Cultuur
Aantekeningen uit het ondergrondse
'Ik wil wel als ons
huiskonijn de grond in'
ilim .TH
Fv
Moord en zwanebiefstuk
TT
Zwagerman over verliefd
wordende hoerenloper
Donderdag 7 november 1991 Redactie: 071 -161400 CEES VAN HOORE RENEE DE BORST Eindredactie: NIEK FAAS Vormgeving: RON VAN HAASTREGT
15
BOEKEN
IN HUIZE J. IS men be
halve gespecialiseerd in
de revalidatie van bot
breuken, ook in die van
alcoholisten
August Willemsen in 'De val' over zijn gevecht met de drank
RECENSIE PEER VAN T ZELFDE
August Willemsen, 'De Val'. Uitg. De Ar
beiderspers, 39,50.
Kg 9 e Val van August
J Willemsen is geen
kloek boek gewor
den, meer een kleinood. Het be
schrijft de val waar hij in trapte,
de wodka-verleiding, de val die
hem naar het AMC bracht (10
december 1990, toen hij, schui
felend met vier voor het week
end aangeschafte flessen wod
ka, zijn linkerheup brak de
flessen overleefden alles onge
deerd) en ten slotte zijn gevecht
met de Draak, de poging om
met een kunstgewricht en zon
der drank de draad weer op te
Het boek bestaat uit twee on
derdelen: brieven aan zijn
vriend Kees Hin, geschreven in
de periode voorafgaand aan de
fatale smak ('het is vreselijk,
maar het is goéd dat het ge
beurd is') en de dagboekaante
keningen vanuit de revalida-
tiekliniek, Huize J.
De brieven, die verwerkt zijn in
de aantekeningen en daar ook
becommentarieerd worden,
veranderen allengs meer in een
verzameling losse zinnetjes,
nachtelijke gedachtenflarden,
bijeengegaard steeds in perio
des van een dag of vier, frag-
mentarischer naarmate des
schrijvers lichamelijke en more
le desintegratie voortgang vindt.
Een paar constanten zijn er wel
in aan te wijzen: notities over
het weer, de bovenbuurman en
zijn bassende hond, de wach
tende metropassagiers, eten
(zout en fruit) en het dwangma
tig noteren van de precieze tijd,
tot op de seconde nauwkeurig.
De datum doet er dan niet lan
ger toe, want het verschil tussen
dag en nacht is verloren gegaan;
het horloge is het enige ijkpunt,
voor het overige vervreemdt hij
in groeiende mate van de bui
tenwereld.
Deze aantekeningen uit het on
dergrondse worden, chronolo
gisch gezien, gevolgd door het
verslag van zijn wedervaren in
Huize J., 'gespecialiseerd behal
ve in de revalidatie van bot
breuken, ook in die van alcoho
listen', afgewisseld met een paar
schetsen uit een eerdere perio
de, toen hij zich vrijwillig liet
opnemen in de Jellinekkliniek.
Half-analfabeten
Deze 'gewone mensen'-wereld
wordt beschreven als zijnde niet
minder bizar dan het domein
van de fles. in ieder geval niet
als een wereld waarin Willem
sen zich op z'n gemak voelt. Dat
komt niet zozeer door de hem
omringende Korsakovpatiënten,
dementen, dwazen en debielen,
want hun gedrag is weliswaar
storend maar verklaarbaar, er
Leidse dichter Anton Korteweg met sterke nieuwe bundel
Anton Korteweg: tot overmaat van geluk.
foto hielco kuipers
dichten. Uitg. Meulenhoff, 29,50.
Wie het werk van
de Leidse dichter
Anton Korteweg
niet kent, kan z'n schade inha
len met de zevende bundel, toe
passelijk 'Stand van zaken' geti
teld. Wie hem in eerder werk
gevolgd heeft, kan mooi bijpra
ten en constateren dat het nog
steeds gaat om heldere demon
straties van romantisch, dus on
bevredigd, verlangen. Met als
aantekening dat het om een be
paalde variant gaat: niet het
verlangen vanuit de onvrede
over een leeg bestaan maar
vanuit een overmaat aan com
fortabel geluk. Dat is nu juist
Kortewegs makke: z'n mooie
huis met tuin, de juiste katten
en kinderen, de juiste aardige
vrouw, en toch 'comfortabel on
gelukkig'.
Nauwelijks de professionele mi
sère van een Dorrestijn of een
Weemoed en gelukkig ook ner
gens het gechargeerde onheil
waarin deze dichters soms han
delen. Korteweg mag dan zijn
brood moeten verdienen als di
recteur van het Letterkundig
Museum in Den Haag, 'ver
kocht van negen tot zes', het is
de vraag of zo'n ontheemding
genoeg is voor een serieuze
hoeveelheid Weltschmerz. Of
eigenlijk is het geen vraag,-de
romanticus is nooit op de juiste
tijd en op de juiste plaats en dat
verklaart 'Geen wonder dat ik
het I zo op een dichten zet'.
Valt er verder met die overbe
kende thematiek nog iets te be
ginnen? Naar valt te vrezen wel,
ondanks alle onbestrafte mis
bruik, met name in het zoge
naamde humoristische genre.
Kortewegs romantiek is zo actu
eel doordat hij zich moeiteloos
weet te hoeden voor goedkoop
sentiment en effectbejag. Het
aardige van zijn poëzie, en dat
is letterlijk bedoeld, is dat hij,
hoewel per definitie nergens
thuis, toch van het eigen thuis,
'de plaats waar alles echt ge
beuren moet', de warmte en in
nigheid weet te tonen die deze
plek blijkbaar verdient. Binnen
de perken van het doorgaans
korte gedicht valt dan ook maat
te houden in het lijden.
Eden
De tweede afdeling van de bun
del, 'Tot overmaat', meldt dan
ook geen overmaat van ramp,
maar een overmaat van waar
devolle zekerheden. Van liefde
zelfs, al valt dat woord niet, voor
een vrouw bijvoorbeeld met wie
je verbonden kan zijn als met
'een apparaat dat luistert noch
antwoordt maar /hoort wat ik
zeg". Ook al blijft het leven on
verzoenbaar met het heimwee
naar het Andere, er is toch
steeds die verschuiving naar het
bijna onbezwaard genieten van
het goede des levens. Het kno
kige paar doods- en levensangst
krijgt toch nog een laat kind, le
venslust, dat z'n ouders krachtig
verloochent. Niet meer de 'me
lancholie des onvermogens'
maar 'Maak alles op. Geniet van
wat je hebt. Niet meer van wat
je mist. Genoeg geleden'.
In die verzoening met het on
verzoenbare valt er te flirten
met het onbereikbare, zoals on
verbeterlijk staat genoteerd in
het kwatrijn 's Nachts:
Ik was er, vrees ik, weer eens erg
aan toe./Ik ging vannacht uit
vissen en ik ving/ een zeemeer
min. Het gaf een heel gespartel,/
worstelend met de vraag: het
kan, maar hoe?
In de laatste afdeling, 'Diep be
treurd', worden nog eens de
grenzen van het sentiment ver
kend. Een grondig evenwicht is
haalbaar, mits we toegeven dat
de dood beangstigend is voor
zolang we leven: 'Ik wil wel als
ons huiskonijn de grond in: op
jonge blaadjes was hij uit, soe
zen, geaai'. Terug van een cre
matie kan de dichter vaststellen:
'Die hebben ze - mij hebben ze
nog niet'.
Het leven is sterker dan de ro
mantische leer, dat maakt de
gedichten van Korteweg span
nend. Hij maakt de versleten in
ventaris weer begerenswaardig
met zijn warme intimiteit en in
nemende zelfironie. Hoog spre
ken is hem vreemd, het kan niet
maximaler. Zoals voor een Leids
dichter een troostend Eden
soms danig dichtbij kan liggen:
Ik wil waar blinden zienden
worden wonen./ Meer niet. Maar
daarvoor moet je hier niet zijn./
Ach, ergens anders is het, zegt
men, niet beter./En Leiden heeft
nog Rapenburg Vliet, Nieuwe
Rijn.
valt begrip voor op te brengen.
Zijn gemor wordt vooral opge
wekt door de doorsnee-mora-
len, degenen met alleen een
botbreuk: hun eindeloze gerook
in rookvrije ruimtes, eet- en
slaapzalen incluis, het zinledige,
absurdistische geklets, de con
stante niet te ontlopen klanken
van radio en televisie, geluiden
waarnaar niemand luistert maar
zonder welke geen enkele pa
tiënt lijkt te kunnen leven, ster
ker nog, de televisie hoort aan
te staan; vragen of ze wat zach
ter kan is al voldoende om on
begrip of zelfs agressie op te
roepen. Wat Schopenhauer over
Duitsers schreef laat Willemsen
van toepassing zijn op alle hem
omringende kneuzen: 'zij wor
den niet gestoord bij het den
ken of lezen, omdat zij nu een
maal niet denken, maar alleen
roken, wat bij hen het surrogaat
is voor denken. De algemene
tolerantie ten aanzien van no
deloos lawaai, bijvoorbeeld het
bijzonder onbeschofte en ordi
naire slaan met deuren, is be
paald een teken van algehele
botheid en leeghoofdigheid'.
Over het personeel heeft hij ook
niet de neiging sentimenteel te
doen ('gekanker schrijft veel
lekkerder'): 'Die mensen willen
alsmaar dat je je emoties toont.
Ik geloof toch dat ik geen ge
voelsarm mens ben, maar wan
neer je je probeert uit te druk
ken in grammaticaal correcte,
goed geformuleerde zinnen,
krijg je al gauw het etiket 'ratio
neel, koel en afstandelijk'. Ze
willen natuurlijk incoherent ge
stamel omdat ze zelf half-anal
fabeten zijn, die met koeielet-
ters 'agressifiteit' op het bord
schrijven wanneer ze dat onder
werp bij de kop nemen'.
Schrijven was voor Willemsen
de enige draad die hem ver
bond met zijn eigen droog
gelegde wereld. Het was een
genoegen de afwikkeling te vol
gen.
fwfÊÊËk i
August Willemsen: „Ik geloof toch dat ik geen gevoelsarm mens ben..
foto chris de jonch
ANTON KORTEWEG
Crematorium
Je gaat er met de bus of tram naar toe
en volgt vandaar de richtingbordjes maar.
Gebeurt het goed, kom je er met een kerst
gevoel of zoiets moois getroost vandaan.
Het is heel erg maar ook weer niet zo erg.
Bedenk bij onweerstaanbaar opkomend verdriet:
Die hebben ze - mij hebben ze nog niet.
V V. |1| —f
THRILLERS
RECENSIE KOOS POST
Rood Rood, 'Gerecht', uitg. Bert Bakker,
24,90.
Helene Nolthenius, 'Babyion aan de RhÖ-
ne', uitg. Querido.
et duo Rood Rood
H heeft zijn derde psy-
-^-chologische thriller
afgeleverd. Ongeveer een jaar
geleden produceerden de jour
naliste-kinderboekenschrijfster
Lydia Rood en de publicist
marketingadviseur Niels Rood
een sterke, maar veel te korte
thriller, die de titel 'Banden'
meekreeg.
Ik besloot mijn recensie destijds
aldus: „Kleurrijke figuren in dit
helaas maar 122 pagina's tellen
de Rood Rood verhaal. Zij zijn
de scherp getekende dansers en
danseressen in een psycholo
gisch ballètje dat mij naar een
omvangrijker en meer omvat
tender choreografie doet ver
langen. Rood Rood zijn er rijp
voor".
De in deze zinnen verpakte
wens ging prompt in vervulling.
Het nu verschenen boek 'Ge
recht' komt met zijn 175 pagi
na's volle wasdom heel nabij. In
elk geval blijf je aan het einde
niet met een gevoel van onvol
daanheid zitten. Het is een ge
heel afgerond verhaal, waarin
de kweditatieve beloften die het
duo in de vorige boeken hebben
gedaan volledig worderi waar
gemaakt. Opnieuw presenteert
het tweetal een ijzersterke thril
ler.
Dat lijkt er in het begin niet op.
Even dacht ik toen dat zij in
hun gretigheid naar meer publi-
katies op al flink plat getreden
paden terecht waren gekomen.
Want hoeveel thrillers heb ik al
niet ogen gehad waarin een of
andere min of meer verknipte
figuur zich vergrijpt aan ander
mans leven?
Vooral de psychopathische
massamoordenaar vormt een
dankbaar object voor thrillerau
teurs. Omdat zijn beweegrede
nen niet voor het grijpen liggen.
Zijn redeneringen volgen niet
de wetten van de logica. Zo is
hij te glad om te grijpen. Op
zulke figuren kan de fantasie
worden botgevierd. Om hen
heen kan een handige schrijver
van alles bedenken.
Maar mijn twijfels kwamen te
vroeg. Rood Rood waren nog
slechts aan de opbouw van het
fundament van hun verhaal be
zig. Daarbij nemen ze de lezer
(es) mee naar een moord in een
kerk. En naar het doden van een
Lydia (links) en Niels Rood: belofte ingelost. foto jeroen van der spek
joggende vrouw. Hij of zij mag
weten wie het heeft gedaan,
waarom een journalist tevoren
uitvoerig wordt ingelicht en
waarom de politiemensen Par
doens en Uithuisies geen goede
houvast kunnen krijgen.
Hun superieuren willen de zaak
zelfs in de doofpot frummelen.
Omdat de naam van het ko
ningshuis in het geding zou
kunnen zijn. Hier wijken Rood
Rood af van de geijkte paden
en komen al doende tot een ui
terst originele thriller, waarin
waan en werkelijkheid weer
akelig dicht bij elkaar liggen.
"Nu wist hij dat hij respect ver
diende. Het gaf niet dat ze het
niet door hadden. Hij wist het
voor zichzelf. Beledigingen
deerden hem niet meer. Hij was
geen debiel. Verre van dat", la
ten Rood Rood de moorde
naar denken.
In feite redeneert de sociale
werkster in dezelfde richting:
"Hij was inderdaad evenwich
tig. Misschien wel te evenwich
tig voor een AWBZ-uitkering.
Hij begreep weliswaar niet hoe
een aangiftebiljet moest worden
ingevuld en een huursubsidie
moest worden aangevraagd,
maar met hoevelen had hij dat
niet gemeen? Hij kon geen be
roep doen op vrouw of kennis
sen. En als hij een baan had
maakte hij wel eens mot. Maar
ook dat was omdat hij de hië
rarchie niet begreep
In korte, heel bevattelijke, zin
nen zetten Rood Rood hun
drama neer dat uitloopt in een
verrassende ontknoping. Die
heeft alles te maken met de titel
'Gerecht' die het schrijvende
duo boven dit smakelijke thril
lerhapje hebben gezet. Hun wat
warhoofdige hoofdrolvertolker
is namelijk op één plaats verre
van verknipt: als kok in de keu
ken. Daar componeert hij met
verve en veel kennis van zaken
de smakelijkste gerechten. Bij
voorbeeld een zwanebiefstuk
voor zijn nieuwe vrienden. Daar
bereidt hij ten slotte ook de ma
gistraal geraffineerde oplossing.
Om het met Godfried Bomans
te zeggen: "Geen vondst maar
een trouvaille".
Uitg. De Arbeiderspers. 34,90,
Onomwonden en met
verve schrijven kon
hij al, maar in zijn
vorige boek 'Gimmick!' deed
Joost Zwagerman dat nog met
de maniertjes van de door hem
bewonderde Amerikaanse mo
de-auteurs. In de onlangs ver
schenen roman Vals licht' zijn
die niet meer te vinden, waar
mee Zwagerman zijn stiel en
compositie definitief lijkt te
hebben gezuiverd van elemen
ten die een ietwat belezen con
sument onmiddellijk opnieuw
zou kunnen herkennen. Geble
ven is de vaart in Zwagermans
vertellen. Dat en de uitbanning
van winkeldiefstalletjes levert
meteen een krachtige roman in
de 'overdrive' op.
Opnieuw doet dit boek mij aan
iets denken. Ditmaal is het ech
ter iets dat sub
stantie heeft en
bovendien in het
voordeel van
Zwagerman
spreekt. Het ge
volgde procédé in
Vals licht' heeft
namelijk veel weg
van hetgeen
Truman Capote
met het weerga
loze 'In Cold
Blood' ooit intro
duceerde; de zo
genaamde 'fac
tion' of beter:
'nonfiction no
vel', een sterk op
de realiteit geënte
literatuur. Het
publiek was met
stomheid gesla
gen omdat Capo
te zo dicht op de
werkelijkheid van
Hij kreeg ooit een proces aan
zijn broek van een Zandvoortse
restauranthouder die zich in
schrijvers fictie herkende. Ern
stige gevolgen. Hetzelfde gevaar
blijft ook voor Zwagerman om
de hoek kijken want op bladzij
de 106 van Vals licht' staat een
'fraaie' passage waarin een be
kend tv-presentator zich ge
makkelijk zou kunnen herken
nen. Met hem zal Zwagerman
wel geen contract hebben afge
sloten en je weet nooit hoe een
'natte zeehond' een schrijver
vangt. Voor die passage werd
Zwagerman al gekapitteld door
een andere tv-prominent die
daarmee zijn onbenul nog eens
geheel ten overvloede aan den
volke openbaarde.
Schandelijk
Waarom vertel ik dit allemaal?
Welnu, Zwagermans fictie over
lapt de realiteit voor zo'n groot
deel dat de armen van geest on
der ons de authenticiteit van
deze roman aanzien voor 'waar
heid' en die ver
volgens geweld
aandoen door
een schrijver in
discrediet te
brengen. Dat is
al geprobeerd in
die talkshow en
hoewel mij dat
opnieuw een
de zinloze slachtpartij op de
Clutterfamilie en de daarop vol
gende veroordeling en executie
van de moordenaars zat. Toen
Norman Mailer de stunt pro
beerde te herhalen in zijn 'Exe
cutioner's song' was het effect
meteen al een stuk minder.
Deze voorkennis heeft er bij mij
ondermeer voor gezorgd dat ik
bij het lezen van Vals Licht' niet
helemaal van mijn stoel rolde.
Ik hecht aan originaliteit, maar
ik ben toch voldoende bekeerd
om Zwagerman de 'credits' te
geven die hij verdient. Vals
licht' is een roman van een ge
boren verteller, een rasschrijver
die weet waar het op aan komt
als de lezer bij de lurven gegre
pen en voor de duur van een
boek in de houdgreep gehou
den moet worden.
Zwagerman deed net als Capote
destijds (misschien niet zo uit
puttend) research voor Vals
licht'. Hij interviewde Amster
damse prostituées totdat hij uit
eindelijk voldoende stof voor
zijn boek had. Zijn uitgever ad
viseerde hem contracten af te
sluiten waarin hij zich min of
meer verbond de realiteit zoda
nig te 'verhalen' dat de werkelij
ke protagonisten niet herken
baar waren. Een schrijver kan
daar immers last mee krijgen.
De Haarlemmer L. H. Wiener
kan daar een lied van zingen.
die Zwagerman
vermoedelijk
geen windeieren
zal leggen, vind
ik dat tegelijker
tijd spreken voor
zijn kunnen. Hij
maakt met Vals
licht' kennelijk
iets los, iets dat
Joost Zwagerman: maakt ken- 'schandelijk' ge-
nelijk iets los dat 'schandelijk' vonden wordt, al
wordt gevonden. gaat het maar
foto bert NiENHUis om een enkele
passage. Maar
wat voor een. Ze is 'Gefundenes
Fressen' voor hen die enige ja
ren geleden nog riepen om
meer straatrumoer in de vader
landse literatuur. Nu kun je veel
tegen Zwagerman hebben,
maar niet dat hij niet voor rim
pelingen zorgt in de kleinsteed
se vijver die onze letterkunde
soms is. Toen 'Gimmick' uit
kwam, meenden sommigen ook
al, dat ze te maken hadden met
een sleutelroman, waarin de
schrijver bepaalde personen uit
de kunstwereld boosaardig te
kakken had gezet.
Intussen heb ik hier nog niet
naverteld waar het in Vals licht'
allemaal om draait. Het is een
thema met een baard: hoeren
loper wordt verliefd op hoer,
haalt haar uit 'het leven' enzo
voorts, enzovoorts. Wie dat cli
ché waar overigens niets r
mee is eens vakkundig uitge
werkt wil zien in voortrazende
zinnen en een thrillerachtige
plot die geen moment verveelt,
moet beslist Zwagermans
laatste boek lezen. Vals licht' is
ongecompliceerd en vitaal ge
schreven, hier en daar mis
schien wat melodramatisch en
nachtkaarsachtig op het eind,
maar in alle opzichten als 'het
leven' zelf. Een aanrader van je
welste die korte metten maakt
met een hoop andere schijnver
toningen in dikdoenerig proza.