Cultuur Papa moet naar bed vóór Sesamstraat Schrijver zonder een onderwerp De dood als meisje van acht Het adieu van een tevreden man Donderdag 12 september 1991 Redactie: 071-161400 CEES VAN HOORE RENEE DE BORST Eindredactie: PAUL DE TOMBE Vormgeving: NIEK FAAS 15 BOEKEN Zelf lezen en voorgelezen worden JEUGDLITERATUUR :t tekeningen van Detlef I geverij La Riviere Voorhoeve, 12,75; Nina ziet alles anders door Renate Welsh met tekeningen van Svend Otto. Zelfde uitgever, ƒ12,75; Hansjepansje draait door door Mirjam Pressler met tekeningen van Gitte Spee. Zelfde uit gever, 12,75; Bas aan zee door laak Dreesen met tekeningen van Dagmar Stam. Uitgeverij Altiora Averbode, 15,95; Annabel en de ontsnapte moemba door Joan Aiken met tekenin gen van Quentin Blake. Uitgeverij Hol land./17,90. In jeugdbibliotheken zijn verhalende boeken inge deeld in de categorieën A, B en C. Die eerste drie letters van ons alfabet staan voor leef tijdsgroepen. De A-afdeling is voor de jongste lezertjes: tot on geveer acht jaar. De B-afdeling bevat boeken voor kinderen die al goed zelf kunnen lezen: van ongeveer acht tot twaalf jaar en de C-afdeling is bedoeld voor hen die meestal de basisschool leeftijd zijn ontgroeid. Uiteraard is deze indeling niet meer dan een richtlijn. De grootste verscheidenheid aan leesstof is misschien wel te vinden in de A-categorie. Als we de prentenboeken even buiten beschouwing laten, vinden we daar namelijk boeken die voor gelezen en boeken die door de kinderen zelf gelezen kunnen worden. Het één is niet gelijk aan het ander. De voorgelezen verhalen moeten vooral inhou delijk boeien, de zelf te lezen verhalen moeten ook nog eens niet te ingewikkelde taal bevat ten. Dat uitgeverijen van deze haast onuitputtelijke markt graag een graantje meepikken, mag duidelijk zijn. Steeds vaker worden voor deze groep, al dan niet in serieverband, boekjes uitgegeven waarin het leesni veau volgens AVI of Brus aange geven wordt. Zo heeft uitgeverij La Rivière Voorhoeve de Blauwe Raven, boekjes van ruim zestig pagi na's op niveau AVI 4 tot 6. De serie is zeker de moeite waard: de boekjes zien er goed uit, zijn stevig, soms geschreven door gerenommeerde auteurs als El- fie Donelly en Mirjam Pressler èn ze zijn goedkoop. Een niet onbelangrijk voordeel voor kin deren met leeshonger, die nooit genoeg boeken op de plank kunnen hebben. Voor één dag maar van Manfred Mari zal veel kinderen aanspre ken. Anna en haar vader ruilen voor één dag. Anna neemt het werk van haar vader over bij de firma Grijs, jurkenfabriek, en meneer Hoefslag gaat een dag naar de Gebroeders Grimm- school. Anna bevalt het prima: stoffen ontwerpen, chocola bij het werk en om kwart over drie naar het zwembad. Papa heeft het veel minder naar zijn zin. Hij vindt het maar 'dom gedoe': je mag niet eens eten als je hon ger hebt. Al vroeg moet hij van Anna naar bed: 'Anders kun je er morgen weer niet uitkomen'. Uiteraard is veel in het verhaal nogal ongeloofwaardig. Dat kan ook niet anders in zulke zotte fantasie. Losbol Bal Kleuters aan wie Nina ziet alles anders van Renate Welsh wordt voorgelezen zullen dit hoog waarderen. Het boekje zit vol herkenbare situaties. Nina ont dekt als enige in een drukke straat een madeliefje. Zij zou er het liefst een hekje omheen ma ken, 'maar papa loopt alweer verder. Nana rent achter hem aan'. Nina ziet in haar kamer slechts poppen, dieren, blok ken, prentenboeken, autootjes, papiersnippers ('voedsel voor de slang') maar absoluut geen 'puinhoop', zoals haar moeder zegt. Verhaaltjes die simpel zijn van taal, maar leuk van idee en uitwerking met sfeervolle illu straties van Svend Otto. Onder werpkeuze en uitwerking zullen kleuters meer aanspreken dan oudere kinderen die het zelf le- Gitte Spee maakte de tekenin gen in Hansjepansje draait door van Miijam Pressler. Hans, die Hansjepansje wordt genoemd, valt op een dag echt onbe schrijflijk uit tegen de juf. Jessie denkt dat er iets verschrikkelijks is waarom hij zo doet. Wordt hij afgeperst? Heeft hij soms gesto len of wordt hij thuis geslagen? Jessie bespiedt hem en ziet dan dat hij een blauwe bril draagt. Zou dat naast zijn beugel en de steunzolen de bekende druppel zijn geweest? Samen met een paar klasgenoten vindt Jessie een originele en afdoende op lossing. Voor kinderen die op AVI 6 niveau lezen, is het een lekker gek en stevig verhaal, dat hier en daar te abstract van taal en te wijs is: 'Per slot van reke- Tekening van Gitte Spee, uit: 'Hansje Pansje draait door'. ning is ze sociaal voelend'. Waarschijnlijk vanwege het ein de van Bas aan zee van Jaak Dreesen, met tekeningen van Dagmar Stam, wordt het door uitgeverij Averbode op de ach terflap 'een 'ietwat magisch ver haal' genoemd. Als Bas ge droomd heeft dat hij op de bui tenkant van de vakantieflat een groot hart heeft getekend, blijkt dat de volgende ochtend werke lijkheid te zijn. Verder is het verhaal over Bas die op het strand van Oostende Maartje ontmoet, vooral kort en bevat het veel wit. Een fantastisch dwaas verhaal is het uil de mottenballen gehaal de (1973) Annabel en de ont snapte Moemba van Joan Aiken. Neem een pratende raaf Zeno die dol is op chips en diaman ten, een klein blond meisje An nabel dat nog niet op school zit en Kees de oppas die elke keer als hij kwam iets bedacht 'dat volkomen nieuw en anders was'. De moeder van Annabel, met haar man op het Losbol Bal, ziet als de telefoon niet opgenomen wordt in haar grenzeloze verbeelding allerlei rampen plaatsvinden. Brand weer en politie rukken uit. Voeg daarbij de illustraties van Roald Dahls hoftekenaar Quentin Bla ke en de ingrediënten voor een smakelijk leesmaal zijn aanwe zig. Voor jonge lezers is noeg. Amsterdam 1991 en boek over niks. Je I j hebt wel eens mo- menten dat je de be spreking van een verse roman of verhalenbundel bij die over zichtelijke mededeling wilt la- Dat beknopte oordeel drong zich al tijdens de trage lezing van 'Meesterwerk met brief, de derde roman van Rien Broere, bij me op. Veel maakt Broere elk geval niet wijzer met. zijn Meesterwerk over drie kun stenaars, die merkwaardig om mekaar heen springen. Alex Lauwers is de miskende en mis lukte schilder, die - misschien - een prachtdoek heeft vervaar digd, al denkt een kunstcom missie van niet. Zijn bemiddel de vriendje Vincent Prins heeft, beweert hij, met zijn landschap jes meer succes. In feite slijt hij zijn werkjes aan een zekere ga leriehoudster in Amerika, bij wie hij een kind heeft verwekt. Dat laatste leidt tot jammer klachten over ouderschap en tot een rare poging tot verkrach ting. De derde tobber is Selma During, die jaren huwelijk met een Steven verruilt voor een aanstaand schrijverschap en voor Alex. Drie titaantjes, die verschillende vormen van er kenning nastreven - voospel- baar vergeefs. 'Meesterwerk met brief doet qua thematiek wel denken aan Nescio, maar daarmee houdt el ke gelijkenis op. Logisch, want Broere mist de scheppende kracht om droeve goden van al lure te creëren, alsook de pran gende verteltrant om ze met meer dan een futloze plof op de harde aarde te doen tuimelen. Geen van zijn drie personages komt tot meer dan tweedimen sionaal leven. Het blijven flauw geschetste karikatuurtjes zon der diepte of inhoud, die malle pcaat bezigen en belangeloze dingetjes doen. Vreemd genoeg vermoed ik in Broere wel degelijk een aardige schrijver, die vaardig de pen hanteert en oog heeft voor een afwisselende, doorgrondelijke compositie. Helaas speelt de ar metierigheid van zijn gegeven hem meedogenloos parten. Een boek interessant vol! uil en over niks is wel een gave, maar niet een om dolblij mee te zijn. En zelfs dat lukt in 'Meesterwerk met brief aanvankelijk maar haperend. Zelden heb ik een ro man gelezen, die zo traag en met zo veel storende herhalin gen van start gaat. Dat Alex Lau wers een der hoofdpersonen is, wordt de klant terdege ingeha- merd. 'Alex Lauwers schrikt', 'Alex Lauwers staat voor zijn geopen de deur', 'Alex Lauwers is een endertig' (allemaal op blz 7), 'Alex houdt zijn jas aan', 'Alex Lauwers is behoorlijk eenzaam' (beide op blz. 9), 'Alex Lauwers is thuis' (blz. 11), 'Alex Lauwers ziet zichzelf anders dan zijn weinige vrienden en kennissen' (blz. 12). Het zal ook de meest nonchalante lezer niet makke lijk ontgaan dat Alex Lauwers een gewichtige rol speelt in het boek. Maar naderhand staan er toch ook veel mooie woorden, diepe gedachten en lange dialogen in dit meesterwerk. Wie van veel taal houdt, vindt er allicht iets van zijn gading. Rien Broere kan schrijven. Nu nog een onderwerp. 8HU*G£L d& Qu<t0 nmaskMn# bh mi tut 'De parabel van de blinden' van Pieter Bruegel. Nevenstaand gedicht komt uit 'Meulenhoffs Dagkalender 1992. Neder landse poëzie'. Samensteller Hans Warren, die binnenkort zeventig wordt en er zo'n vijftig jaar literaire activiteit op heeft zitten, koos deze keer een aantal gedichten over beroemdheden voor deze bundel. Het gedicht van Anthonie Donker is gemaakt ter gelegenheid van de sterfdag van Pieter Breughel. De dagkalender is een uitstekend kadootje voor Sinterklaas. U weet het: one poem a day, keeps the doctor away! EEN BREUGHEL De blindeninrichting gaat uit. Vijf uur. Een Breughel wordt de Amsterdamse tram. Zij staan iets te rechtop, onzeker stram, met het gezicht aldoor als naar de muur. Hun blik is lichtloos, van een wit glazuur. Alsof hij plots een andre route nam rijdt door hun nacht de Amsterdamse tram, door vreemde sferen zonder verf of vuur. Hun vingers die volleerd zijn in het voelen, baggernetten knopen en matten stoelen, vinden de weg in het donker op den duur. Zij staan, als knotwilgen in de natuur. Zij weten niet wat wij ermee bedoelen dat de duisternis invalt op dit uur. ANTHONIE DONKER Nieuwe roman Vogelaar over kinderleven vol geweld RECENSIE SOPHIE Danièle Sallenave, Adieu. Uitg. De Arbei derspers. |-H n je hebt I nergens spijt van, in feite ben je een wijs man", zeg ik terwijl ik mijn hand op zijn schouder leg. 'Spijt waarvan? Van wat je gedaan hebt of van wat je niet gedaan hebt?' 'Alle bei.' 'Van wat ik niet gedaan heb, heb ik zelfs geen idee. Er vaar jij het als een gemis geen- ....marara geen mararadja geweest te zijn?' 'Maharadja,' zeg ik 'Ja, met overal kralen en een grote tulband op je hoofd.' En een harem,' zeg ik. 'Ah, de harem!' En hij glimlacht fijntjes naar me.(..). 'Hoe dan ook, het zou toch te laat zijn, dus waarom zou je je druk ma ken?" Dit is een van de vele prachtige stukjes dialoog die het hoofdbe standdeel vormen van de ro man 'Adieu' van de' Franse schrijfster Danièle Sallenave. 'Adieu' vertelt het verhaal van een oude man, die naar aanlei ding van de visites en vragen van zijn neef, terugkijkt op zijn leven. De oudoom is afkomstig uit een eenvoudig milieu, heeft zijn hele leven gewerkt en woont hog steeds in zijn ge boortedorp. De neef logeert vanwege een werkopdracht in de buurt en zoekt de oude man om de paar dagen op. Hij is duidelijk geïn teresseerd in zijn voorgeslacht en vraagt naar oude verhalen over de familie en gebeurtenis sen uit het verleden. Ook heeft hij bijna altijd zijn camera bij zich om oudoom te portrette ren. De oude gaat maar mond jesmaat op de vragen in. Soms omdat-ie er met zijn hoofd niet zo bij is, soms ook door te zeg gen dat 't toch allemaal niet zo belangrijk en zeker niet bijzon der was, klagen doet hij nooit. Hij heeft geen spannende ver halen over avonturen uit zijn jeugd of de oorlog. Hij vertelt juist over de gewone, kleine dingen van zijn leven. Genegenheid In de loop van het boek voelt de lezer echter de genegenheid voor deze rustige oude man bij de neef, en bij zichzelf, groeien. Zijn lange leven heeft hem niets bijzonders gebracht, maar hij heeft gewoon gedaan wat-ie kon doen. Gewerkt, gespaard, z'n verzetjes gehad en een pret tig huwelijk. De tevredenheid en kalmte waarmee hij consta teert dat zijn leven goed verlo pen is, zijn niet saai. In plaats van het clichébeeld dat vaak van bejaarden wordt geschetst als lastige, zeurende schuife- laars, wordt hier een portret ge tekend van een man die zonder zelfbeklag waardig oud is ge worden (omdat dat nu eenmaal zo gaat). Het is een indringend beeld dat respect en genegen heid opwekt. „Ze zeiden van me: Lucien maakt zich niet druk.' 'Wat bedoel je daarmee, je druk maken?' 'Moeilijkheden zoeken, die er niet zijn of, zoals je oom zei hoger willen vliegen dan je kan.' Die berusting, die instemming, die tevredenheid heeft hij puur van zichzelf. Ze zijn hem gegeven: anderen zou den om zover te komen jaren van meditatie en groot leed no dig hebben. Hem is het gelukt zonder er bij na te denken, zo opeens, en hij ziet er niets bij zonders in, hij zou niet op het idee komen zichzelf ermee te feliciteren." Met de neef voelt de lezer zich als een klein kind dat naar een wijze volwassene luistert, en als een volwassene die maar mag hopen op zo'n manier oud te worden, in plaats van zich te la ten meeslepen in de redeloze jachtigheid van de 'moderne tijd'. Oud worden betekent helaas ook altijd ernstige slijtage. Te gen de tijd dat de opdracht van neeflief bijna afgelopen is, ligt de oude man in het ziekenhuis met een ernstige longaandoe ning. Niets aan te doen, hij wist wel dat-ie achteruitging: „..Als ik naar de anderen kijk, mijn tijdgenoten, die slepen zich voort, ik ben noodzakelijkerwijs net als zij." Maar hij heeft een kamer waar hij (natuurlijk) te vreden mee is, met leuke zus ters en een tv. Als de neef voor de laatste keer langskomt, weet iedereen dat het ook werkelijk afgelopen is. Gelukkig vormt 'Adieu' een mooi afscheid. De manier waarop Danièle Sal lenave in een roman van nog geen 150 schaars gevulde blad zijden het levensverhaal van ëen oude man indirect vorm en vooral zoveel inhoud geeft is zonder meer bijzonder te noe- RECENSIE ALFRED KOSSMANN Jacq Vogelaar, De dood als meisje acht. Uitg. De Bezige Bij. ƒ34,50. Nadat haar moeder is gestorven keert No- ra terug naar het dorp Moorgal waar ze kind is geweest en klimt in de boom waarin ze, vijfendertig jaar gele den, als meisje van acht, zich vaak had verborgen. Zo begint de roman 'De dood als meisje van acht' van Jacq Vogelaar. Bij na driehonderd bladzijden ver der glijdt Nora uit de boom en valt met haar gezicht in de modder. We moeten aannemen dat zij intussen haar kinderle ven heeft overpeinsd en dat het boek weergave is van haar over peinzing. Vogelaar (hij heette vroeger Jacq Firmin Vogelaar) is bekend als auteur van moeilijke boeken en als kenner van de wereldlite ratuur. Hij schreef 'ander pro za', experimenteel, 'neo-marxis- tisch', en werd weinig gelezen. De roman die hij nu publiceert 'is toegankelijk voor iedereen die bereid is langzaam te lezen, zich ernstig en rustig te nestelen in de boom van dit proza, een ingewikkeld vertakt proza. Ik heb echt de indruk dat Vogelaar de structuur van de eik heeft verplaatst naar zijn stijl, en dat hij door de verstrengeling van hoofd- en bijzinnen, de uitwei dingen, de trage episodes de boom heeft willen laten zien en horen. Moorgat is een weerzinwekkend dorp aan de grens en Nora is een ongelulckig kind. Zij had een vogel willen zijn, naar haar eigen gevoel ook kunnen zijn, en zij leeft in een wereld van varkensfokkende boeren, naast een slagerij. Zij vecht heftig maar op haar achtste moet zij de strijd opgeven. De mensen van wie zij hield zijn dood, een vogel of een wolk zal zij niet worden. De vrouw in de boom is zich ervan bewust dat zij op haar achtste is gestorven, aan de modder overgeleverd. De vrouw die haar moeder zou Jacq Vogelaar: poëtische beschrijving van het wassen van een rug. worden kwam in de nazomer van 1944 naar Moorgat, vieren twintig jaar oud, met een doch ter en een achterlijk zoontje. La ter werd Nora geboren, maar van een vader is geen sprake. De stadse mevrouw Stratter trekt in bij-de koster van het dorp, een tiran met een groot gezin en een tirannieke moeder, en zij is daar de nederige dienstmeid al maakt zij zich nog stads op. Rug wassen Er gebeuren de vreselijkste din gen in Moorgat. Dat 'de zigeu ner' en 'de vuile boer' op elkaar schieten of laten schieten geeft het bock iets van een ouderwet se streekroman want de kleine FOTO B Nora heeft met dat geweld niet veel te maken. Het meisje Lydia, eerst door Nora intens bemind, dan intens gehaat, wordt ver moord en in de klokketoren ver stopt. Erger is dat Mona in een beerput wordt geduwd, wordt levend of dood teruggesleept naar de schuur waar zij woont en daar met de schuur ver brand. Haar metgezel Jean hangt zich op, in die klokketo ren. Met Mona en Jean had het kind een heel innige relatie. Zij waren, net als zij en haar moeder, vreemdelingen in het dorp. Mona was een formidabel dikke vrouw, geschikt voor de kermis. Zij lag meestal op bed. in een schuur die door planten was overmeesterd. Haar partner was een lieve zonderling, bij zonder handig en lenig. Het kind mocht de dikke vrouw hel pen bij haar toilet, haar de rug wassen. Vogelaar beschrijft die séance heel uitvoerig en poë tisch. lean is de toeverlaat van het kind. Het dorp haat die vrouw, die zich aan het dorp niets gelegen laat liggen, en het dorp neemt wraak. Voor Nora is de zwijgende, meestal liggende Mona bovenmenselijk, buiten menselijk. Zij stond erbij toen de boeren de vrouw in de beer put duwden en de schuur in bcand werd gestoken. Zij ver beeldde zich dat zij Mona zag opstijgen, als een wolk of een ballon, een mythische verschij ning en verdwijning. Schitterend Zo is er een verhaal in dit boek, en het laat zich navertellen. In Nora's terugblik, die veel van een koortsdroom heeft, komt zij niet verder met verklaring en interpretatie dan zij als kind was gekomen. Het proza is ge compliceerd, in geen enkel op zicht kinderlijk, de vergelijkin gen en gedachtengangcn zijn die van een volwassene. Maar blijkbaar is het Nora na vijfen dertig jaar niet gelukt om al die gruwelijke geheimen te ontslui eren. Zij doet er misschien niet eens moeite voor. Van haar moeder heeft zij toen nooit de waarheid gehoord. En ook later sprak deze nooit meer dan een halve waarheid. Zoals Nora zal de lezer het met de raadsels moeten doen. Er staan prachtige bladzijden in het boek. Tot de mooiste beho ren die over het wassen van Mona's rug. Schitterend is bij voorbeeld ook het lange verhaal van Nora's wraak op de zo ge hate koster. Het kostergezin is weg, haar moeder is weg. Nora zal de besten verzorgen. Zij geeft de walgelijke varkens alles te vreten wat er in huis is, en zij slokken en slobberen zich dood. Per ongeluk laat zij de zak mengvoer bij de duiven liggen en ook die vreten zich dood. De moeder van de koster krijgt een beroerte. Het kleine meisje heeft haar woede met indruk wekkend geweld gekoeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 15