Kunst 99 99 =DIGR0S= 2.38 'In de ochtenduren snoeien en 's middags schrijven' IP J05» i Stadsarcheoloog Amsterdam: 'Straks is het echt te laat' Noor wint Gaudeamus Prijs 1991 BLOEM KOOL Maandag 9 september 1991 Redactie: 071-161400 CEES VAN HOORE ANNEMIEK RUYCROK JAN RUSDAM SASKIA STOELINCA Eindredactie: PAUL DE TOMBE Vormgeving: RUTCER J HOOGERDUK 6 SCHRIJVEN OP een oud landgoed. 'Ik heb het als een heel groot geluk beschouwd dat ik daar een kamer kreeg toegewezen, het was werke lijk fantastisch'. Atte Jongstra schreef roman in achttiende-eeuws landhuis Schrijver Atte Jongstra schreef een brief aan de Stichting Oud-Amelisweerd, met een verzoek om werkruimte. Hij had in de krant gelezen dat de Utrechtse Stichting ruimte ter beschikking stelt aan kunstenaars. Jongstra kreeg een positief antwoord, trok zich in de herfst van 1990 terug op het landgoed, en nu ligt het resultaat van deze creatie ve arbeid in de winkels. Het boek heet Groente. AMSTERDAM INGE VAN DEN BLINK Die brief van Jongstra ging zo: „Ik werk aan mijn tweede boek, een roman die Groente gaat he ten. Het gaat over gespeciali seerd lezen, alles wat illusies kan verstoren wordt buitenge sloten, buiten de muren van de moestuin wel te verstaan. Mis schien moet ik, bij wijze van voorstudie maar een seizoen moestuin ier in Amelisweerd worden. In de ochtenduren wie den en snoeien, 's middags schrijven in een van de lege ka mers. Is er ooit een moestuin op het landgoed geweest?" Onlangs is het boek gepresen teerd op Oud-Amelisweerd, met twee korte lezingen, één van de schrijfster M. Februari, en één van dr. A. Zeven, wetenschap pelijk medewerker aan de Land bouw Hogeschool Wageningen. De laatste hield een voordracht over afbeeldingen van groente op zeventiende-eeuwse schilde rijen. Bovendien is de Groente salon van start gegaan, met beeldend werk van meer dan 45 kunstenaars. Ze hebben alle- c met groente in de hoofdrol gemaakt. Stoffig Intrigerend, dit veelomvattende groente-project en reden ge noeg om de schrijver en initia tiefnemer op te zoeken in zijn stoffige souterrain/werkkamer in een Amsterdams afbraak pand. Hij blijkt graag bereid van alles over zijn boek, zijn biblio theek en zijn tamelijk uitzon derlijke werkwijze te vertellen. Atte Jongstra is geboren in het noorden van het land. Ter- wispel, om precies te zijn, tus sen Heerenveen en Drachten. Hij is neerlandicus, 35 jaar, en leeft van de literatuur. In het weekblad Vrij Nederland heeft hij een column over boeken die in de ramsj te koop zijn, afge prijsd, en schrijft hij recensies over non-fictie. Tot voor kort besprak hij ook Nederlandse li teratuur voor Het Parool. Hij debuteerde in 1989 met De psychologie van de zwavel, een roman die kandidaat was voor de AKO-literatuurprijs en werd bekroond met de Geertjan Lubberhuizen-prijs voor het beste debuut van het jaar. An der werk van Jongstra's hand: de studie De Multatulianen, uit 1985. De maand september zal ge denkwaardig worden voor Jong stra en zijn gezin, want op de agenda staat, behalve het ver schijnen van Groente, ook de geboorte van een tweede kind, en een verhuizing. Het afbraak pand wordt verlaten voor een splinternieuwe woning aan de Martelaarsgracht. Bereidwillig Als de schrijver al onrustig is van de dingen die staan te ge beuren, weet hij dat knap te verbergen. Hij neemt alle tijd voor het interview, en poseert bereidwillig in alle standen voor de fotograaf: tussen het was goed op het plaatsje, in het bootje achter het huis, zittend, liggend, staand. Als hij de foto graaf heeft uitgelaten, komt hij schaterlachend vanwege diens enthousiaste inzet terug. Het gesprek wordt voortgezet tussen de hoog opgetaste verhuisdo zen waarin de bibliotheek handzaam is ingepakt. Wat heeft Jongstra eigenlijk met groente? Ofwel, hoe komt hij aan de titel van zijn boek? En gaat de roman, aangekondigd als 'een liefdesroman met een sterk 'horti-cultureel karakter' eigenlijk wel over groente? De schrijver: „Met die toe stand rond de AKO-prijs (die Jongstra niet won, red.) dacht mijn uitgever me, heel begrijpe lijk, even op de realiteit te wij zen. Hij vroeg me dus wanneer ik mijn volgende boek ver wachtte af te hebben. Daar had ik toen nog helemaal niet over nagedacht, dus zei ik voor de vuist weg: Groente, en er moet een bloemkool op de omslag komen." Omheinde tuin Helemaal uit de lucht gegrepen was dit antwoord niet, want, zegt Jongstra „ik heb altijd al wat met bloemkool gehad. Mijn eerste knullige verhalen gingen er al over." Op de fiets schoot hem vervolgens het beeld van het tuinieren in een omheinde tuin te binnen, dat weer veel te maken heeft met het katholieke Maria-begrip. De maagd werd traditioneel wel afgebeeld in een omheinde tuin. Dat later ook de chaoswis- kunde, en met de computer ge- nereerbare bloemkoolachtige, tevens hersenachtige vormen, met het onderwerp in verband bleken te kunnen worden ge bracht, was alleen maar meege nomen. Dit alles is terug te vin den in het boek. Tijd, zegt Jongstra, speelt in Groente nauwelijks een rol, al thans niet de gangbare, en ook 'plaats' blijkt een betrekkelijk begrip. Een voetreis in het spoor van Franciscus van Assisi begint in de 7e eeuw, en eindigt met een Autobianci, scooters, en een broeikas op een jeep: „Een soort pausmobiel." Groente is trouwens toch een 'heel katholiek boek' zegt de schrijver. Het zit vol monniken, gelijkenissen en Maria-symbo- liek. Eerder had Jongstra met 'De psychologie van de zwavel' naar eigen zeggen juist een 'heel gereformeerd boek' ver vaardigd. „Ik heb daarin mijn niet-bestaande calvinistische jeugd gereconstrueerd. Op mijn vijftigste wil ik een joods boek voltooid hebben, en tussendoor moet er nog een boek over de vrijmetselarij komen. De titel heb ik al, nu het boek nog. Zo is het met Groente ook gegaan." zoek is naar de ideale liefde, maar die vindt hij natuurlijk niet. Er komen verschillende ge liefden in het boek voor, met di verse namen: Claire, Clara, Ma ria, Jetty. Het is een queeste." „Niet alleen wordt Maria af gebeeld in een ommuurde tuin, mijn hoofdpersoon trekt zich op het eind terug in de beeld spraak waarmee hij werkt: de ommuurde tuin. Ik heb alles zo dubbel mogelijk opgeschreven. Er komt bij voorbeeld ook een capucijner in voor die zowel een boontje is als een monnik die nog moet worden opge kweekt. De ideale uitdrukking bestaat net zomin als de ideale liefde. In die zin gaat mijn boek ook over taal." Het achttiende-eeuwse karak ter van het landgoed heeft de achttiende-eeuwse inslag van Groente beïnvloed en versterkt, meent hij. „Het huis ademt heel sterk de sfeer van de achttiende eeuw, er is niets negentiende- eeuws aan. Ik wil niet in occulte verklaringen verzanden, maar ik denk dat dat toch wel heeft meegespeeld. De invloed van een plek is moeilijk meetbaar, het zijn vaak heel onbewuste dingen. Maar het staat vast dat ik een aantal beschrijvingen buiten Amelisweerd niet had kunnen maken. Mijn uiteinde lijke hoofdpersoon woont ook in een huis dat sterk lijkt op Amelisweerd." Groot geluk Jongstra was, vertelt hij, een half jaar lang twee of drie dagen per week op het landgoed om te schrijven, en de weekeinden. „Dan waren we er met z'n allen, mijn vriendin en m'n zoontje ook, en dan deed ik werk waar bij ik gestoord kon worden. Ik heb het als een heel groot geluk beschouwd dat ik daar een ka mer kreeg toegewezen, het was werkelijk fantastisch. Alleen al Atte Jongstra neemt alle tijd voor het in terview, en poseert bereidwillig voor de fotograaf: tussen het wasgoed op het plaatsje, in het bootje achter het huis, zit tend, liggend, staand. foiogpd het geluid van de wind door die oude bomen." Veel tuinwerk heeft Jongstra, in tegenstelling tot zijn oor spronkelijke plannen, op Amelisweerd niet gedaan: „Het was ook niet de goede tijd van het jaar om een moestuin aan te leggen. Bovendien dacht ik: als ik de godganse ochtend sta te werken in die moestuin ben ik 's avonds te moe om nog een letter te schrijven. Ik heb wel een beetje gesnoeid, dingen op gebonden en onkruid weggesto ken. Ik die zin heb ik mijn han den wel vuil gemaakt op het landgoed." „Het was een fantastische werkplek. Er liepen overdag wel vaak veel mensen binnen, maar 's avonds niet, dan was het heel rustig. Ik was de enige 'writer in residence'. Soms was er een tentoonstelling of andere activi teit, dan moest ik mijn kamer ontruimen". HAZERSWOUDE Het dorp Hazerswoude is een galerie rijker. Gisteren opende de plaatsvervangend Deens ambassadeur in ons land, Jorgen Hartnack, Galerie Laerken aan de Bent. Al enige jaren speelde het Nederlands/Deense echtpaar Ouwerkerk-Rahbek met de gedachte om Deense kunstenaars naar Nederland te halen. Contacten met de Deense beeldhouwer Keld Moseholm en zijn Nederlandse collega Theo Germann gaven de doorslag om te komen tot een dubbelexpositie. De galerie is geopend op zaterdag en zondag van 11 tot 17 uur. Theaterprijs voor 'Café Lehmitz' DEN HAAG «ANP De toneelproduktie 'Café Lehmitz' is gisteravond tijdens het Theaterfestvial in Den Haag bekroond met de Dommelsch Theaterprijs. 'Café Lehmitz' is een produktie van Theatergroep Carver in samenwerking met het Onafhankelijk Toneel. De jury die het festivalaanbod be oordeelde bestond dit jaar uit de cultuurfilosoof prof.dr. J. Doorman, de auteur/regisseur Robert David MacDonald en de criminolooog prof.dr. K. van Weringh. Met de feestelijke uit reiking van de prijs, die 50.000 gulden bedraagt, werd gister avond het Theaterfestival in Den Haag afgesloten. In Ant werpen loopt het festival nog door tot zondag 15 september. 'Café Lehmitz' is geregisseerd door Mirjam Koenen en wordt gespeeld door Leny Breeder- veld, René van 't Hof, Beppie Melissen en Jim v.d. Woude. AMSTERDAM Directeur Eduardo Lipschutz opende gisteren zijn 'Institute of Contemporary Art' aan de Amsterdamse nieuwe Spiegelstraat. Het Instituut voor Hedendaagse Kunst begint met een tentoonstelling van de Amerikaanse kunstenaar Richard Tuttle. Ook In andere grote steden zijn dergelijke instituten, die onafhankelijk van elkaar opereren. foto anp i van binnen te transformeren it een congrescentrum voor „Als we niet snel ingrijpen, gaat het naburige Golden Tulip Bar- AMSTERDAM FRANCOISE LEDEBOER bizon Palace-hotel, Over het antwoord op de vraag waar Baart zelf aan de slag zou gaan als hij niets te maken had met de planning moeden uit eerdere opgravin gen dat daar de oorsprong van Amsterdam heeft gelegen in het met het laatste kwart van de 12e eeuw. Dat willen we natuurlijk graag zeker weten. Langs Amstel en IJ ik bovendien willen kijken r door de vele bouwactiviteiten in Amsterdam een grote rijk dom aan bodemschatten verlo ren." Dit zegt de Amsterdamse stadsarcheoloog drs. Jan Baart. Hij heeft bij het college van B en W een verzoek ingediend voor hij geen seconde en zegt verdubbeling van zijn jaarlijkse thousiast: „Op de Dam. We budget naar zeven ton. Met dit geld wil hij een tweede opgra- vingsteam samenstellen. „II mer er voortdurend ene team dat ik nu h< we met zekere regelmaat be langrijke opgravingen laten schieten", aldus Baart. De archeoloog benadrukt in zijn bescheiden kantoorruimte aan de Nieuwe Prinsengracht dat zo'n tweede team voor de hoofdstad beslist geen overbo dige luxe is. Baart illustreert dit met een actueel praktijkvoor beeld over de werkwijze van zijn dienst. Over twee weken kunnen de stadsarcheoloog en zijn twee vaste medewerkers beginnen aan een belangrijk onderzoek in de bodemlagen van een terp, in het centrum van het voormalige dorp Sloten. Op die plaats zullen binnenkort bouwwerkzaamheden plaats vinden, zodat Baart en zijn hel pers vantevoren de bodem op eventuele vondsten kunnen onderzoeken. „De terp bestaat uit veen, een grondsoort waarin overblijfse len altijd goed worden gecon serveerd", aldus Baart. „We krij gen zo een unieke kans om de groei van een agrarische sa menleving naar een gemeen schap met een moderne markt economie in kaart te brengen. Als er tijdens die opgraving op een andere plek in Amsterdam iets wordt aangetroffen, moeten we door het ontbreken van een tweede team echter nee verko pen. Dat is doodzonde." de rest van zijn beschikbare tijd. In zijn kantoor aan de Nieuwe Prinsengracht wacht elke dag een uitgebreide stapel corres pondentie. Daarnaast moet hij de nodige wetenschappelijke publikaties voorbereiden en te lefoonlies van mensen die om stadsvemieuwers, aarzelt informatie vragen beantwoor den. Baart: „In de 16e en 17e eeuw bouwde Amsterdam handels contacten op met onder meer Nieuw Amsterdam (het tegen woordige New York), Decima in Japan, Ceylon (nu Sri Lanka) en de Goudkust (nu Ghana). In de afgelopen jaren is daar naar de eerste sporen van be- steeds grotere behoefte ont- woning in de Romeinse- en de Ijzertijd, want ook daar weten we nog niets over." 'Met het ene team dat ik nu heb, moeten we soms opgravingen laten schieten' De stadsarcheoloog heeft voor de aanvulling van de vroegste geschiedenis van de archeologische stad inmiddels wel een opgra ving op een braakliggend ter rein aan de Nieuwedijk in het vooruitzicht: „Ook dat kan inte ressant zijn omdat in die buurt de oudste haven heeft gelegen." Omdat Baart zoveel mogelijk zelf bij opgravingen aanwezig wil zijn, moet hij woekeren met staan om die geschiedenis kaart te brengen en dat merk ik aan mijn stapel brieven. Ook in Nederland meik ik echter dat steeds meer mensen doordron gen raken van de noodzaak, het culturele erfgoed voor het nage slacht te behouden." Amsterdam heeft sinds kort een speciale verordening voor de bestrijding van hondepoep op straat, inclusief een boetebe paling van 85 gulden voor wie in overtreding is. Agenten van de reinigingsdienst zorgen voor de naleving. Baart grijpt dit voorbeeld met zichtbaar genoe gen aan om zijn pleidooi voor w extra geld te onderstrepen: „Je ponisten onder de 30 jaar. Er De Noorse componist Asbjom Schaatshün heeft gisteren de Gaudeamus Prijs 1991 toege kend gekregen voor zijn com positie 'Actions, Interpolations and Analyses', voor basklarinet en ensemble. Het stuk werd za terdag uitgevoerd door het Ra dio Filharmonisch Orkest, on der leiding van Richard Dufallo met medewerking van baskla rinettist Harry Spamaay. De Stichting Gaudeamus in Am sterdam heeft dit gisteravond bekend gemaakt aan het slot van de Internationale Gau deamus Muziekweek 1991. De prijs bestaat uit een geld bedrag van 10.000 gulden en is gekoppeld aan een opdracht voor het schrijven van een nieuw werk voor kleine be- 'zettng dat moet worden uitge voerd tijdens de Internationale Gaudemausmuziekweek van volgend jaar. De jury bestond dit jaar uit de Israëlische com ponist Mark Kopytman en de Nederlandse componisten Huub Kerstens en Enrique Raxach. De muziekweek in Amster dam was voor het eerst na ruim 45 jaar geheel gewijd ruimt hondepoep op e ligt er weer een nieuwe drol. La ten we echter de kans op een opgraving voorbij gaan, dan valt zijn 45 werken van componis ten uit 17 landen uitgevoerd. Het aanbod varieerde van pia- noduos, strijkkwarten en en er niets meer te redden. Ik hoop sembles tot glasorkest en syn- dat de de gemeenteraad zich thesizers. De concerten van dat bij de behandeling van de deze muziekweek zijn opgeno- voor volgend jaar zal men en worden later uitgezon- den door de NOS. Zeedijk Baart is reeds twintig jaar bij de gemeente in dienst en heeft al tijd opgravingen geleid op plek ken waar bouwwerkzaamheden werden verricht zoals het Victo ria-hotel en het afgebrande ho tel Polen. De laatste grote op graving werd in augustus afge rond. Aan de kop van de Zeedijk werd in de bijna geheel verval len 15e eeuwse Olofskapel, een exacte kopie van de Heilig Graf kapel in Jeruzalem blootgelegd. Bovendien vond het team een aantal graven. Nu Baart en zijn medewerkers zijn vertrokken, gaan de bouwvakkers aan de slag om de kapel te restaureren OVENVERSE MINI- PUNTEN 10 STUKS GEENI£9MAAR DAGVERSE HALFVOLLE VANILLE- V0GHURT UTERPAK geenJ^STmaar GROENTE SFRUITAfD geenT79maar g^WMaar 6 2 Leiden: LangegracM 3 Diamantplein 71 Leiderdorp Winkeihot 70 NoonMpc Keridraai 20 J Sassen heim HooWstraal 284 lisse: Heereweg 246 Noordwijkerhout; Dorpsringweg 246 StevensNoem: r. Beukenpad 14 Wassenaar: Slarrenburglaan 47 Zoelermeer: Croeslnckplein 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 6