Feiten
Alleen met
zijn verbittering
In Polen kan de boer zijn
varkens niet meer kwijt
Donderdag 24 oktober 1991 Redactie: 023-150225 JANINE BOSMA ALTAN ERDOGAN RONALD FRISART (chef) ONNO HAVERAAANS PATRICK VAN DEN HURK HANS JACOBS JOLANDA OUKES JAN PREENEN
Vertalingen: MARGREET HESUNGA LUUTJE NIEMANTSVERDRIET Vormgeving: H
EN MENINGEN
Waar Egon Krenz komt, klapt niemand
WIM STEVENHAGEN
Op de veranda van zijn kleine villa in de Berlijnse voor
stad Pankow, met een driewielertje naast de schommel
en de zon op zijn legendarische tanden, zit Egon Krenz,
een verbitterd man. Vanochtend is zijn vrouw naar haar
werk gegaan, ze is lerares, en hij is alleen achter geble
ven, alleen met zijn spijt over het verleden. Hij is ex-lei
der van de Oostduitse Communistische Partij, opvolger
van Erich Honecker, zesweeks wonder, opgeleid om een
volk te leiden dat ophield te bestaan terwijl hij er de
meester van was. Egon Krenz zit hier thuis opgesloten in
de benauwenis van een Duitse voorstad. In zijn leren jas
je en met zijn zwartgallige humeur. Egon Krenz is werke
loos.
de Chinese regering prees over
de situatie op het Plein van de
Hemelse Vrede. Maar over de
wreedheid en de corruptie in de
DDR weet Krenz niets. En over
Zwitserse bankrekeningen al
helemaal niet. Het was voor het
merendeel propaganda; de pers
heeft het allemaal gedaan. De
westerse pers is totaal anti
communistisch, zegt hij.
Maar was er wel een jachthuis?
Een villa met een Jacuzzi en
gouden kranen? En lag Honec
ker in zijn schuimbad te beden
ken hoe hij zijn volk kon bero
ven? Krenz haalt zijn schouders
op en draait met zijn ogen als
hij zegt: „Misschien waren er
een paar mensen die een datsja
kochten, een klein tweede huis,
maar wat Honecker in een jaar
tijd verdiende, verdient Kohl in
een maand." Krenz houdt niet
van de Westduitsers. Er is daar
echte corruptie. Politici leven
daar echt in luxe.
PANKOW REGGIE NADELSON
THE INDEPENDENT
„Ik ben een sportman zonder
sport", zegt hij treurig. Je kunt
je ogen niet afhouden van al die
tanden, als pianotoetsen, als
stukken van de Berlijnse Muur,
het puin van een mislukte revo
lutie. Zijn gezicht had het nieu
we gezicht moeten worden van
het socialisme, de glimlach van
de verandering. In plaats daar
van werd hij'bekend als Mack
the Knife: de haai met de mooie
tanden.
Terwijl een late zomerbries over
de Berlijnse tuinen waait, komt
het nieuws binnen dat de Duit
sers er weer niet in zijn geslaagd
Moskou te bewegen Honecker
uit te leveren. Gezocht wegens
beschuldiging van doodslag
voor zijn moordzuchtige beleid
bij de Berlijnse Muur, is Honec
ker een conservatieve, boze, ar
rogante oude man met een
hoed, die zijn land verdedigt,
zijn zaak, zijn grenswachten
diezelfde oud-soldaten van de
vroegere Duitse Democratische
Republiek die mensen neer
schoten die probeerden over de
Muur weg te vluchten, en dit
nog in 1988 deden, toen een
jonge ober, die misschien het
wachten beu was, tijdens zijn
vlucht werd gedood.
Hoewel Krenz zichzelf probeer
de af te schilderen als een jonge
man die werd gedwarsboomd
door de onbuigzaamheid van
de ouderen, was hij Honeckers
beschermeling. Hij was Honec
kers chef voor de binnenlandse
veiligheid. Hij was de man die
Handjes schudden
Krenz is toegankelijk, maar op
zijn hoede, een grote man
wiens ogen al levenloos staan.
Het grote gezicht ziet eruit als
een zak fijngeprakte aardappe
len, dat is gaan hangen door de
zwaartekracht en door teleur
stelling. Als politicus was hij de
grijnzende handjesschudder,
maar er is nu niemand meer
over die hij de hand kan schud
den. Verzot als hij is op discipli
ne, staat hij nog steeds vroeg
op, gaat joggen, helpt zijn
vrouw het ontbijt klaarmaken.
Als zij de deur uitgaat, doet hij
Nauwelijks twee jaar geleden vond hij nog een groot gehoor op pers
conferenties, maar de gloriedagen van Egon Krenz zijn voorbij. Nie
mand heeft nog aandacht voor de voormalige kroonprins van Erich
Honecker. foto afp
I^WAT hébben TIE. W
'MOO 0G|£NUJfc MN)-
tyAPeAis je
Kioe» NIET ÉÉNS OJ6&-
\|AU6£5 lo!\[s IA)0
KRAKAU RUNA HELLINGA
CORRESPONDENT OOST-EUROPA
Heel plotseling heeft de winter
zich aangekondigd. Een ijzige
wind blaast over het land. Op
de kleine boerderijen in de re
gio rond de Poolse stad Krakau
heerst nijvere drukte. Het werk
buiten moet gedaan zijn vóór
de echte vorst komt Overal
oogsten vrouwen de laatste ko
len van het veld en ploegen
mannen de aarde om voor de
winter.
Maar waarom nog? De boeren
maken ongekend sombere tij
den door. Twee jaar economi
sche hervorming lijkt te resulte
ren in wat het communisme
nooit heeft weten te bereiken:
de ondergang van het Poolse
kleine landbouwbedrijf. Collec
tivisatie is er nooit een succes
geweest. Al hadden communis
tische dogmatici het graag an
ders gezien, Polen was het enige
socialistische land waar het
overgrote deel van de boeren
zich nooit bij een landbouwco
öperatie heeft aangesloten.
De gemiddelde boerderij is er
niet groter dan vijf hectaren, in
de buurt van Krakau is drie hec
taren zelfs gewoon. Veel bedrij
ven zijn volkomen versnipperd.
Geld voor investeringen is er
niet. Een paard voor de ploeg is
nog steeds normaler dan een
tractor.
Het Poolse boerenbedrijf dreef
op staatssteun, maar tegen
woordig heeft de staat geen geld
meer voor landbouwsubsidies.
Consumentensubsidies op
landbouwprodukten als vlees,
melk en graan zijn verminderd
of afgeschaft. De prijs die de
boer krijgt voor zijn produkten
is het afgelopen jaar vrijwel ge
lijk gebleven. Landbouwmachi
nes, zaden en mest zijn daaren
tegen fors duurder geworden.
Overproduktie
„Niemand wil hebben wat we
produceren", constateert Marek
Adamski, een jonge boer uit het
dorpje Grobla, dertig kilometer
van Krakau. Hij is eigenaar van
i gemengd bedrijf met der
tien varkens en tien koeien, al
lemaal voor de vleesproduktie.
Polen, het land waar West-Eu
ropa twee jaar geleden nog
voedselpaketten heenstuurde,
kampt vandaag met een enor
me overproduktie van land
bouwprodukten. Sinds de ex
port naar de Sovjetunie is inge
stort, blijkt Polen veel meer
voedsel te produceren dan de
bevolking kan opeten. En dat
drukt de landbouwprijzen.
Adamski vertelt dat hij voor een
levend varken 10.000 zloty,
-ï anderhalve gulden, per ki
lo krijgt. Voor runderen ligt de
prijs nog veel lager.
Hij haalt weifelend zijn schou
ders op als hem naar zijn toe
komst wordt gevraagd. Nog
houdt hij het vol op de boerderij
die hij acht jaar geleden van zijn
ouders erfde. Maar hij heeft het
afgelopen jaar niets verdiend en
alleen maar ingeteerd op zijn
spaargeld. Als net zo doorgaat,
voorspelt hij, moet hij het be
drijf volgend jaar laten voor wat
het is en in de stad gaan wer
ken. Hij heeft niet alleen voor
Een vrouw probeert in Warschau wat geld te verdienen met de verkoop
van overbodige spullen. De muur achter haar is volgeplakt met verkie
zingsaffiches. foto epa janek skarzynski
zijn vader en moeder maar ook ben. En dat terwijl iedereen er-
nog voor zijn vrouw en drie kin- kent dat het Poolse boerenbe-
deren te zorgen. drijf te versnipperd is en de
Hij is de eerste niet die het boe- kleinste boerderijen eigenlijk
renbedrijf eraan moet geven. In moeten verdwijnen.
Grobla, een dorp met 400 boer
derijen, zijn nog maar acht jon
ge boeren. Op de akkers en in
de stallen zie je alleen maar ou
de mannen en vrouwen werken.
Hun zonen hebben het land
bouwbedrijf voor een-baan irt
de fabriek verwisseld. En als een
jongere boer het bedrijf over
neemt, heeft hij vaak nog een
Melk in sloot
De boeren hebben hun onge
noegen afgelopen jaar herhaal
delijk laten blijken. Melk in de
sloot, aardappels in de straten
van Warschau, wegblokkades
en stakingen acties zijn er ge
noeg geweest. Geholpen heeft
baan in de stad die hem in ieder het echter weinig. De regering
i vast inkomen garan- heeft simpelweg geen geld en
deert.
Krakkemikkig
Adamski's bedrijf maakt een
verwaarloosde indruk. Een on
regelmatig, modderig erf met
kapotte bestrating wordt om
zoomd door krakkemikkige stal
len. Er staat e
kar
wordt bovendien door het In
ternationale Monetaire Fonds j
(IMF) nauwlettend op de vin-
gers gekeken bij de besteding
van het overheidsbudget.
Adamski heeft bij de presidents
verkiezingen vorig jaar op Wale-
i gestemd, hij hoopte dat die
le schotten los zitten. Adamski
kijkt er zelf ook met tegenzin
naar. „Ik heb geen geld meer
om te investeren. Ik heb het af
gelopen jaar niet eens geld ge
had om kunstmest te kopen."
Toen hij het bedrijf van zijn ou
ders overnam, was er helemaal
niets. De traktor en de andere
machines heeft hij zelf aange
schaft. Grotendeels van zijn ei-
en geld, want in al die jaren
al- wat zou veranderen. Maar hij
heeft hij r
moet nu constateren dat het al
lemaal niets heeft uitgemaakt.
Voor hem is de conclusie duide
lijk: het heeft geen zin om te
gaan stemmen.
Veertig procent van de bevol
king leeft op het platteland, en
daarmee zijn de Poolse boeren
potentieel een belangrijke factor
in de parlementsverkiezingen
die zondag worden gehouden.
Twee agrarische partijen,
één keer een kre- afkomstig uit Solidariteit, de an
diet afgesloten. In de eerste ja
ren, toen de communisten nog
vast in het zadel zaten, kreeg je
alleen kredieten als je de juiste
contacten had. En tegenwoor
dig maakt de rente van 78 pro
cent het voor Adamski onmoge
lijk geld van de bank te lenen.
Achteraf, constateert hij, is het
maar goed ook dat hij destijds
geen krediet heeft gekregen.
Veel grotere boerderijen, die
der voortkomend uit een oude,
aan de communisten gelieerde
partij, dingen naar de gunst van
de plattelandsbevolking. Maar
uit de opiniepeilingen blijkt dat
een groot deel van de boeren er
zo over denkt als Adamski.
„Er zijn partijen geweest die
hier in het dorp campagne heb
ben gevoerd. Maar wat 2
zeggen hadden, klonk niet alsof
wij boeren daar iets aan heb-
veel makkelijker geld konden le- ben. Eerlijk gezegd, ik kan er
nen, zitten nu zwaar in de pro- geen wijs meer uit worden. Ik
blemen omdat ze hun schulden geloof dat het beste wat we
niet kunnen afbetalen. De iro- kunnen hopen, is dat het niet
nie wil dat de kleinere bedrijven allemaal nóg erger wordt. Maar
daardoor op dit moment de dat het op korte termijn beter
grootste kans op overleven heb- wordt, daar geloof ik niets van.
Mi I
Egon Krenz is een verbitterd man. Weggevaagd door
uitbarstte toen hij iets wilde zeggen.
wat huishoudelijk werk, schrijft
wat en hoopt misschien op af
en toe een interview, waarvoor
hij altijd een klein bedrag
vraagt.
Dat Krenz een „nieuwe carrière
heeft gevonden bij een West-
duitse makelaardij", zoals de
Britse krant The Guardian
schreef, is niet waar. Dit is weer
van die rommel van de westerse
pers die hem aan de schandpaal
heeft genageld hem, Krenz,
de man die per slot van reke
ning zijn volk toestemming gaf
te reizen, die de Muur liet afbre
ken, die het einde van de DDR
zag naderen „zonder dat daar
een kogel aan te pas kwam".
Terwijl hij spreekt wordt hij, op
die formele Duitse wijze, ver
teerd door woede en verbitte
ring, hetgeen doet denken aan
niemand minder dan Richard
Nixon. (Ze willen niet meer dat
Egon Krenz rondreist).
Maar wat zijn „carrière" betreft,
de werkelijkheid ligt heel an
ders: Egon Krenz heeft een
nieuwe mentor gevonden.
Gerd Breuer is een Westduitse
zakenman, die „noch project
ontwikkelaar noch financier is",
zoals de geruchten deden ver
moeden (wat hij wel precies is,
zegt Krenz niet), maar simpel
weg „een man met hoogstaan
de morele principes, zowel in
politiek als in economisch op
zicht". Een man die medelijden
heeft met Krenz. Twee maal per
week bezoekt Krenz Breuer, die
hem dan een „herscholingscur
sus" economie geeft.
Te Jong
Krenz houdt vol dat hij geen ex
traatjes verdient, geen pen
sioen, en dat de ruime villa
waar we ons nu in bevinden is
gekocht van zijn spaargeld
hij en zijn vrouw hebben er 35
jaar voor gewerkt. Er bestaat
geen rekening in Zwitserland,
herhaalt hij. Nee! Nadat hij was
afgezet, heeft Krenz twintig
maanden in het niemandsland
gezworven tussen politieke
macht en werkloosheid. „Ik ben
pas 54, te jong voor dit leven.
Breuer heeft me gered van het
arbeidsbureau."
Voor zijn val was Krenz' leven
vrij gemakkelijk verlopen. Als
kind maakte hij bomaanvallen
mee in bunkers, maar in 1944
ging hij weg uit Kohlberg (dat
nu in Polen ligt), studeerde voor
leraar en haalde in 1959 op de
communistische partijschool in
Moskou een graad in Russisch.
Hij bracht een tiental jaren door
als hoofd van de jongerenafde
ling van de communisten. In
een van de meest meedogenlo
ze stalinistische systemen was
hij chef van de binnenlandse
veiligheid. Hij werd bekend als
„Honeckers petekind", maar de
revisionist Krenz houdt vol dat
hij Honecker eruit wilde heb
ben. Het lot wilde het echter an
ders. „Ik besefte dat die manier
van politiek bedrijven niet
werkte, maar wat kon ik doen?
Je hebt het gevoel dat er iets
goed mis is, maar je kunt het
niet verhelpen. De arbeidspro-
duktiviteit was niet hoog ge
noeg om aan de behoefte van
democratie tegemoet te ko
men."
Verbetering
Over de gebeurtenissen van
1989 zegt Krenz: „Ik kon veei
voorzien van wat er gebeurde.
We wilden geen hereniging
maar verbetering. Ik bevond me
in goed gezelschap." Dat van
Maggie Thatcher bijvoorbeeld,
de voormalige Britse premier,
die bewonderd en benijd werd
door Oosteuropese communis
ten. „Thatcher accepteerde de
twee Duitslanden volledig. Ook
president Bush zond me een
gelukstelegram bij het open
gaan van de Muur, volgens hem
was het een grote stap naar ver
betering in de DDR.
„Ik had slechts 50 dagen om al
les te veranderen de meeste
politici krijgen er ten minste
100", mompelt Krenz. „Het was
heel moeilijk harde dagen
toen we 's ochtends iets beslo
ten dat dan 's avonds weer
moest worden veranderd. We
haalden niet alles uit die 50 da
gen", voegt hij eraan toe. Een
man die is weggevaagd door
een orkaan, door een vloedgolf,
en door het lachen dat uitbarst
te toen hij iets wilde zeggen.
Uiteindelijk werd hij, verbijs
terd, met tanden en al, de risee.
Krenz is niet kwaad omdat hij
de privileges mist, zegt hij
het huis in Wandlitz, de chauf
feur, de veiligheidsmensen. Hij
is verbitterd omdat hij niet in
staat was de DDR te redden.
Verbitterd omdat de westerse
pers de DDR afschildert als
„fascistisch". De westerse pers
begrijpt niets van werkelijk fas
cisme. Met grote precisie somt
Krenz de namen op van de na
zi-concentratiekampen Tre-
blinka, Terezin. „We hebben
het fascisme bevochten", zegt
hij op bombastische wijze.
Het ironische is dat er in heel
Berlijn gewelddadige acties
door racisten worden gevoerd.
Skinheads uit het oosten trek
ken, zonder opleiding of werk,
naar het westen om homofielen
en zwarten ervan langs te ge
ven. Neo-nazi's van beide kan
ten vallen buitenlanders aan en
vermoorden ze, plunderen hun
huizen en hun winkels. Het ge
luid van brekend glas bezorgt
rillingen aan een stad die op de
rand staat van een explosieve
ineenstorting.
Gelooft Krenz nog steeds in het
socialisme? „Niet in de vorm
die het nu heeft gekregen, maar
wel in de idealen ervan. Intel
lectueel gezien is het niet moei
lijk te veranderen, maar emotio
neel gezienWanneer Gor-
batsjov verkondigt dat er geen
Communistische Partij meer
bestaat is het net zoiets als wan
neer de paus zegt dat God er
niet meer is." Vol zelfvertrou
wen roept hij uit dat hij zijn ge
loof niet zomaar naast zich kan
neerleggen. „Ik kan dat niet
wegdoen zoals andere mensen
een oude jas weggoien."
Het ergst van alles was dat
Krenz niet alleen zijn baan kwijt
was, maar dat zijn partij hem
liet vallen. „Kameraden die je
de ene dag nog groetten, deden
dat de andere dag opeens niet
meer." Hij heeft twee volwassen
zoons. „Het is hard voor hen
mij zo te zien lijden", zegt hij.
Hij lijdt omdat hij geen werk
heeft. Ik opper dat dit de aard
van de politiek is, dat zelfs That
cher op een ochtend wakker
werd en ontdekte dat ze werk
loos was. „Maar", zegt hij,
„waar Thatcher ook verschijnt,
geeft iedereen in haar partij
haar een staande ovatie. Waar
Krenz komt, klapt niemand."