Regio
Geen verhuur woningen
per kamer aan studenten
Stotteraars modderen vaak jarenlang aan
Kamerleden terughoudend over
geschenk koningin aan Japan
Veel jongetjes onnodig geopereerd
'Resultaten genetische
manipulatie niet geheim'
Vrijdag 27 september 1991
Redactie: 071-161400 WILLEM SPIERDIJK WIM SCHRUVER MEINDERT VAN DER KAAU CAROLINE VAN OVERBEEKE JAN WESTERLAKEN MONICA WESSELINC Eindredactie: HENK HOUTMAN Vormgeving: SIMON DE GRAAF
15
ONDERZOEK toont aan dat jongens
met één niet-ingedaald balletje net zo
vruchtbaar zijn als jongens bij wie beide
balletjes wél zijn ingedaald.
Leiden voelt niets voor plan staatssecretaris
LEIDEN/DEN HAAG»
De gemeente Leiden voelt niets voor het plan van staats
secretaris Heerma om huizen per kamer aan studenten
te verhuren. Wethouder T. van Rij zei vanmorgen dat er
in Leiden relatief gezien meer behoefte aan flats dan aan
kamers is. Volgens hem heeft het helemaal geen zin om
zelfstandige woningen tot kamers om te bouwen, omdat
er in Leiden goede verhuurders zijn die samen een be
stand van 6000 kamers hebben.
op anderen jaren moeten wach
ten. Anders ligt het wanneer ze
in een flat trekken die moeilijk
te verhuren is, benadrukt hij.
Zo weet het kamerlid dat ook
nu al minder populaire flats in
de Slaaghwijk en Leiden Zuid
west naar studenten gaan: „Je
kunt die flats echter niet volzet
ten met studenten. Dat is veel te
eenzijdig. Bovendien vraag ik
me af of ze wel zoveel trek heb
ben in flats buiten het cen
trum." Of de woningbouwvere
nigingen wat voelen voor de
'splitssuggestie', weet de politi
cus niet. Dwang zit er niet ach
ter en problemen liggen op de
loer. Verbouwingen lijken
noodzakelijk en hoe dek je je in
tegen een groot verloop onder
de huurders? "Telkens wanneer
er iemand vertrekt zit je met
PAUL VAN DER KOOU
Hij reageert met deze uitspraak
op een brief van de staatssecre
taris die de gemeente Leiden
samen met 23 andere studen
tensteden ontving. Hierin zegt
Heerma dat woningbouwvere
nigingen meer studenten kun
nen huisvesten door huizen per
kamer te verhuren.
Volgens de Woonbond is het
verzoek veel te vrijblijvend,
maar Arie de Jong, kamerlid en
lid van de Leidse Universiteits
raad, noemt het een goed en
creatief idee. Als de toewijzing
maar niet ten koste gaat van ge
wone burgers. Hij zou het rond
uit onrechtvaardig vinden wan
neer studenten zomaar een wo
ning toegewezen krijgen waar
een gat. En stel nou dat je met
twee vervelende jongens blijft
zitten, waar niemand bij wil?
"Al met al denkt De Jong dat
de maatregel niet meer dan een
druppel op de gloeiende plaat
zal zijn. Een druppel bovendien
die voor dit collegejaar te laat is
gekomen en niet nieuw is. Zo
heeft het ministerie vorig jaar
nog voorlichtingsavonden geor
ganiseerd rond dit thema. Er
staat echter meer op stapel.
Zoals het kersverse wetsvoorstel
om de particuliere kamerver-
huur te stimuleren door het de
verhuurder makkelijker te ma
ken van een huurder af te ko
men. Vraag is alleen hoe ver je
daarmee kunt gaan. De Jong
vindt dat de nieuwe wet huur
ders het eerste jaar vogelvrij
maakt en noemt dat al te kras:
"Je kunt huurders niet van de
ene dag op de andere op straat
zetten. Aan de andere kant is de
regeling van nu overdreven
streng: je zit al aan een huurder
vast wanneer je hem een
maand in huis hebt. Dan weet
je nog helemaal niet hoe zo ie
mand is en welke ruzies je te
wachten staan".
Het wetsvoorstel biedt verhuur
ders ook een fiscale stimulans.
Als de huuropbrengsten onder
een bepaalde drempel blijven,
hoeven ze niet langer bij het in
komen te worden opgeteld. Dat
studentenhuisvesting de aan
dacht heeft, vindt De Jong een
goede zaak. Hij weet dat aan het
begin van elk collegejaar vele
honderden studenten er niet in
slagen een kamer te vinden in
de buurt van de Leidse universi
teit: „En dat betekent dat je veel
minder goed kunt deelnemen
aan het studentenleven. Je kunt
niet zo lekker stappen, gezellig
samen eten, avondcolleges vol
gen of gebruik maken van de
universiteitsbibliotheek. Het is
extra wrang wanneer de student
nu juist voor Leiden heeft geko
zen omdat het zo'n gezellige
stad is, zo'n leuk sociaal leven
heeft."
Ook voor de Leidse universi
teit kan de kamemood gevolgen
hebben, denkt dit lid van de
Universiteitsraad: „Omdat het
aantal studenten gaat dalen,
wordt het steeds belangrijker
dat er voldoende kamers be
schikbaar zijn", zegt De Jong.
V HAAG PAUL VAN DER KOOU
Uiterst terughoudend en zeer voorzichtig.
Zo reageren Kamerleden op berichten als
zou koningin Beatrix een zeer unieke 17de
eeuwse prent uit de Leidse universiteitsbi
bliotheek aan de Japanse keizer schenken
bij het komende staatsbezoek. Het gaat om
een plattegrond van het kasteel van de sho-
gun in Edo die Von Siebold in 1827 heeft la
ten maken. Het maakt deel uit van een col
lectie van 45 kaarten die in bezit zijn van de
Leidse universiteit.
De behoedzame opstelling wordt voor
een groot deel verklaard doordat het staats
hoofd erbij betrokken is. Kamerleden willen
haar niet voor de voeten lopen, zeker niet
nu ze nog geen officiële bevestiging hebben
gekregen van het bericht uit deze krant.
Daar komt nog bij dat kostbare cadeaus
'niet ongebruikelijk zijn bij staatsbezoeken',
zoals WD-Kamerlid Franssen aanstipt.
Voor een officieel commentaar ziet hij
onvoldoende aanleiding. Wel merkt hij op
dat je 'de kans loopt dat je wat moois terug
krijgt'. PvdA-Kamerlid Valk stelde gisteren
een klein onderzoek in. Veel leverde hem
dat niet op: „Van de Leidse universiteit
kreeg ik tot mijn verbazing slechts te horen
dat men niets afweet van een eventuele
schenking van delen van de Van Siebold-
collectie".
Het Kamerlid veronderstelt dat dergelijke
schenkingen getoetst kunnen worden aan
de Wet Behoud Cultuurbezit, maar een
eensluidend antwoord bleef .uit. Duidelijk is
wel dat de Von Siebold-collectie, waartoe
de landkaarten behoren, niet voorkomt op
de bij de wet behorende lijst met voorwer
pen die belangrijk genoeg zijn om in ons
land te houden.
Het PvdA-Kamerlid Valk blijft proberen
een vinger achter de 'Leidse' zaak te krijgen.
Zo wil hij weten of de berichten over de
schenking juist zijn, hoe waardevol de
prenten zijn en of ze hier thuis horen. Is de
schenking echt zo'n ramp als Leidse Japa-
nologen beweren? CDA-woordvoerder Bei-
nema zou het betreuren wanneer de waar
devolle voorwerpen naar het buitenland
verdwijnen. Volgens hem is het echter te
vroeg om daarop te zinspelen: „De plannen
zijn nog slechts in overweging en de beslis
sing is aan de universiteitsbibliotheek".
V Sr
De onderzoekers P. Verloove-Vanhorick en R. Hirasing van het Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg TNO. „We moeten de
druk wegnemen die ongeruste ouders op de specialist uitoefenen." foto hielco kuipers
LEIDEN JAN WESTERLAKEN
Twee van de drie jongetjes, bij
wie de testikels niet goed zijn
ingedaald, worden ten onrechte
geopereerd. Anders gezegd: van
de drieduizend operaties die elk
jaar worden uitgevoerd, zijn er
maar duizend echt nodig. Be
halve het ongemak dat met de
ingreep is gemoeid, wordt er
daardoor ook veel geld verspild.
Geschat wordt dat de ziektekos
tenverzekeraars jaarlijks zeven
miljoen overbodige kosten ma
ken.
P. Verloove-Vanhorick en R. Hi
rasing van het Nederlands Insti
tuut voor Praeventieve Gezond
heidszorg TNO hebben een on
derzoek gedaan naar de vraag
hoe vaak de chirurgische in
greep orchidopexie bij jongens
tussen nul en negentien jaar
werd uitgevoerd.
Om onnodige operaties te
voorkomen pleiten de onder
zoekers ervoor dat vanaf de ge
boorte de lokatie van de balle
tjes wordt vastgelegd op een
ballenkaartje of in het groei-
boekje dat ieder kind heeft. De
registratie kan het best gebeu
ren direct na de geboorte of op
het consultatiebureau, denkt
TNO. Ongeveer 98 procent van
de ouders komt geregeld bij
zo'n bureau.
Jongetjes, bij wie beide balle
tjes niet zijn ingedaald kunnen
op latere leeftijd minder vrucht
baar zijn. Dus hoe eerder dit
mankement wordt hersteld, hoe
beter dat is. Maar daar zit een
risico aan. Spieren kunnen, bij
voorbeeld door koude, zodanig
samentrekken dat de balletjes
uit het zakje verdwijnen. Wordt
dit niet herkend, dan is een
operatie het gevolg. Een opera
tie die niet nodig is. Want balle
tjes, die eenmaal in het zakje
zaten, komen daarin altijd te
rug. Daarom, zegt TNO, is het
registreren zo noodzakelijk. Bo
vendien blijkt
uit onderzoek
dat de vrucht
baarheid bij jon-
gens met één
niet-ingedaald
balletje, niet
verschilt van die
van jongens bij
wie beide balle
tjes wél zijn in-
reerd.
Het ballenkaartje is inmiddels
in grote delen van Nederland in
gebruik. Toch wordt er in som
mige provincies niet goed gere
gistreerd. Zo heeft maar dertien
procent van de ouders in Bra
bant zo'n kaartje. Utrecht
scoort slechter en Gelderland zit
daar weer onder. De TNO-on-
derzoekers zeggen er geen idee
van te hebben waaraan dat ligt.
Mevrouw Ver-
loove stelt dat er
nóg meer be-
kendheid aan het
kaartje moet wor
den gegeven. Ou
ders moeten er
van doordrongen
worden hoe be
langrijk die regi-
Doorschieten
Hirasing vertelt dat het onder
kennen van spieren die sa
mentrekken ertoe heeft bijge
dragen dat er veel meer opera
ties werden uitgevoerd dan no
dig. Hij spreekt van een door
schieten, dat in 1982 zijn hoog-
tepuint bereikte. In Zeeland,
met name op Walcheren, werd
het ballenkaartje ingevoerd. De
situatie daar is nu zodanig dat
praktisch alleen die gevallen
worden geopereerd die daar
voor ook écht in aanmerking
komen. Maar, aldus Hirasing, er
wordt nog altijd te veel geope-
Niet-ingedaalde
testikels bij
twee op de drie
verkeerd beoordeeld ®tra"e ls-™9
heeft een simpele
folder samenge
steld voor ouders
over de balletjes
van hun zoon. De reden was dat
nog geen zes procent van de
ouders de betekenis van de
plaats van de balletjes bij de ge
boorte begreep. De link wordt
niet gelegd, zegt mevrouw Ver-
loove. Bij de geboorte wordt die
wel verteld, maar het enige dat
overkomt is of de zoon wel of
niet goed is.
Elastieke balletjes
In die gevallen komt het ballen
kaartje of het groeiboekje van
pas. Want juist bij jongetjes met
elastieke balletjes, die dan wel.
dan niet in het zakje zitten,
worden dikwijls vergissingen
gemaakt. Bij een op de tien
komt dit euvel voor. Zet je die
jongetjes in een warm bad, dan
geeft dat ontspanning van de
spieren waardoor de balletjes in
het zakje kunnen dalen.
Hoe dan ook, benadrukt Hira
sing, moet worden voorkomen
dat deze jongetjes bij een snij
dende arts terecht komen. /Ms
op het ballenkaartje of in het
groeiboekje goed wordt bijge
houden of de balletjes wel of
niet in het zakje zitten, kan een
specialist zo zien of er wat mis
is. Sterker nog: begrijpen de ou
ders waar het om gaat, dan kan
zelfs een bezoek aan die specia
list achterwege blijven.
Hirasing: „Terugdringen van
onnodige operaties kan. Op
Walcheren ligt het bewijs dus
moet dat in heel Nederland mo
gelijk zijn. Waar we uiteindelijk
naar toe willen is dat er niet
meer dan 900 orchidopexie-ope-
raties per jaar worden uitge
voerd. Nu ligt dat aantal op
rond de 3000. We moeten de
druk wegnemen die ongeruste
ouders op de specialist uitoefe
nen. Vandaar dat we ons zo op
die ouders richten. Denk niet
dat er alleen in Nederland te
veel wordt geopereerd. In Bel
gië, Wales, Engeland en Duits
land is het net zo erg, zo niet er
ger. Het probleem moet inter
nationaal worden aangepakt."
de helft van de 'proefkalfjes'
Ook de WD-Kamerfractie ver
baast zich erover dat de onder
zoeksresultaten van de geneti
sche manipulatie met rundvee
geheim blijven. De fractie vindt
dat de samenleving recht heeft
op informatie over zaken die
met geld van diezelfde samenle
ving zijn gefinancierd.
Vandaar dat ze gisteren ka
mervragen heeft gesteld over
het onderzoek waarvoor het
Leidse bedrijf Gene Pharming
bv en het Instituut voor Vee-
teeltkundig Onderzoek (IVO) te
kenen. Anders dan de dierenbe
scherming, die eerder om volle
dige openheid vroeg, hebben de
liberalen geen aanwijzingen dat
het welzijn van proefdieren
'ernstig is geschaad' bij de proe
ven.
Bij de experimenten gaat het
erom rundvee immuun te ma
ken voor de uierziekte mastitis.
Bij koeien werden daartoe eicel
len ingebracht met aangepast
erfelijk materiaal. Volgens de
dierenbescherming is meer dan
met problemen geboren c
relatief veel kalfjes voor, tijdens
en na de geboorte overleden.
"De dierenbescherming heeft
dus meer gezien dan ik", rea
geert vragensteller Blauw hier
op. "Ik kan uit de paar stukken
geen relatie halen tussen de
proef en het welzijn van de die
ren". Voor een betere oordeels
vorming wil hij echter graag de
volledige gegevens zien: "En ik
zie slechts één reden waarom
dat niet zou kunnen. En dat is
wanneer een van de partners
dat in het contract heeft laten
opnemen, bijvoorbeeld omdat
het gaat om bedrijfsgeheimen".
De partners zijn: IVO, Gene
Pharming Europe bv en het rijk,
dat drie miljoen gulden be
schikbaar heeft gesteld.
Het argument dat gegevens
pas later naar buiten kunnen
komen omdat het onderzoek
nog niet is afgerond en zelfs
wordt uitgebreid, lijkt het Ka
merlid niet sterk: "Maar dat
hoor ik nog wel".
'Leids Research voor Beleid
onderzoekt niet maar adviseert'
woordt dat hij een duidelijk c
De staatssecretaris van onder
wijs en wetenschappen vindt
niet dat hij zijn boekje te buiten
is gegaan door het Leidse on
derzoeksbureau Research voor
Beleid rechtstreeks een op
dracht te geven.
Hij antwoordt dit op vragen
van de CDA-Kamerleden Her
mes en Van de Camp. De ka
merleden hadden de indruk dat
het verlenen van de opdracht,
zonder andere instellingen een
kans te geven, 'op gespannen
voet staat' met de Wét op de
Onderwijsverzorging.
Staatssecretaris Wallage ant-
derscheid maakt tussen 'onder
wijsonderzoek in de wettelijke
betekenis en advisering'. Bij het
project van Research voor Be
leid zou het gaan om advise
ring. 'En dat vond ik dus niet
vallen onder de werking van de
wet', schrijft Wallage.
Het aan de Schipholweg ge
vestigde bedrijf was 7 november
gevraagd te inventariseren en
beoordelen hoe bepaalde tech
nologie-projecten in het be
roepsonderwijs lopen. De infor
matie wilde het ministerie ge
bruiken bij de organisatorische
wijzigingen in het beroepson
derwijs.
Speciale centra nodig om betere behandeling te kunnen geven
AMSTERDAM/LEIDEN
MONICA WESSELING
Stotteraars modderen vaak ja
ren aan voordat ze de juiste
hulp krijgen. Huisartsen weten
weinig van stotteren waardoor
het probleem wordt onderschat
of de verkeerde hulpverlener
wordt ingeschakeld. Daarom
moeten er zogeheten diagnosti
sche centra moeten worden op
gericht. Deskundigen kunnen
daar stotterende kinderen en
volwassenen testen om het juis
te therapieadvies te kunnen ge-
Dat vindt voorzitter W. van AJ-
phen van de Stichting tot Voor
lichting over Stotteren. De
stichting is de spreekbuis van
de Nederlandse Stottervereni-
ging Demosthenes die morgen
in Noordwijkerhout een con
gres houdt.
Iedere stotteraar heeft een eigen
manier van stotteren en moet
dus een op hem of haar afge
stemde therapie krijgen, zo is de
theorie achter het oprichten van
de centra. Van Alphen schetst
de gang langs hulpverleners die
een stotterend kind veelal ge
dwongen is af te leggen. In eer
ste instantie gaat moeder met
het kind naar de huisarts. „Niet
zelden staat ze binnen vijf mi
nuten weer buiten met de ge
ruststellende mededeling dat
het wel over gaat".
Bij een groot deel van de kin
deren gaat het inderdaad over
en is het halckelen en struikelen
over de eigen woorden een nor
male fase in het leren spreken.
„Met kinderen die er vrolijk op
los stotteren is niks mis. Ieder
kind doet dat. Het wordt me
nens als de afwijking niet van
zelf verdwijnt, de kinderen gaan
Geldgebrek
Gevraagd naar de reden waar
om de centra er nog niet zijn, is
het antwoord van Van Alphen
kort en duidelijk: geld dus. „Ze
bégrijpen nog niet dat de kosten
voor de baten uitgaan. Een kind
dat jaren achtereen zonder
merkbaar resultaat een bepaal
de therapie volgt, kost veel, heel
veel. Datzelfde kind een jaartje
de juiste therapie veel minder.
Dat lijkt dus een eenvoudige
sommetje". Hij tekent daarbij
aan dat dit nog slechts de finan
ciële motivering is, het mense
lijk leed is minstens even be
langrijk.
Nederland telt 150.000 stotte
raars van wie tien procent ern
stig. Zeker voor die groep is
goede hulp onontbeerlijk. Zo de
maatschappij de stotteraar niet
dwarsboomt (bij sollicitaties
krijgen ze meestal niet direct
een voorkeursbehandeling),
dan doet de stotteraar dit zelf
wel. Van Alphen is er zelf een
voorbeeld van. Hij stotterde
vroeger en besloot daarom
'maar' chemie te göan studeren.
„Ixkker weinig praten". Dat viel
anders uit want elke maandag
was er werkoverleg. „Toen reali
seerde ik me opeens dat ik hele
maal niet in praatarme situaties
wilde blijven zitten". Hij ging in
therapie, leerde goed praten en
kreeg een leuke 'chemische
praat baan'.
Demosthenes ziet zwijgen als
de ergste vorm van Hoitwn.
Van Alphen ook. „Voor stotte
raars is isolement een reëel ge
vaar. Een goede therapie kan
deze dreiging afwenden".
Van Alphen: „Voor iedere stotteraar moet er een eigen therapie worden bedacht. Dat kan in diagnostische
centra". foto hielco kuipers
denken dat er 'iets mis is met
hen' en worden zenuwachtig.
Moeder wordt overbezorgd en
geeft verkeerde adviezen en het
kind komt veelal bij de logope
diste terecht.
Van Alphen heeft hier zijn be
denkingen bij. „Zij zijn meestal
geen stotterspecialist. De
spraakafwijking wordt met de
normale spraaklessen aange
pakt terwijl veelal iets anders
nodig is. Voor slechts een piep
klein deel van de stotteraars
blijkt deze therapie effectief te
zijn". Overigens hebben inmid
dels 170 logopedistes zich ver
der verdiept in stotteren.
Het niet vloeiend kunnen uit
spreken van een rijtje woorden
veroorzaakt op zich al angsten,
schaamtegevoelens en negatie
ve gedachten. Vaak liggen er
echter psychologische of psy-
cho-sociale factoren ten grond
slag aan het stotteren. Gevoe
lens van onzekerheid, gebrek
aan eigenwaarde, het op zoek
zijn naar een sterke schouder,
verwrongen ouder-kind-rela-
ties, allerlei problemen kunnen
stotteren tot gevolg hebben.
Een logopediste kan bij zo'n
stotteraar maar ten dele wat uit
richten. Ademhalingsoefenin
gen zonder de achterliggende
problemen aan te pakken, zijn
dan vergeefs. Een combinatie
van psychologische hulp en
ademhalings- of spreektechnie-
ken lijkt meer voor de hand te
liggen.
Juist omdat voor ieder mens
een eigen therapie moet wor
den gevonden, bepleit Van Al
phen de komst van centra. Bin
nen bestaande gezondheidsin
stellingen zou een dag of och
tend per week (of maand) en
team bestaande uit een logope
diste, stottertherapeute, peda
goog en psychotherapeute
spreekuur moet houden. Het
kind of de volwassene wordt ge
durende een paar uur bekeken
waama wordt vastgesteld welke
therapie de beste is. Van Al
phen: „Soms is geen therapie de
beste omdat dit het taboe van
het stotteren afhaalt. Of
groepstherapie. Veel stotteraars
praten vloeiend als ze alleen
met hun logopediste zijn. Spre
ken is echter een sociaal proces.
Dat doe je meestal met meerde
ren en oefenen met meerderen
kan dan ook heilzaam zijn".