Waar zijn de botten van Columbus? zu/.y./"/'' zni1-» ZATERDAGS ZATERDAG 2 NOVEMBER 1991 BIJVOEGSEL Geleerden bekvechten over vindplaats van de stoffelijke resten Soldaten in witte uniformen bewaken de resten van Columbus in de kathedraal van Santo Domingo. foto ruud de wit JAN VAN BEEK Waar zijn de botten van Columbus gebleven? Liggen ze begraven in de kathedraal van Santo Domingo? Of be vinden de stoffelijke resten van de Ontdekker van de Nieuwe Wereld zich in het Spaanse Sevilla? Nu de vie- dat de geleerden het onderling eens worden. In een zijbeuk van de kathedraal van Santo Domingo, de hoofdstad van de Dominicaanse Republiek, bewaken soldaten in hagelwitte uniformen met machi negeweren een bronzen sarcofaag. In de sar cofaag ligt een kistje met de tot stof vergane resten van Christoffel Columbus. Fotografe- ren mag van enige afstand. Wie nieuwsgierig - ring VClll het Vijfde eeuwfeest nadert, WOrdt het JlOOg tijd zijn neus door het afschermende hekwerk probeert te steken wordt met een bruuske beweging tot de orde geroepen. De inhoud van het kistje is onderwerp van een eeuwenlange ruzie tussen geschiedkun digen. Bewaken die soldaten wel de échte resten van Columbus of liggen die in een mausoleum in de kathedraal van Sevilla? De discussie hierover kan uitlopen op een heus conflict, naarmate de viering van het vijfde eeuwfeest nadert. Niet alleen de gebooorteplaats van Colum bus is een mysterie, ook de plaats waar zijn laatste resten zich bevinden is een raadsel. In de discussie onder wetenschappers vallen herhaaldelijk woorden als oplichting, vals heid in geschrifte, fraude, diefstal en opzette lijke misleiding. De oorzaak is dat de dode Columbus bijna even veel heeft gereisd als de levende. Op die allerlaatste reis is veel misge- CRYPTE de Drake de stad. Zijn manschappen hielden op een verschrikkelijke manier huis. Zij roof den alles wat los en vast zat, maar de graven van de familie Columbus hadden zij niet ge vonden. HAVANA Tweehonderd vijftig jaar lagen de botten van Columbus en zijn zoon vredig te vergaan on der de vloer van het priesterkoor van de ka thedraal. In die tijd was er op het eiland veel gebeurd. Door de veroveringen van Midden- Amerika en van Peru verplaatste de belang stelling van de Spaanse overheersers zich van Hispaniola naar Cuba en vervolgens naar het vasteland. De goudmijnen op Hispaniola waren uit geput. De negerslaven waren zeer opstandig en Franse kapers hadden zich onbeschaamd op het oostelijke deel van het eiland geves van Columbus. Die werden uit hun nis in de kathedraal van Ha vana gehaald en vervoerd naar Sevilla. Daar werden zij op 26 fe bruari 1899 opgeborgen in een indrukwekkend bronzen monu ment in de grote kathedraal. Dat monument is, ondanks her haalde verzoeken en de grootst mogelijke diplomatieke aan drang, nooit meer geopend om de inhoud aan een onderzoek te onderwerpen. Teleurgesteld, omdat hij niet de erkenning tigd. Tegen het einde van de- zeyentiende heeft gekregen waarop hij recht meende te eeuw werd het eiland opgesplitst; Haïti werd hebben, stierf Columbus op 20 mei 1506 in Frans en het westelijke deel bleef Spaans, de Spaanse stad Valladolid. Zijn beide zonen Daar kwam een einde aan, toen in 1795 Na- Diego en Fernando stonden aan zijn sterfbed. Vader werd begra ven in de crypte van het klooster van de paters Franciscanen in die stad. Het klooster bestaat niet meer. Op die plaats bevindt zich nu een café, waar 's avonds laat nog wel eens wordt geproost op el vie- jo', de ouwe, die ergens onder de vloer zou liggen. Zodra ruim een eeuw geleden de discussie over de botten van Columbus begon, waren er genoeg geleerden die beweerden dat het lijk nooit uit die crypte is weggehaald. Dat dit wèl is gebeurd blijkt uit onweerlegbare documenten. In 1513 liet zoon Diego de resten van zijn vader overbrengen naar het klooster van Santa Maria de las Cuevas in Sevilla. Toen daar bij restauratiewerkzaamheden veertig jaar geleden onder het altaar een ske let van een onbekende werd ontdekt, wisten alle Spaanse kranten te melden dat dit van niemand anders dan van Columbus kon zijn. Een commissie van de Koninklijke Histori sche Academie verwierp die al te lichtvaardi ge veronderstelling. Het zou gaan om Colum bus zoon Diego, die in 1526 was gestorven. Diego was in 1508 getrouwd met Maria de Toledo, een verre nicht van koningin Isabella. Dank zij dat huwelijk werd hij benoemd tot gouverneur-generaal van de Nieuwe Wereld, met als standplaats Santo Domingo op het toenmalige Hispaniola. Bij testament hadden hij en zijn vader de wens uitgesproken dat zij in deze stad begraven wilden worden. Pas in 1540 lukte het Maria de Toledo die laatste wil uit te voeren. De resten van haar schoonvader en van haar man werden in dat jaar naar het eiland Hispaniola vervoerd, waar zij plechtig werden bijgezet in de kathe draal van Santo Domingo. De gebeenten wa ren in met lood beklede eikehouten kisten Vervolgens liet Maria de Toledo testamen- ir vastleggen dat zij, als haar tijd gekomen zou zijn, in de pij van Franciscus ter aarde besteld wilde worden aan de voeten van "los almirantes mis senores". Die wens werd na haar dood in 1549 vervuld. De graven onder het priesterkoor van de kathedraal waren aanvankelijk met fraaie grafstenen bedekt. Later, toen de stad door de Engelse kaperkapitein Sir Francis Drake Werd bedreigd, vond men hef raadzamer de ze te verwijderen om de Britse grafschenners niet op een idee te brengen. In 1586 3" (injUri.1 (fMn De inscriptie op het kistje uit de kathedraal van Santo Domingo. poleon Spanje had bezet en bij de Vrede van Bazel het hele eiland Hispaniola Frans werd. Feitelijk was daar van een Frans bestuur al vrijwel geen sprake meer. Opstandige neger slaven beheersten het land en stortten zich hongerig op de Spaanse bezittingen. Voor die niets ontziende invasie moesten de botten van Columbus in veiligheid wor den gebracht naar Havana in Cuba. Onder commando van de Madrileense aristocraat don Gabriël Aristizabel y Espinosa werd een schip uitgerust dat de opdracht kreeg de bot ten van de grote ontdekker in veiligheid te brengen. Het schip arriveerde op 20 december 1795 in de haven van Santo Domingo. Er was haast bij. Niet alleen omdat de opstandige slaven uit Haïti in aantocht waren, maar ook omdat de bemanning met Kerstmis weer thuis in Havana wilde zijn. Er werd ijlings ge hakt in de vloer van het priesterkoor van de kathedraal op de plek waar Columbus begra- Daar vond men een paar plankjes en een loden kistje met het stof waartoe de Admiraal van de Oceaan was wedergekeerd. Die pove re restanten werden naar Havana gebracht. In de haven werd het schip van Don Gabriel Aristizabel door alle hoogwaardigheidsbekle ders in vol cmaat opgewacht. Het kistje werd onder hoorngeschal naar de kathedraal ge bracht. Daar werd het bijgezet in een nis aan de linkerzijde van het priesterkoor. Maar ook in Cuba konden de resten van Columbus niet blijven. De onafhankelijk- heidstrijd werd met hulp van de Verenigde Staten - de historie is niet gespeend van iro nie - met succes bekroond. Spanje moest Cu ba, haar laatste kolonie in de Nieuwe Wereld, in 1898 verlaten. Maar dan wel mèt de botten GIPS In het aartsbisdom van Havana brengt zuster Lulü mij naar bi bliothecaris Enrique Alonso, die ruimte voor mij maakt aan een lange tafel vol folianten. Hij duikt een verslag op dat op 26 septem ber 1898 is geschreven door een zekere Roberto Agramante. De kathedraal van Havana was door het Spaanse leger om singeld. Alle uitgangen waren af gesloten. Binnen bevonden zich vijftien mensen, de burgerlijke, militaire en kerkelijke bestuurders, een aannemer en twee metselaars. De laatste twee deden hun werk. De beeltenis van Columbus werd weggehakt en een nis kwam vrij. Er kwam een kistje te voorschijn met het opschrift 'Resten van Christoffel Columbus, Eerste Ad miraal en Ontdekker van de Nieuwe Wereld'. Bovenop lag een sleutel. Ver der lagen er een paar losse plankjes. Met de sleutel werd het kistje opengemaakt. Er lag wat aarde in en twee witte stukjes bot. „Is dat alles", riep de kapitein-generaal uit. De gouverneur van Havana pakte een van die stukjes op en maakte er een paar krassen mee op het loden deksel. „Dat is gips!" riep hij verontwaardigd uit. Alle aanwezigen waren het erover eens, dat er niets anders opzat dan het kistje weer te sluiten en het voorlopig in de kathedraal ach ter te laten, totdat het Spaanse koninklijke jacht het een paar maanden later zou komen ophalen. In het statige monument in de grote Doodskist in de kathedraal van Santo Domingo, die de beenderen van Columbus zou bevatten. kathedraal van Sevilla zit dus een loden kistje met wat aarde en twee stukjes bot, die waar schijnlijk van gips zijn. Wat zit er dan in de bronzen sarcofaag die in een zijbeuk van de kathedraal van Santo Domingo dag en nacht wordt bewaakt door in witte uniformen gestoken militairen met machinepistolen? Nadat de vrijgevochten Haïtianen het Spaanse deel van het eiland hadden bezet en honderden blanken over de kling hadden ge jaagd, werd het verzet in de vestingstad San to Domingo onder de achtergebleven Spaan se kolonisten georganiseerd. De negers van Haïti werden verdreven en Spanje nam de macht weer over. Er braken verscheidene opstanden uit, tot dat in 1844 de Dominicaanse Republiek on afhankelijk werd van Spanje. De kathedraal was door het geweld ernstig beschadigd en vervallen. In de politieke luwte en relatieve rust kon de jonge republiek aan restauratie gaan denken. Geld was er niet. De koster herinnerde zich een oud verhaal dat er achter een dichtge metselde deur op het priesterkoor een schat verborgen zou zijn. Die zou in een ver verle den bijeen zijn gebracht om ooit een toren op de kerk te zetten. Er werd een vertrouwde metselaar bijgehaald die de deur bewerkte. Er zat een holle ruimte achter, zonder schat, maar wel met een loden kistje. Er wer den een paar planken gevonden en op een daarvan stond "Don Luis Colon, Duque de Veragua, Marques de Jamaica". Het bleek de kleinzoon van Columbus te zijn, die ooit we gens bigamie was verbannen naar Oran in Afrika, waar hij aan zijn eind was gekomen. Zijn resten waren naar Santo Domingo terug gebracht. VERVALSING De bisschop gaf opdracht om verder te zoe ken. Op 10 september 1877 ontdekten de bouwvakkers een tombe, die leeg bleek te zijn en een tweède, waarin een loden kist stond. De bisschop werd er persoonlijk bij geroepen en die liet de minister van binnen- Dominicaanse Republiek bouwt groot mausoleum voor Columbus landse zaken komen. Het kistje werd uit de tombe getild en op een altaar gezet. Er lag een dikke laag stof op. Toen dat was verwij derd kon men heel duidelijk de inscriptie le zen "Ilustre e Esclarecido Varon Don Cristo- «ontdekkingsreiziger hebben, zoals Italië hankelijkheidsoorlog van 1868 tot '78 was nog gunstig verlopen. Maar op den duur zou Cuba voor de Spaanse kroon verloren gaan. Het duurde niet lang of Spanje gaf een officiële reactie. De kist van Santo Domingo moest i vervalsing zijn. Dat was gemak kelijk te zien aan de inscripties, die van een latere datum wa dan 1540, toen de resten van lumbus naar Santo Domingo wa ren verscheept. Dat werd door de Domini caanse Republiek niet ontkend. Er was een document gevonden dat in het bezit was geweest van de hertogin van Alva. Daaruit bleek dat bij restauratiewerk zaamheden in 1664 ook de tc be van Columbus was gere reerd en dat de bisschop nieuw kistje voor de stoffelijke resten had laten maken om de admiraal „weer waardig aan zijr laatste rustplaats terug te geven" VUURTOREN Al meer dan zestig jaar bouwt de Dominicaanse Republiek, met steun van alle Latijnsamerikaan- se en Caribische landen aan een monsterachtig groot monument voor Columbus. 'El Faro de Colon' - de vuur toren van Columbus - moet volgend jaar bij het vijfde eeuwfeest worden onthuld. De vuurtoren houdt het midden tussen een Egyptische pyramide en een grafheuvel van de Maya's. Hij is driehonderd meter lang en meer dan veertig meter hoog. In het hart ervan wordt het marmeren praalgraf van Co lumbus, dat lange tijd in de kathedraal van Santo Domingo heeft gestaan, door Italiaan se beeldhouwers weer opgebouwd als eeuwi ge rustplaats voor de beenderen van Colum bus. Daar zullen dan elke dag bij het vallen van de avond zeven maal achter elkaar de a; zwellende orgelklanken te horen zijn van requiem dat voor zijn zielerust wordt speeld. Tegelijkertijd zullen kleurige licht bundels honderden meters hoog de lucht i stralen. Als er dan tenminste genoeg elektri citeit is, want die valt nu het grootste deel van de dag uit. Het raadsel rond de botten van Columbus moet voor 12 oktober volgend jaar opgelost zijn. Spanje zou zich bereid kunnen verkla ren om de laatste wil van Columbus zoon Diego uit te voeren door, evenals in 1540, de vermeende stoffelijke Santo Domingo te verschepen. Dat zouden ook andere landen kunnen doen. die eens restjes van de tot stof wedergekeerde val Colon", De Doorluchtige en Voorname Heer Christoffel Columbus. Don Gabriël Aristizabel had in 1795 dus kennelijk niet de botten van Christoffel mee naar Havana genomen, maar van diens zoon Diego, die rechts naast hem begraven lag. De twee stukjes bot of gips in het mausoleum van Sevilla zouden in dat geval van don Diego Colon zijn. Er werd een groot aantal getuigen geroe pen: drie ministers van staat, de prefect van politie, volksvertegenwoordigers en de con suls van bevriende naties, onder wie de Ne derlandse. Onder hun toezicht werd het kist je geopend. Er zaten 28 grote beenderen in, dertien kleinere, het stof van een ondefini eerbaar aantal andere, een loden kogel van ongeveer een ons en twee kleine schroefjes. Er zat ook een zilveren plaatje in waarop de het Vaticaan. Want steeds als één van de lo den kistjes een ogenblik onbewaakt open heeft gestaan, hebben diplomatieke verte genwoordigers een beetje stof gepikt c huis te sturen. José Manuel Battle Perez, de jonge archi tect die de restauratie van de kathedraal Santo Domingo leidt, zegt: „Als Spanje zijn kistje met stoffelijke resten wil houden, i om maken ze dan het mausoleum in Sevilla niet open en laten de ouderdom van de in houd bepalen? Dat is zowel door de Universi teit van Califomië, als door de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA aangeboden. De Dominicaanse Republiek heeft al lang met een dergelijk onderzoek ingestemd." Maar in Spanje heeft men geen behoefte aan een nieuw onderzoek. In de bibliotheek de hertogen van Veragua in Madrid lig- Columbus was gegraveerd. De gen 182 documenten die aantonen dat de ii vondst werd met saluutschoten b werd een groot feest gevierd. Dat was nieuws voor de dagbladen in alle de wereld. Ook in Spanje, maar heel sceptisch. De Spanjaar- ri het geheim bezig voorberei- treffen om het kistje dat in de ka- van Havana was opgeborgen naar Sevilla te halen. De Cubaanse onaf- houd van het kistje in Sevilla. de resten zijn van de enige en echte Columbus. En die lig gen daar goed. Dit is hel laatste deel in een serie over de van Columbus naar een Nieuwe Wereld e gen daarvan voor de bewonders van dit cot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 33