Binnenland 'Uitgever' Greenpeace In actie tegen vissers Buitenlandse zaken: Sorry, geen tijd Zelfverbranding komt niet massaal Mode Vrijdag 6 september 1991 Redactie: 023-150225 JANINE BOSMA ALTAN ERDOGAN RONALD FRISART (chef) PATRICK VAN DEN HURK SJAAK SAAAKAAAN FRANS VISSER AAARGOT KLOAAPAAAKER Vormgeving: JAN KUNGE 4 Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), Gemeenschappelijke Persdienst (GPD), Inter Press Service (IPS). Milieubeweging vraagt actie van EG tegen overbevissing Organisatie vredesconferentie in Vredespaleis Den Haag verloopt hectisch De milieubeweging Greenpeace begint zondag acties om de aandacht te vestigen op misstanden rond de visserij op de Noordzee. Dat is gisteren in Den Helder bekendge maakt tijdens de presentatie van het kinderboek „Wallie Walvis komt op bezoek", dat is verschenen bij Kluwer Jeugdboeken in samenwerking met Greenpeace. De acties van Greenpeace zul len zich vooral richten op de in dustrievisserij en de boomkor- visserij (slepen over de zeebo dem), omdat ze negatief zijn voor het ecosysteem en de vis bestanden. Greenpeace wil op nieuw zaken als controle op vangsten, het gebruik van ille gale netten en de overcapaciteit onder de aandacht brengen van de EG. De industrievisserij (voorna melijk vanuit Denemarken) richt zich vooral op inferieure vissoorten als sprot en zand- spiering, die in dichte hoeveel heden voorkomen in de Noord zee. Het gaat hierbij om soorten die verwerkt worden in speciale vismeelfabrieken ten behoeve van veevoer, en voer voor hon den en katten. Het nadeel van industrievis serij is dat in bepaalde tijden van het jaar sprake is van menging van sprot en zandspie- ring met andere vissoorten, zoals jonge haring, kabeljauw, wijting en schelvis. Volgens Greenpeace maken deze nog niet volgroeide commerciële vissoorten (belangrijk voor menselijk consumptie) soms voor meer dan 50 procent deel uit van de industrievangst. Bij de boomkorvisserij wordt de zeebodem zodanig afge schraapt dat er nauwelijks tijd is voor herstel. Bij het slepen van zware tuigen en kettingen over de bodem worden niet alleen de bodemvissen opgeschrikt, maar worden ook veel organismen als wormen, zeeëgels, sponzen en schelpen meegenomen. 1 Overbevissing leidt tot versto ring van het ecologisch even wicht, omdat een groot aantal zeezoogdieren en zeevogels hierdoor hun voedsel kwijt ra ken. Zeehonden en dolfijnen wijken uit naar andere gebieden waardoor op bepaalde plaatsen overbevolking ontstaat en ook daar voedseltekorten ontstaan. Het kinderboek „Wallie Wal vis komt op bezoek" is het eer ste in zijn soort en is gericht op kinderen in de leeftijd van vijf tot acht jaar. Het is een poging om jonge kinderen op vroege leeftijd al bewust te maken van het zeemilieu. Het boekje is het eerste uit een serie van twaalf. Elk verhaal is gebaseerd op een waar ge beurde actie van Greenpeace. In dit eerste boek is dat het ver haal van een gestrande walvis die door Greenpeace is losge trokken. Het volgende boek zal het „Huis van de octopus" he- De boeken zijn geschreven door Rob Zadel, wat een pseu doniem is voor een aantal schrijvers van Greenpeace. De illustraties zijn van Jenny Collot d'Escury. Centraal in alle boe ken staan het Greenpeace-schip Solo en de gelijknamige zee meeuw. „En nu mag u hier uw PIN-code even intikken", lijken de handen in deze Giromaat de rekeninghouder duidelijk te willen maken. De bemande geld automaat bestaat echter nog steeds niet. Deze 'flappentap' in Amsterdam kreeg gewoon een onderhoudsbeurt. foto anp cor mulder vredesconferentie in Den Haag dateert van 1906. In en rond het Vredespaleis, waar za terdagmorgen alle betrokken partijen bijeen moeten komen, lijkt een serene rust te heersen. Maar schijn bedriegt. De beveiligingsbeambte heeft de instructie journalisten de toegang tot het terrein te weigeren. De populaire rondleidingen zijn omwille van de veiligheid afgelast. Toeristen wordt vriendelijk gevraagd zich buiten en niet binnen de poort voor het paleis te laten fotograferen. In het paleis werken doorgaans twintig vertegenwoordigers van het permanente Hof van Arbitrage, vijfenzeventig stafle den van het Internationale Gerechtshof en zo'n vijfendertig functionarissen van de Camegiestichting, die het Vredespa leis beheert. Directeur J. Schalekamp van de stichting gaat er van uit dat maandag alle ruimten weer als vanouds door de rechters en stafleden in gebruik zijn. De vredesbesprekingen zelf, onder leiding van de Britse staatsman lord Carrington, zullen naar verwachting enkele weken duren en worden elders op ambtelijk ni veau voortgezet. Waar is nog niet be kend. „Het belangrijkste is dat de deelne mers aan de conferentie zich hier veilig voelen", zegt Schalekamp. „De techni sche dienst maakt nogal wat overuren. Maar vraag mij niet te veel, want ik weet nog bijna niets." Aangezien de opening van de confe rentie maar twee uur duurt, keren alle delegaties in de loop van de dag weer huiswaarts. Daarom hoeft waarschijnlijk geen gebruik gemaakt te worden van ho tels. Desondanks nemen verschillende ambassades geen risico, zo blijkt uit na vraag bij het gerenommeerde hotel Des Indes, waar vaak hoge buitenlandse gas ten logeren. Volgens een woordvoerder zijn alle 76 kamers bezet. De internatio nale pers en ambassades zijn de voor naamste klanten. Voor de gemeentepolitie is tijdens de conferentie het handhaven van de open bare orde weggelegd, een taak die de po litie kan uitvoeren met hulp van perso neel uit de omliggende korpsen. Woord voerder S. Schaepman: „Zo'n conferen tie legt wel een extra druk op de politie, omdat we te kampen hebben met een enorm personeelstekort." Maar ook hier luidt het adagium: 'Geen paniek, we hebben ervaring'. Toch nog een pran gende, vraag aan Schaepman: hoe staat het met die gewapende bodyguards die met de delegaties meereizen? In Neder land is het veiligheidsfunctionarissen verboden een wapen te dragen, maar gelden voor buitenlanders andere wet ten? „Daar zijn op diplomatiek niveau afspraken over gemaakt", is het ontwij kende antwoord. Hetgeen waarschijnlijk betekent dat de Nederlandse politie mensen een oogje dicht knijpen. Pikant detail tot slot: het zou kunnen zijn dat de conferentie in het geheel niet doorgaat, als de partijen in Joegoslavië niet stoppen met vechten. Pas vandaag valt daarover het besluit. In dat geval is alle heisa onnodig geweest en kan Den Haag zich opmaken voor die twee moge lijke andere belangwekkende bijeen komsten: over de nieuwe relatie met de voormalige Sovjetunie en de al jaren in het verschiet liggende internationale conferentie over het Midden-Oosten. Maar dan hebben de ambtenaren van Buitenlandse Zaken in elk geval deze week hun generale repetitie mogen bele- KOKANJE Hiitdoestaatise stichting onderzoekt gruwelijk verschijnsel Kleren maken de man, luidt het gezegde, en hetzelfde kan men natuurlijk van de vrouw zeggen. Maar wat er precies wordt aan getrokken is afhankelijk van het land waar men woont en de tijd waarin men leeft, en van de groep waartoe men behoort. In het westen zijn de mode-ont werpers al lang niet meer in staat om het kledingbeeld in de grote steden te bepalen. De bo ven- en onderkant van de maat schappij hadden daar toch al geen boodschap aan. In de be tere kringen droegen de man nen hun loden overjassen, ger uite tweedjasjes en grijze panta lons, en de vrouwen mantelpak jes. De arbeider droeg op zijn werk een overall en voor net een confectiepak. Binnen de al ternatieve jeugdcultuur had men maling aan burgerlijke conventies, dus ook aan mode. Toch wSren er in de jaren zestig wel degelijk ontwerpers actief, die vanuit het Londense Carna- by Street en andere hippe cen tra hun minirokken en hot pants de. wereld instuurden. Maar de echte hippies droegen spijkerbroeken en gerafelde le ren jasjes. Later kwamen de punks, die met hun gescheurde vodden, veiligheidsspelden, hondekettingen en hanekam- men nog eens duidelijk lieten zien hoe groot hun afkeer was van de burgerij en haar fat soenscodes. Zij, die mode als een lange termijn-verschijnsel hebben be studeerd, stelden tot hun verba zing vast dat bepaalde trends steeds weer terugkeerden. Was de roklengte lang, dan volgde daarna subiet een periode waarin kort de mode was. Daar na zakte de rok weer omlaag en zo verder. Er zou zelfs sprake zijn van een zekere wetmatig heid, waarbij de rokken in tij den van economische terug gang lang worden en in tijden van hoogconjunctuur kort. In de welvarende jaren twintig en zestig werd het straatbeeld dan ook beheerst door blote vrou wenknieën. Eenzelfde soort jojo-bewe ging doet zich voor bij het sil houet. Wijde rokken worden weer smal en vervolgens weer wijd. Na de hoepelrok uit het midden van de vorige eeuw volgde de rok, en het getailleer de jasje, weer de lijnen van het lichaam. Na de wijdvallende, al les verhullende Arabische broe ken van een paar jaar geleden, is er nu weer de minirok en de hot pants. Gaat het hier werke lijk om een wetmatigheid of slechts om een mengsel van smaak en commerciële motie ven? Het geld moet immers blij ven rollen, daar is ook elke kle dingontwerper zich van bewust. Volgens de schrijfster en antro pologe Ethel Portnoy, die zich in „De geklede mens" over het fenomeen mode buigt, gaat het om nog iets anders: „Naar mijn mening is het smalle of brede silhouet door de éeuwen heen geen signaal van hetzij welvaart, hetzij armoede, maar slechts een kenmerk van de algemene cyclische beweging van de mo de zelf, die voortkomt uit het verlangen naar iets anders dan wat achter ons ligt". Waar de Ja vaanse dorpeling levenslang zijn sarong draagt, de Indiase vrouw haar sari en de moslim zijn kaftan, daar hult de rustelo ze westerling zich voortdurend in andere kledij. In de damesbladen wordt nu de nieuwe najaarsmode gepre senteerd. Ik heb die in de Ne derlandse Elle bekeken, waarin verschillende modehuizen hun collecties laten zien, en inder daad, er is geen heldere lijn te bespeuren. Het gaat om een mengelmoes van inspiratie bronnen en ideetjes, dat deels uit andere tijden en culturen en deels uit de eigen samenleving afkomstig is. Enerzijds grijpt men terug op de jaren zestig, die zich al een tijdje in kleding en muziek ma nifesteren. Het gaat daarbij niet alleen om fleurige minirokken, maar ook om uitheemse attri buten, zoals kleurige Marok kaanse hoofddeksels. Ander zijds doen ook de jaren vijftig weer mee; zwarte truien en rok ken roepen de sfeer op van het Parijse straatbeeld uit de tijd van het existentialisme, toen de sombere filosofie van Sartre de vitaliteit bedreigde en men in donkere kelders naar de chan sons van Juliette Gréco en Geor ge Brassens luisterde. De rok mag dit keer zowel lang als kort zijn, dus daar schieten de geleerden, die een verband tussen roklengte en economische situatie ontdek ten, ook geen fluit mee op. Een trend die zich wel doorzet bij de vrouwenmode is de imitatie van de mahnenkleding. Witte over hemden, al of niet met man chetknopen, en driedelige pak ken met krijtstreep moeten het imago bepalen van de onafhan kelijke zakenvrouw van de jaren negentig. Andere modelijnen hebben zich op de ruit (het kenmerk bij uitstek van de gegoede burgerij) en het imitatiebont (een reactie op de anti-bont-campagnes) geworpen. Zelfs de populaire rugzak is nu in vele dessins ver krijgbaar. Een modebewuste vrouw kan dit najaar zeer wel met een imitatiebontmuts, een, hot pants en een geruit jasje op straat verschijnen. GERRIT JAN ZWIER AAEPEWERKER Voor sommige Hindoestanen biedt het leven in Nederland zo weinig perspectief dat zelfver branding voor hen de enige uit weg is. Een strenge, religieuze opvoeding speelt hierbij minder een rol. Dit is het oordeel van B. Ramautarsingh, secretaris van de stichting Hindi Parishad Ne derland, die al enkele jaren on derzoek verricht naar zelfver brandingen onder leden van de Hindoestaande gemeenschap in ons land. Onlangs kwamen enkele ge vallen van zelfverbrandingen van mensen uit de Hindoe- staanse gemeenschap in het nieuws. Zelfverbrandingen binnen de betro gemeenschap angstvallig ge zwegen wordt. Zo werd onlangs een uitgebrande auto aange troffen met daarin de verkoolde lijken van een jongen en een meisje. Hun relatie was op zo veel weerstand gestuit bij de respectievelijke families, dat ze geen uitweg meer zagen en be sloten een einde aan hun leven te maken. Geruchtmakend was ook ofschoon geen zelfverbranding de zelfmoord van een Hin- doestaanse vrouw. Zij kon niet meer opboksen tegen de jaren lange terreur van haar echtge noot en pleegde zelfmoord door liters azijnzuur te drinken. De man is het opzetten tot zelf moord ten laste gelegd, jiniek maar moeilijk te bewijzen. Hoeveel zelfverbrandingen hebben plaatsgevonden binnen de Hindoestaanse gemeen schap is niet precies bekend. Secretaris Ramautarsingh rati- veert het aantal pogingen tot B. Ramautarsingh: „Een tweetalige opvoeding draagt al bij e zelfverbranding. „Het komt voor, maar zo massaal als wordt gesuggereerd? Daar geloof ik niets van. Het is een verschijn sel dat al jaren voorkomt." Ramautarsingh onderscheidt twee probleemgroepen. Je hebt Hindoestanen bij wie de hoog gespannen verwachtingen on vervuld blijven, terwijl een an dere groep op latere leeftijd naar Nederland komt en niet in staat is zich aan te passen aan de voor hen zo vreemde omge ving." „De hier opgroeiende jonge ren 'vernederlandsenen voelen zich vaak meer Nederlander dan Hindoestaan. Zij gaan zich afzetten tegen de situatie thuis en tegen hun achtergrond. Maar deze jongeren kunnen zich nog zo Nederlands voelen, ze worden nooit voor de volle honderd procent geaccepteerd. Ze blijven immers een kleurtje houden. Dat leidt tot grote te leurstelling. De Nederlandse sa menleving accepteert hen niet volledig en in de Hindoestaanse samenleving voelen ze zich niet helemaal thuis." De andere groep zou een ver tekend "wereldbeeld hebben. Een beeld dat vaak niet met de werkelijkheid blijkt te kloppen. Verwachtingen komen niet uit en verlangens blijven onver vuld. Niet iedereen is in staat dit te verwerken. Vaak kunnen zij niet eens hun hart luchten. Hun ouders hebben vaak een andere levensvisie en begrijpen de pro blemen niet. En hulpinstanties waar ze met dergelijke proble men terechtkunnen, zijn er niet. Het gevolg is dat sommigen geen uitweg meer zien en naar het uiterste middel grijpen: zelf moord. Deze problemen komen vol gens Ramautarsingh overigens niet alleen in de Hindoestaanse gemeenschap voor, maar bij verschillende groepen buiten landers. Behalve het bekende generatieconflict kent deze groep namelijk ook een cultuur conflict Het onbegrip tussen ouders en kinderen is volgens ■Ramautarsingh vooral te wijten aan de onbekendheid van de jeugd met hun eigen cultuur en geschiedenis. „Hoe meer ze van hun eigen achtergrond weten, hoe beter ze hun ouders begrij pen. Ze hoeven dan niet elke beslissing van hun ouders goed te keuren, maar ze begrijpen tenminste wat de beweegrede nen van de ouders zijn. Ze kun nen dan flexibeler reageren." Een tweetalige opvoeding zou een oplossing kunnen zijn om wat meer begrip te kweken tus sen ouders en kinderen. Ramautarsingh, zelf vader van vier kinderen: „Ik zie het bij mijzelf. Onze oudste zoon is Nederlands opgevoed en met hem verloopt het contact moei zamer dan met de andere drie, die tweetalig zijn opgevoed. Hij is afstandelijker en eigenwij- Ramautarsingh wil dat de overheid het mogelijk maakt dat Hindoestaanse kinderen op school les kunnen krijgen in hun eigen taal en cultuur, wat voor sommige groepen buiten landers al is ingevoerd. Daar naast pleit hij voor hulpverle ningsorganisaties voor elke doelgroep een aparte waar mensen hun problemen kun nen aankaarten. Een luisterend oor is vaak al voldoende om van gedachten te veranderen en niets 'raars' te doen. PEN HAAG JOS VAN DEN CAAAP BERRY SWART Met het opstropen van de mouwen al léén redden de ambtenaren van Buiten landse Zaken het dezer dagen niet. De vanaf morgen (waarschijnlijk) te houden conferentie in het Haagse Vredespaleis over de toekomst van Joegoslavië heeft zelfs de regelneven van het ministerie zenuwachtig gemaakt. Woordvoerders besluiten 'wegens drukke werkzaamheden' tijdelijk het woord niet meer te voeren en vertegen woordigers van de organiserende staf zijn onbereikbaar. En dat terwijl de cere moniële opening van de conferentie slechts twee uur duurt. Maar het besluit, dinsdag, om vier dagen later al een der gelijke bijeenkomst te houden, vinden ze niet écht leuk in Den Haag. Het ministerie wil geen mededolingen doen over de inhoud van het draaiboek. „Geen tijd", zegt woordvoerder De Bruin. Hij voegt er geruststellend aan toe: „We hebben wel vaker met dit bijltje gehakt, al wisten we het al die andere ke ren wat eerder." Wat hij bedoelt is niet geheel duidelijk, want de laatste grote 'Geen rondleiding', meldt een bordje op de portiersloge van het Haagse Vredespaleis. In de residentie wordt met man en macht gewerkt aan de voorbereiding van de vredesconferentie over Joegoslavië, hoewel nog niet eens vaststaat of de bijeenkomst doorgaat. foto gpd moniquebaan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 4