Binnenland Japanse miljoenengift voor Van Goghmuseum Terlouw commissaris provincie Gelderland Dader seksuele terreur zelf misbruikt 'Het kwam aan als een klap op je kop' np Woensdag 2* september 1991 Redactie: 023-150225 JANINE BOSMA ALTAN ERDOGAN RONALD FRISART (chef) M DEN HURK SJAAK SMAKMAN FRANS V MARGOT KLOMPMAKER Vormgeving: MARIANNE VERSCHUREN Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), Gemeenschappelijke Persdienst (GPD), I Koper van 'Zonnebloemen' is nauw bij donatie betrokken AMSTERDAM ANP Het Rijksmuseum Vincent van Gogh in Amsterdam heeft een donatie van 37,5 miljoen gulden ontvangen van de in Tokyo gevestigde Japan Foundation. Het bedrag is be doeld voor de financiering en exploitatie van een nieuw te bouwen tentoonstellingsvleugel aan het museum. De architect van de nieuwe vleugel is de Japanner Kisho Kurokawa. Dit heeft het Van Gogh Museum gisteren meegedeeld. in totaal 1,2 miljoen belangstel lenden het museum. Begin 1990 vond met het oog op de overzichtstentoonstelling in het Van Gogh-jaar de eerste ingrijpende verbouwing plaats, die vooral van installatie-tech nische aard was. Zo werden bij voorbeeld de airconditioning en de lichtbehandeling aangepast en werd het restaurant vergroot. De verbouwing bood volgens het museum geen soelaas voor het ruimtegebrek. In totaal heeft het museum 4.500 vier kante meter extra oppervlakte nodig, waarvan een belangrijk deel onder de grond kan wor den aangelegd. De extra ruimte is nodig om- De Japan Foundation is een se mi-overheidsinstelling die tot doel heeft de culturele banden tussen Japan en andere landen te bevorderen. De donatie is mogelijk gemaakt door de Ya- suda Fire and Marine Insurance Company. President-directeur van dat bedrijf is Yasuo Goto, de man die in 1987 voor een toen malig recordbedrag een versie kocht van Van Gogh's Vaas met Zonnebloemen'. Het Van Goghmuseum kampt al geruime tijd met ruimtege brek. Toen het museum een ontwerp van de architecten Rietveld, Van Dille en Van Tricht in 1973 open ging, dat het museum de ruimte werd gemikt op een bezoekers aantal van 60.000 per jaar. Dat bezoekersaantal werd echter ruimschoots overtroffen. Kwa men er in 1985 al 586.489 men sen naar het museum, in het Van Gogh-jaar 1990 bezochten de vaste opstelling te klein acht, waardoor grote delen van het bezit aan Van Gogh en tijdgeno ten niet kan worden getoond. De vaste tentoonstelling bestaat uit ongeveer 120 schilderijen, terwijl de collectie in totaal uit Yasuo Goto, koper van de 'Zonne bloemen' en weldoener van het Van Gogh-museum. foto afp 400 schilderijen (waarvan de helft van Van Gogh), en 900 te keningen (waarvan tweederde van Van Gogh) bestaat. In het museum is ook geen aparte ruimte beschikbaar voor tijdelijke tentoonstellingen, zo dat het eigen bezit hiervoor tel kens moet wijken. Ook is er in het huidige museum geen plaats voor een apart depot voor werken op papier, geen in terne opslag, geen depot voor tijdelijke tentoonstellingen en geen ruimte voor educatieve ac tiviteiten. Het Van Goghmuseum is al vanaf 1989, het jaar dat de ge meente Amsterdam het muse um toestemming verleende om „enige delen van het Museum plein" te bebouwen, op zoek naar een mogelijke sponsor voor de aanbouw van een nieu we vleugel. Al snel werd contact gelegd met de president van de Yasuda Fire Marine Insurance Com- pagny, Limited, Yasuo Goto. Goto kocht in 1987 tijdens een veiling bij Christie's in Londen een versie van Van Gogh's Vaas met zonnebloemen' voor het toenmalige recordbedrag van 77 miljoen gulden. Zijn 'Zonne bloemen', werd tijdens de grote overzichtstentoonstelling in 1990 niet tentoongesteld, om dat de Japanse zakenman daar niet toe bereid bleek. Maar, zo zei een woordvoer ster van het museum gisteren, voor een goed overzicht van het oeuvre van Van Gogh was het doek niet echt onmisbaar, om dat het schilderij veel gelijkenis vertoont met de 'Zonnebloe men', die in het bezit is van het Van Goghmuseum. Vincent van Gogh schilderde in totaal zeven schilderijen met zonnebloe- Enorme drukte voor het veel te kleine Van Gogh-museum bij de opening van de grote overzichtstentoonstelling, vorig jaar april. In het Van Gogh- jaar 1990 bezochten 1,2 miljoen mensen het museum, twintig keer meer dan waarop bij de bouw in 1973 was gerekend. foto nieuw anefo rob booaerts men. Zes zijn daar nog van over. Eén van de doeken ging in Japan verloren tijdens de Twee de Wereldoorlog. De gemeente Amsterdam heeft volgens de woordvoerster van het museum nog geen ver gunning verleend voor de aan bouw van de nieuwe tentoon stellingsvleugel. „Wij participe ren in de Museumplein-discus sie, die de gemeente en het stadsdeel Zuid op dit moment voeren", zo laat zij weten. Op wat voor termijn met de bouw kan worden begonnen, is nog niet duidelijk. Een woordvoer ster van de Amsterdamse ge meente bevestigt dat de ge meente nog geen toestemming heeft gegeven voor de nieuw bouw. Zij verwacht dat de dis cussie over de herinrichting van het hoofdstedelijke plein bin nen enkele maanden zal zijn af gerond. De stichting Japan Founda tion heeft aan de donatie van 37,5 miljoen gulden geen voor waarde gesteld, aldus de muse umwoordvoerster. Ook zijn geen afspraken gemaakt over een eventuele naamsvermel ding van de stichting. Jan Terlouw wordt tijdens de formatiebesprekingen van 1981 geïnter viewd op het Binnenhof. Kort daarna was hij minister en vice-premier. foto bert zerhoeff arnhem-parus gpd-anp Terlouw vindt het een goede zaak dat D66 voor de eerste keer een Commissaris van de Koningin mag leveren. „Dat is een bevestiging van onze groei en stabiliteit. Een dergelijke be noeming komt wel behoorlijk laat. Een partij, die al al jaren meer dan zes zetels in de kamer heeft, had al veel eerder aan bod moeten komen." In 1973 volgde de toen 41-ja rige Terlouw Hans van Mierlo op als fractievoorzitter en poli tiek leider van D66. In 1981 werd hij na tien jaar kamerlid maatschap minister van econo mische zaken en vice-premier in het tweede kabinet Van Agt. Bij de val van dat kabinete een jaar later, verliet Terlouw teleur gesteld de landelijke politiek en aanvaardde hij de nieuwe func tie in Parijs. Als minister was hij geen suc cesnummer. Terlouw weet dat aan de pers, maar de kiezers dachten daar anders over. Dat bleek uit opiniepeilingen waar in D66 gestadig terrein verloor. De onzekerheid die Terlouw kenmerkte en zijn aarzelende optreden als minister van eco nomische zaken, wekten vaak het vermoeden dat hij de stof onvoldoende beheerste. Behalve als politicus kreeg Terlouw vooral bekendheid als schrijver, met name van kinder boeken als 'Pjotr', 'Koning van Katoren', en 'Hongerwinter'. Hij werd bekroond met de gouden griffel voor het beste jeugdboek in 1972 en 1973. Schrijven doet de D66'er vanwege zijn drukke werkzaamheden toch al veel minder: „Ongeveer eens in de drie jaar verschijnt er een boek van mijn hand. In dat trage tempo hoop ik in Gelderland te kunnen doorgaan." Hij schreef ook twee romans voor volwas senen en het politiek dagboek 'Naar zeventien zetels en terug'. Oud-minister dr. Jan Terlouw (D66) is benoemd tot Commis saris van de Koningin in Gelder land. Hij volgt per 1 november ing. M. de Bruijne (WD) op, die in mei van dit jaar overleed. Terlouw is in juni door D66 naar voren geschoven, na de spectaculaire winst van deze partij bij de provinciale verkie zingen. Hij is de eerste Com missaris van de Koningin van D66-huize. De 59-jarige Terlouw is sinds 1983 secretaris-generaal van de Europese Conferentie van Transportministers (ECT) in Pa rijs. Van 1973 tot 1981 was hij voorzitter van de D66-fractie in de Tweede Kamer. Van 1981 tot 1982 was de Democraat vice- premier en minister van econo mische zaken in het tweede ka binet Van Agt. Terlouw heeft doelbewust voor Gelderland gekozen. Een andere provincie had hem nooit als Commissaris van de Konin gin mogen begroeten. „Ik heb wel vaker nagedacht of ik dat ambt ambieerde. Ik vond echter dat ik er nog niet rijp voor was. Een eventuele benoeming tot commissaris is voor mij ook al tijd onlosmakelijk met Gelder land verbonden geweest. Ik wil zitten waar ik me thuis voel." Terlouw is blij met zijn be noeming. Hii vertelt dat „zijn wortels daar liggen. Ik heb mijn ieugd op de Veluwe doorge bracht. Het was mijn verlangen ooit nog eens naar Gelderland terug te Keren. Die wens gaat nu in vervulling." Het gesprek dat Terlouw on langs voerde met de vertrou wenscommissie. bestaande uit vertegenwoordigers van de frac ties in de Gelderse Provinciale Staten, resulteerde in een una nieme voordracht aan minister Dales van Binnenlandse Zaken. enschede. anp De 13-jarige jongen uit Enschede, die van de zomer 1989 tot juni 1991 meer dan twee honderd zedenmisdrijven pleegde, is zelf waarschijnlijk ook seksueel misbruikt. Zijn vader (42) is in verband hiermee aangehou den. De jongen is inmiddels veroordeeld tot zes maanden tuchtschool en onder toezicht gesteld. Hij verblijft voor behandeling in een therapeutisch instituut. De politie van Enschede en het openbaar ministerie hebben dit gisteren bekend ge maakt tijdens een persconferentie. Ook hulpverleningsinstanties hebben tijdens de ze bijeenkomst verklaringen afgelegd. Tot aan de zomervakantie van 1991 ver onderstelde de politie dat de jongen zich schuldig had gemaakt aan zedendelicten met vijftien buurtgenootjes en 45 mede leerlingen van zijn basisschool en van twee andere scholen in de wijk Stadsveld. In de loop van de zomer bleek hij ook ruim 140 kinderen in de wijk Twekkelerveld te heb ben misbruikt of onzedelijk betast. De jon- w vooral in de weekeinden toe, als ij een familielid verbleef dat in die wijk woont. Vanwege zijn uitstekende geheugen kon de dader al zijn slachtoffers aan de hand van foto's aanwijzen en zich de ge pleegde misdrijven tot in details herinne ren. De jongen heeft volgens het onderzoek van de politie vermoedelijk dagelijks kinde ren in de leeftijd van drie tot en met tien jaar misbruikt of met hen ontucht gepleegd. Sommigen werden meer dan één keer slachtoffer. Ook dwong hij kinderen tot ontucht in groepsverband, met hem of onderling. Om de kinderen te dwingen 'de seks-spelletjes' mee te spelen en te voorkomen dat ze hun mond voorbij zouden praten, maakte hij hen bang en gebruikte hij zelfs grof geweld: trappen, stompen en slaan. Het kwam ook voor dat hij kinderen vastbond. De medische klachten van de slachtoffer tjes waren of zijn van uiteenlopende aard: pijn in buik en benen, problemen met plas sen en stoelgang, roodheid en irritaties bij de plasser en anus. Daarnaast was of is er psychische schade: inslaapproblemen in combinatie met angst voor monsters, hek sen en vleermuizen, terugval in onzindelijk heid, hét vaker praten over seks en het meedoen aan seksueel gerichte spelletjes. Rustige kinderen werden plotseling ner veus, druk en zelfs agressief. Anderen kre gen een labiele stemming: snel huilen en pruilen. De meeste ouders hebben deze reacties niet in verband gebracht met de mogelijk heid van ontucht en bangmakerij. Bij veel kinderen zijn de reacties geleidelijk verdwe nen. Op het moment dat ouders met hen over het gebeurde wilden praten, reageer den ze heftig. Naar de indruk van de hulpverleners gin gen en gaan de ouders goed met de schok kende ervaringen van de kinderen om: rus tig, niet beschuldigend, de feiten van de voorvallen bij de naam noemend en de woorden die het kind gebruikt daarbij over nemend. Benadrukkend dat van boosheid geen sprake is en de angstgevoëlens wegne mend. „Het overgrote deel van de kinderen zal zich verder goed ontwikkelen. Over een klein jaar is het gebeuren voor kind en ou ders nog slechts een nare herinnering", zo verwachten de hulpverleners. Chagrijnig was hij, ongezeglijk en bij de minste of geringste aanraking barstte hij in tranen uit. Toen zijn ouders de brief van de politie kregen, dachten ze eerst nog aan een bekeuring, maar het was een ingrijpender boodschap. Hun vijfjarig zoon tje hoorde tot de ruim 200 kin deren die door de jeugdige da der waren misbruikt. .Alsof je een klap op je kop krijgt, 's Avonds konden we naar de informatie-avond van de politie, maar op school gin gen de verhalen natuurlijk al. Eerst wilde onze zoon niks ver tellen, maar de volgende dag kwam het er toch uit dat hij misbruikt was op het veld hier in de buurt. En dat terwijl hij daar normaal nooit heen gaat, omdat hij de straat niet over mag", vertelt het echtpaar uit Twekkelerveld. De Paulusschool zorgde voor prima opvang van de verontrus te ouders. Ook deze school moest klassefoto's inleveren, waarop de dader mogelijk slachtoffertjes zou herkennen. „Sommige kinderen moesten alsnog op de foto, omdat ze ziek waren toen de fotograaf op school was. En ook kinderen die erg op elkaar leken, moesten nog eens", legt de vader uit. De info-avond op het politie bureau was die twaalfde sep tember emotioneel geladen, somntige ouders moesten een tijdje op de gang getroost wor den. „Sommige riepen: hoe ziet die jongen eruit? Ik zei zelf ook meteen: als ik hem te pakken mmm krijg, maak ik 'm dood al zal ik er twee jaar voor moeten zitten. Maar ja, dat is een eerste reac tie", zegt de moeder. Voor de opvang stonden GGD, Riagg, maatschappelijk werk en de school klaar. „Je kreeg ook het advies naar de GGD te gaan als je kind licha melijke Wachten kreeg. Die we ten precies waar ze op moeten letten bij deze gevallen. Die eer ste brief was wel een hele nare manier om het te horen, maar aan een persoonlijke benade ring kun je met zulke aantallen ook haast niet meer beginnen." Om half elf werd de bijeen komst afgebroken. Echt uitge praat was toen nog niemand. De emoties laaiden ook later nog hoog op in de buurt. Wat er precies op het veld is voorgevallen, weten ze nog steeds niet. Wel sloeg hun kind sinds die dag agressieve taal uit. „Hij zei steeds: ik steek je dood of ik steek het huis in brand. La ter bleek dat hij daarmee door de dader bedreigd was." „Gelukkig is onze zoon een heel stuk opgeknapt doordat hij erover heeft kunnen praten. Je weet natuurlijk niet hoe het la ter gaat. maar hij is nu weer een stuk vrolijker. Vanavond aan ta fel zei hij: Nu ben ik niet bang meer. We hebben hem uitge legd dat dat ook niet hoeft. Die jongen zit vast en volgens de in formatie die wij hebben komt hij de eerste paar jaar de straat niet meer op." KOKANJE I er gelegenheid van I haar vijfentwintigjarig .JL bestaan liet de WDM, de Vereniging voor Dienstplichtige Militairen, we ten dat meer dan de helft van de dienstplichtigen van mening is dat het leger uitsluitend uit beroepskrachten zou moeten bestaan. Zou die wens in ver vulling gaan, dan zou daarmee ook het doek over de WDM vallen. Dat de meeste jonge mannen geen zin hebben in het solda tenleven, is niet iets van de laatste tijd. Wie niet beter wist, zou gedacht hebben dat de trei nen die mijn lichting in januari 1967 van Roosendaal naar Ber gen op Zoom brachten, bar stensvol zaten met losgeslagen dienstweigeraars. Vanuit de coupés werden de leden van de militaire politie, die met hun witte helmen opvallende ver schijningen op de perrons wa ren, voor 'pispotten' uitgeschol den. We zaten midden in de jaren zestig, de tijd van opstand en vrijheidsdrang. Menige acht tienjarige had al jaren van strijd met zijn autoritaire vader en. zijn autoritaire leraren achter de' rug. En dan zou hij zich nu zon der slag of stoot onder de krijgstucht laten plaatsen? Er- gens diep in het Brabantse land, in een plaats die Ossendrecht werd genoemd? Mooi nooit niet! We zouden dat Ossend recht eens ombouwen tot een soort Woodstock, met rock 'n roll in plaats van marsmuziek! In de trein schalden de songs van The Rolling Stones en The Pretty Things uit de radio's. De eerste paar dagen, toen we nog geen uniform aan hadden, bleef de baldadige stemming re delijk gehandhaafd. Daarna be- gpnnen korporaals en sergeants nUn gezag te laten gelden en snoerden de 'oliebollen' met in timidaties en dreigementen de mond. Lukte dat niet, dan zorg den een 'weekend binnen' en een 'verzwaard arrest' er wel voor dat de discipline werd af gedwongen. Een strafexercitie was ook altijd een geijkte me thode om een groep mores te leren. Als er 's avonds kamerinspec tie was, en de sergeant de in houd van een kast op de grond smeet, omdat de overhemden niet kaarsrecht waren opgesta peld, dan kropen de recruten morrend maar gehoorzaam over de grond om de rommel weer op te ruimen. Bleek het koperwerk niet blinkend genoeg gepoetst te zijn, dan mocht je die avond niet naar de kantine. Ik herinner mij nog goed hoe wij tijdens de eerste veldloop langs een meertje kwamen waarop een dun laagje ijs lag. Opeens klonk het bevel dat wij door het meer moesten waden. De oude opstandige geest maakte zich weer van het pelo ton meester en iedereen vertik te het om in het vrieskoude wa ter te stappen. Pas nadat er herhaaldelijk met streng arrest en wekenlan ge strafexercities gedreigd was, liet het grootste deel van de groep zich door het ijs zakken. De anderen liepen bedaard om de oever heen, omdat hen dat een veel betere methode leek om de overkant te bereiken. Ik hoorde ook bij die muiters. En hoewel ik de veldloop dus in droge kleren kon vervolgen, werd ik een paar dagen later toch met longontsteking in de ziekenboeg opgenomen. Wat me van die tocht heel goed is bijgebleven, is de wreve lige sfeer die er na afloop tussen de gehoorzamen en de muiters heerste. De laatsten vonden na tuurlijk dat de eersten zich laf hadden gedragen. Maar de ge hoorzamen vonden juist dat de muiters zich onsportief en aso ciaal hadden opgesteld. Mijn situatie werd er niet be ter op toen een officier bij de kastinspectie het boek 'Een vui le verrader' van dominee H. Diekerhof ontdekte. Het ver scheen in hetzelfde jaar dat de WDM werd opgericht. Dieker hof, een 'rooie dominee', die zich later bij Nieuw Links zou aansluiten, was met bonje uit de krijgsmacht vertrokken. Als kritisch ingestelde legerpredi- kant had hij het moeilijk met de mentaliteit binnen het leger en worstelde hij hevig met vraag stukken als oorlog en atoombe wapening. Dat hij tot taak had de geeste lijke weerbaarheid van de sol daten te verhogen en daarmee hun gevechtswaarde op te voe ren, zat hem evenmin lekker. Hij gruwde van militaire tap toes: „Ik begrijp het niet. Ik be grijp de carnavalsoptocht, de dansmariekes, de zotten, de boerenkapel. Maar het miljoe nen verslindende exhibitionis me van de parade en de taptoe begrijp ik niet. Exhibitionisme, oneerbaar vertoon van de po tentie tot doden, verminken en vernietigen, de smerigste vorm van exhibitionisme die er be staat, en waarvoor vrouwen doorgaans niet op de vlucht slaan." Mijn kastje werd natuurlijk leeggeschud en 'Een vuile verra der' kwam tussen de handdoe ken en de onderbroeken op de grond terecht. Nee, mijn mili taire toekomst zag er door de veldloop en de rooie dominee niet best meer uit. Verder dan gemeen soldaat heb ik het dan ook nooit geschopt. zwier* medewerker

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 4