Extra
Jukeboxen
verzamelen
elite-hobby
Woordblind: 'Schrijf je hoofd met een d of een t'
Vrijdag 8 november 1991 Redactie 023-150239 PIET BERGHUIS Vormgeving: JAN KUNCE
18
'Jukebox Heaveneen naslagboek voor 'freaks
PURMEREND GPP GERARD VAN ENGELEN
Als je de handelswaarde van hun ge
zamenlijke jukebox-collecties bij el
kaar optelt kom je op een bedrag met
vijf nullen. De meeste van de kasten
waren een fractie van dat bedrag
waard op het moment dat Ger Ro-
sendahl en Luc Wildschut ze geha
vend uit Amerika en België haalden.
Gemiddeld werden er twee exempla
ren opgeofferd om een derde te res
taureren.
Toen kenden ze elkaar nog niet. Pas zeven
jaar geleden kwamen ze erachter dat ze de
passie deelden voor monsters uit de jaren
vijftig: auto's en jukeboxen. Op 1 september
is hun boek 'Jukebox Heaven' in Brussel ge
presenteerd en vanaf 17 oktober is het in
De Bijenkorf in Amsterdam ten doop ge
houden. „Het meest complete jukebox-na
slagwerk", juicht de uitgeverij. Belangstel
ling uit het buitenland is er al. De Engelse
vertaling is af en de rest van Europa moet
volgen. „En we zijn bezig met de States."
De ontmoeting heeft plaats in 'Memory
Street', de schuur in Beemster waarin de
Amsterdammer Luc Wildschut (50) zijn
monstercollectie jukeboxen en oldtimers
heeft neergezet. Als hij er niet is, bewaken
zes honden de schatkamer. Memory-street
doet zijn naam eer aan: Zodra de stroom
erop gaat, komen de bejaarde jukeboxen
zoemend tot leven: AMl's, Rock-Ola's, See-
burgs en natuurlijk Wurlitzers. TL-buizen
knipperen aan en verlichte zuilen beginnen
draaiend van kleur te wisselen. Onder de
glazen kappen worden ingewikkelde me
chanieken zichtbaar. „De bubbels komen
zo, hij moet eerst warmlopen," zegt Wild
schut nonchalant als bij zijn net gerastau-
reerde Wurlitzer 1015 gaat zitten. De 1015 is
het model waar bijna iedereen aan denkt
als het woord jukebox valt. De beroemde
78-toerencaroussel doet tegenwoordig der
tig mille bij verzamelaars.
In Jukebox Heaven staat de 'beurstabel' op
genomen met de prijsontwikkelingen van
de 34 meest populaire types. En die zijn re
volutionair. Deed een goed werkende 1015
tien jaar geleden nog vierduizend gulden,
de verwachting is dat de kast in 1996 het
Luc Wildschut (links) en Ger Rosendahl: geen leven zonder jukebox, foto opd MARCO BAK
KER
tienvoudige waard is.
In het naslagwerk met veel kleurenfoto's
worden alle 'open jukeboxen' overzichtelijk
naar merk en type gerangschikt. De latere
machines, waarvan het afspeelmechanisme
van buitenaf niet meer is te zien, komen er
niet in voor. „We moesten ergens een
scheidslijn trekken." Het boek vertelt de
ontstaansgeschiedenis van de jukebox en is
gelardeerd met praktische adviezen en leu
ke wetenswaardigheden voor verzamelaars
en restaurateurs. Voor de technische details
is Ger Rosendahl (48) uit Purmerend ver
antwoordelijk.
Geraakt
Vijftien jaar geleden was hij nog de enige
jukebox-dokter in Nederland. Zijn eerste
exemplaar kocht hij, omdat zijn singlecol
lectie zo groot was dat hij zich niet langer
wilde behelpen met een platenwisselaartje.
Toen de eerste tachtig schijven eenmaal
onder de glazen kap waren verdwenen, be
gon hij zich pas af te vragen hoe dat ding
nou in elkaar zat: „Ik ging kijken en nog
eens kijken. Ik werd er door geraakt. Vanaf
dat moment wilde ik er nog een kopen,
eentje die helemaal af was. Om 'm zelf op te
knappen." Het vervolg laat zich raden. Als
een volleerd rechercheur ging Rosendahl op
zoek naar defecte jukeboxen. Eerst bij de
horeca in eigen land, later ook in België en
Amerika. „Daar kon je toen voor een paar
honderd gulden nog een afgedankte Ami
kopen."
De voorraad groeide zijn huis uit. Rosen
dahl verhuisde zijn collectie naar een
schuur in Purmerend. Jukebox Heaven,
noemde hij de aangeklede opslagplaats ly
risch. Een mengelmoes tussen een museum
en een winkel. „Aan handelaren heb ik
nooit verkocht. Alleen aan echte liefheb
bers." Tégen die tijd kende hij iedere box
van binnen en van buiten: „Ze zijn zo gefa
briceerd dat je snel en makkelijk kapotte
onderdelen kunt vervangen. Want ieder uur
dat-ie het niet deed, kostte de cafébaas
geld." Dank zij zijn ervaringen en zijn in
drukwekkende collectie brochures en werk
schema's had Rosendahl stof genoeg voor
een boek: „Zeven jaar geleden begon het
idee al te borrelen."
Voor Luc Wildschut is de passie voor juke
boxen bij toeval ontstaan: „In 1960, ik was
twintig, begon ik oude opwindautootjes te
sparen. Ik heb ze schoongemakt, een drup
pel olie gegeven en op de schoorsteenman
tel gezet. Dank zij vrienden en rommel
markten kon ik die verzameling vrij makke
lijk en goedkoop uitbreiden. In de jaren ze
ventig begonnen heel veel mensen belang
stelling te krijgen voor oud speelgoed. De
prijzen schoten omhoog. Een autootje dat
me een dubbeltje had gekost, kon ik voor
vierhonderd piek verkopen. Brandweerau
to's leverden nog meer op. Dat geld wilde ik
goed investeren. Nou, je ziet wat het gewor
den is. De meeste heb ik zelf uit Amerika
gehaald. Zo ben ik ook in contact gekomen
met Ger."
Na een tv-special met Boudewijn Buch,
waarvoor op een grote jukeboxveiling in
Amerika werd gefilmd, werd Wildschut an
derhalf jaar geleden benaderd door uitgeve
rij Uniepers met het verzoek een boek te
schrijven over zijn stokpaardje. „Toen wist
ik al dat Ger met dat idee rondliep. Dat
maakte het makkelijk om ja te zeggen."
Doodgebloed
Jukebox-Heaven komt op het moment dat
de handel in jukeboxen bijna is doodge
bloed. „De tijd dat je ze met kratten vol uit
België of Amerika kon halen is voorbij. De
markt is afgeroomd. Zelfs op beurzen hoef
je het niet te proberen. De prijzen zijn gi
gantisch hoog en daar komen de invoer
rechten dan nog bij. Voor een betaalbaar
exemplaar kun je alleen nog terecht in ter-
mietenlanden zoals Mexico. Als je zo'n ding
in huis neemt heb je kans dat je hele voor
raad antiek wordt opgevreten en dat je
jukebox na verloop van tijd in elkaar zakt."
Ook voor de aanschaf van jukeboxen uit
Griekenland, Spanje en de Fillipijnen wordt
in het boek gewaarschuwd: „Daar staan
jukeboxen dag en nacht buiten in de zon,
soms in de regen. Gevolg is dat de houten
kasten totaal uitdrogen. Als je die restau
reert begint het houtwerk na verloop van
tijd vanzelf weer krom te trekken. Als het
helemaal tegenzit springen de ruiten eruit."
Veel oude jukeboxen zijn tegenwoordig in
gebruik als blikvanger bij bedrijven. De
meeste worden echter nog altijd aange
schaft door particulieren die het oude me
chanische geluid niet willen missen. Rosen
dahl: „Een psycholoog zou het zo uitleggen:
De jongens die er vroeger alleen maar van
konden dromen, grijpen terug naar hun
jeugd. Ze doen er nou alles voor om er een
te krijgen." Jukebox verzamelen is een elite
hobby geworden, geven de auteurs toe: „De
prijzen liggen tussen de vijf- en de veertig
duizend gulden."
En de CD-jukebox die Wurlitzer nu weer in
produktie heeft?
„Dat is geen jukebox. Dat is een duur stuk
plastic."
Jukebox Heaven, uitgeverij Uniepers, Ab
coude; T88 pagina's met ruim 200 illustra
ties; f 59,-
Voor veel volwassenen en kinderen betekenen boeken en kranten alleen
maar ellende. Langzaam worstelen ze zich door de woordenbrij. Letter voor
letter proberen ze te ontcijferen wat er staat Een sollicitatiebrief schrijven
is een gruwel. Een uitnodiging voor een spelletje scrabble slaan ze beleefd af
en een dictee Nederlands op school loopt steevast uit op een één. Dyslexie,
ofwel woordblindheid, is een onzichtbare handicap.
CPD SUSANNE VAN VELZEN
Niels Rehe (16) uit Naarden is
woordblind. Een vreemde uitdruk
king eigenlijk, want Niels ziet als de
beste. Hij draagt zelfs niet eens een
bril. Aan Niels is niets bijzonders te
zien. Hij is een vrolijke en sportieve,
blonde tiener. Hij heeft een normale
intelligentie. Alleen lezen en schrij
ven kost hem heel wat moeite.
„Tja, hoe schrijf je het woord hoofd? Met
een d of met een t?" Niels zit ontspannen in
de woonkamer van zijn ouderlijk huis in
Naarden. Zijn school is net uit en veel huis
werk heeft hij niet vandaag. ,Ik zou niet we
ten of hoofd met een d of een t is. Ik denk
dat ik het met een t zou schrijven. Gracht
schreef ik vroeger altijd op als gragt. Nu
weet ik dat het met ch moet. Dat heb ik ge
leerd."
Niels Rehe kan niet verklaren waarom hij
wel weet dat gracht met ch geschreven
wordt, maar geen idee heeft of hoofd met
een d of een t aan het eind gespeld wordt.
Voor mensen die niet dyslectisch zijn is le
zen en schrijven een automatisme. Als je
aan een woord denkt, zie je het voor je. In
gedachten zie je de letters van bijvoorbeeld
het woord 'fouten' op een rijtje staan. Daar
door kun je ze ook foutloos opschrijven.
Mensen die woordblind zijn, hebben dat
automatisme niet. Als zij een woord horen,
zien ze niet in een flits de letters achter el
kaar staan. Ze gaan op de klank af en dan
kan het gebeuren dat ze 'fouten' spellen als
'vauten'.
Over de oorzaak van dyslexie bestaan ver
scheidene theorieën. Er is in ieder geval iets
mis met de verwerking van taal in de herse
nen. Het rechterdeel van de hersenen
neemt vormen en richting waar. In de lin
ker hersenhelft, waar het taaicentrum ze
telt, worden de vormen verwerkt en wordt
betekenis aan taal gegeven. De twee her
senhelften zijn verbonden door een bundel
zenuwen die de hersenbalk wordt ge
noemd.
Volgens sommige deskundigen verloopt die
verbinding tussen de hersenhelften niet
goed en is dat de oorzaak van dyslexie. An
deren zeggen dat het een gevolg is van een
vertraagde ontwikkeling in de linkerhersen
helft, waardoor taal verwerkt gaat worden
in de daarvoor eigenlijk ongeschikte rechter
helft.
Woordblindheid komt in Nederland heel
veel voor. Volgens de Stichting Dyslexie in
Nijmegen heeft vijf a tien procent van de
schoolkinderen in meer of mindere mate
problemen met (leren) lezen en schrijven.
Het woord dyslexie is uit het-Grieks afkom
stig en betekent letterlijk: moeilijk of slecht
lezen. Dyslexie gaat vaak samen met dy-
sorthografïe. Dat is het niet foutloos kun
nen schrijven van woorden en zinnen.
Dyslexie is een hardnekkig probleem, waar
van het bestaan al ongeveer een eeuw be
kend is. Vroeger werden mensen die er last
van hadden voor dom versleten. Ze zouden
lui zijn en ongemotiveerd. Woordblindheid
heeft niets met intelligentie te maken. Men
sen die het hebben, kunnen daar niets aan
doen en het komt in de beste families voor.
Zo waren Einstein en Churchill ook dyslec
tisch.
Geerfd
Niels Rehe uit Naarden heeft de handicap
van zijn vader geërfd. „Mijn man heeft het
in vrij ernstige mate. Die heeft dan ook ab
soluut een hekel aan lezen. Een krant of
boek zal hij bijna nooit inkijken. Helaas is er
in zijn jeugd geen aandacht besteed aan
zijn woordblindheid", vertelt Nicole Rehe.
De moeder van Niels is contactpersoon in
het Gooi van de Vereniging Balans. Een lan
delijke vereniging van ouders van kinderen
en van (jong)volwassenen met ontwikke-
lings-, gedrags- en leerstoornissen, waaron
der dyslexie. Mevrouw Rehe is al vanaf de
geboorte van Niels alert geweest op dyslexie
bij haar zoon. „Ik ben heel veel gaan lezen
over woordblindheid, omdat mijn man het
heeft en daardoor wist ik dat het erfelijk is.
Daarbij komt het bij jongens veel vaker
voor dan bij meisjes." De twee jongere zus
jes van Niels zijn niet dyslectisch.
Tijdens de eerste levensjaren van Niels viel
zijn moeder niets bijzonders op aan zijn
ontwikkeling. „Vanaf het moment dat hij
naar de kleuterschool ging, heb ik regelma
tig de juffrouw gevraagd of ze al iets aan
hem merkte. Dyslexie was in die tijd nog
niet zo bekend als nu en ik had wel eens het
gevoel dat ze ons maar lastige ouders vond.
Maar ook tijdens de kleuterschooljaren za
gen we niets vreemds in zijn taalontwikke
ling. Ik merkte wel dat hij andere proble
men had. Hij had wat moeite met het leg
gen van contacten. Zijn sociale vaardighe
den verliepen niet zo vlot. Met tanden wis
selen was hij erg laat," herinnert Nicole Re
he zich.
Ook had Niels last van lichte storingen in
zijn motoriek. Hij is linkshandig - veel
dyslectische mensen zijn dat - en hield zijn
pennen en potloden helemaal verkeerd
vast. Zijn handschrift is nog Steeds heel
slecht. Hij schrijft met grote hanepoten. De
coördinatie tussen links en rechts gaf pro
blemen. Dyslectische mensen blijven na
denken over handelingen die ze verrichten
en zijn daardoor niet in staat om twee din
gen tegelijk te doen. Zo is het voor Niels on
mogelijk om te luisteren naar ie
mand en tegelijkertijd wat op te
schrijven of te lezen.
Niels ging zonder problemen naar
de lagere school. „Hij was gek op
boeken en dat kwam omdat ik sta
pels boeken voorgelezen heb. Tot
zijn vijftiende heb ik hem nog
voorgelezen. Ook op school merk-
ze dat Niels dol was op boeken.
De juffrouw maakte zich dan ook
geen zorgen om hem. Niels zal wel
snel leren lezen, werd altijd ge-
Volgens mevrouw Rehe deed Niels
het ook in de tweede klas heel erg
goed. Niels haalt zijn schouders
op. Dat kan hij zich niet meer her-
Wat hem nog wel goed
r de geest staat, zijn de proble-
i in de derde klas. De aanstich-
.an alles was de leestest. „In de
derde klas moest iedereen die test
doen. In een bepaalde tijd moest je
proberen zoveel mogelijk woorden
ten te lezen. Ik had steeds de
woorden. Daar werd ik ver
schrikkelijk mee gepest. Voor dic
tee had ik altijd een één. Overal
stonden dikke rode strepen door.
Je zelfvertrouwen raak je helemaal
kwijt Na de leestest werd de
schoolbegeleidingsdienst inge
schakeld en die constateerde een
achterstand in de taalontwikkeling
anderhalf jaar. „Dat wordt een
lom-school, was de eerste reactie
die begeleidingsdienst. Ik wist
inmiddels voldoende van dyslexie
daar kwaad en hard 'nee' te
gen te zeggen. Deze kinderen heb
ben een prima intelligentie en
kunnen met de juiste begeleiding
en vooral veel begrip van de omge
ving heel goed op een gewone
school blijven," aldus Nicole Rehe.
Er kwam een zogeheten remedial
teacher, van wie Niels op school
extra taallessen kreeg. Zijn moeder
herinnert zich die tijd als een ver
schrikkelijke periode. „Niels was
heel opstandig. Het is verschrikke
lijk als je kind huilend aan je be
hangt om alsjeblieft thuis te
mogen blijven, maar hij moest
school. Hij heeft af en toe
vechtend met zijn vader over de
grond gerold."
Voor Niels volgden jaren met bij
lessen, extra spellingslessen en
heel veel hulp van zijn moeder.
Dag na dag las ze hem voor en sti
muleerde ze Niels om zelf te lezen.
Ze beloofde hem zelfs een kwartje
voor ieder boek dat hij uitlas.
Niels: „Ik had van die speciale
boeken. Dat zijn gewoon moeilijke
kinderboeken die ze aangepast
hebben voor dyslectische kinderen. De zin- i zijn niet zo volgepropt met letters."
n woorden zijn allemaal een stuk kor- Dyslectische mensen draaien tijdens het le-
r staan veel plaatjes in en de pagina's zen ook letters, lettergrepen of klanken in
Foutloos schrijven zal Niels nooit leren.
heel vaak de letters 'ui' om. Vuil
wordt bij hem viul. Ook schrijft hij
veel woorden los die aan elkaar
horen. Coupéraampje is zo'n
woord. Dat wordt door hem stee
vast geschreven als koepé raampje.
De vijfde klas van de lagere school
heeft Niels een keer overgedaan.
„Ik was nog heel kinderlijk en het
zou niet goed geweest zijn als ik te
snel naar de middelbare school
was gegaan."
„Dyslexie is niet te genezen. Die il
lusie moet je niet hebben. Je kunt
er mee leren leven. Door oefenen
kun je bijvoorbeeld het leestempo
opvoeren. Maar iemand die
dyslectisch is zal nooit foutloos
kunnen spellen," aldus Nicole Re
he. Niels voegt er aan toe dat hij
nooit zelf een sollicitatiebrief zal
kunnen schrijven. „Ik heb dan
hulp nodig van iemand die de
schrijffouten eruit haalt. Anders
kan ik een baan wel vergeten."
Volgens zijn moeder zou alles een
stuk makkelijker zijn als de maat
schappij zou accepteren dat
dyslectische mensen nu eenmaal
spelfouten maken en daar niets
aan kunnen doen. Dyslectische
mensen stuiten vaak op onbegrip.
Dat ondervond Niels tijdens zijn
eerste twee jaar op de mavo.
De leraren wilden voor hem geen
uitzondering maken met dictee
Nederlands. Hij moest, evenals de
anderen, een voldoende halen. Dat
lukt hem nooit of te-nimmer. Luis
teren en schrijven tegelijkertijd
at niet. „Zo'n zin wordt twee
r vlot voorgelezen en daar mis
ik zeker de helft van. Dan krijg je
nog een paar minuten aan het
eind om het allemaal door te kij
ken. Daar heb ik niet genoeg aan."
Niels zit inmiddels in de examen
klas van de mavo. Daar houden ze
wel heel veel rekening met zijn
vervelende handicap. Bij het mi
nisterie van onderwijs is verlen
ging van de examentijd aange
vraagd. Niels mag voor ieder vak
tien tot vijftien minuten langer aan
de opgaven werken.
Hij heeft zelfs Duits en Engels in
zijn examenpakket. „Dat is een he
le opgave voor mij, want ik moet in
totaal negen boeken lezen. Ik ben
er gewoon samen met mijn moe
der heel vroeg aan begonnen."
Foutloos Duits en Engels schrijven
is voor Niels onmogelijk. „De lera
res Duits vindt het niet erg als ik
letters omdraai. Als ze maar kan
zien wat ik bedoel." Niels schaamt
zich absoluut niet voor zijn woord
blindheid. „Ik kan er toch niets aan
doen," laat hij heel nuchter weten.
foto opd ton kastermans Niels gaat zijn handicap ook niet
uit de weg. Na de mavo wil hij naar
I woorden om. Zo kan wesp gelezen worden i de meao. Zelfs dan houdt hij het studeren
als weps en hovenier uitgesproken als hier- nog niet voor gezien. „Daarna zou ik graag
I over. Niels draait als hij aan het schrijven is naar de heao willen," zegt hij enthousiast.