Zaken 'Hoe meer ondernemingen, des te leuker wordt de stad' 'Piano kost veel geld, maar is niet duur' iik Meer hulpaanvragen voor alarmcentrale EuroCross 'Ondernemers kunnen niet zelfstandig hun weg vinden' Woensdag 11 september 1991 Redactie: 071-161400 WILLEM SPIERDIJK CAROLINE VAN OVERBEEKE Eindredactie: NIEK FAAS Vormgeving: SIMON DE GRAAF 19 STAND VAN BARN1NG: „DE BELANGSTELLING voor de piano neemt de laatste jaren M weer toe. De mensen worden de televi sie nat en daarbij raakt de jeugd meer geïnteresseerd in klassieke muziek" Starterswinkel verhuist naar Middelste gracht in Leiden MEDEWERKER „Niet erg", vindt de bemanning van de Starterswinkel. „Met het lawaai van de verbouwing valt er toch niet te werken. Het nieuwe pand heeft bovendien meer mogelijkheden." Zeker nu er binnen niet al te lange tijd iets te vieren valt. Volgend jaar hoopt de winkel in elk geval zijn eerste lustrum te vieren maar dit jaar nog wordt de duizend ste inschrijving verwacht. 18 september wordt het nieuwe onderkomen officieel geopend. Goed span De Leidse Starterswinkel wordt geleid door bedrijfsadviseur Da- De Starterswinkel gaat verhuizen. Het adviesbureau voor beginnende ondernemers wordt verplaatst van het pand aan de Haarlemmerstraat naar het Mostert-verzamelge- bouw aan de Middelstegracht. Een gedwongen verhui zing weliswaar want de verhuurder, het Leids Volkshuis, heeft vanwege bouwplannen de huur opgezegd. ve Zwaan (25). De bedrijfskun dig econoom wordt elke week een dag bijgestaan door José ten Kroode (35), die haar baan van bedrijfsadviseur koppelt aan die van cursuscoördinator. Zwaan: „We vormen een goed span. Ik ben meer gericht op kostenstructuren terwijl José meer op de gespreksvoering en marketing zit." De stelling lijkt gerechtvaardigd dat de winkel zijn plaatsje in Leiden heeft ver diend. In 1987 opgericht door de gemeente Leiden was de Starterswinkel er vooral voor mensen die slecht aan bod kwa men. „De invalshoek was om iets te doen aan de werkeloos heid. Door ondernemen creëer je je eigen baan en hopelijk ook voor een ander." zegt Ten Kroode. „We dragen bij aan de diversiteit van de economische bedrijvigheid. Hoe meer soor ten ondernemingen, des te leu ker de stad is." De Starterswinkel is een on derdeel van de Stichting Werk gelegenheid Leiden, die onder meer het organiseren van cur sussen, financieringsondersteu ning en de huur van bedrijfsver zamelgebouwen in haar pakket heeft. Dat laatste is zeker voor beginnende ondernemers inte ressant. Behalve het Mostert- gebouw is ook de voormalige matrassenfabriek Olga beschik baar als 'bedrijfsverzamelge bouw'. Beginnende onderne mers, kunnen in die gebouwen een ruimte huren en van diver se voorzieningen gebruik ma ken. „Er is een duidelijke pro gressie. We worden steeds kun diger en efficiënter," constateert Zwaan. Vaardigheden die onderne mers eveneens goed kunnen gebruiken. Starters dienen in eerste instantie zelf hun zaken goed aan te pakken, vinden Zwaan en Ten Kroode. „Wij le veren de handvaten aan maar de mensen moeten bijvoor beeld zelf met de cijfers ko- Misschien niet de leukste kant van het ondernemersschap en ook niet voor iedereen weg gelegd. Alle lagen van de bevol king zijn in de kaartenbak van de Starterswinkel vertegen woordigd, Met verschillende in teresses en ideëen. Ten Kroode: „Van elk opleidingsniveau heb ben we wel mensen. De meeste aanvragen zijn voor de horeca en de detailhandel en dan met name voor de sectoren waar je geen vestigingsvereisten hebt. De hoger opgeleiden zitten vaak in de dienstverlenende sector." Vrouwen Zwaan vindt het opvallend dat er in de Leidse regio steeds meer vrouwen een eigen bedrijf willen beginnen. „In 1989 bij voorbeeld was het landelijk ge- Dave Zwaan en José ten Kroode van de Starterswinkel: „Door ondernemen creëer je je eigen baan en hopelijk ook één voor een ander. foto hielco kuipers middelde 18%", rekent hij voor. „Misschien dat dat percentage nu iets is opgetrokken maar dan nog is het een hoge score." Een ander feit is dat er steeds meer mensen samen het avontuur te gemoet gaan. Daar ligt onder meer de combinatie van talen ten, geld en flexibiliteit aan ten grondslag. „Er is één grote maar bij," waarschuwt Ten Kroode. „Er behoort een goede taakver deling te zijn. Je zit namelijk meer aan elkaar vast dan aan je huwelijk." Elk geval wordt serieus be handeld, zegt Ten Kroode. „Het komt voor dat dat je je de advo caat van de duivel voelt. In de gespreksvoering speel je een be paalde rol. Soms steek je ie mand een hart onder de riem maar je moet er ook voor zor gen dat ze met beide benen op de grond blijven staan." In de ruim vier jaar zagen de advi seurs van de Starterswinkel slechts éénmaal onterecht een beginnende onderneming niet zitten, aldus Zwaan. Een vrouw meende de kost te verdienen met de verkoop van gouden kunstnagels en laeeg een nega tief advies. „Nou, die vrouw ver scheen met haar gouden nagels in een TV-show van Linda de Mol en sindsdien loopt het als een trein". Alarmcentrale EuroCross (on derdeel van de Zilveren Kruis- groep) heeft in het afgelopen vakantieseizoen zo'n 6.500 hulpaanvragen van gestrande vakantiegangers verwerkt, 20 procent meer dan was ver wacht. Volgens EuroCross is de stijging vooral te wijten aan een toename van het aantal auto vakanties, mogelijk als gevolg van de Golfoorlog. EuroCross is gespecialiseerd op het gebied op de medische hulpverlening. Verzekerden kunnen er ook terecht voor mankementen aan de auto. Het afgelopen zomerseizoen zijn er volgens de alarmcentra le opvallend meer hulpaanvra gen binnengekomen met be trekking tot defecte auto's, ca- deel daarvan kwam uit Frank rijk en Zwitserland. Ook in het voorseizoen was het aantal hulpaanvragen bo ven verwachting. „In juni boek ten veel Nederlanders last-mi- nutereizen om de regen te ont vluchten. Een te haastig vertrek en slechte voorbereiding leid den in een aantal gevallen tot hartklachten en andere licha melijke ongemakken", aldus EuroCross. Door de groei van het aantal autovakanties namen ook de meldingen over letsel door ver keersongevallen toe. EuroCross heeft ook nogal wat fietsers aan de lijn gehad die letsel opliepen door valpartijen. Hartklachten, maag-en darmklachten nemen in het rijtje van medische hulp verleningen een tweede en der de plaats in. In de meeste ge vallen leidden de klachten tot ziekenhuisopname. EuroCross heeft afgelopen zomer 700 zie ke vakantiegangers naar huis gebracht. Piano- en orgelhandel Barning bestaat 70 jaar LEIDEN WILL6M SPIERDIJK Rechtsonder het toetsenbord kan een cd de piano in worden geschoven. Daarboven zit een disk-drive waarmee de pianist op een computerschijfje een opname van de muziek kan maken. Het is de nieuwste aan winst van pianohandel Baming die deze maand het 70-jarig be staan viert. Directeur W. Bar ning ziet nog meer nieuwe ont wikkelingen in zijn branche. „Straks is het niet meer nodig om de bladmuziek om te slaan, de notenbalken 'trekken dan op een video-schermpje aan je voorbij." Het zijn vindingen waaraan de oprichter van het bedrijf, W. Baming, bij de opening van zijn bedrijf in 1921 aan de Oude Sin gel 16 wel nooit aan zal hebben gedacht. De Leidenaar, die bij pianofabriek Cuypers in Den Haag werkte, werd tot de op richting van een eigen bedrijf gedwongen door zijn vrouw. "Die zei tegen hem, nu begin je een eigen zaak in piano's of in textiel. Ik ben blij dat het uitein delijk piano's zijn geworden", vertelt de zoon van de oprich ter, C.M. Baming, die net als het bedrijf deze maand een jubie- um viert, hij is 50 jaar aan het bedrijf verbonden. En zo begon W. Baming in 1921 met zijn zaak, waarin hij vier piano's op stelde, die toen zo'n 700 gulden kostte. De Leidse pianohandel kende in de begintijd moeilijke perioden. Maar na de crisistijd en de oor log begon de zaak beter te lo pen. „Na de oorlog is het geld gaan rollen, daar hebben na tuurlijk meer bedrijven van ge profiteerd, stelt W. Baming, de kleinzoon van de oprichter die inmiddels 20 jaar bedrijfsleider Impuls Een enorme impuls in deze branche was de opkomst van het elektronisch orgel. Philips bracht in het begin van de jaren zestig de zogenaamde Philicor- der op de markt. Het was het begin van een rage, die tot diep in de jaren zeventig zou duren. De orgels werden steeds verder uitgebreid. Er kwamen er met twee klavieren, met pedalen, met synthesizer. Baming sr. weet nog goed dat zijn bedrijf er Baming sr. en jr.: „Als je een uur achter de piano hebt gezeten, krijg je een geestelijke douche, je voelt je herboren." foto hielco kuipers soms op een zaterdag twaalf verkocht. „En echt niet de goed koopste modellen". Baming verkocht in die tijd niet alleen orgels en piano's. Er werd ook les gegeven. "Dat ge beurde op een serieuze manier, er waren leerlingen die wel acht of negen jaar les kregen. Het was in die tijd noordzaak om het te doen, want de muziek school had geen plaats meer. Inmiddels kan die weer leerlin gen plaatsen en zijn wij met deze activjteiten opgehouden". Rage ten einde De verkoop van orgels stelde Baming wel in de gelegenheid een groter pand te betrekken. In 1976 werd de winkel aan de Oude Singel verruild voor een groot pand aan de Stationsweg. De rage van de elektronische orgels kwam weer ten einde, maar ook de verkoop van pia no's liep aan het eind van de ja ren zeventig terug. Nieuw was wel de verkoop van synthesi zers, maar die haalde nooit de populariteit van de orgels. De daling in de verkoop van pia no's laat zich illustreren door de importcijfers van Nederland. In de jaren zeventig kwamen er nog 15.000 ons land binnen, dat getal is inmiddels gedaald tot 5.000. De verklaring voor de dalende verkopen is volgens W. Baming het einde van de geboortegolf. „Er hebben meer zaken klappen gehad in de jaren tachtig, echt niet alleen in de pianobranche". Aan de prijs van een piano kan het volgens Barning sr. niet liggen. "Natuurlijk kost een in strument veel geld, maar duur vind ik het niet. Een auto is duur, die is na een paar jaar niets meer waard. Een piano behoudt z'n waarde. Ik heb er bij inruil vaak meer geld voor betaald, dan ik ontving bij ver koop". Ondanks het inzakken van de verkopen van piano's en elek tronische orgels kon Baming het hoofd toch boven water houden. „Wij hebben nooit gek- ke sprongen gemaakt, we heb ben geen huis op de Canarische eilanden en geen jacht op de Noordzee", zegt Baming jr. Boogie-woogie Aan het eind van de jaren tach tig is de belangstelling voor de piano echter weer aangewak kerd. Barning heeft daar wel een verklaring voor. „De mensen zijn de televisie zat. De jeugd raakt meer geïnteresseerd m klassieke muziek. Dat komt ook door de blokfluitlessen op de la gere scholen". Bovendien is het repertoire voor de beginnende pianisten veel aantrekkelijker geworden. Baming sr. weet nog dat de leerlingen vroeger wer den onderwezen met saaie etudes. „Als een beginner nu dreigt af te haken, kan de leraar 'm boogie-woogie laten spelen om de zin er toch nog een beetje in te houden. Zo iemand krijgt na een aantal jaren mis schien ook weer interesse in klassiek werk". Baming ziet de toekomst dan ook met vertrouwen tegemoet. Een flinke verbouwing van het pand aan de Stationsweg illu streert dat. De Barnings kunnen een ieder van harte aanraden op zich op het pianospel te stor ten. „We zijn eigenlijk het ver lengstuk van de psychiater. Als je een uur achter de piano hebt gezeten, krijg je een geestelijke douche, je voelt je herboren. Dat geldt niet alleen voor het pioanospelen. Het is toch heer lijk om bij thuiskomst van je werk een cd'tje op te zetten, je komt helemaal tot rust." Leids bedrijf begeleidt ondernemers die willen innoveren LEIDEN PETER POT Wat hebben een bloembollenteler die zijn bollen automatisch wil latën pellen en een fabrikant die zijn bedrijf naar Groningen wil verplaatsen ge meen? Ogenschijnlijk niets, maar toch meer dan op het eerste gezicht lijkt. Beiden willen innove ren (vernieuwen) en hebben daarvoor, zoals zo veel ondernemers, te weinig kennis in huis. En als je die kennis niet hebt, moet je die elders zoeken. Maar waar? Bovendien moet de innovatie ook nog eens betaald worden. Is daar ook subsidie voor? Het Leidse bedrijf Interface Plus houdt zich al ruim acht jaar bezig met de begeleiding van ondernemers die willen innoveren. Of dat nu gaat om produkten, produktiemethoden of diensten. En bij innovatie komt volgens directeur Hans Lamb heel wat meer kijken dan men in onderne mersland denkt. Dat bleek al toen hij nog als technisch bedrijfs adviseur voor TNO werkte. Lamb: „Bij TNO had ik onder meer als taak om mensen/bedrijven die zich bij het instituut aanmeldden met technische vraagstukkken niet alleen door te verwijzen naar de juiste personen, maar ook verder te begelei den. Want ondernemers bleken zelfstandig niet in staat de weg te vinden in de wirwar van laborato- Hij vervolgt: „Ik werd bovendien nog eens extra met mijn neus op de problemen bij innovatiepro jecten gedrukt toen ik als adviseur van TNO twee jaar voor het ministerie van economische zaken werkte. Mijn taak bestond daar uit het doorlich ten van bedrijven die wilden innoveren. Want het ministerie wilde natuurlijk wel dat subsidies naar die projecten gingen die dat ook verdienden." Zelf ondernemer Toen TNO ging reorganiseren, nam Lamb ontslag en werd zelf ondernemer. In de loop van de jaren was namelijk het idee steeds sterker geworden dat hij van het doorverwijzen en begeleiden van ondernemers die willen innoveren zelfstandig zijn brood kon verdienen. Hij had bovendien in de twee jaar bij EZ niet stilgezeten: „Van de econoom met wie ik op pad ging naar bedrijven, kreeg ik in de auto colleges economie. Een prach tige combinatie met mijn eigen technische ach tergrond. Juist die combinatie maakt ons bedrijf speciaal", beweert Lamb. De werkwijze van Interface Plus is gewoonlijk als volgt. Nadat contact is gelegd met een bedrijf dat wil innoveren, wordt eerst een haalbaarheids onderzoek gedaan. Lamb: „Dit onderzoek moet uitwijzen of de plannen van de ondernemer wel zijn te realiseren en/of zin hebben. Pas als duide lijk wordt dat de innovatie mogelijk is en rende ment zal'opleveren, begint de fase van het aan vragen van de subsidie." k In principe moeten bedrijven zelf subsidie aan vragen. Interface Plus geeft daarbij aan voor wel ke subsidieregelingen het betreffende bedrijf in principe in aanmerking komt. Maar de praktijk heeft inmiddels geleerd dat ondernemers ook het aanvragen van subsidie liever overlaten aan Inter face Plus. Dat gebeurt overigens altijd in samen werking met de accountant van het bedrijf waar voor de subsidieaanvraag wordt gedaan. Voornamelijk Nederlandse subsidies worden aangevraagd. „EG-subsidies bieden natuurlijk ook wel het een en ander, maar zijn enorm tijdro vend en daardoor minder interessant", aldus Lamb. De klantenkring van Interface Plus is zeer divers. Volgens Lamb is het enige criterium dat zij moeten willen innoveren. Wel ligt momenteel het zwaartepunt duidelijk op het gebied van de tuin bouw en de kwekerijwereld. Ook de grootte van de bedrijven waarmee Lamb zaken doet, verschilt enorm: „Wij begeleiden zowel eenmanszaken als firma's met 1500 werknemers." De concurrentie neemt de laatste jaren toe, maar bezorgt het bedrijf tot nu toe weinig last. Lamb: „Ons brede werkterrein want naast haalbaarheidsonderzoeken en subsidies aanvra gen houden wij ons ook bezig met produktont- wikkeling en automatiseringsadviezen heeft als voordeel dat we onze activiteiten kunnen verleg gen naar een ander werkterrein als dat nodig mocht zijn. Ook de dreiging dat de overheid de komende jaren fors in de subsidies gaat snijden, maakt ons beslist niet bang." In tegenstelliftg tot de tegenwoordige trend bij bedrijven om steeds groter te worden, heeft Lamb er juist voor gekozen zijn bedrijf klein te houden. Zijn motivatie daarvoor is heel simpel: „Met meer personeel kom je niet meer aan het echte werk toe. Interface Plus heeft in totaal drie werknemers en dat moet in principe zo blijven. Misschien ne men we in de toekomst wel iemand aan voor de boekhouding of correspondentie." De resultaten geven Lamb tot nu toe gelijk. In de eerste zeven jaar is elk jaar zowel de omzet als de winst met 100 procent gestegen. Maar vorig jaar veranderde dat door ingrijpen van Lamb zelf: „Ik realiseerde me na jarenlang alleen maar ge werkt te hebben dat er meer is dan zwoegen. We besloten daarom een nieuw pand te laten bou wen en iets meer te gaan genieten.". Dat geld voor Lamb niet alles is, blijkt ook uit het feit dat Interface Plus elk jaar een startend be drijf helpt. Lamb: „Deze klant moet wel betalen voor onze diensten, maar krijgt veel meer voor minder geld. Juist startende ondernemers kunnen dit duwtje in de rug goed gebruiken." Hans Lamb van Interface Plus: „Wij begeleiden zowel eenmanszaken als firma's met 1500 werknemers."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 19