Kuise Jozef op linnenkast Schilderkunst als theater embrandl Kat&tané SCHILDER, TEKENAAR EN ETSER Parallelexpositie 'De bijbel in huis' in Utrecht De oudtestamentische figuur Jozef gold eeuwenlang als het voorbeeld van de kuise jongeling. Toen de vrouw van zijn Egyptische meester Potifar hem tussen de lakens probeerde te krijgen, nam hij de benen. Het was dag ook niet geheel toevallig dat juist deze scène in de zeventiende werd afgebeeld op kasten en kisten waarin de degelijke huisvrouw haar linnengoed opborg. Dergelijke moralistische taferelen zijn volop aanwezig op de expositie 'De bijbei in huis', die vanaf 14 december in Het Catharijneconvent in Utrecht is ingericht. De tentoonstelling bestaat uit een kleine tweehonderd beschilderde meubelstukken en gebruiksvoorwerpen die voor het grootste deel in bruikleen zijn gegeven door andere musea en vooral particulieren. De tentoonstelling 'De bijbel in huis is een van de zogenaamde parallelexposities, die in ir of mindere mate aansluiten bij de grote Rembrandttentoonstelling in het Rijksmu seum. Volgens directeur H.LM. Defoer van het Catharijneconvent wil deze expositie aangeven dat de nu zo beroemde Rem brandt, indertijd net als zoveel anderen ge woon produceerde voor de huiselijke om geving. Dat de bijbel ook voor Rembrandt een voorname inspiratiebron vormde, hoeft geen betoog. Het schilderij dat het Cathe- rijneconvent van hem in zijn bezit heeft, 'De doop van de kamerling', vormt de en tree voor een reeks beschilderde kasten en stoelen, tafellakens en tapijten, borden en bestek, tabaksdozen, glasruitjes, tegels en haardplaten uit de 17e en 18e eeuw. Zoutvat De kenner van de bijbel ziet in een aantal gevallen een link tussen het gebruiksvoor werp en de afgebeelde geschiedenis. Zo is een zoutvat opgesierd met Lot en zijn doch ters, wegvluchtend van Sodom en Gomorra, de plek waar nu de (zoute!) Dode Zee zich bevindt. De vrouw van Lot, die zich tegen het bevel van God had omgedraaid, was veranderd in een zoutpilaar. Iets minder direct, maar met net z duidelijke boodschap zijn de schilderingen op een bijzonder fraaie wieg uit 1752. Daar op staan bekende ontmoetingen uit de bij bel tussen mannen en vrouwen, zoals het bezoek van de koningin van Scheba aan ko ning Salomo. Zulke taferelen sieren ook ta baksdozen of horloges - typische huwelijks geschenken. De beschilderde gebruiksvoorwerpen wa ren in de 17e eeuw vooral te vinden in de calvinistische patriciërshuizen. Was mer tegenstander van afbeeldingen van bijbelse figuren in de godshuizen (de Heidelbergse Catechismus verbood beelden als 'boeken der leken' in de kerken), in de eigen huizen werden bijbelverhalen wel volop uitge beeld. De grootste favorieten blijken Jozef, de zoon van Jakob, Abraham, die dankzij zijn godsvertrouwen 'vader aller gelovigen' werd en Ester, uit wier verhaal duidelijk wordt dat een moedige vrouw een heel volk kan redden. De vluchtende Jozef was overigens nog tot in onze eeuw terug te vinden op de broeksknopen van het mannenkostuum. WIM SCHRIJVER 'De bijbel in huis' is van 14 december tot 8 maart 1992 In Het Catharijneconvent te bewonderen. Openingstijden: van di. t/m vrij. van 10.00 tot 17.00 uur, in de week einden en op feestdagen van 11.00 tot 17.00 uur. Toegangsprijs 3,50. Een schrijflessenaar uit het midden van de achttiende eeuw, beschilderd met taferelen uit het Oude en Testament, in dit geval: de koningin van Sheba ontmoet koning Salomo in zijn heerlijk heid. FOTO CATHARIJNECONVENT De tentoonstellingen in het Joods Historisch Museum en in Museum Het Rembrandt- huis hebben veel met elkaar gemeen. Het Joods Historisch Museum behandelt de oud testamentische historieschil derkunst. Het Rembrandthuis wijdt een tentoonstelling aan de leermeester van Rem brandt: Pieter Lastman. Het is voor het eerst dat aan deze schilder, die gezien kan wor den als de belangrijkste ver nieuwer en inspirator van (oudtestamentische) historie stukken, een overzichtsten toonstelling wordt gewijd. Het Rembrandthuis laat aan de hand van veertig schilderijen en prenten de ontwikkeling van zijn kunstenaarschap zien. Wandelen langs plekken u<aar Rembrandt heeft gewoond of gewerkt Het kunstreisbureau Artifex Travel heeft In opdracht van het Amsterdamse WV de Rembrandt-wandeling in de hoofdstad uitgezet René Dessing van Artifex Travel denkt dat het publiek ter afwisseling van het bezoek aan de tentoonstellingen wel te porren is voor een dergelijke wandeling door Amsterdam. De route gaat langs huizen waar werken van Rembrandt hebben gehangen, langs De Waag met de Anatomische Les, over het Rembrandtplein en de Bloemenmarkt het Begijnhof naar de Westerkerk, waar Titus ligt begraven, en de Westerkerk waar Rembrandt zelf moet liggen. Ook stelde het bureau een speciale Rembrandt- docurnentatiemap samen met informatie over het Rembrandt Research Project De map bevat tevens routebeschrijvingen van de wandelingen in Amsterdam èn Leiden. „De wandeling van de nieten", betitelt Bessing die laatste route. „Hou me ten goede hoor, de stad zeifis ontzettend aardig. Puur, niet kapot gerenoveerd, 't Is en blijft de stad waar hij gewoond heeft en er zijn natuurlijk plaatsen die aan Rembrandt herinnerende Weddesteeg, de Latijnse school Maar verder is er niet veel overgebleven. Zijn huis niet. De molen ook niet Vandaar die wandeling van de nieten. Volgens Bessing is de Leidse wandeling niettemin aantrekkelijk, omdat Lelden voor buitenlanders een minder bekende stad is als Amsterdam. „De Rembrandtwandeling in Leiden is zeker de moeite waard". In de Gouden Eeuw was de wereldstad Amsterdam het centrum van de oud testamentische historieschilderkunst. Rembrandt schilderde zijn 'Jacob zegent de zonen' en 'Het Joodse Bruidje'. Tientallen andere historieschilders waren tegelijk werkzaam in Amsterdam. Zij haalden hun inspiratie uit prentenreeksen en boekillu straties, werken die het Oude Testament voor brede bevolkingslagen toegankelijk maakten. Naast de al eeuwen lange popu laire thema's binnen de schilderkunst ko zen enkele kunstenaars als Pieter Lastman (1583 - 1632) ook voor meer onbekende on derwerpen. De oudtestamentische historiestukken wer den niet, zoals misschien aannemelijk lijkt, in de eerste plaats gemaakt in opdracht van de kerken. Nee, het waren juist de rijke bur gers en aristocraten die hun huizen en pa leizen verrijkten met deze schilderijen. Het was hun meer te doen om de artistieke dan om de liturgische waarde van de werken. De 19e eeuwse Franse criticus Theophile Thoré verwoordde het al heel duidelijlc 'De kunst van Rembrandt en de Hollanders, het is heel eenvoudig: kunst voor mensen'. Kennen wij Lastman nu voornamelijk als leermeester van Rembrandt, zijn tijdgeno ten zagen dat anders. Vondel noemde hem in één adem met Rubens en verheerlijkte één schilderij van Lastman als een wonder. En in een lofdicht op Amsterdam uit 1618 van Theodore Rodenburgh blijkt dat Last man samen met schilders die wij nu de Pre- Rembrandtisten noemen, tot de belangrijk ste kunstenaars van die tijd werd gerekend. Lastman streefde ernaar de historie zo hel der en duidelijk mogelijk weer te geven. De kopers, de rijke burgers moesten aangetrok ken worden door de beelden; het ging hun in eerste instantie niet om de inhoud van de voorstelling. Kunst moest, evenals de dichtkunst, ontroeren (ut pictura poësis). Om tot nieuwe composities te komen ge bruikten Lastman en Rembrandt vaak the ma's die tot voorheen alleen in de grafiek voorkwamen. Lastman introduceerde ze in de schilderkunst en maakte ze tot zeer le vendige composities, die gretig aftrek von den. Lastman en de andere pre-Rembrand- tisten componeerden hun schilderijen bijna als theaterstukken. De beschouwer of koper moest een duidelijk tafereel worden voorge schoteld. Lastman werd een meester in het ontwikkelen van deze nieuwe, barokke vorm van schilderen, die we ook uit de vroegere werken van Rembrandt kennen. Leertijd Rembrandt kwam in 1923 bij de Amster damse schilder in de leer. Hoewel deze leer tijd slechts zes maanden duurde, is de in vloed van Lastman op het werk van Rem brandt gedurende zijn gehele loopbaan te zien. Veel composities van Rembrandt uit de der tiger jaren gaan direct terug op de tekenin gen die hij naar Lastmans schilderijen maakte. Dikwijls ook speelden schilderijen van Lastman een grote rol bij het onderricht dat Rembrandt aan zijn leerlingen gaf. Deze leerlingen maakten op hun beurt dan varia ties op Lastmans werk of variaties op de va riatie van Rembrandt op Lastman. Lastman leerde Rembrandt massascènes te ensceneren en hoofd- en bijzaken van el kaar te onderscheiden. Dit laatste is goed te onderscheiden in Lastmans Triomf van Mordëchai' uit 1617 (zie afb.). Rembrandt maakte in 1640 - zeventien jaar nadat hij bij Lastman in de leer was geweest - een ets met hetzelfde onderwerp. De compositie en de verdeling van lichte en beschaduwde vlakken grijpen direct terug op het schilderij van zijn leermeester. Hoeveel Rembrandt formeel en inhoudelijk ook is beïnvloed door Lastman, hij ging vooral zijn eigen weg. Zo trekt hij een ka merling een bontmantel aan, een kleding stuk dat in de bijbel niet voorkomt. Er zijn meer voorbeelden. Verschillende malen Schilderkunst als theater Museum Het Rembrandthuis: Pieter Lastman, leermeester van Rembrandt Van 7 december 1991 t/m 16 februari 1992. Jodenbreestraat 4-6, Amster dam (020-6249486) Openingstijden: ma t/m za 10- 17 uur, zon- en feestdagen 13- 17 uur. Nieuwjaarsdag geslo ten. Toegangsprijs: 6,50. CJP/65+/groepen (min. 15 pers.): 5,-. Catalogus met teksten van drs. P. Sc hat born en het echtpaar prof.dr. C. en dr. A. Tümpel, 128 pp., 100 ilL. Prijs: 35,- (paperback), 47,50 (gebon den). koos Rembrandt bij een compositie naar Lastman voor een ander formaat doek, haalde hij bijfiguren uit de schaduw of zocht hij naar andere verrassende beeldop lossingen. Vernieuwing Uiteindelijk overtrof Rembrandt zijn leer meester: zowel in onderwerpkeuze, compo sitie, stofuitdrukking als in de lichtwerking. De tentoonstelling 'Pieter Lastman, leer meester van Rembrandt' benadrukt echter het gegeven dat Rembrandts vaardigheden ook een voedingsbodem hebben gehad. Pre-Rembrandtisten-expert Christian Tüm pel gaat zelfs zo ver dat hij wat men later als verworvenheden van het grote genie zag, eigenlijk als een ver nieuwing van zijn Amsterdamse leermeester Pieter Lastman ziet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 39