Feiten
'Ja, er zijn nog Joegoslaven'
De vergeten helden
van vrij Litouwen
Twijfel over redding Indiaas kindbruidje
Woensdag 11 september 1991
M PREENEN SJ. AK SMAKMAN
EN MENINGEN
Drazen (27) noemt zichzelf nadrukkelijk Joe
goslaaf. Hij is in Belgrado geboren, maar wil
zich niet als Serviër afficheren. Al op jonge
leeftijd heeft hij met zijn familie in het bui
tenland gewoond. Daar is hij al vroeg gecon
fronteerd met het beladen verleden van Joe
goslavië.
Aanhangers van de Kroatische Ustasha, de
fascistische groepering die in de Tweede We
reldoorlog verantwoordelijk was voor de
DE STRIJD IN JOEGOSLAVIË
zal binnenkort luwen als de
Rambo's na hun vakantie weer
naar huis gaan
TOM JANSSEN
moord op tienduizenden Serviërs, bedreig
den Drazen en zijn familie toen ze in Zweden
woonden. „Je kunt kiezen hoe je dood wil
gaan. Met een brandbom, aan het mes gere
gen of door de kogel", herinnert Drazen zich
een telefoongesprek uit 1971.
De Zweedse politie nam de dreigementen
serieus toen kort daarna de Joegoslavische
ambassadeur in Stockholm werd vermoord.
Het gezin werd onder bescherming gesteld.
Vader dook enkele maanden onder in Belgra
do.
Drazen heeft er geen hekel aan de Kroaten
aan over gehouden. Maar hij is wel voorzich
tig geworden. Met zijn echte naam wil hij niet
in de krant. Toch wil hij tegengas geven aan
de volgens hem Kroatisch gekleurde bericht
geving over de gevechten in Joegoslavië.
'Ze maken van alles een spektakel, zelfs van een oorlog'
„Het Westen kiest op historische gronden partij voor
Slovenië en Kroatië. Dat is onvermijdelijk. Het revanchis-
me speelt daarbij nog steeds een belangrijke rol. Honga
rije, Italië, Oostenrijk en Duitsland hebben allemaal
meerdere keren tegen Servië gevochten. En meestal ver
loren. Door toedoen van de Serviërs is de Donau-monar-
chie ten gronde gericht. Dat is hen nooit.vergeven denk
ik. Wat het Westen betreft houdt de grens van de bescha
ving op bij Belgrado. Het rijke, beschaafde, katholieke
Slovenië en Kroatië horen bij Europa, bij het arme en
achterlijke Servië begint in feite het Midden-Oosten. Zo
wordt gedacht."
De mensen worden opgehitst
en krijgen niet te horen wat er
precies gebeurt. Objectieve me
dia en een sterke oppositie zijn
in alle republieken voorwaarden
om tot een democratie te ko
men. Dan pas is er kans op vre
de. Zo lang president Milosevic
in Servië aan de macht is en
Tudjman in Kroatië wordt het
nooit rustig. Misschien dat de
soldatenmoeders een democra
tische beweging op gang kun
nen brengen. Want alleen met
andere, democratische leiders,
is er een oplossing mogelijk."
De vredesconferentie in Den
Haag dient alleen om het Wes
ten tevreden te stellen, denkt
Drazen. Servië wil pas echt on
derhandelen als de Servische
minderheid in Kroatië de gebie
den Slavonië en Krajina vast in
handen heeft. Kroatië moet vol
gens de Joegoslaaf dan wel in
stemmen met een soort van
confederatie, omdat grenswijzi
gingen voor de nationalisten in
Zagreb zijn uitgesloten. „Bin
nen een confederatie kunnen
we tot bezinning kpmen",
hoopt Drazen. „En als Milosevic
en Tudjman de nationalistische
kaart niet meer kunnen uitspe
len worden ze öpzij geschoven.
Dan kunnen echte democrati
sche leiders naar voren komen.
Dan kunnen we beginnen met
de opbouw van het land."
Drazen vraagt ondertussen be
grip voor de wensen van de Ser
viërs in Kroatië. „De vraag is of
we met één maat meten of met
meerdere. Als de Kroaten zelf
standig willen worden is dat pri
ma, maar waarom mogen de
Serviërs dan ook niet zelf over
hun toekomst beslissen? De
mensen in de enclaves zijn niet
voor Servië of voor Milosevic.
Ze willen bij Joegoslavië horen,
niet per se bij Servië. Dat zie je
ook aan de vluchtelingen
stroom. De mensen wijken uit
naar Hongarije en Bosnië, niet
naar Servië. Milosevic heeft in
Krajina en Slavonië niets te zeg
gen. Hij doet maar alsof, om in
AMSTERDAM HANS JACOBS
Volgens Drazen nemen de wes
terse media klakkeloos de be
richten uit de Kroatische hoofd
stad Zagreb over. „Denkt de
pers soms dat ze in Belgrado in
een soepkom wordt gegooid en
opgegeten? In Belgrado is meer
persvrijheid dan in Zagreb,
maar toch zitten alle journalis
ten daar. Dat blijkt ook uit de
tv-beelden, die rechtstreeks van
de Kroatische televisie worden
overgenomen. De Duitse ZDF
bracht onlangs een aantal ver
minkte lijken in beeld. Die
mensen zouden door Serviërs
zijn vermoord. Die reportage
zorgde in Joegoslavië voor veel
opwinding, vooral toen bleek
dat het geen vermoorde
Kroaten, maar vermoorde Ser
viërs waren. Het ZDF heeft het
bericht nooit rechtgezet Je zou
van journalisten verwachten dat
ze hun berichten controleren."
Drazen woont al jaren in Ne
derland. Van afstand, maar ze
ker niet afstandelijk volgt hij de
gebeurtenissen in zijn moeder
land. Het conflict heeft de Joe
goslaven in het buitenland kop
schuw gemaakt. „Je kunt nu
eenmaal niet zien welke natio
naliteit iemand heeft. Daarom
wordt contact zoveel mogelijk
vermeden." Dat leidt tot komi
sche situaties. Op het Centraal
Station in Amsterdam voeren
de Joegoslaven een soort rituele
dans uit rond de krantenkiosk.
„Als je een andere Joegoslaaf bij
het rek ziet staan, stop je. Je
houdt afstand. Je denkt 'straks
moeten we praten. Misschien
wel over politiek'. Dus wacht je
tot de kust veilig is."
Partijdig
Drazen koopt de Kroatische èn
de Servische kranten. „Ook al
zijn de media hier partijdig, het
is natuurlijk niet zo erg als in
Joegoslavië. Het is ongelofelijk
wat daar wordt geschreven. De
media zijn de oorlog begonnen.
het Westen indruk te maken.'
Communisten
„Dat de Serviërs voor Milosevic
hebben gestemd wil nog niet
zeggen dat ze communist zijn.
In Servië liggen de wortels van
de partizanenstrijd tegen de na
zi's. Veel Serviërs voelen nog
veel verwantschap met de idea
len van de partizanen. Tegen de
communisten stemmen is af
stand nemen van de partizanen.
Voor veel mensen is dat nog
moeilijk. Bovendien was er bij
de laatste verkiezingen geen al
ternatief voor Milosevic. De Ser-
visch-orthodoxe varkensfok-
kerspartij of iets dergelijks kun
je niet serieus nemen. En de na
tionalist Draskovic is nog erger
dan Hitler en Stalin samen. Als
die aan de macht komt, wordt
het pas echt een bloedbad.
Vreemd genoeg geniet hij wel
sympathie in het Westen. Hij is
rechts hè en anti-communist.
Dat is kennelijk voldoende.
Naar de mans verwerpelijke
ideeën wordt verder niet geke
ken."
„Binnen de enclaves zijn de
Servische nationalisten in de
minderheid. Wel een zeer zicht
bare en luidruchtige minder
heid. De Serviërs zijn op veel
plaatsen omsingeld en afgeslo
ten van de buitenwereld. Dat
wekt natuurlijk agressie op. Nu
vechten naast de extremisten
ook vrouwen en kinderen mee.
Ze vechten voor hun leven. Aan
beide kanten overigens, want
voor de ingesloten en bedreigde
Kroaten geldt natuurlijk hetzelf
de."
„Kroatië heeft nooit bestaan als
onafhankelijk land, althans de
laatste eeuwen niet meer. De
grenzen zijn kunstmatig getrok
ken. Een zwak Servië maakt een
sterk Joegoslavië zei Tito altijd.
Hij heeft daarom stukken van
Servië afgesneden, Vojvodina
en Kosovo werden autonome
provincies binnen Servië, een
deel van Servië ging naar Bos
nië. Kosovo is nu voor negentig
procent Albanees. De Serviërs
vormen door die herverdeling
bijna in alle republieken een
minderheid. Die minderheid
voelt zich buiten de bescher
ming van Joegoslavië bedreigd.
Het is toch te begrijpen dat die
mensen bij elkaar willen wonen
in één land. Dat land is Joego
slavië, r.ietGroot-Servië."
Joegoslaven
„Ja wel, er zijn nog Joegoslaven.
De moslims in Bosnië bijvoor
beeld en de mensen uit en met
een gemengd huwelijk. Dat zijn
er toch gauw een paar miljoen.
Ik denk dat veel Serviërs nog
Joegoslaven zijn, maar nog heel
weinig Kroaten zullen zich nog
Joegoslaaf noemen. Het veran
dert eigenlijk van dag tot dag.
De communisten hebben de
nationalistische gevoelens zeer
zwaar onderdrukt. Je kon beter
Tito voor rotte vis uitschelden
dan 'leve Kroatië' roepen. Nu de
druk van de ketel is, zie je een
explosie van nationalisme."
Toch kan Drazen soms nog la
chen om de strijd in Joegosla
vië. „Het is ook een avontuur.
Kroatische en Servische emi
granten komen uit Canada en
Australië om mee te vechten.
Over een paar weken zal de
strijd luwen. Dan zijn de avon
turiers en sensatiezoekers weer
aan het werk. Nu zie je die lui
nog door het beeld lopen, met
hun Rambo-uitdossing. Haar
band, blitse zonnebril, munitie
over de schouder. Precies zoals
ze het in films hebben gezien. Je
vindt die lui ook niet in de
frontlinie, dat is te gevaarlijk.
Dan worden ze vermoord en
hebben ze thuis niets te vertel
len."
„Het tekent wel de aard van de
Joegoslaven, ongeacht of ze nu
Kroaat, Sloveen, Macedoniër of
Serviër zijn. Joegoslaven zijn
chaotisch, onvoorspelbaar,
anarchistisch en individualis
tisch. Ze maken overal spekta
kel van, zelfs van een oorlog. Ze
luisteren naar niemand. Dat zie
je ook bij de gardisten en mili
ties. Ze zijn trots en zullen nooit
toegeven dat een ander beter
is."
NEW DELHI TIM MCGIRK
De Indiase stewardess die een tienjarige
bruidje heeft gered dat door haar ou
ders aan een oudere Saudiër was ver
kocht, begint haar goede daad in twijfel
te trekken. Ondanks protesten van par
lementsleden en vrouwengroeperingen
hebben de autoriteiten het jonge mos
lim-meisje, Ameena Begum, opgesloten
in een gevangenis vol dieven, prostitu
ees en gekken.
Als een kind meevliegt, stelt stewardess
Amrita Ahluwalia van Indian Airlines het
meestal gerust met een plaatsje aan het
raam en wat snoepjes. Maar tijdens een
binnenlandse vlucht vorige maand van
Hyderabad naar Delhi was het meisje
dat in haar zwarte sluier tot de grond bij
de deur van het vliegtuig stond te snik
ken, niet te troosten.
„Onder haar lange sluier kon ik zien dat
ze als bruidje was gekleed", vertelt
Ahluwalia. „Haar handen waren met
henna ingesmeerd en ze droeg een glan
zend blauwe jurk."
In de tien jaar dat Ahluwahlia als stewar
dess werkt, heeft ze al veel jonge bniidjes
gezien die uit India werden gesmokkeld.
Ze heeft altijd haar mond gehouden.
„Maar dit meisje was zo vreselijk jong. Ik
vroeg haar met wie ze was. Ze vertelde
dat ze met een oude man was die heel
slecht was en heel vies. Haar ouders
hadden haar met hem laten trouwen."
Ameena, een schoolmeisje uit de vijfde
klas. verklaarde dat de Saudische man
haar na de huwelijksvoltrekking mee
naar een hotelkamer had genomen waar
hij haar dijen was gaan strelen. Door
haar harde geschreeuw was het hotel
personeel op de deur gaan bonzen, en
was de bruidegom op leeftijd gedwon
gen haar alleen te laten.
De stewardess zag de 'echtgenoot' op de
stoel die naast die van Ameena was gere
serveerd. „Jakkes! Hij was zo lelijk, zo af
zichtelijk... Toen ik hem zag, knapte er
iets in me." Toen ze hem aanviel over
het meisje, bleef de 65-jarige Yahya Mo
hammad al-Sagish herhalen: „Echtgeno
te! Echtgenote!". Hij liet de stewardess
zijn huwelijkscertificaat zien, waarop
stond dat Ameena 32 jaar was. „Het was
belachelijk, Ameena ziet er geen dag ou
der uit dan tien", vertelt de 32-jarige ste
wardess.
Met het risico haar baan te verliezen,
vroeg Ahluwalia steun van passagiers.
„Ik heb hen verteld dat we allemaal wei
eens verhalen hadden gehoord over In
diase meisje die aan vreemden worden
verkocht en dat we nu de kans hadden
om hier iets aan te doen. Ik zei dat ik me
persoonlijk plechtig voornam deze man
er niet met dit meisje vandoor te laten
gaan."
De bemanning en de passagiers besloten
door te vliegen naar Delhi omdat ze ver
onderstelden dat de Saudische man rijk
genoeg was om zich vrij te kopen van de
politie in Hyderabad. „Hij zou met het
meisje weer de eerstvolgende vlucht
naar Delhi hebben genomen", aldus
Ahluwalia. „Het is droevig, maar zo gaat
het in India."
Na de landing begonnen Ameena's pro
blemen opnieuw. De stewardess pro
beerde, met hulp van enkele vrouwen
groeperingen, de voogdij te krijgen over
het meisje, dat haar „tantetje" noemt. Ze
wilde niet terug naar haar familie.
.Ameena was bang voor haar vader
een arme riskja-bestuurder die haar
weer zou kunnen verkopen."
In plaats daarvan besloot het gerechts
hof Ameena naar Nari Neketan te sturen,
een afdeling voor mensen in voorarrest,
die hoort bij de zeer goed beveiligde ge
vangenis van Delhi, waar, volgens som
mige vrouwelijke activisten, verscheide
ne cipiers een handeltje'drijven door
meisjes als Ameena voor seks aan de
.mannelijke gevangenen aan te bieden.
Het hof hoorde dat haar ouders, die met
nog zes kinderen in een eenkamerflat
wonen, zo n 1200 gulden hebben ont
vangen voor Ameena. Haar moeder, Sa-
bera, vertelde haar dat de Saudische
man heel rijk was en dat ze in een groot
huis zou komen te wonen. Toen Sabera
vernam dat de oudere echtgenoot was
gearresteerd voor seksuele aanranding
en huwelijk met een minderjarige, klaag
de zij: „Waarom heeft ze er zo n toe
stand van gemaakt?"
De politie ontdekt dat de heer al-Sagish
nog een vrouw en drie kinderen had
weggestopt in een hotelkamer in Hy
derabad. In zijn portefeuille zaten foto's
van 15 jonge meisjes. Volgens de politie
had hij Ameena naar New Delhi meege
nomen om een vals paspoort voor haar
te verkrijgen.
Haar zaak kwam in het parlement, en
vrouwelijke parlementariërs eisten dat
het ministerie van binnenlandse zaken
een onderzoek zou instellen naar de
handel in Indiase meisje. Maar intussen,
terwijl de zaak politieke oproer veroor
zaakt, bevindt Ameena zich nog steeds
in het huis van bewaring.
„Ik heb haar eten gebracht en schone
kleren, maar de bewakers laten me niet
binnen", vertelde mevrouw Ahluwalia.
„Ik voel me heel schuldig dat ze daar nu
vastzit. Ik vraag me af of ik er wel goed
aan heb gedaan."
Deze vrouw is de wanhoop nabij nadat haar huis bij gevechten tussen
Kroaten en Serviërs is vernield. „De soldatenmoeders kunnen Joegosla
vië wellicht in een andere richting sturen".
FOTO EPA VECERNJILIST-BELOSEVIC
'Gevangen tussen de aarde en de lucht'
EDWARD LUCAS
THE INDEPENDENT
Gevraagd naar zijn levensge
schiedenis barst Klemensas
Sirvys, een trotse man, in tra
nen uit. Hij verwijt de westerse
veiligheidsdiensten en de Li
touwse regering in balling
schap niets, hoewel zij het wa
ren die hem en zijn vrienden
terugstuurden naar Litouwen
om te vechten in een oorlog
die al jaren verloren was. Sirvys
had liever gezien dat ze hon
derden mensen hadden ge
stuurd in plaats van een hand
jevol om weerstand te bieden
aan de Sovjet-bezetter.
Zelfs op zijn jaren in de straf
kampen in de Goelag kijkt hij
met een zekere gelatenheid te
rug—ze waren beter dan de
eenzame opsluiting en de da
gelijkse ondervragingen die op
zijn gevangenneming volgden.
Maar hij herinnert zich de be
lofte van vader Krupaviciaus,
de inmiddels overleden katho
lieke priester die de scepter
zwaaide over het hoofdkwar
tier van de Litouwse verzetsbe
weging (VLIK) in het na-oor-
logse Duitsland. „Als Litouwen
zijn vrijheid terugkrijgt, zullen
jullie niet worden vergeten."
Maar de VLIK heeft Sirvys en
zijn collega's in de kou laten
staan. Net als vele Oosteurope
anen vonden duizenden Esten,
Letten en Litouwers de over
heersing door de Sovjetunie
nog erger dan de bezetting
door de nazi's. Zij vluchtten in
1944 naar het Westen. Terwijl
de wereld na de Tweede We
reldoorlog op grote schaal de
mobiliseerde, woedde er een
•verbitterde strijd in het nieuwe
Sovjet-rijk: in de westelijke
Oekraïne, Polen en de drie Bal-
tische staten.
„We verwachtten dat er op
nieuw oorlog uit zou breken",
vertelt Sirvys, nu weduwnaar
en invalide door een beroerte.
„Mijn vriend Rytas zei 'zou je
terug willen gaan naar Litou
wen om tegen de Russen te
vechten?' Ik zei 'natuurlijk'."
Verraders
Sirvys en tientallen andere Li
touwers kregen een twee-jarige
opleiding aan een door de Ver
enigde Staten gefinancierde
school voor spionnen bij Mün-
chen. Niemand vertelde hun
dat de NKVD (de voorganger
van de KGB) met de hulp van
verraders zoals de Britse dub
belspion Kim Philby de weer
stand van de Litouwse partiza
nen grotendeels had gebroken.
Jonas Kukauskas, een parti
zaan die binnen luttele maan
den na zijn aankomst in Litou
wen in 1951 werd gearresteerd,
zegt: „Ik begreep dat de zaken
er veel erger voorstonden dan
ons was verteld. Maar nie
mand nam het voor ons op en
we konden het land niet meer
uit omdat we geen papieren
hadden. We zaten gevangen
tussen de aarde en de lucht."
Sirvys is milder. „Ik neem het
de VLIK niet kwalijk. Die wilde
Litouwen bevrijden, net als
wij." Samen met een vriend
landde Sirvys 's nachts per pa
rachute in Litouwen om zich
aan te sluiten bij een van de
nog actieve partizanengroep-
jes, de 'woudbroeders'. Twee
jaar lang leefde hij in bunkers
in de bossen bij de vroegere
hoofdstad Kaunas en stuurde
hij gecodeerde berichten naar
de VLIK-leiders in het Westen.
Ondanks de succesvolle pogin
gen van de NKVD om de parti
zanen uit te schakelen, bleven
aanvankelijk haarden van ver
zet bestaan. Maar door de col
lectivisatie van de landbouw in
het begin van de jaren vijftig
werden de partizanen die
steeds op de boeren hadden
kunnen rekenen afgesneden
van hun bronnen van voedsel,
informatie en hulp. In 1954
was het verzet uitgepieterd, zat
Sirvys al bijna twee jaar gevan
gen en was hij al die tijd bloot
gesteld geweest aan ondervra
gingen door de NKVD.
Hij werd veroordeeld tot 25
jaar gevangenis en aansluitend
vijf jaar verbanning. Door een
besluit van de Litouwse rege
ring om gevangenisstraffen te
beperken tot 15 jaar kon hij in
1970 naar Litouwen terugke
ren. Hij trouwde met een
schoolvriendin en vond met
moeite een baan. De KGB bleef
hem wekelijks ondervragen.
Geprezen
In de Baltische staten worden
de partizanen nu geprezen en
geëerd. Er is een boekje uitge
geven met reprodukties van
verbleekte en beschadigde fo
to's van honderden woudbroe
ders (waaronder de jonge Sir
vys) bij hun oefeningen en pa
rades in afgelegen open plek
ken in de bossen. Een aantal
van de verouderde wapens die
dit jaar werden gebruikt bij de
verdediging van het parlement
in Vilnius, stamde uit geheime
wapenopslagplaatsen van de
partizanen.
Maar weinig in het Westen op
geleide partizanen zijn in de
openbaarheid getreden. „Het
r be
ter met niemand kon praten",
zegt een functionaris van het
nieuwe Instituut voor de Stu
die van Politieke Onderdruk
king, dat momenteel de gege
vens verwerkt van duizenden
enquêteformulieren die zijn
ingevuld door woudbroeders
en voormalige politieke gevan
genen.
Nu de ex-partizanen eindelijk
bij elkaar kunnen komen en
openlijk over hun belevenissen
kunnen praten, wil Sirvys er
dolgraag bij zijn. Maar hij kan
nauwelijks van de ene kant van
zijn woonkamer naar de ande
re kant strompelen: „Ik voel
me nu meer een gevangene
dan in de Goelag."
Groot-Brittannië en de Vere
nigde Staten hebben geen en
kele belangstelling getoond
voor hun Baltische protégés.
En de VLIK nu een welva
rende beweging met haar
hoofdkantoor in Washington
DC lijkt weinig gelegen te
zijn aan het lot van de mannen
die ze op een onmogelijke mis
sie stuurde. In een brief aan
haar leider, Kazys Bobelis,
schreef Sirvys: „VLIK heeft be
loofd dat er voor ons zou wor
den gezorgd als we het zouden
overleven". Vorige maand
kreeg hij het antwoord: de be
weging was zich niet bewust
van 'enige beloften' gedaan
door vader Krupaviciaus.
VERTALING: MARGREET
Oudere Litouwers betoogden de afgelopen maanden bij het gebarri
cadeerde parlementsgebouw in op vrolijke wijze tegen de Sovjet-be
zetter. ARCHIEFFOTO AFP WOJTEK DRUSCZ