Binnenland 'Er zijn geen wao-simulanten' Vrijdag 16 augustus 1991 Redactie: 023-150225 JANINE BOSMA ALTAN ERDOCAN RONALD FRISART (öici) PATRICK VAN DEN HURK SJAAK SMAKMAN FRANS VISSER MARCOT KLOMPMAKER Vormgeving: JAKELIEN PAULUS 4 Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), Gemeenschappelijke Persdienst (GPD), Inter Press Service (IPS). .jFOJHO GPD \CEfcZQm Niet de mensen met een uitkering, maar de wetgeving moet worden aangepakt Er lopen te veel mensen in de wao, vriend en vijand zijn het erover eens. Maar moet dat aantal worden teruggedrongen op de manier die Lubbers en Kok voorstaan? „Nee", zeggen zo'n beetje alle deskundigen. Maar hoe dan wel? Bericht van het front. Over het echtpaar dat via de wao per maand meer ontvangt dan buurman die als kostwinnaar elke morgen om zeven uur naar zijn werk gaat. Over de Amsterdamse psychiater die iedereen die daarom vraagt arbeidsongeschikt verklaart en zich daarvoor dik laat betalen. En over de man die tegen zijn werkgever zegt: „Ik heb er geen zin meer in - ik laat me afkeuren". Hetgeen hem nog lukt ook. GEVAL 1. Jonge vrouw staat achter kassa van super markt. Ze krijgt verkering, trouwt en krijgt een kind. Dat huilt dag en nacht. Ze meldt zich ziek, werkt af en toe en raakt na acht maatiden opnieuw zwanger. Het tweede kind huilt net zo hard als het eerste. Ze iverkt na de tiveede bevalling nog een dag en meldt vervolgens, ze is dan 22 jaar, dat ze in aanmerking wil komen voor de wao. De verzekerings geneeskundige wil er niet aan („Dit is een normale gezinssituatie"), maar de opgeroepen psychiater meent dat de vrouw Labiel, angstig, bang om bui ten te komen, kan de toestand geestelijk niet aan") we! degelijk in aanmerking komt voor een uitkering. Hij werkt in een grote provincieplaats en is als verzekerings geneeskundige een van de mensen die uiteindelijk vaststelt of iemand wel of niet in aanmerking komt voor een wao-uitkering. Om zijn positie te bepalen, geeft hij eerst een kort overzicht van de procedure die er uiteindelijk toe leidt dat iemand arbeidsongeschikt wordt verklaard. „Want daar zijn veel misverstanden over." Na de eerste ziekmelding komt er bezoek van de ziektewetcontroleur. Die vraagt ver volgens een arts van het Gemeenschappe lijk Administratiekantoor (GAK) een kijkje te nemen. Stelt deze vast dat de ziekte waarschijnlijk van langere duur is, dan wordt na zes maanden de Gemeenschap pelijke Medische Dienst (GMD) op de hoogte gebracht. Een arts (de zogeheten verzekerings geneeskundige) en een arbeids- deskundige van deze dienst bepalen of de patiënt in aanmerking komt voor een wao- ui (kering. De arts maakt daarna een belast baarheidspatroon (wat kan de aanstaande wao'er lichamelijk wel aan en wat niet), waarna de arbeidsdeskundige via de com puter bepaalt of er eventueel toch nog ge schikt werk voor de arbeidsongeschikte te lazeren door simulanten,, maar echt, zo is het niet. Iedere wao'er is gecontroleerd door twee artsen, en komen die niet met een eensluidende conclusie dan volgt er nog een expertise door een specialist. Daar naast zijn de gegevens van de huisarts en de eigen specialist bekend. Vier, en in som mige gevallen zelfs nog meer medici die zich collectief laten beetnemen...? Het zal misschien wel eens gebeuren, maar dan toch uiterst zelden." i principe elke huilende kinderen heeft vragen." Paul geeft onmiddellijk toe dat de psychi sche gevallen het moeilijkst zijn te beoorde len. In zijn algemeenheid kan worden vast gesteld dat een derde deel van alle wao'ers kampt met hart- en vaatziekten, nog eens een derde last heeft van gewrichten, rug en zovoort en dat de rest, ook een derde dus, om psychische redenen in de wao komt. Maar zit er in die laatste groep niet een flink percentage dat misbruik maakt van het feit dat het zelfs voor deskundigen s lijk valt vast te stellen of iemand GEVAL 2. Man belandt in wao. Hij krijgt een te klei ne uitkering om gezin draaietide te hou den, waarna vrouw besluit een baan te zoeken. Dat lukt, maar naast haar werk buitenshuis moet ze ook nog het huishou den doen. Haar man heeft daar geen trek in. Ze kan het na een jaartje allemaal niet meer aan, wordt overspannen en krijgt eveneens een wao-uitkering. Gevolg: het tiveetal ontvangt per maand meer dan de buurman, die als kostwinner elke ochtend om zeven uur met een pakje brood op de bagagedrager naar de fabriek fietst en pas 's avonds om zes uur thuis komt. Paul: „Er wordt te vaak van uitgegaan dat zoiets willens en wetens van tevoren wordt opgezet. Ik geloof daar niets van. Die men sen zijn op een zeker moment in een be paalde situatie beland en merkten dat ze in aanmerking kwamen voor een uitkering. Nou, daar maakten ze gebruik van en dat mag niemand ze kwalijk nemen. Wat zij doen, dat mag. Het grote probleem van de wao is niet het aantal mensen dat de boel belazert, maar de wet zelf. Aan die wet zou veel moeten veranderen." Maar dan niet op dé wijze die Kok en Lub bers voorstaan. Paul: „Dat lost niets op. Ik zou van elk voorstel afzonderlijk makkelijk iets onvriendelijks kunnen zeggen. Voor beeld: het begrip passende arbeid moet worden verruimd. Vergeet het maar. Je kunt van een verpleegkundige met een HBO-op- leiding niet verlangen dat ze als zieken ver zorgster gaat werken. Dat is te ver beneden haar niveau. We weten uit ervaring dat zo iemand binnen de kortste tijd met met hy perventilatie kampt of iets dergelijks. Gaat ze dus ook de wao in." 'i de vijftig werkt op postaf- Paul, die de zaak niet lang geleden zelf bij de hand heeft gehad: „Die uitkering zal ze waarschijnlijk wel krijgen ook. Als ze slim is, gaat ze in beroep; de rechter zal haar. met het rapport van de psychiater in de hand, ongetwijfeld gelijk geven. Ik heb daar moei te mee. Voordat ze in die gezinstoestand belandde, kon ze haar werk goed uitoefe nen. Ik vind daarom dat ze niet in aanmer king hoort te komen voor een wao-uitke- 3aT^ernoufou,gaaninda;,raiec, noemde verzlkerings''Vnels^ndi"^ die °Pu^rimanier ZOUden gaa" rpdeneren- hierna Paul zal worden genoemd. „Het is een onuitroeibaar idee dat wé ons laten be- deling van groot bedrijf in kleine provin ciegemeente. Vrouw kan niet wennen en wil terug naar de grote stad. Echtpaar ver huist en man moet per dag in totaal vier uur reizen. Dat gaat hem vervelen. Tegen zijn baas zegt hij dat hij zich gaat laten af keuren, „dat lukt me wel". Maar dat valt tegen. Artsen van de GMD kunnen niets ontdekken en keuren hem goed. Man gaat in beroep en laat zich in opdracht van de rechter onderzoeken door psychiater. Die keurt hem af, tot verbazing van iedereen die man kent. Paul: „Ik heb dergelijke gevallen wel meer meegemaakt. In Amsterdam woont een psychiater die zowat iedereen arbeidsonge schikt verklaart en in beroepszaken altijd tegen de conclusie van de GMD ingaat. Ik vind trouwens dat de rechter in dit geval ook een vreemd spel speelt. Als je merlri dat een bepaalde psychiater altijd tegen de me ning van gespecialiseerde artsen ingaat, moet er toch een lichtje bij zo iemand gaan branden. Maar nee, die man wordt altijd weer opgeroepen om in opdracht van de Raad van Beroep specialistisch onderzoek te doen. Er zijn trouwens in het hele land psychiaters bekend van wie je als arts bij voorbaat weet dat je de zaak verliest." „Het vervelendste van dergelijke affaires vind ik, dat veel mensen gaan denken dat het schering en inslag is. Die man van die postafdeling komt thuis, roept triomfante lijk dat 't 'm is gelukt, de buurt hoort ervan, ziet die man lekker in z'n tuintje werken.... Het werkt allerlei indianenverhalen in de hand en veel mensen gaan denken dat z'n geval niet op zichzelf staat. Wat nog veel kwalijker is: sommige GMD-artsen gaan zo'n man op een geven moment toch ook maar afkeuren, omdat ze niet elke keer door de rechter in het ongelijk willen wor den gesteld. Want hoe je 't ook wendt of keert, het is natuurlijk nooit leuk als de Raad van Beroep voor de derde keer in een maand jouw conclusie als onjuist kwalifi ceert omdat die psychiater anders oor deelt." i de ris? Het probleem van de wao is niet het aantal mensen fectief te kunnen bezuinigen, moet die wet worden die Lubbers en Kok voorstaan. i dat de boel belazert, maar de wet zelf. Om ef- veranderd. Dat moet echter niet op de manier GEVAL 4. Werknemer is nog niet zo lang in Neder land, maar komt al snel tot de conclusie dat hij het werk niet meer aankan. Hij komt in contact met een bureau dat hem adviseert naar een bepaalde psychiater te stappen. Die verricht op verzoek van de man een onderzoek, laat zich daarvoor in veel gevallen dik betalen te dik, wordt beweerd en houdt voor de Raad van Be roep een verhaal waarin duidelijk wordt dat aanvrager in het land waar hij is ge boren al lang uit het arbeidsproces zou zijn gestapt. Dat is nu eenmaal de cultuur daar. Een man van veertig zit in het koffie huis en praat met z'n vrienden. Als hij hier nog langer moet werken, wordt hij gek. De man krijgt zijn wao en laat z'n vrouw overkomen. Die gaat werken in een wasse rij, maar dat is ze helemaal niet gewend. Ze krijgt problemen met haar ademhaling, raakt overspannen en wordt afgekeurd. Ook zij krijgt wao. Paul: „Ik kan me best voorstellen dat ie mand er problemen mee heeft als hij zoiets hoort. Maar toch mag je dat die buitenlan ders niet kwalijk nemen. Geen van tweeën simuleert. Die man niet omdat het inder daad in de cultuur van zijn vaderland zit ge bakken dat je het na je veertigste wat kal mer aan 'gaat doen, en die vrouw niet om dat ze niet gewend is aan ons klimaat, nog nooit buiten de deur heeft gewerkt en op eens in een totaal andere omgeving met to taal andere mores terecht komt. Je kunt het! die mensen niet kwalijk nemen dat ze ge bruik maken van een uitkering waarop ie dereen die daarvoor premie betaalt recht heeft." „Aan de andere kant moet je je afvragen of het niet veel te kostbaar is om mensen die nog maar zo kort in het arbeidsproces zitten en nog maar zo kort premie hebben betaald, tot aan hun 65e een uitkering te geven. Ik geloof ook dat de regering het be ter in die richting kan zoeken als er bezui nigd moet worden. Zoiets zou nauwkeurig moeten worden uitgedokterd, en of het vol doende geld oplevert weet ik ook niet. Maar ik zou willen pleiten voor een wachttijd van bijvoorbeeld vijf jaar, waarin een veel lagere premie moet worden betaald voor een ar- ïidsongeschiktheidsverzekering tegen be roepsziekten ('risque professionel') en :in je dus slechts recht hebt op een -uitkering als de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van het uitoefenen van het be roep. Dat is ook een flinke ingreep, daarte gen zal ook verweer komen, maar hij is in elk geval heel wat rechtvaardiger dan de voorstellen die er nu liggen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 4