Accountancy 91 Grootste accountant let ook op de kleintjes Verknocht aan het 'middenstandsgevoel' Sinds jaar en dag zijn er accountants en accountants. Nader gespecificeerd: RA's (register accountants) en AA's (accountant- administratieconsu lenten). In deze branche wordt het onderscheid tussen de beroepsgroepen gemarkeerd door de veel uitputtender opleiding die register-accountants genieten. Op grond van dat surplus aan kennis is uitsluitend de RA bevoegd de controle van jaarrekeningen te bezegelen met een verklaring van getrouwheid. In de praktijk controleren de RA's, aangesloten bij het Nivra (Nederlands Instituut van Registeraccoun tants), de jaarrekeningen van grote ondernemingen; de AA's, verenigd in de NOvAA (Nederlandse Orde van Accountants- Administratieconsu lenten) rekenen vooral het midden- en kleinbedrijf tot hun clientèle. Hans van Arkel: praatpaal en financiële motor van het midden-en kleinbedrijf De registeraccountant (RA) mag in de regel de grotere ondernemingen con troleren en adviseren, de accountant-administratieconsulent (AA) dient zijn controle daarentegen wettelijk te beperken tot het midden- en klein bedrijf. Zo is dat in Nederland geregeld. vaak een verlengstuk van hemzelf. Zo heb ik heel wat cliënten met wie ik zeer regel matig contact heb en die gewoon even te gen me aan willen praten. Ook als ze inter ne problemen hebben, bijvoorbeeld op het gebied van personeelsaangelegenheden, bezettingsgraad of kostenontwikkeling. Daar moet ik onmiddellijk bij zeggen dat er ook genoeg positieve zaken aan de orde ko men, en dat geeft je beroep toch een extra dimensie. Als er bijvoorbeeld een flinke op dracht is binnengehaald, dan neem je wel deel in het succes." „Een voorbeeld. Een goede vriend van mij werkte bij een bedrijf waar hij allerlei goede ideeën lanceerde, maar die kwam daar niet uit de verf. Op 'n gegeven moment deed de mogelijkheid zich voor dat hij voor zichzelf kon beginnen. Dat moest dan wel gefinan cierd worden. We hebben er een aantal mensen enthousiast voor kunnen maken, er zijn begrotingen en een ondernemings plan gemaakt. Dat bedrijf loopt op het ogenblik als een trein. Ergonomische pro- dukten. Denk maar aan verstelbare keu kens, toiletten en dergelijke. Heeft-ie alle maal zelf uitgedacht en ontworpen. Z'n vriend, die ook in de onderneming zit, is techneut en maakt precies wat hij in z'n hoofd heeft." „Maar wat belangrijk is: ze hebben het wel helemaal zelf gedaan. Want ik kan nóg zul ke mooie financiële plaatjes maken, uitein delijk moeten ze zelf de omzet binnenha len. Laatst sprak ik met een cliënt die een concurrent in z'n buurt had gekregen. Uit de jaarstukken bleek dat de marges flink onder druk waren komen te staan omdat hij meer voor dezelfde prijs was gaan leve ren. Dan is het mijn taak om er op te wijzen dat je op die manier misschien wel je con current uit de markt kunt drukken, maar als je niet uitkijkt werkt dat averechts en tast het zijn eigen vermogen aan. In zo'n geval probeer je op de rem te trappen, maar ui- Maar Hans van Arkel (43) uit Leiden ervaart die beperking geenszins als een verarming. Hij is verknocht aan wat hij noemt 'het middenstandsgevoel': de mazzel en de so- van de eigenaar/ondernemer die door gaans de 40-urige werkweek ruimschoots overschrijdt en die 'met hart en ziel' z'n be drijf runt. Voor dat type ondernemer is hij dag-in dag- uit een praatpaal. „Veel van onze cliënten kiezen bewust voor een adviseur die zelf geen deel van de onderneming uitmaakt. Want hoe gaat dat: zo'n ondernemer heeft plannen, is inventief. Die wil nieuwe pro- dukten ontwikkelen, nieuwe markten aan boren. En die wil in eerste instantie gewoon een visie op z'n ideeën. Wat vind je ervan? Kan ik dat wel doen?" „Het vervolg is dan dat je eerst kritische vragen gaat stellen: heb je déar aan ge dacht, is die markt er wel, bestaat het pro- dukt al niet, kan de markt het produkt beta len, is je markt zo groot als je denkt dat-ie is, kan je eigen organisatie dat allemaal aan, hoe zit het met de exportmogelijkheden, enzovoort. Vervolgens ga je eens kritisch bekijken welke omzet hij eruit denkt te ha len, want je moet je realiseren dat zo'n on dernemer de zaken onwillekeurig altijd een tikje idealiseert, dat kun je hem natuurlijk niet kwalijk nemen. Dan ga je eens kijken wat voor marges er op de markt zijn te ha len en wat het kost om dat produkt uitein delijk op die markt te krijgen. Want onder nemen blijft er immers altijd op gericht om winst te maken, al of niet op termijn." Verlengstuk „Je staat als AA heel dicht bij zo'n onderne ming, ook al omdat de ondernemer bijna altijd de eigenaar ervan is. Het bedrijf is teraard blijft de ondernemer zelf aan het stuur zitten." „Dat maakt ons vak zo boeiend. Omdat je met allerlei soorten ondernemers te maken hebt die ieder hun specifieke problemen kennen. Ik heb voor mezelf steeds het ge voel dat ik in ondernemersland aan het front, aan de basis van alle mogelijke ont wikkelingen zit. Dat je er steeds heel nauw bij betrokken bent. En het is dus boeiend om te zien dat er een heleboel manieren zijn die allemaal tot hetzelfde leiden, name lijk omzet maken. Want het zijn over het al gemeen toch goed renderende bedrijven. En als het een keer wat minder goed gaat, dan bedien je zo'n ondernemer van de no dige adviezen om weer op de weg naar een goed resultaat terug te komen." Je bent tenslotte de motor van hun finan ciële administratie en dan is het niet zo van: de kwartaalcontrole is achter de rug en. boem, kledder, de volgende klant. Uit zo'n controle dien je een financieel overzicht te peuteren waardoor je bepaalde trends in een onderneming heel snel signaleert. Het zelfde geldt voor de jaarbalans. Als die ge maakt is, begint in feite mijn eigenlijke werk. Want veel belangrijker is het interpre teren van die balans of jaarrekening met z'n toelichtingen en conclusies. Als de winst marges tegenvallen dien je de oorzaken daarvan op te sporen. En als de kostenont wikkelingen de verkeerde kant op gaan, dien je je af te vragen met wat voor beleid dat beter kan." „Vroeger diende zo'n balans bij het midden- en kleinbedrijf om de aan gifte van inkomsten- dan wel vennoot schapsbelasting te maken. Om de fiscus te vreden te stellen. Dat is niet meer zo. Nu zijn die balans en onderliggende toelichtin gen er veel meer om het beleid te maken dan wel bij te sturen. Daarom liggen er voor zowel RA's als AA's enorme markten, nu en in de toekomst. Er is gewoon veel werk, veel vraag. De toestroom van aankomende AA's en RA's is er wel, maar je kunt ze bijna niet te pakken krijgen. Ze kunnen uitkiezen waar ze gaan werken. Ik hoor van collega's al dat ze met STER-spotjes op de radio aan personeelwerving doen." 'Je staal aan de basis van alle ontwikkelingen Aan het eind van de vorige eeuw, toen de grote ondernemingen ontstonden, groeide ook de behoefte aan controle van diegenen die dergelijke ondernemingen leidden. Zo is - kort gezegd - het beroep van accountant ontstaan. Eerst was er alleen de registeraccountant, later kwam voor het midden- en kleinbedrijf ook de z.g. accountant- administratieconsulent erbij. Samen opereren ze op een markt waar het werk voor het opscheppen ligt. Op deze en de volgende pagina een paar momentopnamen van een branche die de laatste jaren wordt gekenmerkt door schaalvergroting en internationalisering. Maar ook de 'kleintjes' eten nog flink mee uit de overvolle ruif. KPMG: van boekhoudkantoortje tot 'multinational' ZATERDAG 12 OKTOBER 1991 Het is moeilijk in andermans boeken lezen, vandaar vermoede lijk dat de accountantsopleiding zo arbeidsintensief is en zo pittig van stof. Niettemin treden alleen al bij KPMG Klynveld jaarlijks ruim 200 aankomende registeraccountants toe tot het personeels bestand. GERARD VAN PUTTEN De duur van het opleidingstraject laat KPMG Klynveld afhangen van iemands achtergrond. Als hoofd opleidingen ver schaft Cees van Harten daarover meer dui delijkheid: „In beginsel wordt onder drie groepen geworven. Onder doctorandi, vwo'ers en heao'ers. Economen, die bij ons worden aangesteld in de rang van hoofdas sistent kunnen na drie, vier jaar registerac countant zijn. Vwo'ers, die bij ons beginnen als junior-assistent, moeten rekening hou den met een studie van acht a tien jaar." Door de jaren heen heeft de accountant zich leren aanpassen aan de voortschrij dende automatisering van het bedrijfsleven. Door de veelheid van activiteiten vraagt de boekhouding van een grotere onderneming tegenwoordig met alle respect meer dan de controle van een toegewijde cijfe raar. Van Harten geeft het verschil met vroeger aan: „De moderne accountant is niet alleen degene die de jaarrekening van een onderneming controleert, de moderne accountant is vooral ook adviseur. We kij ken in het financiële hart van de onderne ming. Eventueel verstrekt de accountant het management adviezen om te komen tot een efficiëntere bedrijfsvoering." Klein begonnen Piet Klijnveld hoefde zich daar in 1917 alle maal niet druk om te maken. Klijnveld is klein begonnen, in Amsterdam. Maar het boekhoudkantoortje van toen is in de loop der jaren uitgedijd tot een immense organi satie. De onderneming zoals die er nu uit ziet is ontstaan na tal van fusies, waarbij een jaar of vijf geleden de samensmelting van Klynveld Main Goerdeler met het Ame rikaans/Britse concern Peat Marwick de grondslag heeft gelegd voor de hedendaag se accountancy- multinational KPMG. In de huidige constellatie is KPMG Klynveld verdeeld in tal van divisies. In de periode van 1 oktober 1989 tot en met 30 september 1990 behaalde KPMG een omzet van 5,4 miljard Amerikaanse dollars. Nog meer cij fers: de internationale organisatie op het gebied van accountancy en consultancy leh thans, verspreid over 8Ö0 kantoren in 123 landen, ruim 77.000 medewerkers. Bij de Nederlandse vestiging (in totaal 45 kanto ren) werken 3400 mensen. Gezamenlijk draaiden die vorig jaar een omzet van ruim 578 miljoen gulden. „De KLM, Hoogovens en Philips behoren tot de clientèle", vertelt Andy Bellm, pr- functionaris bij KPMG Klynveld. „Het is vooral Philips geweest, die erop heeft aan gedrongen om in de buurt van hun vesti gingen te gaan zitten. Door de hele wereld dus." Hoezeer de onderneming ook is gegroeid, bij KPMG en dan met name bij KPMG Da- tam wordt ook op de boekhoudingen van kleintjes gelet. De helft van het aandachts gebied gaat uit naar het midden- en klein bedrijf. Het past in de politiek van het con cern om korte lijnen te onderhouden met de klant. Of zoals pr-functionaris Bellm het uitdrukt: „Wij willen bij de bedrijven op de hoek zitten." Nieuwe markt Onlangs werden nog kantoren geopend in Emmen, Gouda, Hilversum, Hoofddorp en Tilburg. Naar het zich laat aanzien is de groei nog lang niet uit de onderneming, vandaar dat de behoefte aan nieuw bloed onveranderd groot blijft. Ook voor grens overschrijdende activiteiten. Sinds Oost-Eu ropa het communisme heeft afgelegd en in samenhang daarmee het omscholingspro ces van planeconomie naar vrije markt economie langzaamaan in gang heeft gezet, heeft ook KPMG Klynveld er vestigingen ge opend. Personeelfunctionaris Wim Mul: „Inder daad, voor ons is Oost-Europa een nieuwe markt. In Moskou zijn bij voorbeeld 170 managers van de dienst Openbare Werken door ons getraind in westers management. Op dit moment zijn tien teams van ons ac tief in Polen en in Tsjechoslowakije. Het uiteindelijke doel: onze branchekennis overdragen op onze Oosteuropese colle ga's." Niet voor niets trekt de Nederlandse vesti ging van KPMG jaarlijks tien procent van de omzet uit voor opleidingsdoeleinden. Voor aleer ze in dienst treden moeten kandidi- daat-instromers tests ondergaan, waarbij persoonlijkheid en motivatie als belangrijk ste criteria gelden. Van Harten: „Iemand die bij ons wil komen werken moet de overtui ging hebben dat-ie bijna twee banen aan kan. De bereidheid hebben tijd en energie te steken in studie, waarin sociale vaardig heden en gesprekstechnieken een belang rijke plaats innemen. Want het advies, de boodschap naar de klant moet goed over komen. Daarnaast zal iemand moeten be schikken over een behoorlijk ontwikkeld aanpassingsvermogen, omdat onze mede werkers nu eenmaal telkens weer ergens anders aan de slag moeten." Wim Mul benadrukt dat RA's in spe geen wurgcontract door de strot wordt gejaagd. Wie tussentijds afhaakt, hoeft het studie geld dat in hem of haar is geïnvesteerd niet terug te betalen. Bij KPMG krijgen mede werkers op betrekkelijk jeugdige leeftijd al de gelegenheid zich te ontplooien. Op licht wervende toon spreekt Bellm van een dyna misch beroep. Ga maar na, het komt voor dat iemand op 26-jarige leeftijd naar Oost- Europa wordt uitgezonden. Afhankelijk van Personeelfunctionaris Wim Mul (links) en hoofd opleidingen Cees van Harten: „Iemand die bij ons wil komen werken moet de overtuiging hebben dat-ie bijna twee banen aankan." foto cforce verberne de werkopdracht zijn ze voor minimaal zes maanden tot maximaal vier jaar ex-patriate. „Als organisatie bekleden we een vrij unie ke positie. De gemiddelde leeftijd van het personeel is 31 jaar." De arbeidsintensieve studie en de functio neringsgesprekken na elke vervulde werk opdracht bieden in principe de register-ac countant genoeg ondergrond om zich in de praktijk staande te houden. Maar toch, ook accountants is niets menselijks vreemd. Hoe moet hij of zij zich bij voorbeeld in ba lans zien te houden, mocht een onderne mer prijs stellen op een accountantsverkla ring onder lichtelijk gemalverseerde jaar stukken? Van Harten: „Zodra onze register-c tants bepaalde onregelmatigheden consta teren, stellen we de directie in de gelegen heid de fouten te herstellen. Meestal is er te goeder trouw gehandeld. Wordt ons advies niet opgevolgd, dan kan dat betekenen dat wij niet in staat zijn een goedgekeurde ver klaring bij de jaarrekening af te geven. Con trole op de accountant is er trouwens ook. Het Nivra is gebaat bij een zuivere beroeps groep die naar eer en geweten te werk gaat. In het uiterste geval spreekt een eigen tuchtcollege een oordeel uit over de han delwijze van een accountant." Hans van Arkel: „Het is boeiend om te zien dat er een heleboel manieren zijn die al lemaal tot hetzelfde leiden, namelijk omzet maken." foto loekzuiderduyn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 19