Kunst Twintig jaar toneelgroep De Appel in fraai kijkboek Oude kunst houdt droom overeind Csardas Fürstin: 'ouderwets gezellig' Steeds vaker materiaal levende auteurs te koop Zingen met 80.000 mensen in een mammoet-koór Dinsdag 22 oktober 1991 ANNEMIEK RUYGROK JAN RUSDAM SASKIA STOEUNGA Eindredactie: HENK HOUTMAN Vormgeving: R IN HET VOORJAAR van 1992 zal een koor van 80.000 zangers in het Olym pisch Stadion in Amsterdam trachten het wereldrecord meerstemmig koor zingen te breken. VOORAL NU ER zo veel nieuws aan mu sicals is te zien en ook de opera een soort opleving doormaakt, is het weer eens aan genaam een ouderwets gezellige operette te ondergaan: 'Die Csardas Fürstin' TWINTIG JAAR DE APPEL Dat temidden van alle ontwikkelingen toneelgroep De Appel consequent de eigen koers trouw is gebleven, mag een prestatie wordewn ge noemd - 10 NIEUWSLIJN Tentoonstelling: 'The Physical Self ROTTERDAM - Museum Boymans-van Beuningen in Rotterdam houdt van 27 oktober tot en met 12 januari de tentoonstelling 'The Physical Self van Peter Greenaway. In deze expositie staat in een serie films en schilderijen het menselijk lichaam centraal. Er zijn gebruiksvoorwerpen voor lichaamsverzorging te zien vanaf de Middeleeuwen tot nu. Met de permanente aanwezig heid van vier naaktmodellen (twee mannen en twee vrouwen in verschillende houdingen) en een rondgang die eindigt in de toi letten belooft 'The Physical Self een heel merkwaardige ten toonstelling te worden. Concerten De Ramones en Buddy Guy UTRECHT - De Ramones, wel eens de eerste Amerikaanse punkgroep genoemd, geven een eenmalig optreden in Neder land op maandag 25 november in Muziekcentrum Vredenburg te Utrecht. De uit New York afkomstige Ramones hebben al een vijftienjarige carrière achter de rug, waarin vooral de onvermoei bare live-optredens met heftige punk/rock nummers een 'ware gebeurtenis' zijn, aldus Mojo Concerts. Bluesliefhebbers kunnen hun hart ophalen bij Buddy Guy die voor vijf concerten naar ons land komt: 28 nov. in Groningen, 3 dec. in Utrecht, 6 dec. in Til burg, 7 dec. in Sittard en 8 dec. in Enschede. Het is overdreven om te stellen dat to neelgroep De Appel als een rots in de branding 20 jaar lang de stormen in de Nederlandse toneelwereld heeft door staan. Dramatisch klinkt het wel goed, maar daarvoor gaat het hier toch te zeer om een richtingenstrijd op een beperkte schaal. Theatermakers vor men een klein, op zichzelf staand we reldje met heel veel kinnesinne en het theaterleven is nu eenmaal niet wat je noemt echt geïntegreerd in de samen leving. Menigeen zal dan ook geheel onverschillig staan tegenover de vele veranderingen die de theaterwereld de afgelopen twintig jaar heeft gekend. Dat temidden van al die ontwikke lingen toneelgroep De Appel conse quent de eigen koers trouw is geble ven, mag je desondanks als prestatie toch niet licht onderschatten. De Appel heeft onder leiding van artistiek leider Erik Vos een eigen kenmerkende speel stijl ontwikkeld die nog altijd levens vatbaar blijkt voor succesvolle voorstel lingen. Terecht hebben de 'Appelvrienden' de eigen club op een fraai uitgevoerd overzicht 'Twintig [aar De Appel' ge- traCteerd. Voor ruim tweederde be staat dit boek uit (meestal paginagrote) foto's. Dat kan ook haast niet anders, want De Appel dankt zijn faam vooral aan de eigenzinnige vormgeving van de produkties die bijna altijd uitslui tend in het eigen theater in Schevenin- gen te zien zijn. Wie die sfeer in de voormalige remi se van de paardentram aan de Duin straat kent, weet dat het bijwonen van een voorstelling in deze ruimte een bij zondere theaterervaring oplevert. Juist omdat De Appel over de luxe van een eigen speelplek beschikt, kon en kan het experimenteel gebruik van de te bespelen ruimte tot één van de priori teiten van het artistiek beleid worden. Hoe moeilijk het is om duidelijk te beschrijven welke invloed de ruimtelij ke invulling op de voorstelling als ge heel heeft, weet iedere recensent uit ei gen ervaring. Hana Bobkova onder neemt in het jubileumboek van De Ap pel een poging in die richting. Daar mee beoogt zij de ontwikkeling van een voor De Appel belang-rijk stijlken merk onder woorden te brengen. Naast de experimentele vormgeving is er ook nog die veelbesproken typisch 'Appeliaanse' speelstijl die veelal als vi taal, emotioneel, fysiek, intens, clow nesk, verhevigd, enzovoort wordt aan geduid. Dramaturg Watze Tiesema gaat dieper op het ontstaan van deze speelstijl in. Hij laat zien, welke in breng de acteurs daarbij hebben en welke rol de regiemethode van artistiek leider Erik Vos bij de begeleiding van de acteurs speelt. In het jubileumboek is het interview van Bibeb met Erik Vos en diens echt genote Inez van Dullemen opgeno men. De eigen plek van De Appel in twintig jaar Nederlandse toneelge schiedenis wordt door Mare Chavan- nes verwoord in een persoonlijk com mentaar. Lia Gieling behandelt de sa menwerking van De Appel met twee belangrijke vormgevers: Niels Hamel en Tom Schenk. Rob Erenstein analy seert, hoe De Appel klassiek repertoire benadert, en Coby Bordewijk bekijkt de keuze van het moderne repertoire. Het jubileumboek bevat tevens nog een uitvoerige documentatie en een le zenswaardige uiteenzetting (door Rob Erenstein) over de wederwaardigheden van De Appel met het Nederlandse subsidieverleningssysteem. Ondanks al die achtergrondinformatie en al die pogingen om het kenmerken de van De Appel te omschrijven, is 'Twintig jaar De Appel' op de eerste plaats een kijkboek dat Appelliefheb bers juist daarom graag willen bezitten. En dat dit gezelschap vele vaste vrien den heeft, blijkt uit de bezoekersaan tallen die doorgaans zeer hoog liggen. Natuurlijk is er ook kritiek op De Appel in het nog altijd sterk gepolariseerde Nederlandse toneelklimaat. Men stoort I zich dan aan de speelstijl of aan de tekstbehandeling en spreekt van voor spelbaarheid van de aanpak of van het werken volgens een succesvol gebleken artistieke formule. Veelal komen die bezwaren neer op een kwestie van ver schil in smaak. Dan hou je dus gewoon niet van deze manier van theater ma ken, want je moet Erik Vos en de zijnen nageven dat zij met veel professionalis me, liefde en integriteit hun vak uitoe fenen. Twintig jaar De Appel is een memorabel feit, en een grote prestatie. 'Twintig jaar De Appel'. Onder redactie van Rob Erenstein, Watze Tiesema en Loes Heijligers. Fo tografie: Pan Sok. BIS, Amsterdam 1991. Chinees schimmentheater LEIDEN - Het Yueh Lung Shadow Theatre geeft vanavond in het Rijksmuseum voor Volkenkunde aan de Steenstraat 1 in Leiden een voorstelling met authentieke Chinese Schimmenpoppen. Na een inleiding over de geschiedenis en de symboliek van het Chinese schimmentheater brengen drie poppenspelers in tradi tionele stijl drie theaterstukken (dialogen in Madarijn-Chinees of in het Engels). Aanvang 20.00 uur. Kaarten verkrijgbaar bij de kassa van het museum. 'Dreamings in Acrylic 3' Tot 3 november te zien bij: Galerie Time is Art, Nieuwstraat 10. Leiden Een tentoonstelling van mo derne aboriginekunst is hele maal iets van deze tijd. Het komt tegemoet aan de behoef- lan nieuwe cultuurelemen ten van buiten af in onze bijna drooglopende industriële we reld. De uiterst spirituele ach tergrond van dit werk sluit bo vendien mooi aan bij de her waardering van esoterische waarden zoals zich die de laatste jaren bij ons voordoet. Een gedeelte van het aborigi- ne-leven speelde zich af in 'Droomtijd', als het ware een tijdloze tijdsdimensie. Ieder mens had er zijn eigen coupletten van het grote le venslied, voor elke gelegen heid was een droom. Deze coupletten hadden te maken met de voorouders, die in 'vo rige' scheppingen teruggingen tot dieren en planten. Mensen met dezelfde coupletten had den een droomverwantschap met elkaar, waar ze ook woon den. De aborigine schiep de wereld steeds opnieuw door lopend door het landschap de coupletten te zingen en de bij behorende beelden te schilde- i op rotsen, in het zand en op zijn eigen lichaam. Hier door werd de droom ook land schappelijk een pad en door kruiste het land van steen naar steen, van persoon naar per soon. Een prachtig beeld, geen wonder dat deze leefwijze door latere wetenschappers gezien werd als een van de eerste vormen van kunst. Een derde reden waarom deze tentoonstelling zo goed in deze tijd past is het vermogen van de riioderne mens om al lés ondergeschikt te maken i het resultaat. Vlakte de aborigine van vroeger het zandschilderij uit als het lied klaar was, vandaag schildert hij zijn Droom met acrylverf uit een Schweppesblikje en lu cifers als penseel, op hard board, doek en gympjes en ge niet daarmee behalve een in- De aborigine schiep de wereld steeds opnieuw door lopend door het landschap de couplet ten te zingen en de bijbehorende beelden te schilderen op rotsen, in het zand en op zijn eigen li chaam. FOTO PR komen ineens internationale bekendheid. Het nieuwe werk op de ten toonstelling heeft net als vroe ger een decoratief karakter, het zijn landschapskaarten die behalve uit lijnen, opgebouwd zijn uit talloze stipjes in voor namelijk aardekleuren als rood- en geel oker, zwart en wit. Nieuw is de toevoeging van blauw in sommige wer ken. De spiraalvormen, gebo gen lijnen en strepen die uit de voorstelling naar boven ko men stellen de lokatie voor van waterputten, de voetstap pen van dansers, de opstelling van krijgers en andere in de droom belangrijke aanduidin gen. gemaakt door veelal aborigines die zestig zijn terugge keerd naar hun geboortegron den, nadat 2e hun landrechten terug kregen die eerder door de kolonisten waren afgeno men. Gestimuleerd en van materiaal voorzien door wel zijnswerkers zijn deze mensen weer aan de slag gegaan. Nu is daar op zich niks mis mee, maar de breuk in hun geschie denis is helaas aan het resul taat te zien. Hoewel het moei lijk te beoordelen is vanuit een westers individualistische kunstopvatting, mist het werk toch een intensiteit en gela denheid, die daar wel van mag worden verwacht. Dat er aborigines zijn die de ene wereld met de andere we ten te combineren blijkt wel uit de voorbeelden in een abo- rigine-kunstuitgave die ter in zage ligt. De tentoongestelde schilderijen stralen echter een oppervlakkigheid uit, een sfeer van vervreemding. De stipjes zijn zeer regelmatig verdeeld, alsof ze werktuiglijk zijn aan gebracht. Het lijkt alsof de voorstellingen door toepassing van modern materiaal, ge maakt onder sterk veranderde omstandigheden en met an dere motieven de aansluiting missen met hun oorspronke lijke spirituele betekenis. Ze krijgen hierdoor iets folkloris tisch. Eén doek doet grote cha os vermoeden in de droom- tijd-dimensie, van enige orde ning in de stipjes is geen spra ke meer, ze zijn als confetti uitgestrooid over het doek. In andere werken hebben de kunstenaars er om strategi sche redenen naar gestreefd juist niet de exacte ligging van de bakens in het landschap aan te geven, waarmee een bewust misleidend element is geslopen in de moderne abori- gine-kunst. Wanneer je nagaat dat het hier gaat om de uit beelding van het eigen levens pad is het niet moeilijk je voor te stellen hoe deze aborigines zich voelen in het tijdperk van de moderne kunst. Ondanks de matige kwaliteit van het werk is het de moeite van het bekijken waard, ener zijds omdat inmiddels een uit voerverbod van kracht is ge worden en dit dus een unieke gelegenheid is om dergelijk werk te kunnen zien, ander zijds omdat de gemiddelde leeftijd van de kunstenaars rond de negentig ligt en de jongere generatie niet van plan en in staat blijkt deze oer oude droom overeind te hou den. Hoewel misschien ook een droom kruipt waar hij niet gaan kan. LEIDEN/AMSTERDAM «GPD Drie van de grootste Nederland se boekenveilingen krijgen de laatste jaren steeds vaker typo- en manuscripten van nog le vende Nederlandse auteurs aangeboden. Zij bevestigen de indruk van directeur A. Korte- weg van het Letterkundig Mu seum dat er inmiddels sprake is van een nieuwe ontwikkeling. De komende veilingen van ma teriaal van Reve bij Burgersdijk Niermans (Leiden), Mulisch bij Van Gendt (Amsterdam) en Büch bij De Slegte (Amsterdam) zijn er de meest recente voor beelden van. Het besluit van Boudewijn Büch om een deel van zijn col lectie handschriften, ma nuscripten en bibliofiele uitga ven te verkopen aan De Slegte, vervult Korteweg overigens met zorg: „Ik kan me voorstellen dat schrijvers geld willen zien, maar wij blijven bij ons besluit geen werk van levende auteurs aan te kopen. We gaan anders mee doen aan een systeem van prijs opdrijving waar ons budget geen ruimte voor biedt. Krijgt de ene auteur vandaag 6000 gulden, dan vraagt de volgende morgen wellicht 10.000 gulden. Daar beginnen we niet aan." Voor de verwerving van heden daags werk blijft het Letterkun dig Museum daarom aangewe zen op schenkingen. Het boekenveilinghuis B. Kuyper (Haarlem) wijst erop dat het veilen van materiaal van nog levende schrijvers in het buitenland al wel heel gebruike lijk is. Kuyper: „We zijn in Ne derland in dat opzicht bezig met het inhalen van een achter stand, al is het aanbod van een belangrijke grote collectie nog steeds eerder uitzondering dan regel." A.D. Steenkamp van Burgers- dijk Niermans vindt het op merkelijk dat Nederlandse ver zamelaars al langer zonder eni ge géne een brief van Multatuli en Couperus kochten, maar aarzelden bij nog levende au teurs. „Daar geld aan verdienen werd wat smoezelig gevonden, maar dat is inderdaad aan het veranderen." Kuyper en Steenkamp ver wachten net als Carla van der Poel van het veilinghuis Van Stockum (Den Haag) overigens niet dat schrijvers en hun ver wanten, ex-geliefden of verza melaars de komende jaren nu ineens massaal typo- en ma nuscripten op de markt gaan brengen in de verwachting daar snel rijk' mee te worden. „Er is sprake van een langzame ont wikkeling met incidentele op merkelijke uitschieters die het beeld kunnen vertroebelen", zo relativeert Van der Poel het be lang van de nieuwe ontwikke ling. De huidige veilingprijzen variëren van enkele tientjes tot enkele duizenden guldens, zo dat voorlopig niemand stil kan gaan leven van de opbrengst. Wellicht heeft daf een remmen de invloed. C. van Soelen van Van Gendt Book Auctions heeft de nieuwe trend zelfs nog helemaal niet gesignaleerd. „Hermans en Haasse bij ons op de stoep? Was het maar waar", zegt hij. Dat zelfde beeld schetst H.L Gum- bert van het veilinghuis Beijers (Utrecht), dat ook bij de vijf gro te Nederlandse veilinghuizen hoort: „Het opvallende aanbod van de laatste tijd is zuiver toe val, meer niet." Van Soelen raadt aan de catalogi in de ga ten te houden: „Pas over een aantal jaren kunnen we dan op goede gronden vaststellen of er inderdaad sprake is van een trend. Ik kan daar nu nog niets over zeggen." Germaine Compier blijkt n (links). 'Die Csardès Fürstin', door De Hoofdstad Operette. Muziek: Emmerich Kèlmèn. Tekst Beta Jen bach en Leo Stein. Regie: Hans Fretzer. Muzikale leiding: Martin Malzer. Decors: Jan van Hemert. Met onder anderen Germaine Compier, Ton Hofman, Bert Simhoffer, Anita Heins, Jacco van Renesse Met 'Die Csérdas Fürstin' heeft de Hoofdstad Operette een bij na precies op de mogelijkheden van dit ensemble geschreven werk gevonden. De produktie waarmee Nederlands enige pro fessionele operettegezelschap de komende tijd het land in gaat is één van de beste. Na tuurlijk klinkt ook nu weer de kritiek, dat deze keuze geen en kel artistiek risico inhoudt. Maar het zou wel eens juist de kunst kunnen zijn om met de meest beproefde recepten niet teleur te stellen. Vooral nu er zo veel nieuws aan musicals is te zien en ook de opera een soort opleving doormaakt, is het weer eens aangenaam een 'ouderwets' ge zellige operette te ondergaan. Vooral als die gemaakt is naar de artistieke en technische maatstaven van deze tijd. Met regisseur Hans Fretzer heeft de Hoofdstad Operette een chef kok in dienst die deze kunst verstaat. Hij gaat niet opzichtig met de Operette aan de loop door er te veel eigentijdse elementen in te verwerken, hetgeen vroeger nog wel eens gebeurde. De Oosten rijker slaagt erin de operette ge woon operette te laten zijn. 'Die Csardas Fürstin' brengt hij als een smakelijk brok amusement, kleurrijk en beweeglijk. Een feest der herkenning, dus louter 'hits' in een verhaal dat er ver der niet toe doet. Het valt op dat de Hoofdstad Operette de laatste jaren een jonge schitterende groep solis ten heeft opgebouwd. Natuur lijk spelen Anita Heins en Jacco van Renesse prominente rollen. Maar naast Ton Hofman, ook nu weer de galante vorst die zijn geliefde na allerlei verwikkelin gen in de armen mag sluiten, blijkt vooral Germaine Com pier, als zijn tegenspeelster, meer dan ooit een voor de ope rette geboren sopraan te zijn. Bloei De coaching van Cristina Deütekom doet haar blijkbaar goed. Net als de bariton Bert Simhoffer, die in zijn buffo-rol tot volle bloei is gekomen. Een man met een fantastisch mooie stem, die bovendien met zijn natuurlijke humor ook nog een licht komische rol kan spelen zonder die al te dik aan te zet ten. Dat laatste is iets wat de voorstelling als geheel siert. Want wordt het genre operette juist daarom niet verweten te ouderwets en zelfs te oubollig voor deze tijd te zijn? Hoewel, even üjkt het toch nog mis te gaan, als er na de pauze een scène komt die bijna afglijdt naar het niveau van een platte klucht. Maar dan is het Simhoffer die alles weer goed maakt met een klein gehouden en daarom prachtig werkende Pavarotti-grap. De vele decors en kostuums zijn een lust voor het oog. Met in wezen dóódsimpele midde len wordt bij voorbeeld een ro mantisch winterlandschap neergezet. Koor en orkest ver vullen in deze muziek, met de pit van Hongaarse goulash en zwierige zoetheid van Wiener Bonbons, hun rollen optimaal. Het lijkt wel alsof een nieuwe generatie is aangetreden die de operette weer serieus durft te nemen. AMSTERDAM «ANP De Stichting Korenslag start op 27 oktober in de hal van het Am- stelstation in Amsterdam met de landelijke campagne voor de wer ving van 80.000, zangers voor een mammoet-koor. In het voorjaar van 1992 zal het koor in het Olympisch Stadion in Amsterdam trachten het wereldrecord meerstemmig koorzingen te breken. Het Guinness Book of Records is al benaderd over deze re cordpoging, waarbij een stuk van componist Theo Loevendie ten gehore wordt gebracht. De uitvoering wordt rechtstreeks op de te levisie uitgezondeh. Via zogenaamde openbare zanglessen, die de komende maan den op verschillende plaatsen in Nederland worden gehouden, hoopt de stichting 20.000 zangers te verzamelen. Deelname van koren moet de resterende 60.000 deelnemers opleveren. Er zijn on geveer 9000 koren bij de verschillende koepelorganisaties aangeslo ten. Bij de eerste openbare les in het Amstelstation, die in samenwer king met de Nederlandse Spoorwegen wordt georganiseerd, zal voor het eerst een klein deel van Loevendie's compositie'worden gerepeteerd. Muziek en tekst zijn ter plaatse verkrijgbaar. Noten kunnen lezen is voor de deelnemers niet noodzakelijk. De stichting Stemmen voor de Korenslag, die de vyerving voor haar rekening neemt, heeft in onder meer Rotterdam, Eindhoven, Groningen, Utrecht en Den Haag plaatselijke afdelingen opgericht. DORDRECHT - Portretten van Ni- colaas Stoop en Margaretha de Veer door de schil der Albert Cuyp die 300 jaar gele den overleed. In het Dordrechts Museum wordt deze Nederlandse schilder met een overzichtstentoon stelling herdacht. FOTO ANP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 10