BetaaldVoetbal De bierbaron laat niet met zich spotten P Rampen hebben hun sporen achtergelaten Vrijdag 16 augustus 1991 1-161100 Eindredactie: NIEK FAAS Vormgeving: RUTGER J 23 CONSTANT VANDEN STOCK: „Ons publiek ac cepteert alleen maar mooi voetbal. Als ze naar An derlecht gaan, gaan ze naar de schouwburg". LIVERPOOL-VOORZIT TER ROBINSON „We overleefden omdat dat Li verpool eigen is". Tot voor kort kwam Constant Vanden Stock iedere dag nog een pintje proeven in zijn brouwerij. Maar van die gewoonte is de hoog bejaarde (77), maar nog krasse bierbaron onlangs afgestapt. „Ik denk dat ze het nu zelf wel kunnen". Hij glimlacht. Het gezicht van de Vlaming straalt vriendelijkheid uit, maar zij die hem van nabij kennen weten dat de machtige voorzitter van Anderlecht niet met zich laat spotten. Het gebeurt weliswaar slechts incidenteel, maar als Anderlecht, zijn An-, derlecht; er in Vanden Stock's ogen met de pet naar heeft gegooid, dan daalt hij af in de catacom ben van de naar hem ge noemde Brusselse voetbal tempel. En dan veegt hij zijn ver boven modaal ver dienende werknemers in niet mis te verstane be woordingen de mantel uit. Wee degene die hem dan durft tegen te spreken. GPD-VERSLAGGEVER Zoals ook niemand het moet wagen geringschattend te doen over het proeven van blond schuimend gerstenat. Het waar schuwende vingertje wordt dan terstond dreigend geheven. „Pas op hè. Bier proeven is 'ne stiel' hè. Veel mensen denken dat dat gemakkelijk is, maar vergis u niet. Ge moet niet den ken dat een pilsje één brouwsel is. Dat is twintig brouwsels. En die zijn zéér zorgvuldig door el kaar gemengd orn altijd dezelf de smaak te hebben. Bier proe ven kunt ge niet leren. Weten hoe een goed pintje moet sma ken, krijgt ge door ervaring. Of mijn bier het lekkerste bier ter wereld is?" Hij lacht. „Ik denk dat wij een goed pintje maken". De brouwerij Belle- Vue is met zijn Kriek's en Gueuzes ook op de internationale markt verschenen. Vanden Stock: „Ge moet altijd een doel hebben in het leven. Ge moet altijd meer en meer willen bereiken, hoger en hoger willen. Dat is attrac tief, tenminste voor mij. Met de brouwerij ben ik gestopt, met mijn 77 jaar ben ik al een beetje meer dan gepensioneerd, is het niet? Mijn zoon (Roger, die ook vice-voorzitter is van An- derlecht-red.) heeft de brouwe rij overgenomen, samen met mijn neef. Voorzitter van An derlecht wil ik nog blijven. Hoe lang nog?" Hij zucht. „Pfff.Jk hou van voetballen en ik kom hier graag..".Dan, stralend: „Zolang ik niet op krukken loop blijf ik voorzitter van An derlecht". Constant vanden Stock, zoon van een eenvoudige kroegbaas uit Brussel, heeft altijd al de on weerstaanbare drang gehad zich te manifesteren. Toen Hit- Ier de wereld in brand zette en de Duitsers zijn vader in 1943 oppakten en wegvoerden - hij zou zijn vader nooit terugzien - nam Constant het cafeetje over van zijn verwekker, die inmid dels ook al een kleine brouwerij had opgestart. Onder de bezie lende leiding van Constant Van den Stock kwam de brouwerij tot volle bloei en wasdom. Be gonnen met twee medewerkers, heeft het personeelsbestand de vierhonderd overschreden. En de patron groeide uit tot een fameus biermagnaat. Constant Vanden Stock's le ven heeft, behalve in dat van bier, ook altijd in het teken van voetbal gestaan. Hij kon het, toen nog 'leren monster', rede lijk goed raken en bracht het zelfs tot het nationale B-team. Voor Anderlecht kwam hij even eens vier jaar uit. Nadat hij een been had gebroken stagneerde zijn ontwikkeling, waarna hij werd verkocht aan Union. Later werd hij bondscoach van de Belgische jeugd en nog weer la ter, in 1958 om precies te zijn, werd hij zelfstandig keuzeheer van de Rode Duivels. Tien jaar lang stelde hij de Belgische ploeg samen, waarna zijn assis tent Raymond Goethals hem af loste. Constant vanden Stock, leider van Anderlecht onstant Vanden Stock trad vervol- S gens in dienst bij Cercle Brugge, maar daar voel de hij zich niet thuis. RSC An derlecht had op hem de aan trekkingskracht van een mag neet. En toen zich in 1969 dan ook de mogelijkheid voordeed vice-voorzitter te worden van de majestueuze Royal Sporting Club uit het Astrid Park, hapte Vanden Stock gretig toe. Twee jaar later werd hij benoemd tot voorzitter. En het afgelopen sei zoen vierde monsieur le presi dent zijn twintig jarige jubileum als hoogste baas van An derlecht. Het feest werd rustig en in stijl gevierd. „Als ge over drijft is het effect nul". Constant Vanden Stock is pas de vierde voorzitter van An derlecht, dat op 27 mei 1908 werd opgericht. Deroose (1908- 1911), Verbeeck (1911-1951) en Roossens (1951-1971) gingen hem voor. „Wij zijn er fier op", zegt Vanden Stock, „dat An derlecht zo weinig voorzitters heeft gehad. Daar spreekt een evenwichtig beleid uit... dat be tekent dat we stabiel zijn. De manager (Michel Verschueren red.) zit hier al twaalf jaar, ie mand uit de Raad van Beheer al meer dan dertig jaar. En de Ge nerale Bank is al tien jaar onze sponsor, het contract is inmid dels met zes jaar verlengd. Ja, het is hier zéér stabiel..". De 'G' van Generale Bank mag dan al een decennium lang een prominente plaats innemen op de borsten van de Brusselse voetballers, aanvankelijk was Vanden Stock huiverig voor shirtreclame. „Ik was eerst zelfs tegen", corrigeert hij. „Het eer ste jaar waarin het was toege staan, hebben wij ook niet mee gedaan. Het tweede jaar hebben we gezegd, laten wij dan maar iets met Belle-Vue doen. Ik heb het toen drie jaar gedaan, daar na is Generale Bank gekomen. Als ge van paars houdt, heeft Anderlecht een mooi shirt. De 'G' die er op staat is ook niet storend. Zolang ik voorzitter ben zal Anderlecht nooit een bont gekleurd shirt dragen vol geplakt met reclame. Zoals wielrenners er uitzien vind ik af schuwelijk. Die hebben zoveel reclame op hun shirt dat je niet meer kunt zien voor wie ze rij den. Ik wil er toch geen carnaval van maken, pas op hè". ier is Constant Vanden I Stock ook op het mooie, technische voetbal waar Anderlecht om be kend staat. „Rensenbrink, Van Himst, Haan, Jan Mulder, dat waren schone spelers, is het niet? Oliveira, Degryse, Nilis zijn dat nu ook. Sommige clubs kij ken, als ze hun selectie kiezen, naar grote kerels die op macht spelen. Wij doen dat niet. Het voetbal wordt mèer en meer at letisch, maar op technisch ge bied moet een speler toch ook wat te bieden hebben, anders gaat het niet". „Ons publiek accepteert ook alleen maar mooi voetbal. Als ze naar Anderlecht gaan, gaan ze naar de schouwburg. Zien ze geen mooi voetbal, dan begin nen ze te fluiten. Van Loen is daar het slachtoffer van gewor den. Twee, drie keer niet goed gespeeld... afgelopen. Hij was zelf op zeker moment ook bang om te spelen. Hij begon al te bibberen bij de gedachte dat hij misschien het veld in moest. Ja, nu heeft hij er bij Ajax al vier ge maakt in twee wedstrijden. Dat is meer dan bij ons in een gans jaar... Zo gaat dat soms hè". Hij kan er de humor van inzien en lacht smakelijk. Bij gelegenheid, zo laat Van den Stock weten, denkt hij nog wel eens terug aan het jaar 1971, toen hij Albert Roossens als voorzitter van Anderlecht opvolgde. „We hadden Georg Kessler als trainer, dat was een organisator hè. Alles moest van hem perfect in de plooitjes lig gen. Als trainer was hij toen nog niet zo... maar allez, als organi sator heeft hij ons toch tamelijk veel bijgebracht. In het begin hadden we niks, zelfs geen kan toortje voor de trainer. Nee, ook niet voor de voorzitter. Alleen de secretaris had een kan toortje. Toen meneer Kessler kwam wilde hij direct een kan toor hebben. Meneer Kessler stelde daar hoge prijs op". Rond zijn dunne lippen krult even een flauwe glimlach. „Enfin, met Kessler is toch een begin gemaakt met de organisatie van een echte profclub". Ruim twintig jaar na dato is RSC Anderlecht een voetbalbol- werk, een Europees instituut, waar de chique van Brussel gaarne samenklontert. Zien en gezien worden in de 406 loges en de 1583 business-seats is ook hier het devies. Het stadion, het Constant Vanden Stock-stadion waarin het Astrid Park in de eind tachtiger jaren werd omge doopt, leent zich daar ook per fect voor. De nieuwbouw, waar mee in 1983 werd begonnen, bevindt zich in de eindfase. Als de werkzaamheden voltooid zijn, staat aan de Avenue Théo Verbeeck één van de mooiste voetbaltheaters ter wereld. De werkzaamheden gingen gepaard met een investering van in totaal 1 miljard 350 mil joen Belgische francs, een slor dige 75 miljoen gulden. Vanden Stock: „Ik had nooit gedacht dat het ons meer dan een miljard zou gaan kosten. Maar over vier, vijf jaar is alles betaald". En, trots als een pauw met ze ven staarten: „De loges zijn een succes, de business-seats zijn een succes, de mensen doen ons overal na. Maar om dit sta dion na te doen zullen ze heel hard moeten werken. Er is de afgelopen jaren wel eens kritiek op mij geweest. Anderlecht in vesteert in stenen in plaats van in voetballers, werd dan gezegd. Maar met dit stadion zijn wij onze tijd vijftien a twintig jaar vooruit. En al hebben we dan in stenen geïnvesteerd, we hebben toch ook nog spektakel op het veld kunnen bieden en zijn het afgelopen seizoen kampioen kunnen worden". Het was de 21ste landstitel van An derlecht, dat in de naoorlogse voetbalgeschiedenis slechts twee keer niet in de top vijf gerangschikt stond als aan het eind van de competitie de punten werden geteld. Beide malen (in 1952 en 1972) eindig den 'les mauves et blancs' als zesde. De beker van België kon zeven keer in de uitpuilende prijzenkast worden gezet. Ook Europees gezien kunnen de paars-witten op een imposante erelijst bogen. Zij wonnen twee keer de Europa Cup II (1976 en 1978), één maal de UEFA-beker (1983) en met de supercup gin gen zij ook twee maal (1976 en 1978) aan de haal. Alleen de belangrijkste Eu ropese bokaal, die van de lands kampioenen, ging tot dusver immer aan Brussel voorbij. En dat moet voor Vanden Stock toch op zijn minst een tikje frustrerend zijn. Maar dat blijkt mee te vallen. „Dat ik er van droom om de Europa Cup I te winnen, komt uit de koker van de journalisten hier. Die hebben daar een beetje een legende van gemaakt. Ik ben al heel tevre den met alles wat we gewonnen hebben: het is niet aan iedere club gegeven zoveel titels en be kers binnen te halen. En een droom, voor zover ik die al zou hebben, mag een club natuur lijk nooit kapotmaken. An derlecht moet ook later nog blij ven leven, is het niet?" In zijn stem klinkt de toom door als hij uitlegt wat hij met die opmerking bedoelt. „Luis ter, de salarissen die in Italië, Spanje en Frankrijk betaald worden, kunnen wij ook beta len. En let nu goed op wat ik zeg: wij kunnen die salarissen betalen aan één a twee spelers. Maar wij willen dat niet. Dat vinden wij veel te gevaarlijk, want vroeg of laat gaan die spe lers spreken en dan horen de andere spelers wat zij bij An derlecht verdienen. En ja, dan willen de waterdragers natuur lijk ook meer geld hebben. En op het eind heb je herrie. Dat gaat niet hè. Een club kan daar aan kapot gaan". Vanden Stock gruwt van de geforceerde manier waarop vooral de Zuideuropese clubs tegenwoordig trachten de voet- baltop te bestormen. Of ze nu Berlusconi, Tapie of Mendoza heten en voorzitter zijn van AC Milan, Olympique Marseille of Real Madrid, zij zijn alleen maar gekozen omdat zij zich bereid toonden uitbundig met bank biljetten te strooien. Vanden Stock: „Dat is spijtig. Ge kunt een club niet leiden alleen om dat ge een zak geld meebrengt. Ge moet verstand van voetbal len hebben, anders moet ge er niet aan beginnen. En wat als Tapie enzo verdwijnen..? Dan is zo'n club kapot. Want Marseille kan niet meer zonder Tapie. Of het moet een andere grote in vesteerder vinden, maar dat is niet zo eenvoudig. Daar begin nen wij dus niet aan; dat is zéér, zéér, zéér gevaarlijk". Constant vanden Stock: „Zolang ik niet op krukken loop, blijf ik voorzit ter van Anderlecht". foto gpd De ingang van het terrein van Liverpool. Na de ramp in Sheffield is het een bedevaartsplaats geworden. De Liverpool Foot ball Club werd in de tweede helft van de jaren tachtig getroffen door twee rampen die hun sporen onuitwisbaar in de stad heb ben achtergelaten. Op <29 mei 1985 vonden 39 supporters de dood, kort voor het begin van de Europa Cup-finale tussen Juventus en Liverpool in het Heizelstadion te Brussel. Sup- portersgeweld, een bouwvallig stadion en de ongecontroleer de verkoop van de entreekaar- ten waren de oorzaak van de ramp. Op 15 april 1989 verloren 95 supporters het leven tijdens de halve finale van de FA-Cup tussen Liverpool en Notting ham Forest in het Hills borough stadion te Sheffield. De politie van Sheffield gooide de poorten paniekerig open om opdringerige supporters toegang te verlenen tot het overvolle tribunevak aan 'Lep- pings Lane'. In de chaos die daarna ontstond, werden hon derden supporters onder de voet gelopen of raakten bekneld. LIVERPOOL SIEBE ANNEMA GPD-VERSLAGGEVER De Engelse voetbalclubs wer den door de Europese voetbalf ederatie (UEFA) voor onbepaal de tijd uitgesloten van deelna me aan de Europese bekertoer nooien naar aanleiding van het drama in Brussel. Vorig jaar werd de 'ban' opgeheven, be halve voor Liverpool. Na zes jaar afwezigheid op de Europe se velden, keert echter ook Li verpool in oktober terug in het UEFA Cup-toernooi. De club heeft de verbanning van de Europese velden over leefd. „Financieel zijn we nog steeds gezond", zegt algemeen secretaris Peter Robinson. De sportieve successen werden de afgelopen zes jaar gecontinu eerd met drie landstitels en twee overwinningen in de FA Cupfinal. „Maar toch", zeggen twee supporters in 'The King Harry', een pub op een paar honderd meter van Liverpools thuishaven aan Anfield Road, „zal het nooit meer worden zoals het was". 1^ en stille zondagmid- I j dag in Liverpool. De toegangspoort tot het stadion van Liverpool aan de Anfield Road is gesloten. De woorden boven de poort zijn een ode aan Bill Shankley, de tien jaar geleden overleden manager, die Liverpool in de ja ren zestig en zeventig vanuit de Engelse tweede divisie naar de Europese top leidde: 'You'll ne ver walk alone'. Ooit een tophit van Gerry and the Pacemakers, later door Shankley verheven tot het clublied van de Liver pool-supporters op de beruchte Kop-tribune. De woorden lijken evenzeer van toepassing op de slachtof fers van de Hillsborough ramp. Naast de poort is een monu ment opgericht. Een eeuwig brandende vlam, bloemen, vaantjes, programmaboekjes. In de marmeren steen staan met gouden letters de namen van de slachtoffers gegraveerd. „Dedi cated to those who lost their li ves at the FA-cup semi-final. Hillsborough, 15th april 1989." Paula Ann Smith, 26 jaar. Jack Anderson, 62 jaar. Tommy Anthony Howard. 14 jaar. Drie van de vijfennegentig. Mannen, Terrein Liverpool is nu bedevaartsoord kinderen. Het monument is een bede vaartsplaats geworden. Auto's stoppen, er worden bloemen gelegd en foto's gemaakt. Er wordt nauwelijks gepraat, hoog uit gefluisterd. Een paar honderd meter ver der op Anfield Road, is het Hillsborough Diaster Advise Center ingericht. „Mensen die op welke manier dan ook pro blemen hebben om de ramp te verwerken, kunnen hier terecht voor hulp. Wat voor hulp dan ook", zegt Sarah Darcy, het hoofd van het uit twaalf mede werkers bestaande team van maatschappelijk werkers. Het centrum werd twee maanden na de ramp door Social Services Department van de stad Liverpool opgericht en ge financierd. Het voorziet nog steeds in een duidelijke behoef te, ook al zal de staf waarschijn lijk worden ingekrompen. Zes honderd mensen hebben de af gelopen jaren hulp ingeroepen. Variërend van deelname aan praatgroepen of psychiatrische behandelingen tot adviezen over financiële bijstand. „En dan praten we nog niet over de honderden mensen, die hier binnenlopen om een kopje kof fie te drinken en wat van zich af te praten", zegt Sarah Darcy. Ian Hargraves, al 36 jaar in dienst bij de Liverpool Echo, was zowel in Brussel als Shef field aanwezig om voor zijn krant verslag te doen van nieu we sportieve hoogepunten van Liverpool. „De Heizelramp had alles te maken met schandalig gedrag van de supporters. Dat valt nooit goed te praten. Maar de ongecontroleerde chaos bij de verkoop van kaarten en de slechte staat waarin het stadion verkeerde, maakte het uitbre ken van supportersgeweld tot een ramp van ongekende om vang", zegt Hargraves. Liverpool stond alleen. Mas samedia uit de hele wereld stroomden samen aan de Mer sey, in pubs en op straat op zoek naar de hooligans, die veelal onvindbaar bleken. „Li verpool had eigenlijk niet zo'n slechte naam, bovendien leek het ergste vandalisme al verle den tijd", zegt Hargraves. „Het aantal supporters dat zich mis droeg en daadwerkelijk uit Li verpool afkomstig was, bleek achteraf klein. De supporters kwamen uit alle delen van het land, maar Liverpool wérd ver oordeeld." Ondanks de uitsluiting van deelname aan Europees voet bal, herstelde Liverpool FC zich wonderwel. De vrees dat veel spelers naar elders zouden ver trekken, bleek ongegrond. Niet alleen Liverpool werd gestraft, de 'ban' trof alle Engelse clubs. Ook stadsgenoot Everton, spe lend in Goodison Park. slechts van Anfield Road gescheiden door Stanley Park, een van de weinige groene longen in de grauwe industriestad. „We overleefden omdat dat Liverpool eigen is", zegt Peter Robinson. „We hadden boven dien het geluk dat de Engelse league een van dc sterkste en aantrekkelijkste competities ter wereld is. Het publiek bleef ko men. Een jaar na het Heizeldra- ma wonnen we de FA-Cup en de landstitel. Toch heeft de uit sluiting van Europees voetbal de club geschaad. Sportief, om dat we ons niet meer konden meten met de beste teams op het continent, maar vooral fi nancieel. Hoeveel geld we ver speeld hebben, valt moeilijk te schatten. Miljoenen ponden. Al leen al door het verlies van in komsten uit televisierechten. Juist de laatste jaren zijn de tv- inkomsten drastisch gestegen. Vraag bij Manchester United maar eens hoe lucratief een rondje Europa Cup is". Robinson heeft nog steeds moeite met de strafmaat. „De club trof eigenlijk geen blaam. We hadden vooraf de UEFA nog gewaarschuwd, gewezen op de chaotisch verlopen kaartver koop. Iedereen haalde zijn schouders op. En toch kreeg de club de zwaarste straf ooit door de UEFA uitgesproken Hillsborough raakte Liverpool nog zwaarder. Een mooie zon nige middag eind april 1989. De halve finale in de Engelse beker competitie tussen Liverpool en Nottingham Forest. Wat een feest had moeten worden, werd een ramp. De wereld aan schouwde live het lijden en sterven van tientallen mensen die alleen maar van voetballen wilden genieten. „Stel je voor", zegt Sarah Darcy, „dat je thuis in je huiskamer rechtstreeks ge tuige bent van de dood van tientallen mensen tijdens het vliegtuigongeluk bij Lockerby of de ondergang van de Herald of Free Enterprise bij Zeebrugge. De dood werd een mediaspek takel en dat maakte de gevolgen van de ramp voor de achterblij vers alleen maar pijnlijker". De tweede schok was de het ze in de geschreven media. De supporters werden generalise rend als dronkaards afgeschil derd. De enkele serieuze en meer genuanceerde Britse kran ten uitgezonderd. Daarna begon het gerechter- lijk onderzoek, resulterend in 9560 ondervragingen, 5341 ver klaringen, 2392 documenten, 71 uur videobanden en 174 getui gen voor de rechtbank. Maar ook al werd de schuldvraag be antwoord, de straffen voldeden niet aan het rechtsgevoel van de getroffenen. „Mensen stierven door de incompetentie van an deren, maar de schuldigen kwa men er genadig af. Dat is een ramp op een ramp", vindt Sa rah Djircy. De processen waren voor veel van de achterblijvers vaak mensonterend, vindt Darcy. ,Aan de hand van videobeelden is in veel gevallen nagegaan, in welke mate van 'pre-death suf fering' sprake was. Hoe lang heeft het lijden geduurd, voor mensen daadwerkelijk door ver stikking om het leven kwamen. Kun je je voorstellen dat hon derden mensen tijdens die pro cessen nog eens door een hel zijn gegaan"? De geschokte achterblijvers blijken niet alleen in het Mer- sey-gebied te wonen. Ze komen uit alle delen van Engeland, het Europese vasteland, Amerika, Australië, Hong Kong en Ma leisië. „De impact van die tele visiebeelden is onvoorstelbaar groot geweest. We hebben hier vorige week zelfs een meisje uit Hong Kong gehad. Haar opa had haar een paar dagen voor de wedstrijd opgebeld. Dolblij. Hij had een kaartje voor de wedstrijd. Zijn kleindochter volgde het duel thuis op de tele visie. Opa zat in het tribunevak. Hij heeft de ramp overleefd. Zij had echter, net als duizenden anderen, last van een vorm van 'post dramatic stress'. Ze is hier vorige week geweest, we heb ben gepraat, het deed haar zichtbaar goed." Sarah Darcy nóemt in een adem het voorbeeld van een jongen van twintig jaar, met een goede baan, die geen bus of ge bouw meer binnen durfde te gaan en zijn baan dreigde te verliezen. Hij heeft hulp gehad en is redelijk hersteld. „We pro beren de grootste problemen te voorkomen, preventief te wer ken, maar dat lukt niet altijd". Depressiviteit, alcoholisme en scheidingen zijn volgens Darcy niet uitgebleven. Evenmin als werkeloosheid, soms door ge dwongen ontslagen, omdat de arbeidsprestaties na de ramp te i overlieten. Nabestaanden van slachtoffers van de ramp, zijn anderhalf jaar geleden een eigen tijd schrift (Interlink) begonnen, waarin iedereen die dat wil zijn emoties, frustraties, piin en ver driet kwijt kan. Zoals ae moeder van Christine Anne Jones, 27 jaar en met haar man Steve in het beruchte vak aanwezig. Ste ve overleefde, Christine vond de dood. Mavis Alderson, haar moeder, schrijft: „Ik had een vreemd voorgevoel, toen Chris tine belde dat ze kaartjes had den voor de wedstrijd. Ik heb haar nog gewaarschuwd goed op te passen. 'Alles komt wel goed, mamma, zit maar ner gens over in,' zei ze door de te lefoon". Het bleken uiteindelijk de laatste woorden tussen moe der en dochter. „Wij betalen de prijs voor de grove nalatigheid door organi satoren van wedstrijden", zeg gen Harry en Peter, twee trouwe supporters, in de Kings Army. „Ze willen van het voetbal weer een familiegebeuren maken, maar als ik met mijn zoon alle thuiswedstrijden bezoek ben ik jaarlijks 1700 pond kwijt. En dan praat ik nog niet over een hapje en drankje en het pro grammaboekje. De clubs zeg gen dat de entreeprijzen niet spectaculair omhoog zullen gaan, maar dat maken ze ons niet wijs. Het voetbal in Enge land wordt voor de gewone man onbetaalbaar".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 23