Extra 'Apies kijken' uit de gratie Geen duw- en trekwerk meer in treinen Vrijdag 15 november 1991 26 Veel dierentuinen lijden een kwijnend bestaan Een eerste vereiste voor een dierentuin om te overleven is een stuk specifieke toegevoerde waarde. foto nfp ROB HIRDES Het ouderwetse uitje naar de dierentuin dreigt steeds meer uit de gratie te raken. Andere dagattracties die de laatste jaren als paddestoelen uit de grond zijn geschoten, werken negatief op een dagje 'apies kijken'. Iedere recreatie-gulden kan maar één keer worden uitgegeven en de tendens lijkt te worden, dat mensen liever voor jets anders dan voor een dierentuin kiezen. Dingend naar de de gunst van het publiek zullen ze zich blijvend op deelgebieden moeten ver nieuwen. Alleen zijn de daarvoor benodigde financiën lang niet altijd voorhanden. 1 let gaat niet goed met de dierenparken. In Nederland niet en in het buitenland niet. De meeste lijden een kwijnend bestaan. De fameuze London Zoo zelfs zo erg, dat slui ting vrijwel onafwendbaar lijkt. Een lot dat het dierenpark in Wassenaar een paar jaar geleden reeds trof. Ouwehands Dierenpark in Rhenen heeft onlangs het ontslag van acht medewerkers, inclusief dat van een van de beide directeuren, moeten aanvra gen. Die ingreep in de personele situatie is, samen mét accentverschuivingen, dringend noodzakelijk om de continuïteit van het park op de Grebbeberg zeker te stellen. Eigenlijk zijn er maar twee florerende die rentuinen in Europa. Die liggen beide in Berlijn. Dat is geen toeval. Het feit, dat het ze zo opmerkelijk goed gaat, heeft een zui ver politieke achtergrond. In de loop der ja ren zijn in de parken, die aanvankelijk aan weerszijden van de Muur lagen, gigantische sommen geld geïnvesteerd. De motieven daarvoor zijn terug te voeren tot onderlinge rivaliteit. De zorgelijke situatie, waarin Ouwehands Dierenpark verkeert, is voor een niet onbe langrijk deel te wijten aan de mooie zomers van de afgelopen twee jaar. „Dat heeft tot tegenvallende bezoekersaantallen geleid", aldus directeur G. Baars, op wie de ont slagaanvraag niet van toepassing is en die tevens voorzitter is van de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen. In plaats van de gehoopte 700.000 mensen, kwamen dit seizoen slechts 625.000 bezoe kers. In 1990 werd het bijna zestig jaar oude Ouwehand ook al geconfronteerd met sterk teruglopende bezoekersaantallen, waardoor het park een miljoen gulden aan entreegel den misliep. En dat terwijl de toegangsprij zen voor alle dierentuinen de financiële kurk vormen waarop zij drijven. Dierentuinweer Dierentuinen zijn sterk afhankelijk van het weer. Er bestaat zelfs een term voor: 'die rentuinweer'. Niet warm genoeg voor het strand, maar wel zó warm dat het lekker is om buiten te vertoeven. Die weersafhanke lijkheid heeft Ouwehands Dierenpark de laatste twee seizoenen flink opgebroken. „Onder invloed van de uitzonderlijke zo mers lieten de recreanten de dierentuinen in hoge mate links liggen om en masse naar het water en het strand te trekken", aldus Anton van Hooff. Ook zijn Burgers Dieren park heeft daar onder te lijden gehad. „Na een periode van stabilisering is er nu ook bij ons sprake van een terugval. Zij het in lichte mate." Nederland telt zes dierentuinen in de ruim ste zin van het woord. Daarnaast zijn er Apenheul in Apeldoorn, het Dolfinarium in Harderwijk en het Safaripark Beekse Ber gen. Op zich kan niet worden gesproken van een overbezetting van dit soort instel lingen. In het Duitse Ruhrgebied, qua op pervlakte twee keer zo klein als ons land, bevinden zich maar liefst dertig dierenpar ken en -parkjes. Van oudsher zijn dierentuinen geen gemak kelijk te exploiteren instellingen. Bovendien is er in ons land sprake van scheefgetrokken onderlinge verhoudingen en vallen de die rentuinen qua beheersstructuur uiteen in twee soorten tuinen. De overheidsinstellin gen als Artis en Blijdorp en de particuliere parken. De Amsterdamse en Rotterdamse dierentuin zijn tamelijk behoudend in hun beeldvorming, maar kunnen daarentegen rekenen op een constante stroom geld. De particuliere tuinen missen dat voordeel en moeten alle zeilen bijzetten om elke stap in de tijd voor te blijven. Overleven Binnen de particuliere sector neemt het Noorder Dierenpark trouwens nog een be voorrechte positie in ten opzichte van de overige. Het in Emmen gelegen park profi teert mee van allerlei steunmaatregelen, die in het leven zijn geroepen om het noorden in economisch opzicht op een wat hoger plan te tillen. Van Hooff: „De resterende particuliere tui nen moeten zich geweldige inspanningen getroosten, willen ze een belangrijke plaats - blijven - innemen als nationale organisa tie. Een goede visie in het totale krachten veld is daarbij onontbeerlijk." Een eerste vereiste om te overleven is een stuk specifieke, toegevoegde waarde aan de afzonderlijke dierentuinen mee te geven. Iets, dat London Zoo bijvoorbeeld heeft ver zuimd te doen. De dierentuin, behorend tot de oudste ter wereld, heeft zich altijd als een leidende tuin beschouwd. „Maar als je je produkt niet continu vernieuwt, straft een dergelijke houding zichzelf op den duur af. Londen heeft de ontwikkelingen in de tijd te laat onderkend", aldus Van Hooff. Schande Directies hebben in de loop der tijden met schade en schande geleerd inventief te zijn. Doorgaans is er dan ook geen gebrek aan vernieuwende ideeën, maar het struikelblok vormt in de regel de financiële onderbou wing ervan. De personeelslasten drukken per definitie zwaar op de begroting. Zij ma ken bijna de helft uit van de totale kosten. Daar staan uitsluitend entreegelden tegen over en geld, dat binnenkomt via het secun daire circuit, uit verkoop van ijs en souve- niers. De toegangsprijzen van dierentuinen mo gen op het eerste oog niet bepaald aan de lage kant zijn; de bedragen zitten op het ge middelde van de recreatieparken. Baars: „Voor een beetje voetbalkaartje betaal je dat ook. En voor een stoel tijdens een con cert of een toneelvoorstelling wordt toch al gauw 35 gulden gevraagd. En dan zit er nog een dikke overheidssubsidie onder die zit plaats." Belangrijk binnen het financiële reilen en zeilen van de dierentuinen is het kweken van reserves, want innovaties van enige be tekenis kosten nu eenmaal geld. Zo heeft de 'Bush' in Burgers Dierenpark vijftien mil joen gulden gekost en de 'Desert' staat voor eenzelfde bedrag in de. boeken genoteerd. Het aantrekken van vreemd kapitaal be hoort nauwelijks tot de mogelijkheden. „Want wat heeft een dierentuin als zeker heid te bieden? Banken staan elkaar in elk geval niet aan de ingang te verdringen om zo'n moeilijk, gespecialiseerd instituut in leven te houden", weet Van Hooff. Plaatselijke overheden blinken trouwens ook niet echt in overdreven gulheid uit als het om het in stand houden van dat soort instellingen gaat. Dat wordt alom betreurd door Van Hooff en de zijnen. „Gemeenten, die een dierentuin binnen hun grenzen hebben, realiseren zich te weinig de econo mische doorwerking van dat soort toeristi sche attracties. Bezoekers laten namelijk ook op andere wijze geld achter in de stad of regio". grenzend aan het balkon, een aparte ruimte ingericht. Tevens zijn er twee zitjes voor eventuele begeleiders. Een lift om de rol stoel-gebruiker te helpen heeft de nieuwe trein niet, maar die komt er volgens de NS wellicht wel bij nieuwe modellen. De oplettende reiziger zal in de nieuwe dubbeldekker merken dat de rode hamer tjes verdwenen zijn. Deze hamertjes, be doeld om in noodgevallen het raam stuk te slaan, zorgden bij de NS voor veel proble men. Niet alleen werden ze door souvenir jagers veelvuldig uit hun glazen kastje ge stolen, naar verluidt werden er zelfs wel eens conducteurs mee bedreigd. In de nieuwe dubbeldekkers is per compartiment een raam geplaatst dat - naar binnen toe - uit de sponning getrokken kan worden. Minder gevaarlijk dan de hamertjes, maar minstens even vandalisme-gevoelig. „Ach, in het buitenland hebben ze deze ramen ook, en daar zijn nooit problemen. Boven dien gaan we met deze nieuwe treinen toch geen voetbalsupporters vervoeren," zegt Groeneveld. Minder opvallend voor de reiziger - maar niet onbelangrijk - is dat de nieuwe dubbel dekkers een beter remsysteem hebben ge kregen. Hierdoor kunnen de treinen het tra ject sneller afleggen, omdat de remtijd kor ter is. Via een ander technisch nieuwtje is het (ont-)koppelen een stuk eenvoudiger geworden. Daardoor kan de NS de trein- lengte makkelijker aanpassen aan de be hoefte van het moment. Als in de lente van 1994 alle 258 nieuwe dubbeldekkers zijn afgeleverd, zijn Talbot en de NS nog lang niet klaar. Om het aantal zitplaatsen te verhogen van 163.000 vorig jaar tot 213.000 in 1996, investeert de NS liefst 3.626 miljoen gulden in 901 nieuwe rijtuigen. Daaronder de SM 90, die als pro totype uitgeprobeerd wordt op de lijn Zwol le - Emmen. Het is de bedoeling dat deze stoptrein in de eerste klasse vier stoelen op een rij krijgt, en in tweede klasse vijf. Deze enkeldeks-stoptrein wordt daardoor dertig centimeter breder dan de huidige model len. Recentelijk ontstond enige opschudding toen gemeld werd dat het breder worden van een nieuwe serie dubbeldeks-treinen, die vanaf 1995 als sneltrein moeten gaan rijden (te beginnen tussen Amsterdam en Vlissingen) tot een strop van honderd mil joen zou leiden. Dit omdat overal in het land spoorlijnen, seinen en perrons aange past zouden moeten worden. Verwarring alom, maar duidelijk is wel dat de 290 dubbeldekkers (kosten ruim 1,2 mil jard) inderdaad dertig centimeter breder worden. Dit omdat er een luchtkanaal in moet voor de (nieuwe) air-conditioning. Over vier of vijf stoelen op een rij zou nog geen beslissing zijn genomen. De kosten van het aanpassen van het spoornet moe ten nog onderzocht worden, en belopen volgens een 'strikt voorlopige indicatie' van de NS zo n vijf miljoen gulden. Het kan dus nog (veel) meer worden, maar, zo haast de NS zich te melden: „Die 290 treinen moe ten nog besteld worden." Confetti en sluitfluit in nieuwe dubbeldekkers van NS Confetti-motiefjes en een elektroni sche 'sluitfluit'. Het lijkt wel feest als de Nederlandse Spoorwegen het hebben over de 258 nieuwe dubbel deks-treinen, die momenteel worden gebouwd bij wagonfabriek Talbot in het Duitse Aken. Maar de achter grond is uiterst serieus. De NS heeft door een snel groeiend aantal reizi gers een nijpend gebrek aan mate rieel, hetgeen vooral in de spitsuren in de Randstad leidt tot duw- en trek- tonelen zoals we die doorgaans al leen op het station van Tokyo zien. Daarom haalde de NS opgelucht adem toen 'Talbot - vier maanden te laat overigens - de eerste dubbeldek ker afleverde. Een kijkje in de nieuwe NS'-'treinen, die vanaf juni volgend jaar worden ingezet. Óm misverstan den te voorkomen: deze dubbeldek kers hebben nog vier stoelen en zijn niet te breed. WILCO DEKKER De nieuwe dubbeldeks-treinen van de NS moeten meer mensen meenemen in dezelf de reistijd. Daarom is er door de NS en Tal bot veel aandacht besteed aan het snel in- en uitstappen, waarbij de spoorwegen zelfs groepen studenten inhuurden om de tijd te meten. De sluitfluit, een elektronisch voort gebrachte toon bij elke deur, is een gevolg van dit onderzoek. Veel mensen stappen na het fluitje van de conducteur nog snel in, waardoor de trein langer moet wachten. De sluitfluit echter is onverbiddelijk, en moet zorgen voor een 'collectieve versnelling' bij het instappen. Heeft de conducteur de sluitfluit laten klinken, dan sluit hij de deu- En snel ook, want een nieuw systeem met tiptoetsen naast de deuren in plaats van de huidige drukknoppen, zorgt ervoor dat de deuren enkele seconden sneller open en dicht gaan. Het verlagen van de instap en het verwijderen van de hinderlijke klap stoeltjes op de balkons zijn andere nieuw tjes om bij de stops tijd te winnen (overi gens zijn de klapstoeltjes in de nieuwe dub beldekkers terug te vinden in een knus hoekje, dat zeer populair wordt bij verliefde stelletjes, zo voorspelt men in Aken). Daar naast zijn de balkons en de trappen ook nog eens ruimer gemaakt, om sneller meer passagiers in te kunnen laden. De NS heeft haast, zoveel is duidelijk. Maar niet zoveel haast, dat er geen aan dacht aan het interieur is besteed. Integen deel. Het vertrouwde bordeaux-rood is ver dwenen en vervangen door blauw (in de eerste klasse) en groen (in de tweede klas se). Meer specifiek warm-blauw en fris groen, aldus de NS. Voor de reiziger die ge wend is aan de tamelijk gedekte NS-kleu- ren, kan dit een schok betekenen. Bij Talbot in Aken gaan geruchten dat de design-afde ling van de NS in de nieuwste modellen nog agressiever kleurgebruik overweegt.Als dat maar niet overslaat op de passagiers," grapt een Talbot-werknemer. Confetti De NS heeft in Europa een naam op te hou den op het gebied van vooruitstrevend design en dat wordt met de nieuwe dubbel dekkers volledig waargemaakt. Zo wordt tussen het warm-blauw en fris-groen kwis tig gestrooid met vrolijk gekleurde confetti. De tafeltjes onder de ramen liggen er vol mee. En op de wc, ook uitgevoerd in warm- blauw, zit het zelfs tegen de wanden. ,Ach ja, dit soort wijzigingen in het interi eur levert altijd discussies op. Ook intern hebben we het erover gehad," zegt ir. P.J. Groeneveld, hoofd van de sector planning en materieelbeleid bij de NS. „Maar de een vindt het mooi en de ander niet, zo gaat rest van de treinen ingezet worden, heeft de NS nog niet besloten. Maar de lijn Amster dam-Arnhem staat hoog genoteerd op het knelpunten-lijstje. De 75 'oude' dubbeldek kers die nu al dienst doen, kunnen op ter mijn op knelpunten buiten de Randstad gaan rijden. Twintig minuten Voor de reizigers op de uitverkoren lijnen is straks niet alleen het duwen en trekken bij het instappen verleden tijd, ook kunnen zij in een oogopslag zien welke bestemming de trein heeft. Dit via een opvallend elektro nisch 'bestemmingsaanduidingsbord', zwart met gele letters, bevestigd aan de zij kant van de trein. Wellicht komen deze bor den in een later stadium ook op de balkons te hangen, zodat vergissingen over de plaats van bestemming helemaal uitgeslo ten zijn. Overdreven comfortabel zijn de nieuwe dubbeldekkers niet, maar dat komt omdat het om stoptreinen gaat. „De gemiddelde verblijfsduur van de passagier in deze trei nen is hooguit twintig minuten," legt Groe neveld uit. „Bij intercity's speelt het comfort een veel grotere rol, omdat de reistijd veel langer is." Voor de rolstoel-gebruiker wordt de nieuwe dubbeldekker wel comfortabeler. Er is, dat. Het huidige interieur scoort goed, maar als NS willen wij onze reizigers geregeld wat nieuws bieden, je moet bij de tijd blijven. En mensen mijden de trein niet omdat de kleur van de banken hen niet bevalt. Al thans, dat hopen we." Ook geheel eigentijds is dat de nieuwe treinen namen krijgen van bedreigde diersoorten. Natuurlijk is ook de kunst in de nieuwe treinstellen onderwerp van discussie. Het gaat om zeefdruk-panelen van Anne Sem- ler, uitgevoerd in Ideuren die bij het nieuwe interieur passen. Het zijn sferen en impres sies, die herinneringen aan reizen voorstel len. „Ik zal nooit aan die moderne kunst wen nen, en vooral niet aan de prijs." vertrouw de J. Maurer, NS-projektleider dubbeldek kers, het NS-weekblad Koppeling onlangs toe. Ook bij Talbot in Aken was er enige op schudding rond de kunstwerken. Geheel te gen de afspraken in was bij een van de pa nelen - door verkeerd snijden - de handte kening weggevallen. „Dat hebben we gewe ten. Wat een stampei," verzucht een perso neelslid. Twee per week En Talbot had al zoveel problemen met de order. De Duitse wagonfabriek, reeds twin tig jaar 'hofleverancier' van de NS, ging in augustus 1989 onder zware druk van de NS akkoord met een levertijd van twintig maanden, in plaats van de normale dertig madnden. Het zijn er vierentwintig gewor den. Vanaf deze maand levert Talbot elke week twee wagons af. Geprobeerd wordt het tempo op te voeren tot vijf rijtuigen per twee weken. In de lente van 1994 zou dan nummer 258 afgeleverd kunnen worden. De Duitsers valt in elk geval niet te verwij ten dat ze hun best niet gedaan hebben. De produktiecapaciteit in Aken werd na de NS- order, ter waarde van 680 miljoen gulden, uitgebreid en er werd extra personeel in dienst genomen. Bij Talbot werken nu ruim 1600 mensen, onder wie een paar honderd Nederlanders. Bovendien, al waren de Duit sers meer pünktlich geweest, het had toch niet geholpen. De 81 lokomotieven (kosten 575 miljoen gulden) voor de dubbeldekkers, die door het Franse Alsthom gebouwd wor den, hebben ook vertraging. Omdat de ma chinisten nog vertrouwd gemaakt moeten worden met het nieuwe materieel, kunnen de eerste nieuwe dubbeldekkers pas in de zomer-dienstregeling van volgend jaar in gezet worden. Vanaf juni 1992 hebben de beruchte knel punten Enkhuizen-Amsterdam en Alkmaar- Amsterdam de primeur. Drie maanden la ter worden de overvolle lijnen Den Haag- Hoorn en Amsterdam-Breda van een nieu we dubbeldeks-stoptrein voorzien. Hoe de De ruime entree van de nieuwe dubbeldekker, opgesierd met kunstwerken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 26