Route du De terreur van de Primeur ZATERDAGS ZATERDAG 12 OKTOBER 1991 IJVO^rCEL Nog even en hij is er weer: de Beaujolais Primeur. Met man en macht is de afgelopen weken in de wijnstreek ten zuiden van Franse stad Macon gewerkt aan de oogst. Een loodzwaar karwei, waaraan ook honderden Nederlanders hebben deelgenomen. Hun verlangen naar romantiek hebben ze moeten bekopen met flinke rugpijn. Maar de boer is tevreden, want 1991 is een goed jaar. Hl ij is groot en dik. Georges Lar- det („zeg maar Jojo") noemt zich de 'wijnpoëet' van de Franse Beaujolaisstreek. Uit voile borst decla meert en zingt hij werken van de dichters Louis Aragon en Jaques Prevert, zich af en toe vastgrijpend aan de tafel. Hij maakt recla me voor de wijn uit zijn streek en i duidelijk ook echt een liefhebber van. In be schonken toestand is hij de schuur binnen gestapt van wijnboer Victor Mazoyer in het dorpje Leynes, niet ver van de stad Macon. De sfeer is er bizar. Terwijl de wijnpoëet zingt, is op de achtergrond de boor hoorbaar waarmee in de aangrenzende keuken een ta toeage wordt aangebracht op de arm van een druivenplukker. Boerin Gilberte Mazoyer hoort of ziet niets. Onverstoorbaar verricht ze aan tafel de boekhouding. Achter in de sphuur zit plukker Robert moederziel alleen op een stoel, de ogen gesloten. Steeds verder zakt zijn vermoeide hoofd opzij. En dan is er nog Gerard, de plukker die twee weken lang wijwei geen woord heeft uitgebracht. Plotse ling staat hij op, begint te springen en zingt 'isious sommes les enfants de Bourgogne'. Clemens van Benschop (32) uit Hilversum fcan zijn ogen nauwelijks geloven. Hij maakt ru. tien dagen deel uit van de Nederlands franse plukploeg van Victor Mazoyer en valt van de ene verbazing in de andere. „Van het eerste moment af heb ik het idee terecht te zijn gekomen in een film van Fellini", zegt hij., „Al die vreemde figuren. Je weet niet wat ft Ziet". VREEMDE SNUITERS Via het centrum voor internationale jonge- renactiviteiten Exis in Amsterdam hebben Glemens en zijn vriendin Yvonne Wijnhof (34) uit Zaandam zich opgégeven voor de oogst van de gamay-druiven, waarvan de Be aujolais wordt gemaakt. Ongeveer driehon derd Nederlanders zijn dit jaar door het bu reau ondergebracht bij boeren in de beroem de wijnstreek ten zuiden van de stad Macon, van wie acht bij Victor Mazoyer in Leynes. De wijnoogst trekt veel vreemde snuiters uit alle delen van de wereld. Voor zo'n zeventig gulden per dag verrichten ze het beulswerk op de soms verraderlijk steile hellingen van de wijngaarden. Sophie, een mollige jonge Frangaise uit de buurt van Leynes is er graag ;bij. Zeer nadrukkelijk zit ze achter de man nen aan. Het gekakel van haar stem verstoort •vportdurend de rust op de Wijngaarden. Meestal heeft ze het over seks. „Voulez vous me faire un enfant", vraagt ze, wanneer ze tij dens het plukken van de druiven plotseling in mijn buurt opduikt. Ze wil graag naar bed, biedt ook aan mee te gaan naar het hotel. De Hollandse mannen in de plukploeg van Victor Mazoyer worden knettergek van Sop hie. Martijn de Haan (18) uit Oegstgeest wordt al sinds de eerste oogstdag door haar achtervolgd. „Ze zegt steeds dat ze met me naar bed wil. Maar ik vind haar zo onaan trekkelijk, zo ordinair. De hele dag hoor je die stem om aandacht vragen. Vreselijk". Jorgen Snijder (20) uit Leeuwarden was haar volgende slachtoffer. En ook Clemens, die toch zijn vriendin bij zich heeft, werd aan vankelijk niet met rust gelaten. „Ze vroeg al de tweede dag aan me of ik getrouwd was. Ik heb maar ja gezegd, want het huwelijk is het enige dat hier heilig is. De Franse mannen zeggen ons steeds dat wij te weinig gebruik maken van de Fr ONDER DE WOL Seks. Als de Hollandse mannen op de avan ces zouden ingaan is het maar de vraag of ze er nog fut voor zouden hebben. Het plukken van de druiven valt veel zwaarder dan ver wacht. Van de romantische sfeer die velen er achter hadden gezocht blijkt in werkelijkheid niet veel terug te vinden, 's Avonds zijn er geen grote feesten met gitaarmuziek en kampvuren. Integendeel. Er is slechts de enorme vermoeidheid van het urenlang ge bukt zitten over veertig centimeter hoge drui- venstruiken. Yvonne Wijnhof kan er over meepraten. Al dagen weet ze niet meer hoe ze moet gaan zitten van de pijn. Aan het eind van wéér een dag oogsten zit ze lijkbleek aan tafel voor zich uit te kijken. Te moe om echt iets te kunnen 'te kunnen voeren. Zoals de meeste plukkers snakt de bibliothecares se, die voor het opdoen van deze bijzondere ervaring een paar weken Vrij heeft genomen, rust. Doorgaans begeeft ze zich al vroeg naar de sobere slaapruimte om onder de wol te gaan. De twee vertrekken zijn volgestouwd met twaalf bedden, zij aan zij. Wie niet snel in slaap komt loopt het risico de hele nacht wakker te worden gehouden door het ge snurk van Piet 'De Onbekende', die zo wordt genoemd omdat hij zijn naam niet bekend wil maken. De oogstdagen in de wijngaard beginnen vroeg. Om zeven uur 's ochtends schuift de hele ploeg aan de tafels in de eetschuur voor een stevig ontbijt. Slaperige, veelal ongescho ren koppen nemen het er goed van. Eten geeft tenslotte energie, die hard nodig is om de dag door te komen. Om kwart voor acht geeft wijnboer Victor Mazoyer het vertrek sein. Hij start de motor van zijn tractor. Alle plukkers beklimmen de aanhangwagen, die vervolgens in slakkegang over de smalle as faltwegen wordt getrokken, slingerend tussen de prachtige hellingen met druivenplanten door. LOODZWAAR Het gezicht van Clemens betrekt als de wijn boer zijn tractor parkeen aan de voet van een helling. „Zwaar werkterrein", is de conclusie van de medewerker van de Koninklijke Bi bliotheek in Den Haag. Hij is porteur, drager van een grote plastic bak waarin de plukkers hun emmers kunnen legen. Clemens moet vervolgens met zijn vrachtje naar de contai nerwagen beneden op de weg. Als er zo'n tien emmers in de bak zijn ge leegd voelt deze al aan als een te zwaar bela den rugzak. Helemaal vol weegt hij zeventig tot tachtig kilo. Tijdens een wandeling van Hollanders plukken de dagen massa's druiven in de Beaujolais tweehonderd meter krijg je het gevoel dat je elk moment door je knieën kunt zakken. Cle mens moet die afstand tientallen keren afleg gen. Het doet pijn, maar hij klaagt niet. Sjou wen doet hij liever dan gehurkt bij een drui- venstruik zitten. Het plukken is ook zwaar, loodzwaar. Aan de tweehonderd meter lange rij met planten lijkt geen einde te komen. Ze zitten allemaal bomvol met kleine trossen blauwe druiven, die stuk voor stuk moeten worden afgeknipt. Al snel beginnen de bovenbenen op te spe len. Een zeurende pijn schiet vervolgens in de rug. Elk uur gaat tergend langzaam voor bij. En wat valt het aantal geknipte struiken dan tegen. De omgeving is prachtig. Wie even de tijd neemt om zich heen te kijken ziet in de verte lieflijke wijndorpjes liggen in het glooiende, groene wijngaardenlandschap. Duidelijk is het geritsel hoorbaar van de» handen van de plukkers die door de bladeren van de drui venplanten gaan. En de plofjes van trosjes die belanden. Het kost weinig moeite even weg te dromen, maar de pluk kers hebben daar geen tijd voor. Wijnboer Victor Mazoyer houdt het tempo hoog. Is er een rijtje klaar dan komt er meteen een nieu we aan bod. En zo gaat het van perceel naar perceel, vier uur lang. Om twaalf uur wordt er uitgebreid warm gegeten. Een maaltijd met veel wijn. Maar daarna wachten opnieuw de rijen druivenstruiken. Knippen, knippen en nog eens knippen. Tot zes uur. Het is alsof er nooit een einde aan komt. 'klotedruiven' knippen betekent. De wijnboer en loco-burgemeester van Leynes begeleidt zijn wijnproduktie van het begin tot het eind. Alleen dan is het volgens hem mogelijk kwaliteit te leveren. Twee soor ten wijn maakt Mazoyer. Zoals bijna al zijn collega's uit de streek brengt hij Beaujolais Villages op de markt. Maar zijn topper is de Saint Véran, een hoog gewaardeerde, ietwat droge witte wijn die wordt gemaakt van de chardonnais-druif. „Het is een cru", zegt hij trots. „Er is maar weinig van en de kwaliteit is goed". Mazoyer maakt alleen wijn waaraan veel zorg is besteed, die ten minste een jaar heeft gele gen. Van de Beaujolais Primeur, in Leynes en omgeving nu al volop te koop en straks ook weer overvloedig aanwezig in de Nederland se slijterijen en supermarlaen, moet hij niet zoveel hebben. Het is een wijn die binnen drie maanden moet worden gedronken en die nauwelijks karakter heeft. De kenners hebben het liefst de hoogste kwa liteit. Die is te vinden in een aantal gemeen ten met een eigen cru. Morgon, Brouilly, Fleurie, Moulin-è-Vent, Juliénas, Chiroubles, Saint-Amour, Cöte de Brouilly, Régnié en Chénas zijn de top-attracties van de wijnrou te die dwars door het gebied loopt. KLOTEDRUIVEN Victor Mazoyer lijkt nauwelijks problemen te hebben met het zware werk. Af en toe sjort hij wat aan zijn pet. Maar met zijn 65 jaar knipt hij mee alsof hij nog in de kracht van z'n le ven is. „Klotedruiven, klotedruiven", roept hij tegen de Nederlanders als ze even staan te kletsen. Ze hebben hem wijsgemaakt dat dat MOOIE OOGST Tevreden bekijkt de boer zijn oogst. Die is goed dit jaar. In tegenstelling tot andere wijn streken heeft de Beaujolais weinig te lijden gehad onder het koude en natte voorjaars weer. De slechte oogst elders heeft tot gevolg dat er voor de boeren uit de Beaujolaisstreek meer afzetmogelijkheden zullen zijn. Volgens Victor Mazoyer een prettige gedachte. Als ge volg van de teruglopende economieën en de afname in het alcoholgebruik door de Fran sen was het vorig jaar moeilijk alle wijn te verkopen. Victor Mazoyer heeft twee produktiebedrij- r hij zijn Beaujolais Villa- ges en zijn Saint-Véran maakt. Door een slurf worden de drui- ven uit de containerwagen in grote bakken gepompt. De gamay-druiven voor de Beaujo lais blijven vier dagen liggen, zo dat de kleur van de schil in het sap kan trekken. Pas dan worden ze geperst en ontstaat het rode vocht. In de bakken wordt als conserveringsmiddel zwaveldi- oxyde gestopt, dat duidelijk te ruiken is in de omgeving van het bedrijf. Het is de typische geur van de Beaujolaisstreek. Drieduizend flessen Beaujolais Villages en drieduizend flessen Saint Véran brengt Victor Ma zoyer jaarlijks op de markt. Ze worden geëxporteerd naar alle uithoeken van de wereld. En dan heeft hij nog honderden liters op het vat in zijn speciale kelders. Iedereen kan er binnenstappen om een fles te kopen. De plukkers van Victor Mazoyer lusten er wel pap van. Tijdens de maaltijden wordt de ene na de andere fles leeggegoten. Na tien dagen oogsten is er al 225 liter wijn doorheen gegaan. Niemand lijkt bezorgd over het alcoholge bruik. ook niet degenen die nog moeten rijden. Weliswaar den geregeld alcoholcontroles gehouden in de streek, r tijdens de oogsttijd. „Dan knijpen de gendar mes een oogje toe", verzekert Victor. Er is tenslotte sprake van traditie. Vooral de Franse plukkers weten wel raad met de wijn. Ze zijn er duidelijk aan gewend veel te drinken, beginnen soms al bij het ont bijt. De meesten zijn arbeiders die pen aan de oogst om iets bij te verdien Zoals George en Anne Monard uit I.yon. Ze werken voor een schoonmaakbedrijf. „Dal we hier nu aan het werk zijn heeft te maken met het feit dat we ook wel eens uit willen. Naar de bioscoop of een restaurant. Zonder die extra inkomsten zouden we het nooit kunnen doen". George en Anne zijn de rapste plukkers de ploeg. De Nederlanders, allen v ste keer gekomen om de belevenis, zijn het traagst. Begrijpelijk, vindt iedereen, want hebben niet de ervaring van de Fransen die vrijwel allemaal jaarlijks terugkeren bij de fa milie Mazoyer. Toch was er met name in het begin sprake van wrijving, een sfeer van twee kampen. De Hollanders hadden het idee dat de Fransen over hen aan het roddelen waren. En anders om precies hetzelfde. Na een dag of drie was de spanning om te snijden", vertelt Clemens. „Het zag er echt naar uit dat er klappen gin gen vallen, maar dat is gelukkig niet gebeurd. Er is een betere sfeer gekomen, al is er ook nu nog wel sprake van twee kampen". Als wijnpoëet 'Jojo' Lardet de eetschuur komt binnenstappen is de stemming aanmerkelijk beter dan in die begindagen. De plukkers v ten dat de klus bijna is geklaard. De volgende ochtend nog twee uur werken en de flessen champagne kunnen worden ontkurkt. Dat is ook de oorzaak van de plotselinge vreugde uitbarsting van de altijd zo zwijgzame Ge rard. Alleen Sophie blijft zich zonderling gedragen. Met haar gekakel maakt ze Robert waldter. Bekvechtend begeven de twee zich door de ruimte. Maar de aangeschoten Jojo gaat ge woon door met het volkslied van de wijnboe ren: 'Nous sommes les enfants de Bourgog-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 39