Extra Nieuwe snelweg dupeert sloppenwijk-bewoners Rio Beloofde Land: eigen dorp voor Braziliaanse AIDS-patienten Woensdag 4 september 1991 Redactie: 023-150239 PIET BERGHUIS Vormgeving: ESTHER NUPELS AIDS-DORP In een groene vallei in de bergachtige kuststreek van Brazilië worden AIDS-patienten opgevangen door Franciscaner nonnen en pries ters. Het AIDS-dorp kreeg de naam 'Het Beloofde Land'. Braziliaans prestige-project voor VN-milieconferentie volgend jaar en stank aan één kant; straks aan twee kanten. Of dat niet uitmaakt. De weg komt hier pal langs". Pleister Maré krijgt 4000 huizen als pleister op de wonde. Parque de Boa Esperanca (Park van de Goede Hoop), een sloppenwijk gebouwd op een vuilnisstortplaats vein de gemeente reiniging, krijgt niets. De wijk waar de Linha Vermelha straks doorheen raast, was name lijk over het hoofd gezien door de stedelijke Voorzitter Marcos Barbosa (31) van de be- nersvereniging had meteen naar het stadhuis gebeld toen hij een tekening in de krant had gezien. Nee, niemand in Parque Boa Esperanca hoefde te verhuizen, hadden de tekenaars verzekerd. Hoezo niemand, had Barbosa aangehouden: „Een weg heeft toch ruimte nodig?" Na veel aandringen was er een ingenieur komen kijken. Ston den er allemaal huizen waarvan hij hele maal niets wist. Illegale woningbouw. Voor zijn tekening had hij alleen het kadaster na gekeken. Voorzitter Barbosa kan er niet bij. Zoveel onbenul. „Half Rio de Janeiro is toch illega le woningbouw". Bij het elektriciteitsbedrijf De arbeiders uit de sloppenwijken zien niets in de weg, "we hebben niet eens een auto". fotosergio zalis zouo-n ze hem meer dan gelijk geven. Van alle nieuwe aansluitingen over de afgelopen tien jaar bleken minder dan twintig procent te behoren bij een gekadastreerde woning. De andere waren aangevraagd voor illegale of semi-legale woningen. De nieuwe grondwet beschermt de huizen bouwers zonder papieren die ergens meer dan vijfjaar wonen. Tenslotte is een in- vasao, ofte wel het 'kraken' van een braak liggend stukje grond en vervolgens een hut erop bouwen, voor velen de enige manier om zich staande te houden. Wie niet voor zichzelf zorgt, komt om. Schadeloosstelling De 77-jarige weduwe Maria Perreira Vicen te woont al twintig jaar in Parque Boa Espe ranca en kan dat met haar energierekening bewijzen. Ze komt dus in aanmerking voor een schadeloosstelling als binnenkort haar huisje tegen de vlakte gaat. Dat vooruitzicht stelt haar geenszins gerust. Ze heeft veel te verliezen: twee kamers en een mooie tegel vloer. Alles eigenhandig gebouwd. „Waar moet ik naar toe", zegt ze met paniek in de ogen. „Ik ben te oud om opnieuw te begin- Op de helblauwe muur hangt een spreuk. „De Here is mijn Herder". Dona Maria bidt veel. „God laat mij niet in de steek", voor spelt ze. Dona Maria hoort tot de bewoners van het eerste uur van de favela. Ze bouwde haar huis bovenop een spoordijk, waar vroeger een ertstrein over liep. De rails lig gen er nog steeds. Marcos Barbosa vindt dat de gouverneur of de gemeente de kwalijke gevolgen voor het milieu. Ook n Europa is dat zo. Dit is de prijs die we v >or ontwikkeling moeten betalen". Is het de ontwikkeling die Rio de Janeiro wil? Romulo Orrico Filho, directeur van de afdeling transport van de ingenieursoplei ding van de federale universiteit in Rio de Janeiro, gelooft van niet. Zijn afweging heeft weinig met ideologie te maken en veel met rekenen en onderzoek. De zeven kilometer snelweg kost de ge meenschap 140 miljoen dollar en verwerkt per uur maximaal 2900 passagiers. Dat komt neer op bijna 50.000 dollar de man. Nu staan op een zijspoor buiten de stad zes km wagons weg te roesten. Als Rio de Janei ro geld zou investeren in de treinen, het vervoermiddel van de armen, de metro en de veerdiensten, zouden meer mensen zijn geholpen. Bovendien zou de stad minder geld kwijt zijn. Tegenover de bijna 50.000 dollar per passagier voor de Linha Ver melha staat een investering van 257 dollar per passagier die per trein of metro kan rei zen. Orrico: „Het is geen Rode Route maar een Rood Tapijt". Andere prioriteiten Ricardo Neves, ingenieur en oprichter van het Technologisch Instituut voor de Burger (ITC) in Rio de Janeiro, maakte andere be rekeningen. Hij zet de investeringen in transport af tegen andere prioriteiten. Ne ves: „Het is de Linha Vermelha of 170 eer- ste-hulpposten". Het 'rode tapijt' is niet de enige kostbare uitgave. Neves ontdekte dat in Rio de Janeiro de voorsteden de afgelopen wijk iets moet toestoppen in ruil XhJnn r PPVl dertiS Jaar m4ar liefst dertig voorde overlast. Een trocadin- VV dtlr CCrl jpüjard dollar is opgegaan a; wil is, komt een weg ho, wisselgeld. „Ik weet zeker dat niemand meer maalt om de luchtvervuiling of de lawaai overlast als de wijk een voetbal veldje of straatverlichting zou krijgen". Maar de kansen voor Parque Boa Esperanca staan er slecht voor. Tegenover de 100.000 inwoners van Maré (van wie naar schatting 40.000 laesgerechtigd) vallen de 15.000 van Parque Boa Esperanca in het niet. Ook het leven van Aloisio Pede Acevedo (60) zal ingrijpend veranderen. De nacht waker woont in de Rua Bela, een kleurloze doorgangsstraat in de industriewijk Sao Cristovao. De Linha Vermelha komt dwars door of liever gezegd óver de Rua Bela. De snelweg, die met zijkanten erbij bijna 45 meter haalt, komt als een deksel op de straat te liggen. De rijrichtingen worden ge scheiden. Dus het worden eigenlijk twee deksels boven elkaar. Voor Aloisio betekent dat hij over een paar maanden dag en nacht in het donker zit. Bovendien zullen er 70.000 auto's per dag langs de dakrand razen. Tussen zijn huiè en de weg blijft ongeveer 60 centimeter over. Wie dit ontworpen heeft, moet veroordeeld worden tot tien jaar daar tegenover wonen waarvan drie jaar tijdens de bouw, schreef een ingenieur in de krant. De gedupeerde zelf oordeelt mild: „Ik slaap toch overdag. Ik hoop alleen dat het lawaai meevalt". Mag je mensen zoiets aandoen? Wethouder Luiz Paulo Correa da Rocha (44) van stede- bouw en milieu vindt van wel. „Iedereen in de Rua Bela wist al jaren dat er een snelweg foto Sergio zalis zou komen. Bovendien, ieder viaduct heeft ZfW,;; wegaanleg en -verbreding, tun nels en viaducten. De ingenieur ageert tegen wat hij noemt 'beweeglijkheid voor een minderheid die de kwaliteit van het leven van een meerder heid beperkt'. Neves; „Sinds de jaren vijftig kopieert een elite zonder enig nadenken het Ame rikaanse model voor een mega- stad, waarin de auto centraal staat terwijl slechts tien tot vijftien procent van de men sen een auto heeft". Het lijkt naief, geeft de Braziliaan toe, maar hij propageert voor Rio de Janeiro de fiets. De bewoners van Maré bijvoorbeeld zou den beter af zijn met een fietspad. Ze wo nen slechts luttele kilometers van het cen trum, maar zijn nu met de bus over de Avenida Brasil al gauw een uur kwijt. Neves: „En voor armen is een fiets haalbaar. In de voorsteden, waar het gros van de mensen woont en veel minder auto's rijden, zijn nu al 28 miljoen fietsen. Het probleem is ech ter dat een fietsér niet gezien wordt als deelnemer aan het verkeer". Dat ligt in Nederland anders. Daarom gaat de ingenieur altijd op stap met een map vol stickers en folders van de Eerste Nederland se Fietsers Bond (ENFB) en foto's van fiets paden en openbare stallingen in Nederland. Zij moeten de Braziliaanse auto-adepten ervan overtuigen dat het ontwikkelde West- Europa de fiets \yel serieus neemt. Een na- denker voor de gasten die straks met een vaartje van 120 km per uur over de Linha Vermelha van de luchthaven naar het con grescentrum zoeven. Waar een wil is, komt een weg. Zoiets moet president Fernando Collor van Brazilië gedacht hebben, toen hij onlangs de eerste paal heide voor een nieu we snelweg in Rio de Janeiro. Niemand lukte het de afgelopen 25 jaar de Linha Vermelha (Rode Route) van de grond te tillen. Meerdere burgemees ters en gouverneurs beten hun tanden stuk op het miljoenenproject. RIO DE JANEIRO INEKE HOLTWUK GPD Wat nooit kon, was dit jaar (nieuwe presi dent en nieuwe gouverneur) binnen enkele weken geregeld. Waarom? Over precies een jaar staan er 20.000 tot 30.000 gasten op de stoep, deelnemers aan de VN-conferentie over milieu en ontwikkeling die in juni 1992 in Rio de Janeiro wordt gehouden. Brazilië, dat gebukt g&at onder zijn status van Der de-Wereldland, is er veel aan gelegen om deze happening gesmeerd te laten verlo pen. Wat de weg betreft, wordt het spannend. Want fase één van de Linha Vermelha, de zeven kilometer tussen de internationale luchthaven en het centrum, is, als alles vol gens plan gaat, pas twee weken voor het evenement begint klaar. Wat is er bijzonder aan een weg? Niets, wa re het niet dat de Linha Vermelha vermoe delijk nooit zou worden gebouwd als milieudeskundigen een oordeel was ge vraagd. Sterker nog. Er wordt openlijk ge twijfeld aan het nut van deze forse aderla ting (140 miljoen dollar). Een betere illu stratie van het dilemma 'milieu en ontwik keling' kunnen de organisatoren van de conferentie niet bedenken. Ontwikkeling tot welke prijs? En ontwikkeling voor wie? Twee dagen voordat president Collor de eerste paal heide, werd Jose Carlos de Sousa (41) door de gouverneur uitgenodigd in diens paleis. Jose Carlos de Sousa is voorzit ter van een bewonersvereniging in Maré (Getijde), een kluster van sloppenwijken onder de rook van het vliegveld. In het paleis kregen De Sousa en zijn elf collega-voorzitters te horen dat er 4000 nieuwe huizen zouden worden gebouwd in hun buurt. Verder kregen ze folders mee. Of ze die wilden uitdelen onder de bevolking. De folder ging over de Linha Vermelha, de weg die een nieuwe toekomst zou openen voor Maré. Jose Carlos heeft niets uitgedeeld. „De rege ring wil de weg afkopen", zegt hij. „Ze noe men het vooruitgang. Maar vooruitgang voor wie? Wij hebben geen auto. Wij blijven aangewezen op de Avenida Brasil, waar de bus gaat. Er komt niet eens een afrit hier". Maré telt 100.000 inwoners. Ze leven op een smalle strook met aan de ene kant de twaalf rijbanen brede Avenida Brasil en aan de an dere de zwaarvervuilde Baai van Guanaba- ra. Vroeger was dit een moeras met man grovebomen; nu is het een vein de drukste en smerigste stukjes Rio de Janeiro. De lucht ruikt als azijn. Het avondrood is er geel vanwege de chemische industrie. De nieuwe snelweg moet de Avenida Brasil ontlasten, waar op het spitsuur meer dan duizend bussen langs komen. Het is dus geen vermeerdering maar verplaatsing van uitlaatgassen, zegt de gemeente. Bovendien is de lucht in Maré t«ch al zo slecht dat er geen sprake kan zijn van verslechtering. En... de weg is geen nieuwe weg, maar ei genlijk een verlenging van de al bestaande Avenida Brasil. Het zijn allemaal redenen die de gouver neur en de gemeente hebben aangevoerd om vrijstelling te krijgen van het verplichte onderzoek naar gevolgen voor het milieu. Zij hebben hun zin gekregen. Een schande vindt Jose Carlos de Sousa. „Milieu is zeker alleen voor de rijken. Nu hebben we lawaai De Linha Vermelha gaat 140 miljoen dollar kosten. SAO PAULO» STAN LEHMAN» Brazilië telt op de Verenigde Staten en Uganda na het grootst aantal AlDS-slacht- offers ter wereld. In de maand mei bedroeg het aantal geregistreerde AIDS-patienten er 16.340. Volgens het ministerie van gezond heid zijn nog eenS 500.000 Bra zilianen besmet met het AIDS- virus. De hulp aan slachtoffers is door bezuinigingen van de overheid steeds meer afhanke lijk geworden van particuliere organisaties. Greoen vallei In een groene vallei in de berg achtige kuststreek in het zuid oosten van Brazilië wordt AIDS- patienten de opvang geboden die de maatschappij ze niet wil geven. Het Beloofde Land luidt de naam van het dorp voor AIDS-patienten dat er wordt gebouwd door de Alliantie voor Leven, een organisatie van Francis caanse priesters en nonnen die zich het lot hebben aangetrokken van slachtoffers van Franciscaanse priesters en nonnen trekken zich het lot aan van AIDS- slachtoffers de ziekte die geen geld hebben voor medi sche behandeling. „Het Beloofde Land is bedoeld voor AIDS- slachtoffers die nergens naar toe kunnen, die zijn verstoten door hun familie en vrienden of weggestuurd door de overvolle ziekenhuizen in Sao Paulo", zegt de predi kant Alecio Broeiing, een van de directeuren van het project. Hij wijst naar de bijna voltooide be tonnen huizen met rode stenen daken die temidden van grote pijn- en eucalyptusbomen staan en zegt: „Hier zullen ze de warmte en het begrip ontvan gen die de maatschappij ze niet wil geven, waardoor ze hun ge voel voor eigenwaarde kunnen terugvinden en de moed kun nen vinden om door te leven". Duits voorbeeld In de loop van de maand juli kunnen de eerste bewoners hun intrek nemen in de zes huizen die dan opgeleverd zijn. Elke woning heeft drie slaapkamers en twee badkamers en biedt plaats aan tien perso nen. Tegen het eind van dit jaar, na de vol tooiing van nog eens vier huizen, een kapel en een kantoor, zullen naar verwachting zo'n 100 mannen, vrouwen en kinderen in het dorp wonen. "Het Beloofde Land is volgens Broeiing het eerste dorp voor AIDS-patienten ter wereld. Het is gebouwd naar het voor beeld van een gemeenschap voor kankerpatiënten in Duits- land, zo vertelt hij. De bouw van het dorp, die bijna 1,3 miljoen gulden kost, wordt voor 70 pro cent betaald door een Duitse rooms-katholieke liefdadig heidsorganisatie. De rest van het geld komt van particuliere donateurs in Brazilië. De inwoners van Het Beloofde Land zullen fruit en groenten gaan verbouwen en kippen en konijnen gaan houden. Koken doen ze zelf, evenals het groot ste deel van de rest van het huishouden. Het idee is, vertelt Broering, dat de bewo ners van de huizen functioneren als een g zin, waarin ieder zich welkom en nuttig voelt. Elk huis heeft 3 slaapkamers, 2 badkamers en plaats voor 10 personen „Deel uit te maken van een liefhebbend ge zin is een gevoel dat de meesten nog nooit hebben ervaren. Wij geloven dat ze daar door de kracht zullen vinden om de strijd met het virus aan te gaan", aldus Broering. Doktoren, verpleegkundigen, psychologen en maatschappelijk werkers zullen de be woners waar nodig en gewenst helpen een zo normaal moge lijk leven te leiden, zegt Broe ring. De toekomstige bewoners van het dorp zijn op het ogenblik ondergebracht in tijdelijke op vanghuizen van de Alliantie voor Leven in het nabijgelegen Sao Paulo. Twintig patiënten, meest druggebruikers, manne lijke homoseksuelen en prosti- tuees, wonen zolang in een krotachtig huis bij een kerkhof in een arbeidersbuurt. „Ze zijn naar ons toegestuurd door ziekenhuizen, waar men ervan uitging dat ze binnen twee weken zouden overlij den", zegt zuster Neli Lori Egewarth, die de leiding heeft in het opvanghuis. De mees ten zitten er inmiddels langer dan een jaar. „Met veel liefde en warmte helpen we hen de wil om te leven terug te krijgen", zegt ze. „Dat is iets dat met medicijnen alleen nooit lukt." De 23-jarige Edson Pereira, een ex-drugver slaafde, kwam er ongeveer twee jaar gele den achter dat hij AIDS had, toen hij onder behandeling stond voor tuber culose. „Toen de artsen dach ten dat ik nog maar een paar dagen te leven had, stuurden zc me hierheen", zegt Pereira. „Ik was zo zwak dat ik niet eens meer kon lopen. Stukje bij beetje kreeg ik mijn krachten terug." Breed glimlachend zegt hij: „Het is nu ruim een jaar verder en ik heb me nog nooit zo goed gevoeld. Ik fiets zelfs door de buurt." Pereira vertelt dat hij heeft ge probeerd terug te gaan naar zijn ouders, in een sloppenwijk in Sao Paulo. „Maar toen mijn vader erachter kwam dat ik AIDS had heeft hij me het huis uitgegooid. Ik wil dolgraag in Het Beloofde Land wo nen. Er is frisse lucht en veel ruimte en ik Omwonenden bang voor besmetting met het AIDS-virus kan er anderen helpen, die er erger aan toe zijn dan ik." Omwonenden Er zijn omwonenden van Het Beloofde Land die zich zorgen maken. „We zijn bang. We willen ze niet in onze buurt", zegt Eliane Alonso Xa- vier, een advocate die een ap partement bewoont niet ver van het dorp. „We hebben allemaal hard gewerkt om een huis in de ze rustige, schone omgéving te kunnen laten neerzetten en nu worden we geconfronteerd met het risico dat we worden be smet met het AIDS-virus", zegt ze. Hoewel het AIDS-virus niet via drinkwater kan worden ver spreid, zegt Xavier bang te zijn dat het water wordt besmet. „Ze hoeven nergens bang voor te zijn", zegt Broering. „We hebben onze ei gen water- en rioolvoorzieningen en onze eigen vuilverbrandingsoven."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 22