Kunst 'Ring is Himalaya voor dirigent' VERBIJSTEREND Saaiheid heerst in Amsterdamse Fidelio Boekhandel gooit boeken Maarten Biesheuvel weg 'Dérives' van Ph. Genty: droom of werkelijkheid? ECI-prijs voor Louis Stiller Dordtprijs voor Biografie voor Jan Fontijn Woensdag 6 november 1991 Redactie: 071-161400 CEES VAN HOORE ANNEMIEK RUYCROK JAN RUSDAM SASKIA STOELINCA Eindredactie: NIEK FAAS Vormgeving: RON VAN HAASTREGT 9 Bernard Haitink krijgt vanavond Erasmusprijs De sfeer in de vergaderzaal van het Amsterdamse Hilton- hotel is prettig, de koffie bruin en de Maestro kijkt opge ruimd de za3 in. 'Getrouwen' zo beschouwt Bernard Haitink de aanwezige journalisten, die de notitieboekjes, camera's en microfoons in de aanslag houden. De diri gent merkt op, met een merkwaardige mengeling van spijt, ironie en een vleugje boosheid in zijn stem, dat hij sinds zijn tumultueus verlopen vertrek in 1988 als chef dirigent van het Concertgebouworkest, meer optreedt voor Nederlandse journalisten dan voor Nederlandse or kesten. AMSTERDAM ROB VAN DER HILST Haitink is enkele dagen in ons land, na een uitputtende uit voeringsslag in de Royal Opera in Covent Garden in Londen van Wagners Ring en met de opname voor EMI van Götter- dammemng, het slot van de Ring, aanstaande zondag in München in het vooruitzicht. Hij ontvangt vanavond in het koninklijk paleis in Amsterdam de Erasmusprijs. Aangezien Haitink figureert in een boek over beroemde dirigenten, on derdeel van een nieuwe uitga- vereeks van het klassieke pla- tenblad Luister en de uitgeverij La Rivière Voorhoeve, organi seerde de stichting Praemium- Erasmianum maandag een 'strikt informele' persontmoe ting. Haitink ontving uit handen van Paul Korenhof, hoofdredac teur van Luister, de eerste exemplaren uit de nieuwe mu- ziekreeks. Bernard Haitink is met Wil lem Mengelberg een van de weinige Nederlandse klassieke musici van deze eeuw die zich de status van wereldberoemd heid heeft verworven. Met zijn Bruckner- en Mahleruitvoerin- gen met het Concertgebouwor kest stelde hij internationale normen. Wanneer de dirigent zich in de afgelopen jaren publiekelijk heeft geuit over zijn vak, over de orkesten die hij dirigeert en over zijn visie op de muziek, op collega's, op opera's en opera regisseurs, dan gebeurde dit met de voor Nederlandse oren zo uitermate vertrouwde vorm van directheid en nuchterheid. Zeker, zijn langjarige omgang met media heeft de bescheiden ogende musicus tot routinier gemaakt. Hij weet wat hij wil loslaten en wat niet. Maar 's mans oprechte betrokkenheid tot de muziek is zo overtuigend en indringend, dat iedereen wel overstag moet gaan. Wat gaat u met het geld van de Erasmusprijs, tweehonderd duizend gulden, doen? Haitink: „Haha, dat is de eer ste vraag die iedere Nederlan der zich in zo'n geval stelt. Ik weet het niet. Echt niet. Vroeger moesten winnaars van de Eras musprijs de helft besteden aan een of ander Goed Doel, met hoofdletters dus. De andere helft konden zij voor zichzelf behouden. Nu is dat anders: ik mag met het geld doen wat ik wil. In ieder geval wil ik het be steden aan iets bijzonders. Het uitgeven voor een culturele in stelling of de uitgave van een belangrijk muziekhandschrift mogelijk maken. Ik woon in Bergen en misschien heeft het harmonieorkest daar wel een tenortuba nodig. Wat ik in ieder geval wil voorkomen, is dat ik een soort van subsidiegever of sponsor ga worden. Andere prijswinnaars blijken soms ja ren te hebben gedaan om een goede bestemming voor het prijzengeld te vinden. Ik zie wel." U heeft in Convent Garden net een staking van het orkest achter de rug. Heeft u er moeite mee in zo'n ruzie partij te zijn? Haitink: „Van staking in strik te zin was geen sprake. Door de Engelse vakbonden waren stipt heidsacties georganiseerd. Wel weigerden de musici, die wer kelijk uit het beste hout gesne den zijn, op de laatste avond van de Ring een black tie te dra gen. Ik heb daarover een brief geschreven en mijn ongenoe gen geuit. Maar ik vind dat de directie van Covent Garden eer der naar de orkestmusici, met hun mijns insziens gerede klachten over de honorering en werkomstandigheden, bij tijds had moeten luisteren. Ik ben zelf musicus, en weet hoe dat werkt. Op een gegeven moment ben je het gewoon zat dat er niet naar je geluisterd wordt en dan klim ie als een kat tegen de muur op.' „Een van de dingen waar ik in Engeland nog steeds tegen op bots, zijn die enorme standsver- schilen. Bijvoorbeeld tussen de bestuurlijke top van Covent Garden en de vakbonden. Zeg maar aristocratisch afstandelijk heid tegenover vechtcultuur. Ik heb tegen het einde van de Ring in een goed Londens hotel voor de orkestmusici een party gege ven. Gewoon om mijn dank baarheid te uiten voor hun bui tengewoon grote inzet. Ze dachten aanvankelijk dat ik mijn ontslag, vanwege de on rust, zou indienen. Nou, niets daarvan hoor. Maar ik keek wel vreemd op dat zo'n informele bijeenkomst nooit eerder was gehouden. Daar kijk je dan wel vreemd van op." Wat zijn uw plannen voor de komende jaren? Haitink: „Veel muziek maken. Ik heb ooit dirigent van een operahuis willen worden om, al was het maar een keer. Wagners Ring des Nibelungen te kunnen dirigeren. En in de komende ja ren blijf ik zeker operadirecties doen. Ik vlak het niet uit om mij nog een keer vast aan een or kest te verbinden. Men be schouwt mij wel als een typi sche company-man. Dat klopt, want zelfs waar het gastdirecties betreft werk ik het liefst met vaste orkesten. Je kent elkaar dan, hè? Ik weet dan, dat de Wiener Philharmoniker zingt en dat de Berliner Philharmoniker per definitie virtuoos speelt. Wat ik nog eens wil doen is een Ringproduktie, die meer dan ik ooit heb meegemaakt, staat bij de theatrale bedoelingen van Wagner zelf. Er zit, wat ensce nering betreft, bijvoorbeeld veel meer natuur in de Ring dan moderne regisseurs ons willen laten geloven." „Acn die Ring: het is de Hi malaya die iedere dirigent wil nemen. En iedere produktie stuit dan ook per definitie op gi gantische problemen. Maar zo'n Ring, die dichter bij Wag ner staat dan ooit na de Tweede Wereldoorlog is geënsceneerd, zonder naoorlogse afrekeningen met allerlei verkeerde vormen van Deutschtum in Bayreuth stoten ze elkaar nog steeds met veelbetekenende blik aan als in de Meistersinger over de heilige Deutsche Kunst wordt gezon gen dat wil ik nog wel eens realiseren." RECENSIE PAUL HERRUER Gezien: Fidelio van L. van Beethoven door De Nederlandse Opera, regie: Johannes Schaaf; dirigent Hanns-Martin Schneidt; m.m.v. het Nederlands kamerorkest en Jo sephine Barstow (Fidelio), Thomas Moser (Florestan), Hans Tschammer (Rocco) en henk Smit (Pizarro). Op 4 november in het Muziektheater te Amsterdam Weinig opera's appelleren zo direct aan grote en mooie ge voelens als 'Fidelio' van Beetho ven. Het stuk zou dan ook moeiteloos emoties moeten kunnen losmaken, maar het pu bliek dat de première van de deze maand lopende produktie van De Nederlandse Opera aan schouwde moest lijdzaam wachten of er wel iets emotio- nerends zou gebeuren. De Amsterdamse première gaf bijna een bevestiging van de achterhaalde gedachte dat Beethoven van opera weinig be greep. De onjuistheid daarvan is zo langzamerhand wel duide lijk: het enige gevaar dat 'Fide lio' tegenwoordig bedreigt is, dat er al te nadrukkelijk actueel gepolitiseerd wordt. Regisseur Johannes Schaaf, die eerder in Amsterdam tekende voor 'Die Fledermaus', heeft dat gevaar bezworen. Hij heeft voor een zanderig Spanje of midden- Amerika met wat vooroorlogse trekjes gekozen en verwijzingen naar actuele regimes groten deels vermeden. De muziekdramatische pro blemen die het stuk kent, heeft hij niet overwonnen. De over gang van gesproken tekst naar zang verliep in het eerste bedrijf moeizaam; de dialogen zelf werden nogal plichtmatig uitge sproken (op het onverstaanbare af) en de spelregie werd voorna melijk 'geactiveerd' door allerlei 'naturalistische' toevoegsels: bewakers met een echte her dershond, gerinkel met servies goed, figuranten die pakketten voor gevangenen kwamen brengen. Als er gezongen moest worden kwamen de personages volkomen tot stilstand en het gevangenenkoor moest erg lang op het podium staan wachten totdat de muziek op gang kwam. In het tweede bedrijf moest de overgang naar het oratori- um-achtige slottafereel met een ombouwpauze volbracht wor den en dat het zanderige land schap uit het begin plotseling in bloei stond, was symbolisch ge zien nogal flauw. Wat zich in het tweede bedrijf in de onder aardse kerker afspeelde, had muzikaal en dramatisch een be tere voortgang. De traagheid die op het podi um heerste, heerste ook in de orkestbak. De Duitse dirigent Hanns-Martin Schneidt hield er niet bepaald een meeslepende visie op Beethoven op na. Vaak leek het alsof de muziek moest worden aangezwengeld en als ze tot leven kwam werd ze meestal met tussentijdse vertra gingen weer stopgezet. Schneidt en Schaaf hebben elkaar in degelijke saaiheid aar dig gevonden en de zangers moesten zo ongeveer op eigen kracht de emoties oproepen. Daarin slaagden zeker Josephi ne Barstow in de titelrol (al is haar hoogte wat scherp en on beheerst) en de Amerikaanse tenor Thomas Moser, die zijn Florestan indrukwekkend zong. Goed was ook Hans Tscham mer als Rocco, alleen Henk Smit had tijd nodig om zijn zoveelste schurkenrol (Pizarro) gestalte te geven. Ook de kleine rollen wa ren degelijk bezet: Stefan Dahl- berg als Jaquino en Stella Klein- dienst als Marzelline, al was de laatste wel in het verkeerde stemvak terechtgekomen. Mu zikaal potentieel was er genoeg, maar een andere dirigent had met deze zangers en het Neder lands Kamerorkest aanmerkelijk meer kunnen doen. HAARLEM GPD In een container van de Haarlemse boekhandel Coebergh zijn tussen het af val honderden exemplaren van het door Maarten Biesheuvel geschreven Boeken weekgeschenk-1988 aangetroffen. Vol gens de winkel, bezig met een grote op ruiming, was het niet de bedoeling dat de boeken gevonden zouden worden. „Ik had ze in een dichtgeplakte doos gedaan," vertelt T. Heijligers, bedrijfleid- ster van Coebergh. „Er stond wel in grote drukletters 'Boekenweekgeschenk' op. Ik heb die tekst nog afgeplakt. Maar blijk baar hebben mensen de doos open ge maakt en de boeken eruit gehaald." Heijligers besloot de boeken van Bies heuvel weg te gooien om de waarde van het geschenk op zich niet te verminde ren. „Normaal gesproken hou ik niet van boeken weggooien of doordraaien zoals uitgeverijen dat wel eens doen. Maar 'Een overbodig mens' was een cadeau, daar moesten de mensen eerst 19 gulden vijftig aan andere boeken voor uitgeven. Als je nu ineens driehonderd van die boeken in de uitverkoop doet, of weg gaat geven, daalt de waarde ervan, vind ik." H. Kraima, directeur van de CPNB (Collectieve Propaganda van het Neder landse Boek), de uitgever van het boe kenweekgeschenk en organisator van de boekenweek, begrijpt de handelwijze van Coebergh heel goed. „Uitgeverijen gooien ook regelmatig boeken weg. Het komt heel cru over, maar uit economi sche motieven om de markt in stand te houden kan je soms beter boeken weggooien. Dat gebeurt ook in de pla- tenhandel, overal. Zoiets kan je beter in een afgesloten container doen." Maarten Biesheuvel zelf kon om per soonlijke redenen geen commentaar ge ven. I BUE\KORF| ^en *raaie collectie 100% lamswol in 12 aktuele modekleuren. J Tot en met 16 november a.s. of zolang de voorraad strekt voor verbijsterende prijzen. Pullover met ronde of V-hals. Van 69.- Voor 49.- Niet afgebeeld: Slipover Van 59.- Voor 39. Vest. Van 85.- Voor 59.- 'JE*. U ontdekt elke keer een andere Bijenkorf (2^) De ECI-prijs is gisteren uitge reikt aan de Amsterdamse jour nalist Louis Stiller (32). Hij kreeg de prijs, een bedrag van 40.000 gulden, voor zijn essay 'Machine die het lied bevat', een beschouwing over de we derzijdse beïnvloeding van lite ratuur en informatietechnolo gie. De prijs die eens in de twee jaar wordt uitgereikt door het verzendhuis voor boeken en platen ECI, had dit jaar als the ma 'De lezer tussen woord en beeld'. Volgens juryvoorzitter J. Gmijters, burgemeester van Le lystad, schreef Stiller, die behal ve neerlandicus ook computer deskundige is „een zeer belang wekkende uiteenzetting" over de zogenaamde interactieve fic tie, een bepaalde manier om de computer te gebruiken. Stiller gaat volgens de jury „in tegen de traditionele tegenstellingen tussen kunst en techniek en laat zien waar deze begrippen el kaar niet wederzijds uitsluiten maar aanvullen". In zijn essay vergelijkt de auteur de beteke nis van de computer met die van de boekdrukkunst voor de ontwikkeling van de roman. Stiller werkt freelance voor een aantal computerbladen, maar ook voor Intermediair, HP/De Tijd en het maandblad 'O'. Verder werkt hij samen met grafisch kunstenaars aan een tijdschrift-op-schijf. De tweede prijs, 30.000 gul den, ging naar Louis Vermeu len, eveneens neerlandicus en in het dagelijks leven rector van een scholengemeenschap in Spijkenisse. In zijn werkstuk 'Beeldindruk', vergelijkt hij beeldende kunst met het lezen van een boek, beide processen waarbij innerlijke beelden wor den gevormd. Omdat de kwaliteit van de andere inzendingen aanzienlijk minder was, werd geen derde prijs uitgereikt. Wel waren er twee orginaliteitsprijzen van elk 5000 gulden die werden uitge reikt aan de historicus Eelco Runia en de Belgische histori cus Jan Denolf. De 20.000 gulden die ECI overhoudt doordat de derde prijs kwam te vervallen, wordt besteed aan het stimuleren van poëzie voor kinderen van zes tot twaalf jaar. DORDRECHT ANP De auteur Jan Fontijn krijgt de eerste 'Dordtprijs voor de Bio grafie' van de Dordtse Acade mie. De prijs, een bedrag van 25.000 gulden, krijgt Fontijn voor 'Tweespalt, het leven van Frederik van Eeden tot 1901'. Het boek verscheen vorig jaar bij Querido. Volgens juryvoor zitter Martin Ros springt 'Twee spalt' eruit door „de combinatie van grondige documentatie en stilistische en compositorische boeikracht". „Fontijn weet het verhaal van een intrigerend leven te vertel len met vaart en vanuit een ge fascineerdheid door de figuur en het werk van Frederik van Eeden. Deze gaat samen met een grote kritische waakzaam heid. Behalve Martin Ros zaten in de jury Ton Anbeek, Emma Brunt, Jan Eijkelboom, Harry Poeze, Harry Prick en Bart Tromp. Ros en Poeze presen teerden gisteren bij de bekend making een gezamenlijke publi- katie over de biografie in Neder land en Vlaanderen. THEATER RECENSIE MAARTEN BAANDERS Voorstelling: 'Dérives' door Compagnie Philippe Genty. Gezien: 5/11 Schouwburg, Leiden Het was werkelijk even of je wakker werd uit een droom, na afloop van de voorstelling 'Déri ves' van de Franse theatergroep Compagnie Philippe Genty. Het schouwspel opent met een wachtende reiziger, die niet ge woon met de trein meegaat, maar, zodra zijn koffer open- gaat, een reis door het onderbe wustzijn begint. Hij ontmoet zichzelf, vele keren vermenig vuldigd, verkleind, vergroot en omringd door verrassende oer beelden. Met perfect beheerste bewegingskunst, mime, acroba tische toeren, poppenspel en manipulatie van voorwerpen verbinden de vijf spelers het ene beeld met het andere. Er treden vissen op, een sexy vrouw en een spin die draden spant. Er is een stad met wolkenkrabbers die in een seconde omslaat in een oerwoud. De sfeer is surrealistisch. Sommige beelden doen denken aan de schilderijen van Magrit- te: de eindeloos vermenigvul digde man met hoed en de kle ding waaraan de man ont breekt. Andere beelden, met vingers en armen uitgebeelde wezentjes op een golvend doek, hebben de sfeer van de schilde rijen van Ives" Tanguy: die we zentjes in het koele licht doen werkelijk levend aan, hoe vreemd ze ook zijn. De grote prestatie van deze theatergebeurtenis schuilt niet eens in de eerste plaats in de technische perfectie of de origi nele vondsten. Doorslaggevend is dat er een eigenzinnige we reld wordt geschapen, waarin de spelers zo opgaan, dat de on- doorgrondeljke logica die op het toneel heerst, volkomen vanzelfsprekend wordt voor de toeschouwer. Voor de rest is het vooral overtuigend spel waar door de illusies zo sterk werken. Illusies? Aan het eind staat de reiziger daar weer, terug in de werkelijkheid. Of was de droom eigenlijk zijn werkelijkheid? De koffer gaat open en zijn even beeld verschijnt: de pop die we eerder door de droom hebben zich dwalen. En hij is het die de reële reiziger opbergt in de kof fer. Compagnie Philippe Genty: sommige beelden doen denken aan de schilderijen van Magntte. foto pr

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 9