Zaken
Pancras Batelaan: 'FNV moet
van de mensen zelf blijven'
De opmars van de stropdas
'We trekken hier een
heel ander publiek'
Klantenverlies leidt tot verhuizing
Milieu-vakbeurs
voor bedrijven
RBA: 'Technisch beroep moet in ere worden hersteld'
Verhoogde vraag Leidse
werkgevers naar wao'ers
Woensdag 6 november 1991
Redactie: 071-161400 WILLEM SPIERDUK CAROLINE VAN OVERBEEKE Eindredactie PAUL DE TOMBE Vormgeving: PIET KOOREMAN
21
STAND VAN
„DE TREND van de
stropdas wordt gezet
door nieuwslezers van het
NOS-journaal en RTL4."
Secretaris Leidse afdeling ziet niets in beperking taken
LEIDEN CAROUNE V
De Federatie Nederlandse Vak
beweging (FNV) moet blijven
zoals zij is. Dat betekent: ook
meepraten over milieu en ou
derenbeleid. Dat is de stellige
overtuiging van Pancras Bate
laan, secretaris van de Leidse
afdeling van de FNV. „Als de
politiek afhaakt bij problemen
van mensen, moet de vakbewe
ging op dat front juist actief blij
ven."
De FNV moet zich dus niet
beperken tot inkomen en ar
beid. Nee, Batelaan is voorstan
der van een 'brede' vakbewe
ging die over allerlei maat
schappelijke problemen mee
praat. „Het belang van onze le
den ligt ook bij goed onderwijs,
huisvesting, gezondheidszorg
en dergelijke. Nu de politieke
partijen zijn begonnen met de
afbraak van de sociale voorzie
ningen, moet de FNV het juist
niet laten afweten."
Batelaan is het dan ook niet
eens met de aanbevelingen in
het rapport 'Minder Beter' dat
onlangs in de publiciteit kwam.
Dit rapport is in het geheim ge
maakt door een werkgroep op
het FNV-hoofdkantoor in Am
sterdam. De werkgroep pleit
voor een 'brede' vakbeweging:
de FNV zou zich moeten verdie
pen en een aantal taken afsto
ten zodat alleen arbeid en inko
men overblijven. Andere taken
op het terrein van ouderenbe
leid, gezondheidszorg, consu
mentenbeleid, volkshuisvesting,
milieu en ruimtelijke ordening
zou de FNV links moeten laten
liggen.
De afdeling Leiden is het daar
ervaring en maatschappelijke
contacten zijn onbezoldigde ka
derleden juist prima in staat om
het beleid mede te bepalen. Je
kan toch niet alles op schouders
van de districtsbestuurders la
ten neerkomen? Dat zou bete
kenen dat ze 100 uur per week
moeten werken."
FNV'er Batelaan: „De vakbeweging is de vakbeweging niet meer als ze
zich afzondert van de maatschappij." foto jan holvast
absoluut niet mee eens. De vak
beweging is de vakbeweging
niet meer als ze zich afzondert
van de maatschappij, vindt Ba
telaan. En Batelaan staat niet al
leen want ook de afdelingen
Delft, Arnhem, Eindhoven,
Utrecht, Groningen en Rivie
renland zien niks in de plannen.
Deze boze FNV-afdelingen heb
ben zich verenigd in een 'initia
tiefgroep'. Deze afdelingen ver
zetten zich ook tegen een plan
om onbezoldigde (vrijwillige)
kaderleden in districtsbesturen
te vervangen door betaalde
krachten. Batelaan: „Van de
bondsdemocratie blijft dan wei
nig over. Je kan de vrijwillige ka
derleden niet alleen folders la
ten rondbrengen. Zo houd je
hen niet betrokken. Door hun
Batelaan spelen er
ook andere dingen mee. „Geld
bijvoorbeeld: het bestuur in
Amsterdam moet financieel ge
zond worden. Nü werken ze in
Amsterdam met een 'open'
budget: een bodemloze put. Ta
ken afstoten levert in de ogen
van het hoofdbestuur geld op,
de FNV zou daardoor meer
slagkracht krijgen. Maar wij vin
den dat daardoor voor ons niks
meer overblijft: wat moeten de
afdelingen dan nog doen? Met
arbeid en inkomen houden de
afzonderlijke bonden zich al
volop bezig. Bovendien: die
bonden zijn rijk genoeg om een
brede belangenbehartiging te
kunnen betalen."
Minder taken, dus meer
daadkracht: dat vindt Batelaan
geen doorslagevend argument.
„Elke afdeling heeft ook een
beetje haar eigen hobbies. Hier
in Leiden hebben we bijvoor
beeld altijd veel gedaan op het
terrein van vrede en ontwape
ning. Nu richten we ons meer
op economisch beleid en het
overleg met de gemeente. Laat
mensen de dingen doen waar
ze zelf achter staan. Want zon
der onbezoldigde kaderleden
zou de FNV niet meer bestaan.
De FNV moet van de
zelf blijven."
N WESTERLAKEN
LEIDEN «PASCALLE CAPPETT1
MEDEWERKSTER
Technisch handelsbedrijf Van
Duuren verlaat in februari 1992
de Leidse binnenstad na 82 jaar
op de Lange Mare gevestigd te
zijn geweest. Het bedrijf ver
trekt naar nieuwbouw aan de
Rooseveltstraat. Parkeergele
genheid en een betere bereik
baarheid voor de hoofdzakelijk
industriële klanten vormden de
belangrijkste aanleiding voor de
verhuizing. Het Leidse bedrijf
kampt al jaren met parkeerpro
blemen. „Bij de politie en de ge
meente hebben we er vaak op
aangedrongen ons een aantal
vrije parkeerplaatsen te geven.
Dat lukte niet. Daardoor moes
ten wij steeds de bekeuringen
van onze klanten betalen. Toen
dit opliep tot zo'n tien bonnen
van 35 gulden per week, hebben
we een half jaar geleden de
knoop doorgehakt om te gaan
verhuizen", meldt woordvoer
der C. van Veen. „Als klanten
een kwartier moeten zoeken
naar een plek waar ze hun auto
kwijt kunnen, loop je het risico
dat ze wegblijven. Dat kunnen
we ons niet veroorloven als
technisch handelsbureau van
deze omvang."
De stropdas is in opmars. De
Leidse dassenfabriek Allegro
heeft het zo druk met de pro-
duktie, dat het zelfs opdrachten
moet weigeren. Maar dat komt
ook omdat er zo moeilijk aan
personeel te komen is. De fa
briek draait nu op vier 'man' en
een aantal thuiswerksters. Di
recteur F.W. Austmann die sa
men met zijn vrouw Allegro
leidt, zegt dat hij met gemak
tien mensen aan het werk zou
kunnen hebben.
Het bedrijf aan de Herensingel
is één van de zes échte strodas-
senfabrieken in Nederland. Het
echtpaar Austmann zette vijf
jaar geleden een traditie voort,
die zijn opa in Amsterdam be
gon. Austmanns vader fabri
ceerde dertig jaar lang dassen in
Den Haag. Drie generaties van
de familie zitten al in de strop
dassen.
De trend van de stropdas
wordt gezet door nieuwslezers
van het NOS-joumaal en RTL4,
is de rostvaste mening van
Austmann. „Het is weer van be
lang om er gekleed bij te lopen.
Als het economisch wat minder koop, maar het kan. Allegro
goed gaat. dan wordt er wat pakt de ldusjes waar andere be-
meer op het uiterlijk gelet. Zo
wil men zich dan profileren. La
ten we eerlijk zijn: solliciteren
doe je toch niet in een spijker
broek?"
drijven hun neus voor opha
len."
En dat is nog economisch ver
antwoord ook, zegt hij. De
stropdassenfabriek kan die klei-
Leidse fabriek kan
het werk niet aan
Allegro maakt tussen de 3000
en 3500 stropdassen per jaar.
Maar Austmann wil die produk-
tie optrekken naar een kleine
6000 dassen. Stropdassen, die
bijna allemaal in opdracht wor
den gemaakt. Studentenvereni
gingen, sportclubs, maar ook
bedrijven zijn de grootste op
drachtgevers. Er is een tendens,
zegt de Allegro-directeur, dat
mensen een eigen stropdas wil
len hebben. „En dat kan bij ons.
We werken heel kleinschalig.
Wie één das wil hebben kan die
bij ons laten maken. Niet goed-
ne opdrachten aannemen, om
dat de lasten zo laag zijn. „In
die sfeer is er meer dan genoeg
werk aan de winkel. Ik heb het
al gezegd: we moeten zelfs op
drachten laten liggen. Het tries
te van dat verhaal is, dat je nu
ziet dat opdrachtgevers hun
stropdassen in het buitenland
laten maken. Echt, ik heb er van
alles aan gedaan om personeel
te vinden. Het lukt gewoon niet.
Moeilijk is het maken van strop
dassen niet. Met twee ogen,
twee handen en wat goede wil
kun je het zo leren."
Allegro werkt uitsluitend voor
de Nederlandse markt. Aan het
buitenland denkt Austman
vooralsnog niet, omdat dit te
veel rompslomp met zich mee
brengt. „Als er wat in het motief
van een stropdas moet worden
veranderd, kom je niet even uit
het buitenland naar Leiden",
zegt hij. „Dat weerhoudt ons er
van om daar activiteiten te on
dernemen. Nederland is niet
zo'n punt. Als je erg ver weg
woont, ben je nog binnen enke
le uren bij ons aan de singel."
Kerstmannetjes
Over de soort dassen waarnaar
de meeste vraag is, vertelt Aust
mann: „Modieuze dassen zijn
het meest in trek. De kleur is af
hankelijk van de tijd van het
jaar. In de herfst is er vraag naar
donkere dassen en in de zomer
naar lichte, katoenen stropdas
sen. Over een paar weken moe
ten we weer dassen maken met
sinterklaas, het kerstmannetjes
en kerstballen. Komen die feest
dagen in beeld, dan gaat bij ons
de vraag naar dit soort dassen
omhoog."
Rijneke Boulevard wil niet concurreren met Meubelplein
ZOETERWOUDE «IRENE VAN BEVEREN
MEDEWERKSTER
„Als het centmm van Leiden
wordt afgesloten voor verkeer,
kunnen de mensen makkelijker
winkelen bij de Rijneke Boule
vard. Hier zijn voldoende par
keerplaatsen, vlakbij een grote
verscheidenheid winkels", zegt
pr-man C.J. van der Geest over
de vernieuwde Zoeterwoudse
winkelboulevard. De grote
meubel- en kledingzaken in
Zoeterwoude doen al weer heel
wat jaren zaken, maar vanaf
morgen gaan ze samen en noe
men ze zich 'Rijneke Boule
vard'.
De winkelstraat wil dus wel
de concurrentiestrijd met het
Leidse winkelcentrum aan
gaan, maar vreemd genoeg niet
met meubelplein Leiderdorp.
„Ach nee, wij hebben geen last
van Leiderdorp", vindt Van der
Geest. „Wij hebben een heel an
der winkelaanbod en trekken
daardoor ook een ander pu
bliek."
Die 'andere' winkels zijn op
één hand te tellen: het zijn er
welgeteld vier. De overige zaken
verkopen meubels, net als in
Leiderdorp. „Gemeenschappe
lijk belang heeft de winkeliers-
tot elkaar gebracht", zo ver
klaart de pr-man de samenwer
king. „Gezamenlijk adverteren
is nu eenmaal goedkoper dan
dat je het alleen doet. Boven
dien trek je meer publiek als je
er in advertenties op wijst dat er
een concentratie van winkels is.
En nogmaals, dat is niet om
klanten van Leiderdorp weg te
trekken. Dat is werkelijk niet
nodig."
Trots wijst Van der Geest op
het vernieuwde uiterlijk van de
meubelstraat: vrolijke vlaggen
met gele bollen en rustige mu
ziek. „We hebben een eenheid
gecreëerd", vindt Van der
Geest. „Dat had onze boulevard
nodig. Meubelplein Leiderdorp
is ontworpen, onze straat is
langzaam uitgegroeid tot wat zij
nu is. Daardoor is onze vormge
ving minder mooi dan Leider
dorp Ik noem die boulevard
voor het gemak even als voor
beeld maar ons nieuwe uiter
lijk vergoedt dat enigszins."
De winkelboulevard zal niet
worden uitgebreid met nieuwe
zaken. Wel wordt er druk ge
bouwd öp de bestaande pan
den. „Casba krijgt er een nieuw
magazijn bij", licht Van der
Geest toe. „En Leski-meubelen
breidt uit. Als dat is voltooid,
telt onze straat 40.0000 vierkan
te meter winkeloppervlak. Dat
is het dubbele van Leiderdorp."
De winkeliersvereniging die
vorig jaar is opgericht, timmert
aan de weg in eigen straat. De
toegang tot de winkels is toe
gankelijker en veiliger gemaakt.
Twee opritten heeft de winkel
boulevard nu, tegen één vorig
jaar. Daarbij is de Hoge Rijndijk
voorzien van voor-sort eervak
ken, zodat kooplustigen zonder
kleerscheuren de winkel van
hun keuze kunnen bereiken.
„Dat is een hele verbetering.
In het verleden gebeurden er
geregeld ongelukken op de
drukke Hoge Rijndijk. De twee-
baans weg was niet berekend
op drie of vier rijen verkeer,
waardoor doorgaand en af
slaand verkeer nog wel eens op
elkaar botste. Dank zij de sa
menwerking van de winkeliers
hebben we nu een veilige weg",
vertelt Van der Geest tevreden.
Minder tevreden is hij over
het feit dat de winkelstraat
mimte biedt aan een zaak die
wel de vruchten plukt van het
winkeliersverenigingswerk,
maar tot op heden de lasten
weigert te dragen. De doom in
het oog is een filiaal van Kwan
tum. Bedrijfsleider O. Kepel van
Kwantum wil wel kwijt dat hij
binnenkort met de winkeliers-
verening aan tafel schuift, maar
of hij al dan niet zal toetreden
tot de club laat hij in het mid
den.
Van der Geest wil er niet te
lang bij stilstaan. „Dat is ten
slotte alleen maar gratis recla
me", vindt hij en hij vervolgt
zijn verhaal over andere inspan
ningen die de winkeliersvereni
ging zich heeft getroost. „Vanaf
morgen tot en met zaterdag
spelen bandjes en wandelen
clowns over de winkelboulevard
om de opening een feestelijk
tintje te geven. Om de inwendi
ge mens te versterken is er een
oliebollenkraam ingehuurd. En
voor de kinderen hebben we
een wervelwindspel."
Hij vertelt dat zulke activitei
ten vanaf heden geregeld zullen
worden georganiseerd. „Er is al
een draaiboek voor. We hopen
daarmee nog meer mensen te
trekken. Nu al komen onze
klanten uit heel Zuid-Holland.
Op zaterdag trekken we zo'n
8000 bezoekers, maar dat kun
nen er meer worden. Misschien
dat we in de toekomst landelijk
gaan adverteren, net als Leider
dorp."
De naam 'Rijneke Boulevard'
is daarvoor geknipt, want die
klinkt als Heineken, een naam
die iedereen al kent. Rijneke zal
dus makkkelijk worden onthou
den. Volgens Van der Geest
heeft de keuze voor de naam
Rijneke daar echter niets mee te
maken. „Dat berust op toeval",
meent hij. .Achter onze winkels
stroomt de Rijn en die is daar
heel smal. En het woord Rijne
ke, als verkleinwoord, geeft dat
weer. Meer moet niet achter die
naam worden gezocht."
De Rijneke Boulevard wordt
morgenmiddag officeel ge
opend door de Zoeterwoudse
burgemeester A.J.M. Houdijk.
UTRECHT/REGIO»
Zes bedrijven uit deze regio
doen mee aan de internationale
vakbeurs voor afvalverwerking,
recycling en milieubeheer, Eco-
tech '91. Deze vakbeurs wordt
van 5 tot en met 8 november
gehouden in de jaarbeurs in
Utrecht.
Op deze vakbeurs, de vierde
sinds 1985, staat de zorg voor
het milieu centraal. Bedrijven
en instanties, kunnen informa
tie en kennis over milieube
scherming uitwisselen.
De beurs is verdeeld in zes
sectoren: bewerking en verwer
king van chemisch en niet-che-
misch afval, hergebruik van af
val, waterzuivering, bodemsa
nering, luchtzuivering en ge-
luidhinder-bestrijding. De helft
van de deelnemers bestaat uit
afvalverwerking- en recycling
bedrijven. De expositie is ver
spreid over drie tentoonstel
lingshallen met een totale vloer
oppervlakte van 17.500 vierkan
te meter. Aanleiding voor de
vakbeurs zijn de steeds strenge
re regels, boetes, hinderwetver
gunningen en richlijnen van de
Europese Gemeenschap (EG).
Die strengere regelgeving
dwingt bedrijven ertoe naar op
lossingen te zoeken voor hun
milieuproblemen en afval. In
1988 ging er voor twee miljard
gulden in de milieuzorg om, dit
zal binnen 20 jaar oplopen naar
7 miljard gulden per jaar. Daar
bij zijn de overheid en de indu
strie de grootste investeerders.
Bezoekers van Ecotech, verte
genwoordigers van overheid en
bedrijfsleven, komen uit 46 ver
schillende landen. De meeste
bezoekers zijn op zoek naar op
lossingen voor concrete afval
problemen.
Uit deze regio zijn vertegen
woordigd: D. de Breuk uit Al
phen aan den Rijn, Dehaco in
Lisserbroek, Dupa Veiligheids-
techniek uit Hillegom, het Al-
phense bedrijf Hydraulic Floor
Systems, IncoMatic Onder
houdstechniek uit Lisse. Jannes
Vos Containers in Alphen.
LEIDEN CAROUNE VAN OVERBEEKE
De vakman of -vrouw moet weer een volwaardige
plaats in de samenleving krijgen, vindt het Regio
naal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening (RBA).
Ouders die hun kinderen naar de mavo sturen,
wekken de indruk dat technisch onderwijs min
derwaardig is, zo stelt RBA-voorzitter, Th. Ter
horst. Het RBA wil daarom voortaan elk jaar de
beste vakman- of vrouw belonen met een geld
prijs van 2500 gulden. Terhorst: „Ik zeg het maar
ronduit, wij hebben de pest in als wij moeten
merken dat wij lassers uit Polen en metselaars uit
Ierland moeten halen- omdat hier geen vakmen
sen te vinden zijn."
Volgens de RBA-voorzitter is een 'duwtje in de
rug' nodig. „Daarom worden in het voorjaar van
1992 de beste verzorger of verzorgster in de
zorgsector, de industriële vakman of -vrouw, de
beste verkoper of verkoopster en de beste hove
nier in het zonnetje gezet."
„Wij zijn de waardering kwijt geraakt voor de
technische vakman", licht Terhost toe. „Ik vind
dat onjuist en onterecht. Vaklui hebben recht op
de waardering die bij hun vakmanschap hoort.
Ouders sturen tegenwoordig hun kinderen liever
naar de mavo, alsof het technisch onderwijs min
derwaardig is ten opzichte van vormen van alge
meen vormend onderwijs."
„Dat negatieve imago wil het RBA verbeteren,
niet omdat wij zo graag prijzen uitreiken, maar
omdat we ook op niet geijkte manieren willen
proberen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt bij
elkaar te brengen." Ook in deze regio kampen be
drijven met een groot tekort aan geschoolde vak-
LEIDEN JAN WESTERLAKEN
Volgens de Gemeenschappelij
ke Medische Dienst (GMD) in
Leiden zijn er 'opmerkelijk veel'
werkgevers op zoek naar
wao'ers. Van de arbeidsonge
schikten zelf is geen verhoogde
vraag om weer aan het werk te
gaan.
Volgens woordvoerder Knijff
van de GMD zijn die werkgevers
vaak op zoek naar de 'witte
raafeen goed opgeleid iemand
voor een werkplek, die ook met
een lagere opleiding kan wor
den vervuld. Die mensen, aldus
Knijff, kom je niet of hoogst zel
den in de wao tegen.
De GMD's in Alkmaar en Bre
da melden dat ze steeds vaker
bezoek krijgen van arbeidson
geschikten die weer aan de slag
wallen. Als mogelijke oorzaak
hiervan worden de regerings
maatregelen genoemd. Breda
merkt bovendien dat er minder
mensen voor de wao worden
aangemeld. De wao'eis die wil
len gaan werken hoeven zich
niet te laten keuren tenzij de
laatste keuring langer dan 5 jaar
geleden plaatshad.
Directeur Austmann maakt 3500 dassen per jaar „Het is weer van belang om er gekleed bij te lopen.
foto holvast