Extra
Politie jaagt op speedboot-macho
Na tien jaar is het afgelopen met de rust op het kerkhof
Donderdag 7 november 1991 Redactie: 023-150239 «PIET BERGHUIS* Vormgeving: ANSBOEZELUN
28
TIEN JAAR KERKOF De
wet garandeert een graf-
rust van tien jaar. Na die
tijd mag de beheerder van
de graven de grond 'voor
bezaaiing of beplanting
'2e hebben al bereikt dat mensen hier hun kinderen uit het water houden
gebruiken'. Resten van de
stoffelijke overschotten
en de lijkkist worden her
begraven in de zoge
naamde 'beenderenkuil'
van de begraafplaats
Nauta en Westerink houden een waterjet aan.
ven of zo?"
woon gezellig een dagje uit. Grote hilariteit
als blijkt dat ook zij op het Gooimeer zitten,
in plaats van op het IJsselmeer.
De vier zijn absoluut niet op de hoogte van
de geldende snelheidsregels op het water.
En ook bij hen is er geen enkele veiligheids
voorziening aan boord. Een dodemans-
knop? Ja; d r zit wel ergens een knopje naast
het roer, maar waar dat nou voor dient...
Geen flauw idee. Wel, de knop blijkt met
een touwtje aan de pols van de bestuurder
te moeten worden bevestigd, zodat als deze
over boord slaat de motor direct stilhoudt.
Lachend wordt de boete geaccepteerd en
vliegen de kroonkurken van het volgende
flesje pils. Want drank mag nog op het wa
ter, mits de bemanning maar niet laveloos
over het roer hangt. Nauta hoeft maar een
blik over het water te werpen om alweer
een volgende overtreder op te merken. En
passant wordt nog een jetskiër aangehou
den om zijn kennis van de vaarregels te tes
ten. Nauta: „Vorige week hadden we het
écht druk. Op een gegeven moment hadden
„Heb je niks beters te doen dan briefjes uitschrij-
•foto cpd roland de bruin
we drie speedboten om ons heen liggen. Al
lemaal in overtreding".
Intussen meldt adjudant Boterhoek vanaf
het politiejacht dat er richting Almere een
lichtblauw vaartuig zwalkt, dat net door
hem is losgetrokken uit een ondiep gedeelte
van het meer. De boot heeft een onduidelij
ke naam en vaart 'zwabberend' over de
vaargeul. Wellicht betreft het een gestolen
vaartuig. Vol gas spuiten Nauta en Weste
rink weg. Op zoek naar, zo blijkt achteraf,
een vakantie-vierend gezin dat net een leuk
tweedehands jachtje op de kop heeft getikt.
De patrouilles van het politieteam missen
hun uitwerking niet. Wat benepen verne
men de speedbootbezitters dat hun vaar
tuig na drie overtredingen in beslag wordt
genomen. „Ze varen vast geen tweede keer
te hard", is Westerink van mening. Want
bravoure op de Hollandse wateren mag,
maar dan wel op de afgebakende gedeelten.
De rust van de rentenierende pleziervaar-
der moet immers ook gewaarborgd blijven.
Steeds meer speedboten en waterjets bevolken de Hollandse wateren. Deze
snelheidsduivels zorgen voor gevaarlijke situaties tussen de rustig voortkab
belende plezierjachten en badderende toeristen. De rijkspolitie te water con
troleert de vaartuigen de laatste tijd dan ook streng op snelheid en uitrus-
tingseisen.
ALMERE SASKIA VAN WESTHREENEN
„Potverdorie, dat heb ik weer hoor". Hij
gend en puffend zwemt de waterskiër
moeizaam richting de politie-speedboot.
De agenten hebben zijn makker, die hem in
een zwarte speedboot over het water trok,
staande gehouden wegens te hard varen en
het ontbreken van reddingsmiddelen aan
boord. Hij is deze middag de eerste die een
proces-verbaal aan zijn broek krijgt, maar
er zullen er nog vele volgen.
„Het is de eerste keer dat ik met zo'n ding
vaar", verweert de chagrijnige bestuurder
zich. „En je mag op het IJsselmeer verdorie
toch wel met een spéédbootje varen?" Even
later stamelt hij bedremmeld: „Oh, zit ik
hier op het Gooimeer....".
Van een brandblusser, zwemvest of een re
gistratiebewijs heeft de man nog nooit ge
hoord. Terwijl de waterskiër zich moeizaam
aan boord hijst verdwijnt zijn macho-achti-
ge voorkomen als sneeuw voor de zon. Het
leek zo mooi: racen over het water voor het
oog van talloze watersporters. Dat dat racen
echter aan regels is gebonden was hem on
bekend. En hij is niet de enige.
Geduldig leggen de agenten Nauta en Wes
terink voor de zoveelste keer uit wat er alle
maal wel en niet mag op het water. „Heb je
niks beters te doen dan briefjes uitschrijven
of zo?" vraagt de bestuurder op een verveel
de toon. Als hij zijn proces-verbaal heeft ge
ïncasseerd en de waterskiër weer wat op
adem is gekomen, varen ze mokkend in een
slakkegangetje verder. Mopperend over de
aan banden gelegde 'speed' van hun boot.
Nog een laatste verwijt richting agenten:
„En als je morgen telefoon krijgt van een
mevrouw uit Boskoop, dan is dat m'n moe
der. Dan weet je dat vast!"
Onervaren
De snelle speedboten en jetski's zorgen de
laatste tijd voor steeds meer overlast op de
Hollandse wateren. Ze zoeken vooral de
overvolle randmeren op, want daar is ten
minste publiek en kunnen vol bravoure
Je mag op het Usselmeer verdorie toch wel met een speedbootje varen?" •foto cpd roland de bruin
Knopje
Met een omtrekkende beweging
naderen ze een volgende speed
boot. De bemanning (vier inzitten
den plus een kratje pils) vindt het
bezoek van de politie-ambtenaren
duidelijk wel leuk. Want zeg nou
zelf: wat doen ze fout? Ze zijn ge-
kunsten worden vertoond. Ongelukken zijn
echter het gevolg. „Waterjets vliegen wel
eens per ongeluk het strand op. Ze hebben
al bereikt dat mensen hier hun kinderen uit
het water houden omdat dat veel te gevaar
lijk is", zegt bootcommandant Van der Lin
den.
Hij patrouilleert samen met adjudant Bo
terhoek iedere dag op de wateren rond Al
mere, bijgestaan door Westerink en Nauta
in een speedboot. In deze periode van het
jaar zijn alle ogen gericht op de snelheid en
uitrusting van de speedboten en waterjets.
De politie vermoedt dat vooral veel Duitsers
die van zins waren naar de Joegoslavische
wateren af te reizen hun vertier nu dichter
bij huis zoeken. Het gevolg: overvolle rand
meren en gevaarlijke situaties door de -
veelal - onervaren toeristen. Waarschuwen
alleen helpt niet meer, zodat er aan de lo
pende band bekeuringen worden uitge
deeld. Op deze manier hoopt de
politie een complete chaos te voor
komen.
Van der Linden stelt dat de plezier -
vaart een wat 'suffe' categorie
mensen kent die absoluut niet is
ingesteld op de langsvliegende
'snelle jongens'. De gemoedelijke
sfeer van rustig voortkabbelende
plezierjachten is verleden tijd. Van
daar dat op drie plaatsen op de
randmeren bij Almere een apart
gedeelte is afgebakend waar de bo
ten twintig kilometer per uur mo
gen varen, op de rest van het water
mag dat maar met een gangetje
van negen kilometer per uur.
Het macho-heerschap van de
zwarte speedboot is het prototype
van de compleet onwetende toe-
rist-aan-het-roer: overschrijding
van de maximumsnelheid (boete:
50 tot 120 gulden), geen registratie
bewijs bij zich (50 gulden), geen
brandblusser aan boord (50 gul
den), geen zwemvest (25 gulden)
en hij zat als enige bestuurder in de
boot (100 gulden).
Gelukkig zijn Nauta en Westerink
mild gestemd („Je kunt van die 25
gulden beter een goed zwemvest
kopen") en lopen de boetes haast
nooit hoger op dan honderd gul
den. „Meestal zitten we wel aan de
lage kant met onze boetes, ja. Maar
je moet ook altijd oppassen: bewijs
maar eens dat een persoon daad
werkelijk te hard vaart. En ach, een
bankovervaller krijgt soms nog niet
eens een boete van tweehonderd
gulden".
den haag saskia van westhreenen
Kort geleden werden er in Amsterdam op
een open terrein skeletresten gevonden, die
afkomstig zouden zijn van een 'geruimde'
begraafplaats. Tientallen verzamelaars gin
gen er met andermans schedel vandoor.
Achteraf bleek het te gaan om menselijke
resten van honderd jaar oud, opgegraven
nabij de Sint Olofskapel aan de Amster
damse Zeedijk. Maar hoe is het in Neder
land eigenlijk gesteld met de rust van de
doden? Kan elke overledene na een aantal
jaren zomaar op openbaar terrein terecht
komen?
De wet garandeert een grafrust van tien
jaar. Na die tijd mag de gemeente of de ker
kelijke instelling, die de graven beheert, de
grond 'voor bezaaiing of beplanting gebrui
ken'. Vervoer of opslag van de onverteerba
re menselijke resten is echter verboden uit
piëteit jegens de nabestaanden. Knokige
knekels, grillige schedels en resten van de
lijkkist worden herbegraven in een apart ge
deelte van de begraafplaats, de 'beenderen-
kuil' in vakjargon. Afgeschermd van de
grijpgrage vingertjes van schedelverzame
laars
Zorgvuldig
Voordat een graf geruimd wordt, wordt er
eerst, op advies van de Vereniging van Ne
derlandse Gemeenten (VNG), een zorgvul
dige procedure gevolgd. Een graf kan in ie
der geval niet geruimd worden als de fami
lie van de overledene de jaarlijkse 'huur' be
taalt. Stopt de familie die betalingen, dan
vervalt het grafrecht.
Een gemeente is verplicht de nabestaanden
mee te delen dat zij van plan is het graf te
ruimen. „Het mag niet zo zijn dat zoonlief
uit Nieuw- Zeeland het graf van zijn overle
den ouders op komt zoeken, en dan merkt
dat dat graf na tien jaar is opgeruimd" zegt
De spreekwoordelijk rust op het kerkhof. Ook bij het ontruimen moet zorgvuldig worden gewerkt .archieffoto de boer
woordvoerder Van der Wouden van de I te moet ook kijken of het een bijzonder graf I Anders zou het de plaatselijke bevolking
VNG. „Een graf mag dan ook zeker niet betreft, van een plaatselijke persoonlijk- schokken".
klakkeloos worden opgedoekt. De gemeen- heid, het hoofd van de school bijvoorbeeld. Ook uit het oogpunt van vormgeving kan
i graf in stand worden gehouden ook al
worden er door de nabestaanden geen graf
rechten meer betaald. Van der Wouden
;mt een voorbeeld van 'architectonische
juweeltjes' als graven met een an
tiek gietijzeren hekje, of oude gra-
met monumentale ornamen
ten. Een graf kan zelfs op de m
numentenlijst komen te staan.
Als niemand meer belang hecht
tan de instandhouding van een
graf, wordt er een foto van ge
maakt alvorens de menselijke res
ten in de beenderenkuil belanden
en een andere overledene de open
plaats weer inneemt. „Dan heeft
die zoon uit Nieuw-Zeeland tenminste nog
iets" aldus Van der Wouden. Hij benadrukt
dat een gemeente niet klakkeloos met een
bulldozer een begraafplaats afgraaft en dat
er zéker niet onzorgvuldig met onverteerba
re lichaamsdelen wordt omgesprongen.
„De gemeenten volgen de voorge
schreven procedure van A tot Z en
nemen de grootste zorgvuldigheid
in acht". Een beenderenkuil die
vrij toegankelijk is voor schedel-
verzamelaars vindt hij een 'absur
de gedachte'.
begin van de jaren zeventig 5000 begravin
gen per jaar. dat zijn er nu maar 1600. Al
leen de particuliere begraafplaatsen -veelal
het bezit van kerkelijke instellingen - lijken
met een gebrek aan grond te kam
pen.
De meeste nabestaanden vinden
Dank-ii eroei het een Iu6uber idee dat het over-
leden familielid na tien jaar kan
VCin aantal worden verwijderd uit zijn rust-
rrematie* gppn Plaats' De en«e manier om dit te
etnaiies geen voorkomen is een verlenging van
sprake van het grafrecht, maar dat is meestal
i een te kostbare zaak. Zo kost een
ruimte gebrek familiegraf voor vier personen op
de Amsterdamse Oosterbegraaf
plaats 2300 gulden in de eerste
twintig jaar, daarna moet per jaar
115 gulden betaald worden.
In de gemeente Rotterdam mag
een graf pas na vijftien jaar ge
ruimd worden. De Maasstad wil
'met de grootste zekerheid vast
stellen dat het verteringsproces
optimaal verloopt'. Ruimtegebrek door die
langere ruimingstermijn kent de gemeente
niet, dankzij het aantal crematies dat in de
laatste twintig jaar is toegenomen is van zes
naar zestig procent. Rotterdam kende in het
Een graf
mag niet
klakkeloos
worden
opgedoekt
Kostbaar
Een kostbare geschiedenis, vindt ook de
VNG. Toen de Tweede Kamer dan ook
voorstelde de ruimingstermijn op twintig
jaar te stellen, pleitte de vereniging
sterk voor handhaving van tien
jaar. „Je mag kleinkinderen niet
verplichten nog eens tien jaar lan
ger voor de kosten van het graf van
opa en oma op te draaien. Dan be
moei je je rnet zaken die je niet
aangaan", aldus Van der Wouden.
Nabestaanden die de overledene
een lange grafrust wensen moeten
dus diep in de buidel tasten. Hetzij
voor de betaling van grafrechten,
hetzij voor het ontwerp van een
uniek ornament dat ruiming van
het graf kan tegengaan. Gebeurt
dit niet, dan kan de overledene na tien jaar
in de beenderenkuil belanden. Onbereik
baar voor schedelverzamelaars.