'Ik krijg telkens straf voor wat ik maak' Shireen Strooker regisseert John Kraaykamp en Mary Dresselhuys „Kraaykamp en Dresselhuys gaan die twee mensen spelen. Prachtige acteurs. We voel den elkaar meteen aan tijdens het eerste gesprek dat we hadden. Dat komt mis schien ook omdat leeftijd voor mij niet be staat. Ik lach om ouderdom. Ouderdom en de narigheid die daarmee komt, zitten in je hoofd. Daarvan ben ik vast overtuigd." „Kraaykamp was net naar Alaska geweest waar hij op zalm had gevist. Niet zomaar wat vissen, maar echt met van die grote jongens dus. Ze waren vol bewondering voor een stukje aas dat hij zelf had gemaakt. Heel vernuftig had hij een vliegje van herte- haar in elkaar geknutseld. En Dresselhuys vertelde met vuur over haar reis naar een ontwikkelingsland. Ze moest daar naar toe voor het Foster Parents Plan. De liefde waarmee ze over de mensen daar en het land sprak, ontroerden me." „Het is misschien gek, maar dat soort din gen geven mij een emotioneel aankno pingspunt. Ze maken iets duidelijk over de mensen met wie ik ga werken. Regisseren heeft alles te maken met liefde, met aan voelen, met weten wat de ander bezig houdt, wat er in hem zit. Zonder dat begrip is toneel niet mogelijk. Ik bepaal niet alleen hoe dat stuk word, nee, dat bepalen we alle drie." Soberheid „Ik houd niet van dat intellectuele gelul over theater, van die rimram eromheen. Wat zeker niet wil zeggen dat het allemaal maar amusement of platte kost hoeft te zijn. Maar in beginsel moet toneel toegan kelijk zijn voor Jan en alleman. Begrijpelijk. Maar de woorden en de teksten moeten in al hun eenvoud toch een uitstraling blijven houden, een betekenis hebben die boven de mededeling uitstijgt. Zoals je dat bij goe de poëzie hebt." "Zowel bij acteren als regisseren moet je een zekere lichtheid in het spel zien te krij gen. Je moet nooit tegen een rol aan gaan hikken en er enorm over aan het tobben gaan. Als de tekst er eenmaal in zit, moet je een soort leegheid krijgen. Anders lukt het niet en ga je fouten maken. Die leegheid probeer ik ook soms te bewerkstelligen bij acteurs. Bij Anne Wil-Blankers bijvoorbeeld, een fantastisch actrice. In 'Shirley Valenti ne* is ze op een gegeven ogenblik bezig in de keuken met het openen van een blik. Daarbij houdt ze een monoloog. Maar op eens is er een pauze. Op het balkon is nog een klein reepje zonlicht te zien en daar gaat ze met haar gezicht even in staan, de ogen dicht Zwijgend. En dat duurt behoor lijk lang. Kun je je zo'n abrupte onderbre king tegenover het publiek veroorloven? Ik vind van wel. Anne-Wil kan dat. Langer, zei ik tegen haar, nog langer. Je moet leeg wor den van binnen. Laat de mensen die leegte maar even voelen. Laat ze er maar eens van doordrongen worden dat toneelspelen geen truc is. Dat toneel iets is dat in het hier en nu ontstaat, telicens weer." „Ik word in mijn regie steeds soberder. Wetten en dogma's - weg ermee. Ik werk zeer filmisch. Als er op het toneel aan ie mand bijvoorbeeld een vraag wordt gesteld die hem niet aanstaat, een vraag waarbij hij zich ongemakkelijk gaat voelen, kun je hem dat met veel misbaar laten uitdnikken. Door hem bijvoorbeeld onrustig op zijn stoel heen en weer te laten bewegen. Maar je kunt die onrust ook laten zien door hem één doelgerichte beweging met het hoofd te laten maken, door een indringende blik waarin de paniek als op de bodem van een donker meer is te zien. Dat bedoel ik met soberheid. Al die extra's laat ik weg, anders krijg je een troepig soort toneel." Doodzonde „'Hoog tijd' gaat in belangrijke mate over de dood. Als ik er nu eens goed over na denk, is er geen stuk geweest, waarin niet de dood een belangrijke rol heeft gespeeld. Het klinkt paradoxaal, maar de dood, de ge dachte daaraan, is vaak mijn beginpunt." „Toneelspelen en regisseren - ik doe het niet om het succes. Het is misschien telkens weer een levensteken. Voor mijn zoons, mijn gezin, mijn hond, voor die hele troep - dat is wat mij gaande houdt." „Vaak is er na een voorstelling een terugval. Dat je denkt: nee, nog beter, nog verder. Ik vind het prachtig om te zien met hoeveel humor een Biesheuvel zulk soort depressies te lijf gaat. Een tijdje geleden heb ik voor een groep in Groningen in zeven woensda gen hét verhaal 'De onttakeling' bewerkt en geregisseerd. Daar heb ik gouden reacties op gehad, reacties waarvan ik nu nog blij word. Ik zou van het werk van Biesheuvel zo een serie willen maken." „Zo'n serie zou zeker aanslaan bij het Ne derlandse publiek. Je hoort sommige ac teurs wel eens klagen over dat publiek, maar ik vind het om op te vreten. Of iets succes heeft of niet, dat is bijna iets che misch. Daar kun je niets aan doen. Maar de 40.000 mensen die 'Shirley Valentine' heb ben gezien en daar dolenthousiast over wa ren, dat zegt me veel. Ik heb nog voorge steld om het te verfilmen voor de televisie. Ik had maar dertigduizend gulden nodig. Maar ze durfden het niet aan. En ook nu met 'De Vortex' weer. Het is doodzonde dat dat stuk maar een paar weken heeft ge draaid. Nu het is afgelopen, heb ik toch een beetje het idee dat Uc mijn kind heb moeten begraven. Ik ben op zoek naar die ene vrouw of man die iets wil met toneel, die iets van mij vraagt maar die ook iets geeft. Niet een maecenas pur sang, maar iemand die vindt dat theater belangrijk is." „Nederland is echt wel een toneelland. Ik vind het heerlijk om in de grote steden te spelen. Ook in Leiden, waar iedereen - zelfs die heerlijke wijven bij de kassa - betrokken is bij wat je doet Waar ze je kennen en groeten, waar niets teveel is. Heel wat beter dan in de provincie, waar het af en toe bar en boos is. Vieze kleedkamers, slechte voor zieningen, alles is mis. Je ziet dat het daar maar om één ding gaat: dat de horeca blijft doordraaien. En ja, daar is toevallig dan ook toneel bij." (Hoog Tijd' is te zien in Het Alphense Parktheater op 1 december en in de Leid- se Schouwburg op 8,9 en 10 januari). Shireen Strooker.„Toen ik begon, zeiden ze het al tegen me: het talent is er wel, maar met jouw uiterlijk zullen er te weinig rollen voor je zijn. Onder dat gebrek aan erkenning lijd ik wel ja.' FOTO JOH AN VIGEVENO LIEFHEBBERS Aan de vooravond van het nieuwe the aterseizoen maken ook de amateurtoneelvereni gingen zich op voor de uitvoe ring van hun nieuwe plannen. Amateurtoneel mag dan onder de vrijetijdsbesteding vallen, de leden van de toneelvereniging Spot in Alphen aan den Rijn ne men hun produktieplannen heel serieus. „We streven er absoluut naar om boven de middelmaat uit te komen," vertelt een enthou siaste Edith van der Linden (35). „Het verschil tussen ama teur- en professioneel toneel dat bestaat voor mij niet zo. Er wordt vaak schamper over ons opgemerkt van: öcn, het is maar amateurtoneel. Maar ik zie weieens professionele pro- dukties waarvan ik denk: als ik zo zou spelen zou ik het toneel niet op gaan. Neem nu 'Goede tijden, slechte tijden' waar heel Nederland naar kijkt. Hoe daar in gespeeld wordt is soms ver schrikkelijk. Als er zulke men sen op onze toneelvereniging zaten zou ik zeggen: jöh, ga jij maar volksdansen. Amateurtoneel is een serieuze zaak waar heel wat bij komt kij ken, wil Edith van der Linden graag kwijt. „De belichting, de grime, het decor... alles doen we zelf. Dat is het grootste ver schil met het professionele to neel. Niet zozeer de kwaliteit van het spel, maar alles wat er omheen gebeurt is veel profes sioneler. En dat is puur een kwestie .van geld." De amateurvereniging Spot, ze ven jaar geleden ontstaan als afsplitsing van een andere Al phense amateurvereniging (Per Expres), is momenteel in de weer met de eenakter 'De over ledene' van René de Obaldia. Het stuk, voor twee vrouwen, wordt het najaar opgevoerd tij dens het eenakterfestival in het Alphense Parktheater. Daar naast staat het avondvullende toneelspel 'Hooikoorts', van Noel Coward, op de rol dat door de gehele groep, bestaan de uit 13 leden plus een regis seur, volgend jaar mei in het Parktheater wordt opgevoerd. Edith van der Linden: „Soms vraag ik mij wel af: waar ben ik mee bezig. De voorbereidingen en repetities kosten veel tijd, fi nancieel moeten we ons zelf bedruipen, dat valt niet altijd mee, en als ik dan in het theater kom gieren de zenuwen door m'n keel. Maar, sta ik eenmaal op de planken en heb ik twee zinnen gezegd, dan krijg ik dat gevoel van: dit is het helemaal. Het is een soort ego-tripperij, een enorme kick die je krijgt als je op dat toneel staat." „Soms is het wel jammer dat je de enorme lappen tekst die je uit het hoofd leert maar één keer in het theater mag uitspre ken. Eén keer, en dan mag je al les weer vergeten. Dat kan na tuurlijk niet anders. Ik weet ook niet of ik avond na avond weer alles zou kunnen geven om tel kens opnieuw een goede voor stelling te maken. Er zijn voor mij meer dingen belangrijk in het leven. Toneelspelen is en blijft een hobby." JAN RIJSDAM Voor de kenners geldt Shireen Strooker al jarenlang als een van de interessantste theaterpersoonlijkheden. Niet alleen als actrice maar ook als regisseuse. Op haar naam staan geruchtmakende voorstellingen als 'Shirley Valentine', 'De bittere tranen van Petra von Kant' en 'Bouvard en Pécuchet'. Onlangs was zij nog te zien als een aan jonge mannen verslaafde high-society-dame in 'De Vortex', een bijtend stuk van Noel Coward, dat zij samen met Wil van der Meer regisseerde. Binnenkort begint zij met de regie van 'Hoog tijd' van Tom Cole, een stuk waarin John Kraaykamp en Mary Dresselhuys als een oud echtpaar elkaar een onthutsende blik gunnen in de moordkuil van hun hart. Het stuk is op 8,9 en 10 januari te zien in de Leidse Schouwburg. De toneelkritiek is nooit erg gul met lof geweest voor Strooker. Alsof je bij zo'n explosie van talent beter maar niet te dicht in de buurt kan komen. Strooker: „Het moet er maar eens uit: ik lijd aan dat gebrek aan erkenning, vanuit een bepaalde hoek althans. Elke keer als ik weer iets gemaakt heb, is het alsof ik daar straf voor moet krijgen." In het Oud-Hollandse, gezapigheid ademende, interieur van de Amster damse Bodega De Keijzer, maakt Strooker een opgejaagde indnik. Tijdens het gesprek accentueert ze haar woorden met felle gebaren. Maar zelden dat haar handen rust vinden op het tafeltje waaraan het gesprek plaats heeft. Telkens weer die korte, frenetieke, bewegingen boven het ta- felldeedje. Alsof ze vreest haar handen te branden aan het pluche. Wordt het haar niet af en toe te veel: regisseren en acteren tegelijk? Is dat niet een slijtageslag? "Het moeilijke daarvan is dat je tijdens de voorstelling het overzicht over het stuk soms verliest. Maar in 'De Vortex' regisseer ik samen met Wil van der Meer en dan speelt dat probleem niet. Het boeiende van regisseren is dat je met een aantal acteurs toch altijd weer bezig bent aan het verwe zenlijken van een droom. Niet jouw droom alleen, maar een droom waarin iedere ac teur iets van zijn eigen droom kan terug vinden. Bij mij groeit de regie organisch. Er zijn wel eens momenten dat je ziet dat ie mand iets echt niet kan. Dan gaat het erom het juiste te zeggen op het juiste moment. Ik heb als regisseur toch een beetje die coach-mentaliteit. Vergelijk een toneelspe ler eens met een verspringer die maar acht meter haalt en niet verder komt. Dan ben jij als regisseur degene die hem met een touw aan zijn kraag over die grens heen trekt. Je tilt een acteur boven zichzelf uit als het goed is, je enthousiasmeert hem, maakt energie bij hem vrij." „Ik heb veel gedaan: film, toneel, televisie, regisseren, acteren, stulcken geschreven en herschreven. Maar de erkenning daarvoor is maar mondjesmaat gekomen. Dat komt misschien omdat ik uitsluitend met mijn vak bezig ben. Toen ik begon, zeiden ze het al tegen me: het talent is er wel, maar met jouw uiterlijk zullen er te weinig rollen voor je zijn. En onder dat gebrek aan erkenning lijd ik wel, ja. Dat mag wel eens worden ge zegd. Het lijkt wel alsof ik elke keer straf moet krijgen als ik iets heb gemaakt. Dan zie je bij een voorstelling dat een recensent zich in de zaal rot zit te lachen en de vol gende morgen staat er een zuur stuklde in de krant. Het is af en toe stuitend hoe on vakkundig sommige recensenten zijn." „Ik bespeur telkens weer een enorme dis crepantie tussen wat het publiek van een voorstelling vindt en wat er in de krant over wordt geschreven. Daar zou een weten schappelijk team zich eens over moeten buigen, dan zou je echt tot interessante uit komsten komen. Een goede analyse over mijn stukken heb ik nog maar zelden gele zen. Ik heb af en toe het idee dat ik bloem kool heb staan klaarmaken en dat de critici over spruiten oordelen." Aanknopingspunt In 'Hoog tijd' van Tom Cole, het stuk dat Strooker binnenkort gaat regisseren, krijgen we te maken met twee oudere mensen die erg verknocht zijn aan elkaar, maar zich nooit echt hebben uitgesproken over wat ze voelen en denken. De momenten van con tact zijn die tijdens de maaltijd in de keu ken. In 'Hoog tijd' zien we hen op het mo ment dat ze elkaar inzicht durven te geven in de moordkuil van hun hart Dingen die ze nooit hebben durven zeggen gaan over de tafel. Een aantal frustraties uit hun hu welijks- en seksleven passeert de revue. Als er schoon schip is gemaakt, hebben ze ein delijk de moed en de durf om te zeggen dat ze ondanks alles van elkaar houden. Strook er noemt het stuk een parabel. "Toneelspelen geeft je de mogelijkheid om de ergste dingen bij jezelf toe te laten. Ge voelens die we allemaal hebben maar die nooit worden uitgesproken. Ze horen bij de mens, zoals ook de depressies bij hem ho ren. Als ik zelf zwaar in de put zit, laat ik die depressie gewoon komen, als een film die mij aangrijpt maar die wel een keer afgelo pen zal zijn. Van het vechten ertegen, van het verdriet erom, daar word je ziek van. In 'Hoog tijd' werkt dat toelaten van emoties op den duur reinigend. Door elkaar einde lijk eens de waarheid te zeggen lijkt het als of die twee mensen hun verhouding tot op de grond toe afbreken. Maar tijdens die af braak ontstaat er iets nieuws: liefde, tegen alle logica, tegen alle verdruJddng in." In 'Hoog tijd' krijgen en denken. te maken met twee oudere mensen (John Kraaykamp en Mary Dresselhuys) die erg verknocht zijn aan elkaar, maar zich nooit echt hebben uitgesproken over wat ze voelen FOTO PR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 32