Extra
Werk aan de winkel in Polen voor Peter Karsten
Detailhandel worstelt met allochtonenproject
Dinsdag 20 augustus 1991
3-150239 PIET BERGHUIS Vormgev
ESTHER NUPELS
16
KARSTEN IN POLEN Peter Karsten uit Blokker bracht 25 jaar ge
leden zijn levensmiddelengroothandel onder in een magazijntje
van 40 bij 16 meter. In 1991 leidt hij de 'Karstengroep', een on
derneming goed voor een omzet van een miljard gulden per jaar.
Onlangs opende Karsten als eerste Nederlands bedrijf een le-
vensmiddelenbvestiging in het Poolse Lodz.
ALLOCHTONEN Het Koninklijk Nederlands Onder
nemers Verbond (KNOV) tekende eind vorig jaar een
overeenkomst met het Nederlands Centrum voor Bui
tenlanders (NCB) om meer allochtonen in het Mid
den- en Kleinbedrijf te krijgen. Een deel van de projec
ten is gestart. Een moeizaam begin.
Groothandelaar uit Blokker wil met keten van bedrijven Oost-Europa veroveren
Ooit had Vicky Leandros een hit met 'Theo wir fahren nach Lodz'. De Griekse
zangeres is er waarschijnlijk nooit zelf geweest, anders had ze Theo wel uit
genodigd voor een ander uitstapje. Alle gebouwen zitten onder een dikke,
vette laag roet. Het is afkomstig van de immer vervuilende industrie en de
stinkenden bruinkool die de Poolse huiskamers in de winter warm houdt.
Met Katowice behoort Lodz - de Polen zeggen Woeds - tot de smerigste ste
den van het land. Het industriële raderwerk kraakt in zijn voegen. De veran
deringen gaan daar in hartje Polen voorlopig gepaard met een enorme werk
loosheid.
LODZ LEO VAN GELDEREN
Veertig jaar 'heilstaat' heeft voor de meeste
Polen in Ix>dz niet veel meer opgeleverd
dan chronische aandoeningen aan de
luchtwegen. Maar niet alleen lichamelijk
hebben de inwoners klachten. Doordat de
staat in al haar almacht de afgelopen jaren
elke pogiong tot enig particulier initiatief er
onmiddellijk uitknuppelde, moeten veel
Polen opnieuw zelfstandig leren denken.
Dat proces voltrekt zich razendsnel, maar
voor de grootste groep is de weg naar een
beetje weivaart en comfort nog erg lang.
Natuurlijk kom je goed geklede Poolse
mannen en vrouwen tegen. Maar zij vor
men nog altijd een bezienswaardigheid.
Het algemene straatbeeld wordt bepaald
door mensen van wie de welvaart niet echt
afstraalt en die de indruk wekken het tempo
van veranderingen nauwelijks te kunnen
bijbenen. Mensen die het masker, dat ze 40
jaar lang verplicht moesten dragen nu
angstvallig op houden. Achter die plooien
van bureaucratie en apathie voelt men zich
veilig. Maar voor hoe lang? Immers de in
beweging gezette trein is niet meer te stop
pen. Het principe 'men rijdt mee, of valt af
laat zich heel sterk gelden.
„We hebben geen keuze, een weg terug is er
niet", zegt een taxichaffeur. „Daarom moet
ik wel optimistisch zijn over de toekomst.
Als deze aanpak mislukt, gaan we met z'n
allen naar de bliksem." Hij lacht zijn nicoti-
nebruine tanden bloot. „Maar waarom zou
het misgaan? We zijn, als het erop aankomt,
een ondernemend volkje." Met een blik op
de teller die de ritprijs in Poolse valftta aan-
Draaiboeken
In die wereld van tegenstellingen durven
Peter Karsten en de zijnen het aan de on
derneming 'Maxa' uit de grond te stampen.
Als het aan deze ondernemers ligt, is Lodz
nog maar het begin. Binnen een paar jaar
willen ze een keten van groothandels in
heel Polen realiseren. En piet alleen in Po
len. Peter Karsten heeft de draaiboeken
voor de rest van het Oostblok klaar liggen.
Vanwaar die interesse in Oost-Europa? „Dat
heeft er bij mij altijd al ingezeten. Als jonge
jongen maakten ze mij al niet wijs dat er
aan de andere kant van de Muur alleen
maar barbaren woonden. Toen stond voor
mij ook vast dat met wederzijds respect die
twee werelden elkaar zouden vinden. Dus
met dat idee in mijn achterhoofd was het
niet meer dan logisch dat ik als een van de
eerste ondernemers richting Oosten afreis
de op het moment dat de deur daar open
ging"
„Er is nog iets dat in mijn voorkeur voor het
Oosten sterk meespeelt. Dat is emotie. De
emotie die me doet kiezen voor de under
dog. Waarom? Omdat ook ik die rol van un
derdog heb gespeeld. Mijn vader is begon
nen als onafhankelijke leverancier voor
melkhandelaren. Toen ik in 1966 in de zaak
kwam, stond mijn besluit vast: ik ga door
zoals mijn vader begon. Dat betekent zelf
standig blijven tot aan de laatste snik. Dan
roei je dus tegen de stroom in. Dan blijven
deuren dicht die voor je zaak eigenlijk open
zouden moeten."
flinke toegevoegde waar-
Vrachtwagens
Met vrachtwagens van Interaba
worden de voorraden levensmid
delen naar de Maxa in Lodz ge
transporteerd. Levensmiddelen die
uit de voorraden van Karstens be
drijf komen. „Nog wel", zegt Peter
Karsten. „Op het moment dat ze in
Polen de spullen goedkoper kun
nen krijgen, moeten ze dat doen.
Sterken dan is Maxa contractueel
verplicht in eigen land in te kopen.
Ik ben gebaat bij een optimaal
draaiend bedrijf. Maar zo lang Po
len zelf niet kan leveren, kopen ze
bij mij."
„Lijkt me logisch. Wij lopen ook de
meeste risico's. Ze betalen daar in
derdaad Nederlandse prijzen voor.
Toch wordt het verkocht. Wat
daarbij telt is dat de inkopende
winkelers uit 400 produkten kun
nen kiezen. Gewoon elke dag en
dat betekent in Polen nogal wat.
We hebben nu al 850 klanten in en
rond Lodz. Ik weet zeker dat Maxa
binen afzienbare tijd naar drie, vier
ton omzet in de week gaat. En
straks worden de belangrijkste pro
dukten in Polen gemaakt. Met een
gunstiger prijs voor de consu
ment."
Onder het motto 'succes was giste
ren' denkt Karsten al weer verder.
Plannen voor een tweede Maxa bij
Krakau liggen panklaar té wachten
op uitvoering. En ook de rest van
het voormalig Oostblok moet stor
menderhand worden veroverd.
„We hebben het toch gered en redden het
nog steeds. We draaien een omzet van een
miljard gulden per jaar. Dat geeft een goed
gevoel. Natuurlijk benader ik de nieuwe on
derneming Maxa zakelijk. Maar de handel
met een land als Polen geeft in de emotio
nele sfeer wel een flinke toegevoegde waar
de."
Maxa is een zelfbedieningsgroothandel.
Karsten zelf heeft 50 procent van de aande
len en verzorgt het volledig management.
De ander helft is in handen van twee Poolse
ondememens, Witold Bieniek en Tomasz
Marawski. Zij leiden de firma 'Interaba',
een onderneming met verschillende be
drijfstakken. „Heel ondernemende mensen
waarin ik het volste vertrouwen heb. Dat is
altijd mijn manier van zaken doen."
Karsten slaat met zijn hand opt afel. „Als ik
ook maar éven het idee heb dat mensen me
belazeren valt het doek. Al kost het goud
geld. Zonder vertrouwen geen handel, zo
simpel is het."
Verandering
Ergens in een buitenwijk van Lodz staat de
eerste Maxa. Een hal van 4200 vierkante
meter op een industrieterreintje. „Voordat
we hier introkken was het een grtote ben
de", zegt Lissenaar Jan Mijnders. Karsten
heeft hem aangetrokken om de boel op po
ten te zetten. „Dit is een twintig jaar oude
fabriekshal. Er is een paar weken keihard
gewerkt om de zaak schoon te maken en op
te knappen. Het resultaat mag gezien wor
den. Voor de klanten is het een hele veran
dering. Kleine dingen die ze niet gewend
zijn. Vriendelijk personeel bij voorbeeld. En|
een afdeling klantenservice als ze er niet
uitkomen."
Mijnders runde jarenlang in Lisse een su
permarkt en komt sinds 1982 in Polen. Voor
Karsten de ideale man op de werkvloer ter
plekke. „Sinds negen jaar bemoei ik me metl
hulptransporten. In de loop van de jaren
ben ik van dit land gaan houden. Natuurlijk
moet er nog ontzettend veel veranderen. En
je moet hier zeker niet komen als de alles
wetende westerling die de zaakjes wel even
zal regelen. We doen het samen."
Maandagochtend om half zes staat Jan
Mijnders al te wachten in de hotellobby.
Als je mee wilt rijden naar de winkel, zul je
vroeg op moeten", had hij de avond ervoor
al gewaarschuwd. „De zaak is vanaf zes uur;
open en gaat pas om acht uur 's avonds j
dicht. Zeker in deze beginperiode houd ik
graag de vinger aan de pols."
Op straat is het nog rustig. Oude, krakende
trams en rokende bussen vervoeren men
sen naar hun werk. Zelfs nu het verkeer nog
niet op gang is proef je letterlijk de lucht
verontreiniging. „Het stinkt hier altijd", zegtj
Mijnders. „Dag en nacht." Hij wijst naar
een paar fabriekspijpen die pikzwarte rook
over de stad uitbraken. „Weet jij wat daar
allemaal voor troep inzit? Naast de econo
mie die opgekrikt moet worden zal ook de
verbetering van het milieu een enorme in
spanning vergen. Toch ben ik optimistisch.
Het zal nog even duren, maar dit land komt i
er bovenop."
Hollandse manier
Op het moment dat de winkel opengaat
melden de eerste klanten zich al. Zij moe
ten een pasje overleggen als bewijs dat ze
inderdaad winkelier zijn. De klanten krijgen
elke week per post de nieuwste aanbiedin
gen in de bus. „Je ziet het, we werken op de
Hollandse manier. Aan die service tillen we
zwaar. Nog niet zo lang geleden stonden ze
uren in de rij voor een lege winkel. Nu krij
gen ze de aanbiedingen thuis gestuurd.
Voor ons is dat normaal, hier is het een cul
tuurschok. Maar het wordt g
Vandaar dat ik heilig geloof in het s
van deze formule."
De grote vraag: wie zal dat betalen
Mala Ajodhia: „Van discriminatie heb ik nooit wat gemerkt."
DEN HAAG MARIETTE HITZERT
Hij heeft eigenlijk nooit nagedacht over de
mogelijkheid dat hij door zijn huidskleur
klanten zou kunnen afschrikken. Van dis
criminatie heeft de uit Suriname afkomstige
verkoper Henk Lont in boekhandel Pölki in
Amsterdam Zuid-Oost (de Bijlmer) nooit
iets gemerkt. „Pogingen om meer allochto
nen in de detailhandel aan het werk te krij
gen? Het zal wel. Ze bekijken het maar", is
zijn reactie.
De vakcentrales FNV en CNV voeren over
leg met de werkgevers in de detailhandel
om 80.000 kansarmen op de arbeidsmarkt,
waaronder 50.000 allochtonen, in die sector
aan de slag te krijgen. In totaal werkt tien
procent van de beroepsbevolking in de de
tailhandel, dat zijn 430.000 werknemers.
Het aanbod van goedkope schoolverlaters
daalt. De detailhandel heeft een slecht
imago bij de jongeren hard werken tegen
een lage beloning en werkgevers worden
gedwongen naar andere groepen op de ar
beidsmarkt uit te kijken. „De detailhandel
heeft jaarlijks 70.000 tot 80.000 vacatures
die niet of moeilijk te vervullen zijn. Het is
dus ook in het belang van de werkgevers
dat die 'moeilijke' groepen aan het werk ko
men", aldus de FNV.
De werkgevers, en met name het KNOV,
willen zich echter niet laten vastpinnen op
streefcijfers. Het ondernemersverbond te
kende in december vorig jaar een conve
nant met het Nederlands Centrum voor
Buitenlanders (NCB) om meer allochtonen
in het Midden- en Kleinbedrijf, waar de de
tailhandel deels onder valt, te laten instro
men. Een deel van de projecten is van start
gegaan. „Het kost een grote inspanning om
etnische minderheden klaar te stomen voor
de arbeidsmarkt", aldus het KNOV.
De grote vraag is: wie zal dat betalen? „Als
het om de financiering van regionaal- en
branchegerichte projecten gaat, zie je het
KNOV al zuinig kijken", aldus A. Steyaart
van de Dienstenbond FNV. „Het KNOV
roept al snel dat er geen aanbod is van al
lochtonen", zegt P. van Ekips van het NCB.
„Maar de schoen wringt al bij de oplei
dingstrajecten. Er moet nu eenmaal in de
mensen worden geïnvesteerd om ze in te
laten stromen op de arbeidsmarkt".
Weerstanden
Daar komt dan nog bij dat een grote groep
werkgevers weerstanden heeft tegen het
aantrekken van allochtonen in verkoop
functies. „Het schrikt de klanten af', is de
redenering. Onlangs publiceerde het Lan
delijk Bureau Racismebestrijding (LBR) een
rapport, waaruit blijkt dat werkgevers het
aantal allochtone personeelsleden in hun
winkel niet boven een bepaald maximum
willen laten uitstijgen.
Eigenaar J. Scheffer van boekhandel Pölki
weet dat veel kleine middenstanders geen
allochtoon personeel in dienst willen ne
men. „De kleine ondernemer is zo bekrom
pen", verzucht hij. „Ze gebruiken het ex
cuus dat de klanten geen allochtone verko
pers willen, maar zelf zijn ze juist racis
tisch."
In het winkelcentrum staat nauwelijks al
lochtoon personeel achter de toonbank. En
dat terwijl 70 procent van de klanten in de
wijk van allochtone afkomst is. Hoopt
Scheffer misschien meer Surinaamse klan
ten te trekken die zich met de Surinaamse
verkoper kunnen identificeren? „Welnee",
is zijn reactie. „Het maakt me niet uit welke
kleur iemand heeft. Zo ben ik opgevoed.
Henk is gewoon een prettige collega, leder
een is gecharmeerd van hem".
Henk Lont is in de boekhandel terechtgeko
men via een banenpool van het Amster
dams Ondernemersverbond (AOV), de
Stichting Regionale Samenwerking Over
heid en Bedrijfsleven (RSOB), het arbeids
bureau en uitzendbureau Start. De pool is
een soort uitzendbureau, dat kansarmen na
een korte opleiding in de detailhandel 'uit
leent'. Ongeveer de helft van hen is alloch
toon. De werknemers zijn in dienst van de
pool. De bedoeling is dat zij er uiteindelijk
een vaste baan aan overhouden.
Lont werkt sinds begin deze maand in vaste
dienst bij Pölki. Hij is niet bepaald het pro
totype van de kansarme allochtoon. Hij
heeft heeft een hogere beroepsopleiding (de
Hogeschool voor de Kunsten) gevolgd en
heeft verschillende baantjes gehad voor hij
bij de boekhandel terechtkwam. Hij praat
zacht en weloverwogen. „Ik wil iets opste
ken van verkooptechnieken", is zijn moti
vatie om in de detailhandel aan de slag te
gaan. „Te hoog opgeleid voor deze functie?
Och, ik moet toch maandelijks mijn vaste
lasten betalen. Daarvoor moet ik werk heb
ben. En misschien open ik nog wel eens
mijn eigen zaak".
Succesvol
De AOV-pool had bij de start ervan in sep
tember 1989, geen duidelijke doelstellingen
voor ogen. Aan de ene kant hoopte men de
vraag van ondernemers naar, al dan niet tij
delijk, personeel te vervullen. Anderzijds
wilde men langdurig werklozen weer tot de
arbeidsmarkt laten toetreden. „Op de lange
termijn blijkt het experiment succesvol te
zijn", aldus directeur Arturo van Haag van
de stichting RSOB, één van de oprichters
van de pool.
Van de deelnemers komt ongeveer 70 pro
cent, direct of indirect, aan het werk. 33
Mensen-hebben inmiddels via de pool vast
werk. Op dit moment zitten er nog onge
veer 35 in de banenpool.
Aan de vooropleiding worden, om tot het
project toe te kunnen treden, geen hoge ei
sen gesteld. Enkele jaren LBO of Mavo is
genoeg. Wel moeten de verkopers in spé
gemotiveerd zijn en goed met klanten om
kunnen gaan. „Er wordt duidelijk gekeken
naar de individuele mogelijkheden. Iemand
die geen enkele interesse heeft in techniek,
wordt bijvoorbeeld niet in een ijzerwinkel
geplaatst", zegt Van Haag.
Drie procent
Bemiddelt de AOV-pool nu nog uitsluitend
in Amsterdam en vooral voor kleine onder
nemers, verschillende warenhuizen en su
permarkten beraden zich over het aantrek
ken van nieuwe groepen werknemers. Be
halve allochtonen zijn dat herintredende
vrouwen, gedeeltelijk arbeidsongeschikten
en langdurig werklozen.
Het aantal allochtonen in verkoopfuncties
dus als 'gezicht van de winkel', is nog laag.
„Het percentage allochtonen bij C A ligt
nu op ongeveer drie procent", aldus perso-
neelsmanager C. van Laar. „Dat is ook on
geveer het landelijk gemiddelde. Maar dat
moet veranderen, om zakelijke en maat
schappelijke redenen. De samenstelling van
de Nederlandse bevolking verandert en we
zijn verplicht daarin mee te gaan".
Ook Albert Heyn heeft in totaal ongeveer
drie procent allochtonen in verkoopfuncties
in dienst. In de grote steden liggen de per
centages hoger, op het platteland iets lager.
De supermarktketen wil dat het personeel
in de winkel een afspiegeling is van de wijk
waar het filiaal gevestigd is. Het komt ech
ter nog maar zelden voor dat het allochtone
verkooppersoneel doorstroomt naar hogere
functies. De interne opleidingen staan open
voor iedereen, maar de supermarktketen
buigt zich over een nieuw beleid, waarin
eventueel speciale voorzieningen voor al
lochtonen worden ontwikkeld.
Mala Ajodhia uit Suriname hoefde daar niet
op te wachten. Zij werkt in een filiaal in
Den Haag en volgt sinds september vorig
jaar de opleiding assistent afdelingsmana
ger. Onlangs vierde ze haar twaalfeneen
halfjarig jubileum bij Albert Heyn. Als ver
koopster op verschillende afdelingen in ver
schillende winkels kwamen haar leidingge
vende capaciteiten al snel naar voren. „Ik
kon al eerder aan deze opleiding beginnen,
maar had er door huiselijke omstandighe
den niet eerder gelegenheid voor", aldus
Ajodhia. „Van discriminatie heb ik nooit
iets gemerkt. Je kunt overal wel wat achter
zoeken, maar ik word niet anders behan
deld dan mijn collega's. Zij accepteren mijn
leiding omdat ze zien dat ik het kan".
Taalprobleem
Ajodhia heeft echter, net als Lont, een goe
de opleiding gehad. Zij werkte in Suriname
als onderwijzeres. Toen zij dertien jaar gele
den in Nederland in dat vak niet aan de slag
kon, aarzelde ze niet lang en solliciteerde
bij Albert Heyn. Toen was zij de enige al
lochtoon in het filiaal in Zoetermeer.
Noch zij, noch Lont stuiten echter op een
taalprobleem. Een grote groep allochtonen
heeft daar wel mee te maken. Zo mislukte
een project van het Haarlems onderne
mershuis, in samenwerking met arbeidsbu
reau en Sociale Dienst. De bedoeling was
goed. Er zouden vijftien allochtonen opge
leid worden voor een baan in de detailhan
del, compleet met stageplaatsen. Van de
twintig geïnteresseerden die in april op een
voorlichtingsbijeenkomst afkwamen, deden
elf mee aan een test. Daarna bleven nog
maar drie enthousiastelingen over. Slechts
één daarvan voldeed aan de eisen die aan
de beheersing van het Nederlands gesteld
werden.
„De eisen werden beslist niet te hoog ge
steld", zegt P. Janssen van het arbeidsbu
reau in Haarlem, waar ongeveer 330 al
lochtonen ingeschreven staan. „Maar de
wachtlijsten voor taalcursussen zijn lang.
De volgende keer selecteren we eerst de
mensen uit, en zoeken er daarna pas stage
plaatsen bij".
Het project is echter nog niet helemaal van
de baan. H. van Perlstein van het Ondeme-
mershuis: „Het is zo belangrijk dat hel pro
ject gaat slagen, dat we de winkeliers heb
ben meegedeeld dat het met enige vertra
ging toch doorgaat". Met intensieve wer
ving en aanvullende taalcursussen hoopt
men toch voldoende kandidaten te vinden
om er in het najaar alsnog mee van start te
gaan.