Sport Lot brengt Florijn en Klerks weer samen 'Almere Mekka voor tri-atleet Dikstra op recordjacht Het toernooi op de Leidse Hout wordt zoals elk jaar geken merkt door een hoop gezelligheid om het tennis heen. Iemand, die je er ook altijd zult aan treffen is, behalve mevrouw Kasten, de sinds mensen heugenis bij de ver eniging spelende Waldo Jansen. Vaak aan de bar, in elk geval tot laat. Wie is Waldo Jansen eigenlijk? „Op mijn tiende ben ik begon nen met tennis op de Leidse Hout. Ik was hier niet weg te slaan. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat kon je mij hier vinden. Na mijn Atheneumdi ploma ben ik medicijnen gaan studeren. Dat wilde niet echt vlotten en toen ben ik overge stapt naar psychologie. Daar naast ben ik om bij te verdiener wat tennislessen gaan geven. Eerst bij Tehado en nu bij Voor hout." Hoe lang sta je al op de B-lijst? Sinds m'n vijftiende, dus nu al zo'n elf jaar. Toen ik veertien was won ik negen van de der tien C-toemooien, waaraan ik meedeed. Overigens heb ik het altijd moeten hebben van veel trainen. Ik ben niet gezegend met heel veel talent. Ik ben een echte werkten nisser, die niet presteert als hij te weinig ge speeld of getraind heeft. Nooit een B-toernooi gewonnen? Is het tennis „Nee. wel twee keer de finale gehaald, in Lisse en hier." Steekt je dat? „Nee hoor, helemaal niet. Ik maakte nou eenmaal de keuze tussen alles opgeven voor ten nis of gezelligheid erbij. Als je je gaat interesseren voor andere dingen, wat ik trouwens erg be langrijk vind, maakt baan in de sfeer van de club pasten, ofte wel gezellig zijn. Niet alles draait oni tennis hier, de rest in het leven is ook belangrijk. Marcel van Rijn en Jan-Wi- lem Lugthart zijn van die spelers, die. ik graag had gehou den. Van Rijn moest alleen bij Nieuw- Vennep gaan spe len. omdat hij daar trainer was en Lugt hart kon gewoon hogerop." Is het succes van dit toernooi een gevolg van die sfeer hier? „Dat denk ik wel. Bovendien is de wedstrijdleiding hier altijd erg soepel en vooral speler- vriendelijk. Dit is toch een uniek clubje tussen de bomen. Ieder een komt ook kijken naar een goede B-pot en iedereen kent elkaar." Hoe komt het dat het hele eerste team er in de eerste ronde uit- lag? „Ik denk, en dan kijk ik naar mezelf, omdat ik te weinig ge traind heb. Ik sta 40 a 45 uur les te geven nu en dan is er geen tijd voor jezelf. Wat betreft Stipkovitz en Aukje Baayens weet ik het niet. Aukje was in de competitie perfect, maar nu ontbreekt het haar een beetje aan zelfvertrouwen. Overigens gaat Sabine Hoekstra, die hier in het tweede speelt het C-toer- letr rop. kostr dat niet zo veel Je speelt al vanaf je vijftiende in het eer ste. Zijn er mensen weggegaan hier, wie je dacht: jam mer? „ja, natuurlijk. Het voordeel van deze kleine club is dat al les op competitiege- bied beslist wordt met mij erbij. Ik heb altijd een beetje in spraak gehad in de opstelling van het eerste team. Zo heb ik mensen gezocht, die ook buiten de •I harder ge worden, vergeleken met vroeger? .Alles is harder geworden, veel meer prestatiegericht. Vroeger had je een heel smalle B-top, die op elk toernooi de dienst uitmaakte. Nu zijn er zoveel goede tennissers en dan zijn et ook nog een stel, die koste wat sn winnen. Dan gaan ze punten pikken en van dat soort din gen. Daar hou ik niet van en als het tegen mij gebeurt zal ik me alleen zetten. Na afloop probeer ik die lui aan hun verstand te brengen, dat punten pikken niet eerlijk ls. Als ze er na afloop tenminste zijn, want als ze verliezen gaan ze huilend naar hpis moeten ze vroeg naar bed voor hun volgende wedstrijd." game set match Morgen begint in Wenen het wereldkampioenschap roei en. Ronald Florijn van Die Leythe bevindt zich daar weer onder de hoede van clubgenoot Jan Klerks. Hij maakt deel uit van de dubbelvier die door Klerks wordt getraind en hoopt te kunnen laten zien dat hij nog altijd bij de in ternationale top hoort. ROEIMEDEWERKER j Florijn liep vrij rond op de na tionale 'roeimarkt', nadat Nico Rienks gekozen had voQ^'lenk- Jan Zwolle als zijn nieuwe dub- beltwee-partner. Klerks zocht een roeier om de plaats in zijn dubbelvier over te nemen, die 'r> was vrijgekomen nadat Herman van den Eerenbeemt een punt achter zijn carrière had gezet. Het gebeurde al eens eerder dat het lot beide Leidenaars samen bracht in de voorbereiding op een belangrijk toernooi. Voor het eerst was dat in 1979 1 toen Klerks Florijn begeleidde tijdens de wereldkampioen- schappen voor junioren in Mos kou. Florijn, toen achttien jaar, behaalde daar in de skiff de ze- Cvende plaats. Ook vijf jaar later, in het Olympisch jaar 1984, sprong Klerks in toen Florijn kort voor dat het wedstrijdsei zoen zou beginnen zonder coach kwam te zitten. Florijn had in dat jaar zijn zinnen op de skiff gezet. Hij kwam even wel te kort om naar Los Angeles uitgezonden te worden en be dankte voor de eer om als reser ve mee te gaan. Record In 1986 stond Florijn voor het eerst het hele jaar onder bege leiding van Klerks. Onder diens leiding vormde hij halverwege ook een dubbelvier met Rienks, Zwolle en Van den Eerenbeemt. Op de wereldkam pioenschappen voor studenten in Amsterdam won deze vier goud. Het Bosbaanrecord dat de ploeg daar neerzette staat nog steeds. Op de reguliere we reldkampioenschappen haalde het viertal later in het seizoen de finale en werd daarin vijfde. Het was voor het eerst dat een Nederlandse dubbelvier de fina le bereikt op een wereldkam pioenschap voor senioren. Voor Klerks betekende dit na een uitgebreide staat van dienst bij de junioren zijn eerste grote toernooi bij de senioren, en te vens zijn eerste ervaring als coach van een dubbelvier. Klerks over die tijd, nu vijf jaar geleden: „We waren toen al erg blij dat het hard ging op de trai ning. Nu zijn we ons terdege bewust dat een snel trainings tijdje niets zegt. Als coach was ik toen een broekie, ik handelde erg voorzichtig. Wel had ik alle vier de roeiers in hun junioren- tijd meegemaakt, waardoor ik hun vertrouwen had, iets dat erg belangrijk is. Desondanks voelde ik mij afhankelijk van hun mening over mij, en pro beerde ik meningsverschillen uit de weg te gaan. Nu, met meer ervaring en succes achter mijn naam, heb ik er geen moeite mee te zeggen waar het op staat." In het Olympisch jaar 1987 viel de vier uit elkaar en vorm den Nico Rienks en Ronlad Flo rijn een koppel. Rienks schatte namelijk goed in dat hij in de skiff alleen nooit de top kon ha len en haalde Florijn over om een dubbeltwee te vormen. De coach van dat koppel: Jan Klerks. Het resultaat van de sa menwerking: goud in Seoul. Handjes In 1989 coachte Klerks behalve Rienks en Florijn ook de natio nale dubbelvier met Kelderman, Maasdijk, Van den Eerenbeemt en Arisz, een ploeg die pas na de internationale wedstrijden in Luzem werd samengesteld. Flo rijn en Rienks wonnen op het WK 'slechts' zilver, achter de Noren. De dubbelvier haalde als een volledige verrassing goud. 'Jan met de gouden handjes' werd een begrip. Toch was het juist dit toernooi dat Rienks en Florijn deed uitzien naar een andere coach. Florijn:„We von den dat onze coach ook moest balen als wij verloren hadden, en dat hij niet toch plezier mocht hebben door het succes van een andere ploeg." Klerks over het coachen van verschillende ploegen tegelijk: „Meestal ontstaat zoiets uit een gebrek aan coaches of een ge brek aan geld. Problemen ont staan vervolgens als het met één van de twee ploegen min der gaat. Dat team denkt dan al snel dat de coach teveel tijd be steedt aan de andere ploeg. Op internationaal niveau is het zeer ongebruikelijk om twee ploegen te coachen. Voor het WK coach ik behalve de dubbelvier ook skiffeuze Harriët van Ettekoven. Zij weet dat ze niet de prioriteit heeft, maar accepteert die situa tie." Zaterdag *17 augustus 1991 Redactie: 071-161400 MARTIN HOEKSTRA HERAAAN JOUSTRA AD VAN KAAM TIM BROUWER DE KONING ROB ONDERWATER GUS VAN OOSTEN WIM Eindredactie: PAUL DE TOMBE Vormgeving: RUTGER J HOOGERUK Het Leidse duo Ronald Florijn (I) en Jan Klerks is voor het WK-roeien in Wenen weer herenigd. Vorig jaar verging het de Ne derlandse scullers een stuk min der dan de jaren daarvoor. De dubbelvier van Klerks moest in Luzem met een invaller roeien en behaalde op het wereldkam pioenschap slechts de vijfde plaats. Rienks en Florijn won nen onder leiding van coach Berkhout in Luzem, maar mis ten op het WK de finale en wer den zeer teleurstellend achtste. Klerks ziet voordelen:,Alle roei ers uit de huidige vier hebben een keer goud gehaald en zijn in het vervolg daarop een illusie armer geworden. Dat maakt dat ze zich allemaal terdege realise ren dat er gewerkt moet worden om te winnen." Besef Florijn over die desillusie: „Hoe het komt dat je plotseling zo kan wegzakken is me nog altijd niet duidelijk. Het besef leeft nu sterk dat als je zilver haalt, je in feite verloren hebt. Zeker als een andere ploeg van de équipe goud haalt." Dit seizoen heeft de dubbel vier van Florijn de traditie voortgezet dat in Luzem onder de maat wordt gepresteerd. In een slecht opgebouwde race met een wanhopige eindsprint miste de vier de finale. „Voor mij betekent het dat ik nu al sinds vorig jaar, toen ik met Rienks in Luzem eerste werd, niet meer meetel bij de top. Het wordt hoog tijd dat daar weer eens wat aan gaat veranderen." Klerks is niet verontrust:„We waren in Luzem net een week bezig. In een slecht opgebouw de race, nota bene onze tweede die dag, werden we door de fris se Spanjaarden met tweetiende seconde uit de finale gehouden. FOTO LOEK ZUYDERDUIN De Spanjaarden werden uitein delijk vierde in de finale. Het verschil met de top is dus klein. Het kan zelfs een voordeel zijn dat we nu weer in de positie van de underdog zitten." Favoriet voor het wereldkam pioenschap zijn de Sovjets uit de Oekraïne. Twee roeiers uit deze vier haalden ook al goud in 1986. De ploeg was vorig jaar wereldkampioen, na een merk waardige terugval in het jaar daarvoor. De andere kansheb bers zijn de Duitsers, die in Lu zem tweede waren achter de Sovjets, en het hele seizoen al goed presteren. Prognose Een prognose voor zijn eigen ploeg vindt Klerks moeilijk te geven:„Met het oog op uitzen ding naar de Olympische Spe len is een finaleplaats een ver eiste. Er zijn evenwel al jaren meer goede ploegen dan er fi naleplaatsen zijn. De verschillen zijn verschrikkelijk klein. Als wij optimaal varen kunnen we heel hoog eindigen. Hoe hoog, dat hangt ook van de tegenstanders af." Klerks verwacht tegenwind op de baan in Wenen en is de ploeg daar speciaal op aan het voorbereiden:,.Normaal stellen we de boot bij tegenwind een paar uur voor de wedstrijd wat lichter af. Nu doen we dat eens ruim van tevoren zodat we er goed op kunnen trainen. Mis schien bevalt dat wel zo goed dat we ook bij meewind met deze afstelling varen." Florijn wil zich aan een voor spelling voor de dubbelvier niet wagen. Voor de dubbeltwee, die in Luzem teleurstellend zesde werd, durft hij het wel aan: „Rienks en Zwolle kunnen me» tegenwind niet goed uit de voe ten, ik verwacht dan een vijfde plaats. Met wind mee moeten ze wel derde of vierde kunnen worden." Klerks:,,Het ontbreekt Rienks met Zwolle aan de grimmigheid die hij met Florijn aan boord wel had. Florijn en Rienks wa ren op hun best met tegen wind." Nadeel voor de Nederlandse roeiers kan zijn dat de baan, op de Neue Donau, in een oersaaie omgeving ligt. Dat is een gróót verschil met de Bosbaan, die omgeven is door het afwisselen de Amsterdamse Bos. Er is ech ter ook een voordeel voor de Nederlanders. Ze zullen zich niet snel laten afleiden door het nudistenkamp dat in Wenen bij de start ligt. Wie op de Amster damse Bosbaan traint kijkt na melijk nergens meer van op. Die heeft 'alles' al gezien. SPORT OP TV LEIDEN HERAAAN JOUSTRA Het klinkt als een aardigheidje, maar René Dikstra vvü daar niets van weten. Toernooizeges en titels mogen dan elk jaar zijn hoofddoel vormen, de poging die de Nederlands snookerkam pioen morgen onderneemt om zijn eigen nationale simultaan- record scherper te stellen, is voor hem allerminst 'zomaar ,een lolletje'. „Ik neem alles seri: eus wat met snooker te maken heeft. Zelfs als ik train met ie mand die duidelijk minder is dan ik. Dat is een kwestie van respect voor degene die speelt." In Center Snooker Club in Leiden, waar hij vorig jaar uit kwam op 4 uur en 15 minuten, streeft hij bij zijn nieuwe re cordpoging naar 5 uur en 20 minuten. In totaal 35 deelne mers krijgt de 28-jarige snook erspeler van het Amsterdamse Roldn te bestrijden, steeds ze- 14 25-16.00 BRT 1: Wielrennen r streeks verslag van de laatste kilomete het kampioenschap van Z Sunday grandstand: 6.00 Sportnet: Rugby V De 'Leidse afvaardiging' voor de NK triathlon in Almere, die vandaag wordt gehouden. De triatleten v ging- Een Nederlandse titel zit er voor hen niet in, maar de deelname vandaag aan het NK in Almere (waar tegelijkertijd ook de EK wordt gehouden) op zich is voor de vijf tri-atleten van De Zijl- /LGB al een hoogtepunt. „Een trimmer die in een bos loopt, droomt van de marathon. Ie mand die fietst, droomt van Luik-Bastenaken-Luik, om maar eens wat te noemen. En voor een tri-atleet is Almere je van het. Je bent pas een tri-at leet als je in Almere bent ge weest", zegt Rob Oudshoom (34). De anderen, Coos Zwaan (45), Sam Springer (24), Wil Ooijendijk (35) en Willy Bogers (30) vallen hem bij. Dat is een ongeschreven wet in het we reldje van de tri-atleten, zo be togen ze. Denk echter niet dat de deel name het enige doel is, het per soonlijke eergevoel moet op zijn minst gekieteld en op zijn best gestreeld worden. Hoe? „Door het neerzetten van een goede tijd", klinkt het unaniem. Zwaan, de enige van het stel die al vaker aan het NK heeft mee gedaan (twee maal), mikt op een tijd „rond de twaalf uur", Ooijendijk en Bogers zijn tevre den met een tijd „rond de elf uur", Oudshoom wil „onder de elf' komen en Springer mikt op een tijd „rond de tien uur." „En", zegt Oudshoom, „de mooiste keer is de eerste keer. Dan zet je je tijd. De keren ema wil je die alleen maar verbete ren. Lukt dat niet, dan ben je niet zo snel tevreden." Ook een kwestie van ontwik keling. De triathlonvereniging van De Zijl/LGB vormt pas sinds een jaar een aparte tak binnen de club („bestuurd door de tri-atleten zelf'). Begonnen als een 'trim-zwemgroepje' groeide het aantal belangstel lenden en zat er schot in de prestaties. Op dit moment telt de tak zestig actieve leden, van wie genoemde vijf tot de top van de vereniging behoren. „Zeg maar de jongens die het meest trainen en de meeste er varing hebben", vertelt Sprin ger. „Wij willen de uitdaging aan. En künnen de uitdaging Aanvankelijk was het ook de bedoeling dat Martin Visser aan het evenement zou meedoen, maar hij moest daarvan afzien wegens een liesblessure. Mart Moraal, houder van het clubre cord met 9 uur en 38 minuten, blijft eveneens aan de kant. Be wust, want hij heeft er welover wogen voor gekozen om niet mee te doen. "Een triathlon is slopend. Ik doe Almere zo eens in de twee, drie jaar. Ik kies ook andere triathlons uit." Slopend ja, maar gekkenwerk nee, is het oordeel van de vijf. Ooijendijk: „Ik train gemiddeld anderhalf uur per dag, in het weekeinde drie uur per dag. Gekte? Het is op deze manier nog te overzien, vind ik. Ouds hoom: „je moet weten wat je kan en doen wat je kan. Je bent gek als je zegt: geef mij een mei er, dan loop ik morgen een triathlon. Dat kan dus niet. Het is een kwestie van ervaring, je krachten verdelen. Dat vergt een lange voorbereiding. Door de jaren heen kweek je pas een goede basisconditie." Hij gaat verden „We i onszelf ook geen topsporters. Een topsporter is prof, of mini maal semi-prof'. Bogers vult aan: „Kijk, we moeten bijna al les zelf dokken. Voor het mate riaal is nog wel een sponsor te vinden, maar reiskosten, in schrijvingsgeld en dergelijke moet je zelf betalen." Het weerbericht vliegt over tafel:„Noordwestenwind, zater dag (vandaag, red.) zuidwesten wind". Of dat voordelig is? „Te genwind is in elk geval nooit gunstig. Op stukken dat je de wind in de rug hebt, haal je dat Want de tijd daar draait het om. Oudshoom: „Ja. En Almere zelf. Dat is toch hel Mekka voor een tri atleet." ven tegelijk (er staan zeven ta fels opgesteld). „Je kunt er niet speciaal voor trainen. De groot ste moeilijkheid is, behalve dat het een conditieslag is, dat je steeds een andere, onverwachte stoot voor je neus krijgt. Het is anders dan bij een partij. Daar ben je steeds aanwezig, je kunt je voorbereiden op elke stoot. Bij een simultaan niet, je loopt van tafel naar tafel. Daardoor ga je vanzelf te snel spelen." Om het niet te moeilijk voor hem te maken, wordt hem aan elke tafel de tussenstand door gegeven („dat speelt mee in de keuze van de stoot") en heeft hij bovendien na elk uur vijf minu ten om even op adem te ko men. Dat laatste is ook voor schrift van het 'Guinness Book of Record', waarin hij sinds vo rig jaar is opgenomen. Verte genwoordigers hiervan hebben toegezegd ook dit keer bij het evenement aanwezig te zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 29