lands, één van de vijfenvijfig Chinese dialec ten, waarmee zij met hun ouders communi ceren. Cultuuroverdracht vindt echter in het Mandarijn-Chinees plaats en dat spreken, noch lezen de kinderen. De Chinese school moet daar verandering in brengen. De Chinese gemeenschap bekostigt de les sen zelf, de gemeente heeft gratis de ruimte in het studiehuis beschikbaar gesteld. Ver laan-The is blij met de bijdrage van de ge meente. Zij vertelt dat vanuit die hoek vorige maand 7000 gulden beschikbaar is gesteld voor de school Verlaan-The: „Wij gaan daar kalligrafeer- materiaal en een traditioneel Chinees kos tuum voor aanschaffen. En dan is het geld helaas bijna weer op." Verwijzend naar het minderhedenbeleid betoogt ze dat er een al lochtonenbeleid zou moeten komen. „Het beschikbare geld zou eerlijker verdeeld moe ten worden, dus onder alle allochtonen." Even later vertelt zij vol enthousiasme over de eerste schoolreis van de Chinese school. Tijdens de herfstvakantie zijn de meeste leer lingen met vier begeleiders, onder wie Ver laan-The, naar Parijs geweest. „Het was een groot succes", vertelt zij. „Voor velen was het hun eerste vakantie, omdat hun ouders meestal geen tijd hebben om weg te gaan. Het restaurant slokt alle tijd op." Vier leerlingen kregen geen visum voor FranJcrijk. Dat spijt Verlaan-The nog steeds. „De kinderen waren zo teleurgesteld. Volgen de keer gaan we naar een huisje van Center Pares om dat te voorkomen. Maar eerst moet er weer een jaar worden gewerkt voor het zo- De meeste kinderen vinden de lessen van de Chinese school wel leuk. Ze beschrijven het als een „soort hobby." Huiswerk wordt niet gegeven. Het enige dat ze ervoor moeten doen is zaterdagochtend aanwezig zijn in het Studiehuis, waar zij uit kinderboekjes Man- darijns Ieren en proberen de kalligrafeerkunst onder de knie te krijgen. Over de eeuwenoude cultuur van China, die door hun ouders zo belangrijk wordt-ge vonden, doen zij wat lacherig. Een zestienja rige jongen, die worstelt met zijn kolligrafeer- penseel, vertelt dat hij pas in China en Hong kong is geweest. Hij had zich de Chinese cul tuur anders voorgesteld. „Weinig beschaving daar", oordeelt hij. Hij vindt het westers aan doende Hongkong een stuk beschaafder. De cultuurkloof tussen jong en oud gaapt. Niet alle kinderen zijn het met hun klasge noot eens. Sommigen zijn in China geweest en zouden er best willen wonen. Maar eerst willen ze hun opleiding afmaken. Na het voortgezet onderwijs betekent dat voor de meesten een vakopleiding in de horeca, zoals de kokschool, waarmee ze later in het restau rant van vader of een ander familielid aan de slag kunnen. STUDENTENOPSTAND China, land dat door één van de laatste com munistische dictaturen met ijzeren hand wordt geregeerd. Het is nog maar twee jaar geleden dat de Chinese studentenopstand op bloedige wijze werd neergeslagen. Toch vier den de leden van de Chinese gemeenschap het tweeënveertigjarig onafhankelijkheidsbe- staan van China. Welke onafhankelijkheid? En waarom willen mensen terug naar een land waar de ihensenrechten nog steeds wor den geschonden? Verlaan-The wil daar niet over spreken en waarschuwt dat andere volwassenen dat ook niet zullen willen. Angst lijkt te overheersen. Familieleden in China zou iets kunnen over komen als er hier iets ten nadele van het Chi nese regime zou worden gezegd. Haar echtgenoot meent dat veel volwasse nen ondanks alles terug willen keren naar China, omdat zij zo'n heimwee hebben. Voor de jongeren geldt die reden minder. De meestcn zijn in Nederland geboren. Toch zou één van de jongeren best naar China wil len als hij de kokschool hier heeft doorlopen. Hij denkt dat het wel meevalt met de politie ke situatie. De jongen die vorig jaar nog in China was, is daarvan overtuigd. Alles was er tenslotte rustig. Andere kinderen: „We praten er thuis niet veel over en van familie uit China horen we nooit iets." Dat lijkt hun graadmeter te zijn en het zegt iets over de manier, waarop Chi nese volwassenen met dit probleem omgaan: collectief zwijgen, in het bijzijn van kinderen en van buitenstaanders. Een docent van de Chinese school wil wèl iets zeggen. Vijf jaar geleden kwam hij naar Nederland via het toenmalige uitwisselings project tussen de Chinese en Nederlandse universiteit. Hij is inmiddels afgestudeerd in de Chinese taal en cultuur. Binnenkort hoopt hij te promoveren. In duidelijk Nederlands vertelt hij dat het heerslaan van de Chinese studentenopstand voor hem de reden was otn voorlopig niet meer terug te keren naar huis. Heimwee naar familie en vrienden heeft hij natuurlijk wel,, „maar het land heeft een enorm tekort aan hoog opgeleide mensen", zegt hij. Hij is dan ook bang dat hij China nooit meer uitkomt als hij er eenmaal is teruggekeerd. Welke onafhankelijkheid werd er die avond in de Stadsgehoorzaal eigenlijk gevierd? 7 7" 77'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 41