Oog in oog met Rembrandt tmbrandt SCHILDER. TEKENAAR EN ETSER UITGAVE VAN HET LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD Nog een kleine maand te gaan en dan barst het Rembrandt-geweld in Nederland los. Van 4 december tot 1 maart 1992 worden aan deze schilder van het licht tentoonstellingen gewijd. Een grote expositie in het Amsterdamse Rijksmuseum, een tentoonstelling in de Leidse Lakenhal, gewijd aan Rembrandt en diens tijdgenoot Jan Lievens, exposities in het Rembrandthuis, het Joods Historisch Museum (Amsterdam), het Mauritshuis (Den Haag) en het Catharijneconvent (Utrecht). Van heinde en verre worden schilderijen, etsen en tekeningen aangesleept om een compleet beeld yan de schilder te geven. Rembrandt, zelfportret met halsberg. Paneel uit de collectie van het Mauritshuis. In bruikleen voor de tentoonstelling 'Rembrandt, de meester en zijn werkplaats', nu in Berlijn, vanaf 4 decem ber in het Rijksmuseum in Amsterdam. foto mauritshuis Eigenlijk heeft Leiden het er altijd mooi bij laten zitten. Een van de grootste schil ders aller tijden heeft hier een kwart eeuw gewoond en gewerkt en alles wat daar nog aan herinnert, is een nagebouwde molen en een plaquette op de plek waar zijn huis moet hebben gestaan. Een Rembrandtbrug (ook nagebouwd), een Rembrandt-straat en een Rembrandt-scholengemeenschap hou den zijn naam in Leiden levend. Evenals een buste van de schilder aan de Witte Sin gel. Stedelijk museum De Lakenhal heeft wel geteld één Rembrandt in zijn bezit en daar mee houdt het dan ook zo n beetje op. In 1631 verhuisde Rembrandt, die in 1606 in de Weddesteeg als molenaarszoon werd ge boren, naar Amsterdam. Dat deden schil ders toen, dat doen zij ook nu nog onder het motto 'Amsterdam heeft 't'. Daar zaten immers de rijke kooplieden die voor de op drachten zouden zorgen. Van Pieter Lastman had Rembrandt al eerder, gedurende een verblijf van een half jaar in de hoofdstad, de fijne kneepjes van het schildersvak geleerd. In 1625 had Rembrandt zich als zelfstan dig schilder in Leiden gevestigd. Hij deelde zijn atelier met Jan Lievens en hoe die ruimte eruit zag is te zien op het schilderij dat hij in 1629 schilderde: 'De kunstenaar en zijn atelier'. Geïnspireerd door dat schil derij maakt de Amsterdamse kunstenaar Martin Grootenboer een atelier aan het Gal gewater, dat bezoekers letterlijk een door kijkje in de werkplaats van de schilder zal bieden. Het werk van Rembrandt en Lievens leek zoveel op elkaar dat het vaak moeilijk is uit te maken door wie het is geschilderd. Beide kunstenaars waren ambitieus en legden zich toe op het schilderen van historiestuk ken waar in die tijd de meeste vraag naar was. Maar Rembrandt beheerste ook andere technieken: etsen en tekenen. Wat onder werpen betreft koos hij vaak zichzelf als model: hij maakte talloze zelfportretten. Die variëren van het weergeven van het eigen gezicht in een spiegel en het uitbeelden van militaire en vorstelijke personen tot een oosterse prins toe. Op een zelfportret uit 1629, dat tot de collectie van het Maurits huis behoort, kijkt de schilder - uitgerust met een militaire ringkraag - zeer zelfbe wust het schilderij uit. In 1641, Rembrandt woonde inmiddels tien jaar in Amsterdam, was hij een gevierd kunstenaar. De best betaalde en veel ge vraagde portrettist van zijn tijd. Zijn atelier was een soort opleidingsinstituut voor schilders geworden, een bedrijfje waarin leerlingen weiken in de stijl van hun leer meester vervaardigden. Rembrandt zette er, bij wijze van merknaam, zijn handtekening onder en streek vervolgens bij verkoop een deel van de winst op. In 1639 kocht Rembrandt, als bewijs van zijn geslaagde carrière, een patriciërshuis aan de Sint Anthonisbreestraathet huidige Rembrandthuis in de Jodenbreestraat. Hier schilderde hij zijn beroemdste werk. De Nachtwacht. Rembrandt was tevens een zakenman. Hij besteedde veel tijd aan handel en beleg gingen en was verwikkeld in allerlei notarië le en juridische procedures. In de jaren vijf tig kwam hij in ernstige financiële moeilijk heden. Hij moest zijn huis verkopen en werd bijna failliet verklaard. Met de op drachten ging het ook niet zo best. Hij mocht weliswaar - in opdracht van de over heid - De Staalmeesters en de Anatomische les door Dr. Joan Deyman schilderen, de belangrijkste openbare opdracht uit die tijd, de decoratie van het stadhuis (het huidige Paleis op de Dam) werd hem niet gegund. Op 4 oktober 1669 stierf Rembrandt als eenzaam en berooid man. Zijn geliefde Hendrickje Stoffels en zijn zoon Titus waren hem al in de dood voorgegaan. In een on bekend huurgraf in de Westerkerk werd hij vier dagen later begraven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 29