Feiten
De muur die
zwarten van
joden scheidt
W-otr°P- r*
Diplomaat in spijkerbroek
Uur van de waarheid voor Franse communisten
zmwiyveH?: tesqeip aMUooq
J 606# NIÉUWS.' U
6£ worn MD Hoar /yiee£ eezuiM/^p
^oWfcQMJSJ/Z^ilTV
p -
a AIS ItWfcetfXJJ tJOPI^ 1/
[Hesg^w ScM(a>eveM 2£ ^ÖMOÖW j
l (7e 6(SêM Vooe. pe L££^Lih^ao| I
Baltische vertegenwoordigers: jong maar enthousiast
Dinsdag 3 september 1991 Redactie: 023-150225 JANINE BOSMA ALTAN ERDOGAN RONALD FRISART (chef) ONNO HAVERMANS PATRICK VAN DEN HURK HANS JACOBS MARGOT KLOMPMAKER
PARUS HANS GERTSEN
CORRESPONDENT
Heeft de Franse communistische partij
nog een toekomst of niet? En zo ja, in
welke vorm. Die vragen staan vandaag
en morgen centraal tijdens een buiten
gewone bijeenkomst van het Centraal
Comité van de Parti Communiste Fran
cais (PCF).
De Franse communistische partij PCF
schudt op haar grondvesten sinds de
mislukte coup in Moskou. Een coup die
door het dagelijks bestuur van de partij,
het Politburo, pijnlijk verkeerd werd in
geschat. Georges Marchais, al twintig
jaar de onbetwiste leider van de Franse
communisten, wedde vorige week op het
verkeerde paard door de putschisten in
Moskou te steunen. Weliswaar veroor
deelde hij de wijze waarop Gorbatsjov
was afgezet, maar tegelijkertijd verklaar
de Marchais dat de coup begrijpelijk was
omdat de perestrojka op een falikante
mislukking was uitgelopen.
De opstelling van de 71-jarige Marchais
wekte van het begin af aan de woede en
verontwaardiging van een groep hervor
mers, onder leiding van oud-minister
Charles Fiterman, die op hoge toon een
spoedbijeenkomst van het Centraal Co
mité eisten.
Het belooft vandaag een stormachtige
bijeenkomst te worden, die wellicht be
slissend is voor het lot van de 71-jarige
PCF. De hervormers vinden dat de partij
snel ingrijpend moet worden veranderd
om ten minste nog enige overlevings
kans te houden. En voor de meeste her
vormers staat het als een paal boven wa
ter dat de stalinist Marchais moet wij
ken. Onder hem is de aanhang van de
partij afgegleden van ruim twintig pro
cent naar zeven procent bij de laatste
verkiezingen. Als er nu verkiezingen zou
den worden gehouden, zou de PCF
waarschijnlijk totaal worden wegge
vaagd.
Tot nu toe heeft Marchais diverse aan
vallen op zijn positie met succes weten
af te slaan, maar dit keer lijkt de opposi
tie wel erg sterk. Steeds meer gestaalde
kaders beseffen dat ze maar twee keuzes
hebben: met Marchais en de zijnen ten
onder gaan, of samen met de hervor
mers proberen de statische en visieloze
partij te veranderen in een open, demo
cratische en progressieve beweging. Al is
het volgens pessimisten daarvoor al te
laat. Vele duizenden liberale communis
ten hebben de partij de afgelopen jaren
al de rug toegekeerd, of zijn er uitgesme
ten.
De communistische partijstrijd wordt
ook door de Socialistische Partij met in
gehouden adem gevolgd. De leider van
de Franse socialisten, Pierre Mauroy,
heeft de PCF de afgelopen dagen her
haaldelijk opgeroepen consequenties te
trekken uit de gebeurtenissen. Maar
Mauroy waakt er angstvallig voor de
banden met de 'foute' PCF te verbreken.
De Franse socialisten werken vooral op
lokaal en regionaal niveau nauw samen
met de communisten. En de regering
Cresson is in het parlement afhankelijk
van communistische gedoogsteun.
Als die steun wegvalt, is het met de rege
ring Cresson gedaan en zullen er ver
vroegde verkiezingen moeten worden
gehouden. Dat is het laatste waar de so
cialisten op dit moment behoefte aan
hebben. Volgens recente opiniepeilingen
staat de partij van president Mittarrand
in dat geval een daverend verlies te
wachten.
LONDEN CEES VAN ZWEEDEN
Eerik Kross, de hoogste verte
genwoordiger van Estland in
Londen, is een bescheiden man.
„U zult het met mij moeten
doen", zegt hij. Kross heeft ook
alle reden tot bescheidenheid.
Niet alleen is hij de hoogste ver
tegenwoordiger van zijn land in
de Britse hoofdstad, hij is ook
de enige.
Kross (24 jaar) werd vorige
maand door de regering van
zijn landje op een vliegtuig naar
Londen werd gezet. Kross, die
enige jaren geschiedenis heeft
gestudeerd, zou de functies van
politiek attaché, economisch at
taché en persvoorlichter gaan
combineren.
Over huisvesting in Londen be
schikte de jeugdige Estlandse
regering niet, maar gelukkig had
Kross een vriendin bij wie lnj in
kon trekken. Een salaris kon
Estland zijn hoogste vertegen
woordiger in het Britse konink
rijk evenmin bieden, maar ook
dat was geen onoverkomelijk
probleem. Kross had wel eens
wat werk gedaan voor Radio
Free Europe en de regering had
er geen bezwaar tegen dat hij
ook in Londen wat bij zou klus
sen.
Overwerkt
„Het enige probleem is dat ik
overwerkt raak", zegt Kross in
zijn kantoor, een muf achterka
mertje in het 'Estlandhuis'. „Ik
krijg hier een hoop mensen die
een visum willen, mensen die ik
trouwens allen moet doorver
wijzen naar Stockholm of Hel
sinki. Alleen daar heeft de Est
landse vertegenwoordiging vi
sum-stempels."
Visumaanvragers doorverwijzen
is bepaald niet het enige tijdver
drijf van Kross. Hij moet ook
een dagelijks perscommuniqué
schrijven, de contacten onder
houden met het Britse ministe
rie van buitenlandse zaken en
Britse zakenlieden afpoeieren
die „brillen en wapens" aan de
jonge staat willen slijten. „Maar
deze week is mij versterking be
loofd", zegt Kross goedgemutst.
„Met een tweede man erbij zou
de vertegenwoordiging bijna
weer op vooroorlogse sterkte
zijn. Voor 1940 bestond de Est
landse ambassade uit drie
Destijds beschikte de Estlandse
regering over een statig ambas
sadegebouw in Queens Gate, de
dure straat waaraan nu de am
bassades van Kuwayt en Irak
liggen. „Dat pand is in 1989
door ons consulaat in New York
voor 2,25 miljoen pond (7,5 mil
joen gulden) verkocht. Maar
omdat de wettige eigenaar de
niet meer bestaande Staatsbank
van Estland was, oordeelde de
Britse rechter dat de opbrengst
van het pand op een Britse
bankrekening moest worden
vastgezet. Daar staat het nog
steeds. Alleen, anno 1991 kun je
van zo'n bedrag hooguit een
appartementje op Piccadilly
(een bekend plein in de Lon-
dense City, red.) kopen."
Ex-student
Toch ziet Kross de toekomst
zonnig in. Deze week zal de
Britse regering naar verwach
ting aankondigen ambassades
in de Baltische staten te vesti
gen, waarna de Baltische staten
natuurlijk niet kunnen achter
blijven. Kross schat dat er een
kans is van 50 procent dat hij
zich vanaf volgende week am
bassadeur van zijn land mag
noemen, wat voor een 24-jarige
ex-student een veelbelovend
begin van een diplomatieke
loopbaan is.
Ietsje minder optimistisch over
zijn kansen op het hoogste
ambt is de 32-jarige Kestutis
Stankevicius, die door een an
der Baltisch landje boven Lon
den werd 'geparachuteerd'.
Stankevicius vertegenwoordigt
in het Britse koninkrijk Litou
wen en heeft daartoe een ka
mertje betrokken in het 'Litou-
wenhuis'.
Gehuld in t-shirt en jeans heeft
Stankevicius weinig weg van
een diplomaat-in-de-dop, maar
enig inzicht in het politieke be
drijf kan hem niet worden ont
zegd. Nog voordat president
Bush de onafhankelijkheid van
zijn landje had erkend, stonden
maandag voor het 'Utouwen-
huis' reeds negen vaten en twee
kratten bier opgestapeld.
Stankevicius weet niet welk lot
hem zal zijn beschoren. Hij sluit
niet uit dat de Litouwse rege
ring hem terug zal roepen naar
Vilnius voor dringender taken.
Maar hij houdt er ook rekening
mee dat hij volgende week het
t-shirt kan verruilen voor het di-
plomatenpak.
Zeer oud
Maar ambassadeur? Behalve
Stankevicius waart er in Londen
nog een vertegenwoordiger van
de Litouwse natie rond die niet
zo maar kan worden gepas
seerd, te meer niet omdat deze
heer een bijzonder lange staat
van dienst heeft. Vincas Ba-
lickas is 86 jaar en heeft nog een
aanstellingsbrief van voor 1940,
toen Litouwen nog niet door
Stalin was ingelijfd in de Unie
van Socialistische Sovjet Repu
blieken.
Een interview met Baliskas
wordt door zijn secretaresse
vakkundig afgewimpeld. „Me
neer Balisckas is al zeer oud en
u kunt niet verwachten dat hij
nog journalisten te woord
staat." Maar Stankevicius sluit
toch niet uit dat de oudgedien
de diplomaat met het ambt van
ambassadeur gaat strijken.
Albinas Orlavicius zoekt troost bij haar man tijdens een herdenkings
dienst voor haar zoon en vijf andere Litouwse grenswachters die begin
juli door eenheden van de beruchte 'zwarte barretten' werden doodge
schoten. foto afp william snyder
EN MENINGEN
'Met hen heb ik niets te maken
De Eastern Parkway (Oostelijke Parkweg) is precies wat
de naam belooft: een brede avenue, met aan weerszijden
groepjes bomen, die van Prospect Park door het New
Yorkse Brooklyn naar de begraafplaats Evergreens loopt.
Zoals zoveel in Brooklyn, heeft deze straat betere tijden
gekend, maar waar hij de Kingston Avenue kruist, wordt
hij keurig netjes onderhouden.
BROOKLYN MATTHEW HOFFMAN
THE INDEPENDENT
De huizen aan de zuidzijde van
Eastern Parkway stralen een
voorstedelijke rust uit, zoals de
oudere middenklassebuurten
van een willekeurige stad aan
de Amerikaanse oostkust. Maar
naar het noorden toe nadert de
verwaarlozing: onttakelde au
to's langs de stoepen, verveelde
jongemannen hangen rond. Je
zou niet graag in een van deze
straten zonder benzine komen
te staan, maar de wijk Crown
Heights in Brooklyn komt ook
niet op ieders toeristenplatte
grond voor.
Óp een zondag vorig jaar sep
tember reed ik deze wijk in. Ik
had in het vliegtuig naar New
York Stad een jonge rabbi-stu
dent ontmoet, die me had uit
genodigd zijn rabbijn, Mena-
chem Mendel Schneerson, te
zien preken voor zijn gemeente
van toegewijde volgelingen, de
Lubavitscher tak van chassidi
sche joden. Dit is een wereld
wijde organisatie van honderd
duizenden ultra-orthodoxe jo
den die afstammen van de acht-
tiende-eeuwse Poolse stichter
van het chassidisme, Baal Shem
Tov.
Bashevis Singer
Eastern Parkway 770 is gemak
kelijk te herkennen: mannen
met zwarte vilten hoeden met
brede rand en in zwarte pakken
lopen rond op de brede stoep
voor een etagewoning. Een
vreemdeling wordt onmiddellijk
opgemerkt en een jongeman
biedt zijn hulp aan. Ik leg uit dat
ik ben uitgenodigd en hij noodt
me de synagoge binnen, een
luchtgekoelde kelder. Binnen is
het net als in een verhaal van
Isaac Bashevis Singer over het
jiddische leven in het Polen van
de negentiende eeuw. De rabbi
heeft even pauze en in zijn af
wezigheid doet iedereen iets
voor zichzelf. Sommigen bid
den, anderen zitten te kletsen,
een paar lopen rond met hun
kinderen.
Als reactie op een signaal dat ik
niet opmerk, stuwt de menigte
zich naar voren en splijt uiteen,
net zoals de Rode Zee voor Mo-
zes. Door de gang komt de 89-
jarige rabbi Schneerson. Hij
staart me aan en loopt verder.
Zijn opgewonden volgelingen,
die geloven dat hij de Messias
kan zijn, sluiten zich achter
hem weer aaneen, terwijl hij
zich opmaakt hen voor te gaan
in gebed.
Buiten vraagt een van mijn
vrienden, die stadsgeschiedenis
doceert aan de City-universiteit,
aan mijn gids of hij zich niet
druk maakt over de misdaad in
dit deel van de stad. „Er bestaat
hier geen misdaad", krijgt hij te
horen. Mijn vriend houdt aan:
„Maar dit is een van de buurten
met het hoogste misdaadcijfer
van de stad." „O, je bedoelt
hén", zegt de jonge Hassid.
„Met hen heb ik niets te ma
ken."
Vrouwen in camavalskledij paraderen door Crown Heights. De optocht werd gisteren gehouden ter ere van
de West-Indische en Amerikaanse verbroederingsdag. Op de achtergrond kijken orthodoxe joden toe.
fo to afp evy maces
Ongeluk
De afgelopen weken heeft mijn
jonge gids meer dan genoeg te
maken gehad met 'hen' de
plaatselijke zwarte gemeen
schap van zo'n 240.000 zielen
die in de smerige straten aan de
overkant van Eastern Parkway
wonen. Sinds 19 augustus ver
keren de zwarte gemeenschap
en de Lubavitscher chassiden
op voet van oorlog. Op die dag
werd door onvoorzichtig rijge
drag de 7-jarige zwarte Gavin
Cato doodgereden door de auto
waarin rabbi Schneerson zat.
Een paar uur na het ongeluk
werd Jankei Rosenbaum, een
Australische theologiestudent
die hier op bezoek was, in
Crown Heights doodgestoken.
Tot nu toe zijn er tientallen ar
restaties verricht, en zijn er
vooral onder de politie vele ge
wonden gevallen.
Zwarten vertellen verslaggevers
dat de Lubavitscher chassiden
de schaarse behuizing opkopen,
waarbij de joden van het stads
bestuur een voorkeursbehande
ling krijgen, terwijl zij zelf met
minachting worden behandeld.
Blijkbaar zien zij op een of an
dere manier deze in zichzelf ge
keerde gemeenschap als de
aanstichter van hun eigen ellen
de aan de onderkant van de sa
menleving.
Vorige maand nog wekte pro
fessor Leonard Jeffries, de voor
zitter van de Afrikaans-Ameri
kaanse studies aan het City Col
lege van New York, de woede
van de joden op door te spreken
over „een samenzwering, be
raamd en geprogrammeerd in
Hollywood, waar mensen met
namen als Greenberg en Weis-
berg en Trigliani een vemieti-
gingssysteen voor zwarte men
sen in elkaar zetten". Hij voeg
de daaraan toe dat „rijke joden
de slavenhandel hadden helpen
financieren".
Holocaust en slavernij
Beide gemeenschappen zien
zichzelf als slachtoffer. Velen
van de chassiden zijn overle
venden, of familie van overle
venden van de holocaust. De
zwarten stammen af van fami
lies die door eeuwen slavernij
uiteen zijn gescheurd.
Ik kom in de verleiding te mora
liseren. Als de joden maar kon
den leren zwarten niet te be
handelen met onopzettelijke
minachting (ik herinner me
mijn moeders weinig flatteren
de verwijzingen naar de shvart-
zersen als zwarten maar weer
stand konden bieden aan de
paranoïde verleiding hun onge
luk te wijten aan de zondebok
ken van de geschiedenis, dan
konden de twee gemeenschap
pen samen hun problemen be
strijden.
Ooit waren ze verenigd. In de
jaren vijftig en zestig waren het
joden die in onevenredig grote
aantallen kwamen opdraven
om de rassenongelijkheid te be
strijden. Toen drie van deze
'freedom riders', die in juni
1964 in gëintegreerde bussen
door het zuiden reden, in Mis
sissippi werden vermoord,
schalden hun namen: „Chaney,
Schwemer en Goodman" door
het hele land. Chaney was
zwart, Schwemer en Goodman
waren joods. In New York heb
ben liberale joden in de voorste
linies gestaan voor opheffing
van rassenscheiding op het ge
bied van huisvesting, werkgele
genheid en onderwijs. Maar de
ze nauwe samenwerking heeft
ook tot conflicten geleid. Zwar
ten voelden zich door de joden
uit de middenklasse paternalis
tisch behandeld.
Doordat joden hebben gepro
beerd te integreren, werden zij
juist vaak gezien als vertegen
woordigers van de blanke on
derdrukker. Zwarten die een ap
partement konden huren in
joodse wijken, terwijl andere
blanke gemeeenschappen ze
eenvoudig buitensloten, ston
den tegenover joodse huisba
zen, joodse winkeliers en joodse
sociale instellingen.
'Goede muren vormen goede
buren', luidt een oude spreuk.
De paradox is, en dat wordt in
Crown Heights bekrachtigd, dat
joden en zwarten in New York
slechte buren vormen, of de
scheidingsmuren er nu staan of
niet.
Een groep Lubavitscher chassidische joden kijkt toe bij een demonstratie van zwarten langs Eatem Parkway in de wijk Crown Heights in Brooklyn, New York. foto afp jerome delay
WIM STEVENHAGEN