Kunst Boek over 'vrouwelijke torero' Expo van Hollandse en Vlaamse meesters Een nuttige bestemming voor uw oude bril en f 100,- voor u, bij Rinck Dinsdag 5 november 1991 Redactie: 071-161400 CEES VAN HOORE ANNEMIEK RUYGROK JAN RUSDAM SASKIA STOEUNGA Eindredactie HENK HOUTMAN Vormgeving: HENK BUIS 9 Liszt 'terug' in Amsterdam AMSTERDAM De Stichting Franz Liszt Kring Nederland houdt op 29 en 30 november en 1 december het eerste festival 'Liszt in Amsterdam'. Het festival bestaat uit vijf concerten, een tentoonstelling en een symposium. Liszts bezoeken aan Amster dam, in 1842 en 1866, vormen het centrale thema van het festi val. Het festival opent op 29 november in de Beurs van Berlage met een optreden van het Kamerorkest La Primavera en de Hongaar se pianist Karoly Mocsary, de winnaar van het Liszt Concours Boedapest in 1986. Ter afsluiting van het festival is op 1 decem ber 's avonds in de Beurs een pianomarathon met zes interna tionaal gerenommeerde pianisten. Toekomst Vara-Matinee onder druk UTRECHT - Het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Om- roepprodukties wil subsidies voor steeds terugkerende muziek series op de radio stoppen. Vanaf het seizoen '92-'93 zouden tot nu toe min of meer vaste subsidiebedragen aan onder andere VARA, KRO en NOS elk jaar met 20 procent worden gekort. Het gevolg zou zijn dat VARA's Matinee op de vrije zaterdag, die in het huidige kunstseizoen met 1,2 miljoen door het stimulerings fonds wordt gesubsideerd, behoorlijk moet inkrimpen. Ook de KRO-serie Bijzondere Concerten en het co-producent schap van de NOS bij Holland Festival-produkties zouden op de tocht komen te staan. Door de actie van het fonds Zouden op in directe wijze ook de omroeporkesten (Radio Filharmonisch Or kest, Radio Symfonisch Orkest, Radio Kamerorkest en het Groot Omroepkoor) worden getroffen. Oude Muziek wil extra subsidie UTRECHT - De Stichting Organisatie Oude Muziek in Utrecht heeft bij het ministerie van WVC een extra subsidie aangevraagd van ruim anderhalf miljoen gulden. Dat geld is nodig om de ko mende jaren uit te groeien tot „het expertise-instituut bij uitstek voor de oude-muzieksector". De organisatie, verantwoordelijk voor het Holland Festival Oude Muziek Utrecht, het Netwerk voor Oude Muziek en het Tijd schrift voor Oude Muziek, schrijft dit in het beleidsplan 1993- 1996. Het ministerie verstrekt nu jaarlijks een subsidie van vier en een halve ton. De organisatie vindt dat onvoldoende om een kwalitatief hoogwaardige inhoud te gunnen blijven garanderen. NIEUWSLIJN Bij Institut Neerlandais onbekende collectie PARUS HANS GERTSEN Gestolen goed gedijt niet, zo wil een bekend gezegde. Misschien vormt de museumwereld een uitzondering. Immers, heel wat musea in Europese (hoofdste den danken een groot deel van hun collectie aan de roofzucht van heersers in vroeger tijden. Een behoorlijk deel van de im mense hoeveelheid kunstschat ten in het Louvre bij voorbeeld, is 'verworven' tijdens de vele zegerijke veldtochten van Na poleon. Maar niet alleen het Louvre heeft veel te danken aan Napo leon. Tal van Franse provinciale musea bezitten anno 1991 be langrijke collecties Hollandse en Vlaamse meesters uit de zeven tiende en achttiende eeuw. Zo ook het Musée des Beaux-Arts van Lyon. Meer dan 120 'Noordse' schilderijen uit die periode heeft het museum in bezit. Lang niet alles is gestolen, ove rigens. Terwijl het grootste deel van de Vlaamse meesters in het Musée des Beaux-Arts in de Na poleontische periode 'verwor ven' werd, zijn de meeste van de ruim tachtig Hollandse schil derijen sinds het begin van de negentiende eeuw aangekocht. Al met al heeft het Lyonse museum een belangwekkende collectie Hollandse en Vlaamse schilderijen opgebouwd. Èen collectie die tot voor kort weinig bekendheid genoot. Mede dankzij de inspanningen van het Institut Néerlandais, de cul turele dependance van de Ne derlandse ambassade in Parijs, gaat dat veranderen. In samen werking met het Lyonse muse um stelt het Institut 52 van de ruim 120 werken uit Lyon ten toon in haar fraaie onderkomen aan de Rue de Lille in Parijs. Maar belangrijker is wellicht nog dat de tamelijk onbekende en slecht beschreven collectie in zijn geheel toegankelijk wordt gemaakt door een fraaie catalo gus. Dankzij de samenwerking met het Lyonse museum zijn een aantal heel bijzondere schilde rijen tijdelijk wat dichter bij huis te zien. Een van de grootste publiekstrekkers is ongetwijfeld 'De steniging van Sint Stefanus', van de hand van Rembrandt. Het schilderij verbeeldt de ste niging van Sint Stefanus buiten de muren van Jeruzalem door een menigte woedende joden. Het bijzondere van het schil derij zit hem meer in de date ring dan in de kwaliteit. Hoewel de hand van de latere meester al te zien is in sommige details, is het zeker niet een van Rem- brandts beste werken. Het is echter wel het vroegst bekende schilderij van Rembrandt. Rem brandt vervaardigde het in 1625, op 19- of 20-jarige leeftijd als leerling van de Amsterdamse meester Pieter Lastman. Het schilderij, in 1844 op een veiling aangekocht, is bovendien pas laat ontdekt als een echte Rem brandt. Tot 1962, toen twee me dewerkers van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Docu mentatie het doek herontdek Mercurius en Argus van Jordaens (Antwerpen 1593-1678). ten, stond het te boek als een werk uit de school van Rem brandt. Een ander heel bijzonder schilderij is een portret van prins Willem de Derde van Oranje, omgeven door guirlan des van bloemen en fruit, van de hand van Jan Davidsz de Heem uit 1672. Het doek, gene raties lang familiebezit van de Oranjes, werd in 1795 door de Franse bezetters uit Den Haag ontvreemd. Zeer fraai zijn ook de schilderijen 'Mercurius en Argus' van de Vlaming Jacob Jordaens en de 'Studie van twee hoofden' van Anthone van Dyck, eveneens een Vlaming. Tekeningen De tentoonstelling in het Insti tut Néerlandais is niet alleen vanwege de genoemde werken het bezoeken waard. Weliswaar ontbreken twee topstukken van Rubens (te groot en te zwaar), maar dat wordt onder meer ge compenseerd door vier zeer fraaie schilderijen van Jan Bru eghel de Oudere, respectievelijk 'Het Vuur', 'Het Water', 'De Lucht' en 'De Aarde'. Vier uit bundige, allegorische schilderij en die bovendien zeer fraai ge restaureerd zijn. Behalve de 52 schilderijen uit Lyon heeft het Institut Néerlan dais ook nog een selectie uit de rijke verzameling tekeningen en schetsen van het Musée des Be aux-Arts in huis. Tekeningen van de zogenaamde Lyonse school uit de negentiende eeuw. Een aardige aanvulling op de Noordse meesters uit vroeger eeuwen, omdat de tekeningen foto gpd soms duidelijk geinspireerd zijn door de schilders uit het Noor den. De tentoonstelling is tot en met 22 december te bezichtigen in Parijs (Institut Néerlandais, 121 Rue de Lille in Parijs, dage lijks van 13.00-19.00 uur, behal ve op maandag). Wie na 22 de cember kennis wil nemen van de Lyonse collectie Vlaamse en Hollandse meesters, zal tot be gin 1993 geduld moeten heb ben, omdat het Musée des Be aux-Arts momenteel een gron dige verbouwing ondergaat. Veelkleurige uitvoering Inge v.d. Broek BALLET RECENSIE MAARTEN BAANDERS Voorstelling: jubileumvoorstelling Ballet school Inge van den Broek. Gezien: 4/11 Schouwburg, Leiden Balletschool Inge van den Broek bestaat vijftien jaar. In de jubi leumvoorstelling werden maar liefst twintig dansstukken uitge voerd. Alle niveaus en leeftijds groepen passeerden de revue. Er waren verschillende genres vertegenwoordigd, waarvan show- en jazzdans in de meer derheid was. Op 'Art of Noise' werd speels en toch gedisciplineerd gedanst. Lieflijk en langzaam was de dans op muziek van Mathilde Santing, met grote concentratie uitgevoerd. Veel spanning wis ten de danseressen te brengen in een dans op muziek van Ja- net Jackson en m.a.r.s., waarin zich uit een voorzichtig begin veel vaart ontwikkelde. Disco-achtig was een dans op muziek van Madonna, mooi helder uitgevoerd. In diverse show- en jazzdansen spatte het swingend élan eraf. De show werd nog het meest gestolen door de jongste groep. Met een vlotte dans op muziek van Tony Scott, waarin zelfs de spagaat niet ontbrak, brachten deze jonge artisten veel sfeer in de zaal. Echte show-allure had een dans op muziek van Prince, een mooi gelijk uitgevoerde groepsdans in een decor met hekken en kleurrijk licht. Een hoogtepunt vond ik persoonlijk de choreografie op muziek van Sinead O'Connor: uit een mys terieus begin met stemmige kleuren wisten de danseressen geleidelijk dynamischer bewe gingen op te bouwen. Ook klassiek ballet ontbrak niet. Ingetogen en sierlijk werd er gedanst op Beethoven en ook in het duet op een werk van Mozart werd de breekbare klas sieke sfeer goed getroffen. Twee gastgroepen leverden een bijdrage aan de avond: de school van Wil Lambrechts jr. met een spectaculaire Spaanse show, waaraan niets ontbrak. Leerlingen van Beppie Huisman traden op met een gewaagde, sexy dans met veel heup- en billenwerk, waarvoor dan ook al snel één van de weinige manne lijke dansers die aan dit pro gramma meededen, het toneel opkwam. Niet onvermeld mag het aan deel van licht en decor blijven, al werden er wel wat veel wol ken het toneel op geblazen. Monografie-catalogus over grand-dame Loes van der Horst Te zien tot en met 17 november 'Uit spansel' van Loes van der Horst in de Vleeshal, Grote Markt Haarlem Vorige maand verscheen een monografie-catalogus over Loes van der Horst. Het boekwerk maakt sa men met een tentoonstel ling in De Vleeshal in Haar lem, deel uit van de Judith Leysterprijs, een oeuvre- prijs voor vrouwelijke kun stenaars, die Loes van der Horst in 1990 voor haar werk ontving. Van der Horst kreeg deze prijs 'op grond van de brede reikwijdte van haar inven tie, de formele kwaliteiten en haar presentatie, niet al leen binnen het (inter) na tionale kunstcircuit, maar ook in openbare ruimten', aldus het juryrapport. De auteurs hebben hun taak se rieus opgevat. Godert van Colmjon toetst - in een tekst die bol staat van kunsthistorisch jargon en waarin soms te veel wordt uitgeweid - de persoonlij ke ontwikkeling van Van der Horst aan de kunsthistorische ontwikkelingen in het begin van de twintigste eeuw in Neder land, Duitsland en Oostenrijk. Die opzet is niet vreemd wan neer je weet dat Van der Horst (geboren in 1919 in Noordwijk als Louise Catharina Wenckebach) aan twee invloed rijke instellingen studeerde en in het midden van nieuwe ont wikkelingen in de kunst stond. Tussen 1935 en 1938 volgde zij de vooropleiding aan de Weense Kunstgewerbeschule, een opleiding die toen al onder de invloed van de Wiener Werkstatte, de Sezessionen en het Bauhaus stond. Later in Den Haag kreeg zij op de Academie voor Beeldende Kunsten les van grootheden als Paul Citroen en Willem Roozendaal. Vormentaal Zij raakte op beide opleidingen onder de indruk van de elemen taire vormentaal en de kracht van horizontale en verticale structuren, thema's die al haar werk zouden gaan beheersen. In Den Haag werd in die tijd vooral gehamerd op de zelfstan digheid van de kunstenaar in de samenleving, de kunstenaar als vakman. Ook werd er geen on derscheid gemaakt tussen jon gens en meisjes. Docent Roo zendaal was vooral bij de laatste zeer alert op geknoei: 'Geen ge peuter, maar het grote overzich telijke gebaar', was wat Van der Horst daar leerde. Opvallend is dat Van der Horst, na de oorlog en na haar huwelijk met Hent van der Horst, in 1959 besloot te gaan weven. Textielkunst werd en wordt altijd met toegepaste kunst geassocieerd en veelal niet voor vol aangezien. Van der Horst had zo haar redenen voor deze keuze. Het weven was goed te combineren met op groeiende kinderen thuis en de structuur, materiaal en textuur waren objectieve uitgangspun ten voor een kunstenaar, zoals zij in Wenen geleerd had. In de daaropvolgende jaren experi menteerde zij met verschillende materialen en koos uiteindelijk voor kunststoffen, stoffen zon der geschiedenis: 'karakterloos spul'. Emancipatie In haar strijd voor de emancipa tie van het medium besloot zij in 1973 om niet langer deel te nemen aan de Biënnales voor textielkunst in Lausanne. „Het gevaar bestaat naar mijn me ning, dat het werk van textiel kunstenaars, doordat het steeds bij elkaar wordt getoond, zijn eigen weg tussen alle andere kunstvormen moeilijk kan vin den. Het openbreken van die oude gewoontes en het zoeken naar nieuwe vormen van expo seren, met disciplines die nu nog buiten het vakgebied lig gen, lijkt mij erg nodig", zei zij*» tegen van Colmjon. In het tweede deel van de monografie bespreekt Mariska Melchers het oeuvre van Van der Horst van 1968, het jaar waarin zij een groot atelier be trok, tot heden. Stalenkabels Na 1981 zweerde Van der Horst het weefgetouw af. Ze richtte zich meer en meer op de relatie tussen kunstwerk en omgeving^ - Naast kunststof gebruikte ze stalen kabels, aluminium en roestvrijstaal, een keuze die er ook voor zorgde dat ze steeds monumentaler te werk kon gaan. Op de huidige tentoon stelling is haar meest recente werk 'Uitspansel' te zien. dat zij dankzij de Judith Leysterprijs kon uitvoeren in de Vleeshal in Haarlem. Loes van der Horst kan volgens__- de samenstellers van de catalo-~ gus gezien worden als een 'grande dame' van de heden daagse monumentale, abstracte kunst: onafhankelijk, eigenzin nig, vindingrijk, scherpzinnig en bovenal een vakvrouw. Een 'vrouwelijke torero', zoals Hella Haasse {raar bij de presentatie van het boek noemde. Als u nu bij Rinck een nieuwe bril aanschaft, stuurt Rinck uw oude bril (helemaal opgeknapt) naar Afrika. En u krijgt f 100.- korting. 'Waterwerk' van Loes van der Horst is te zien in het gebouw van de faculteit sociale wetenschappen (het voormalige gebouw 5) aan de Wassenaarseweg in Leiden. foto wim dijkman Franse onderscheiding voor Cees Nooteboom De schrijver Cees Nooteboom wordt morgen benoemd tot rid der in de Orde van het Franse legioen van eer. Deze hoge on derscheiding wordt uitgereikt door de Franse ambassadeur in diens ambtswoning in Den Haag. De 50-jarige auteur krijgt bui ten Nederland steeds meer offi ciële erkenning. Vorige maand nog viel Nooteboom een be langrijke Duitse bekroning ten deel, de eerste 'Literaturpreis zum 3.0ktober'. Deze onder scheiding, voor zijn boek 'Ber- lijnse Notities', wordt hem op 29 november in Berlijn over handigd. Veel van Nootebooms werk is in het Frans vertaald. In Frank rijk is er belangstelling èn waar dering - voor onder meer 'Le Chevalier est mort' (De ridder is gestorven), 'Le chant de l'être et du paraïtre' (Een lied van schijn en wezen), 'Rituels' (Rituelen) en 'Mokusei!'. Nooteboom die faam heeft verworven als auteur van reis verslagen schreef dit jaar het Boekenweekgeschenk ('Het vol gende verhaal') dat in een opla ge van 540.000 exemplaren ver scheen. In het Letterkundig Mu seum werd een expositie aan hem gewijd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 9