De zingende
kroegbaas van
Terschelling
7
hjt
Ssfei
Hij was vrachtwagenchauffeur, dijkwerkeren bouwvakker. Is
gediplomeerd boer. Maar niemand kent hem als zodanig. Hessel
van der Kooij is zanger. Is de stem van het Waddeneiland
Terschelling. Bekender inmiddels dan De Brandaris. Zo'n 250
keer per jaar treedt hij op voor driehonderd man in zijn eigen
kroeg. Meteen, zoals hij het zelf noemt, 'gemotoriseerde
kampvuuract'. Maar hij kreeg Ahoy' plat en volgend voorjaar zal
ongetwijfeld ook het ijs in Thialf smelten.
sten hier in Nederland van de goede muzi
kanten. Maar ja. wat wil je. Disc-jockeys krij
gen gemiddeld vierhonderd nieuwe singles
per week aangeboden waarvan ze er zegge en
schrijve een stuk of vijftien kunnen draaien.
Wat doe je dan? Het gras bij de buren is toch
altijd groener? Wat je van ver haalt is lekker!"
De publiciteit na Ahoy" heeft hem
enigszins verbaasd. „De pers schrijft dan zo
iets van 'Zomaar uit het niets, opeens in een
uitverkocht Ahoy'. Niet dus. We zijn al acht
tien jaar bezig. Hier - hij wijst naar zijn café -
is het allemaal begonnen. Hier hebben we
het opgebouwd. Zo'n 250 optredens per jaar
voor driehonderd man per avond. Is het dan
allemaal onverwachts? Natuurlijk niet. En
wat betekenen nu eigenlijk al die optredens?
Het is in feite een gemotoriseerde kamp
vuuract. Gewoon gezellig."
Maar het is meer dan dat. Een optreden
van Hessel in zijn eigen bruine kroeg is een
belevenis. Het cafeetje in - hoe kan het ook
anders - de Dorpsstraat is afgeladen. Drie
honderd man bouwen binnen een feestje ter
wijl buiten teleurgestelde fans geduldig
wachten tot iemand het pand weer verlaat.
Als er twee fans puffend en bezweet het
kroegje verlaten, mogen er weer twee fris
naar binnen. Er valt geen onvertogen woord,
geen enkele telaatkomer voelt zich genept.
Binnen heeft de temperatuur inmiddels
een tropisch peil bereikt. Driehonderd man
opeengepakt in een gewone doorsnee kroeg.
Er is geen doorkomen aan. Je loopt vast op
een muur van lijven. De fotograaf kan slechts
met hulp van André, de portier met de ideale
mannenmaten, het podium bereiken om een
paar plaatjes te schieten. Om hem heen war
me, zwetende, hossende lichamen die ook
geen kant op kunnen. Als sardientjes in een
blikje, maar die hebben het nog beter want
daar zit olie tussen. Het is bijna eng.
Maar niemand lijkt er een prcbleem van te
maken. Het publiek is één, ze zijn allemaal
voor hetzelfde gekomen en genieten. Het
bier vloeit rijkelijk. Het lichaam heeft vocht
nodig en de kelen van degenen die Hessels
rauwe stemgeluid imiteren moeten regelma
tig worden gesmeerd. Het groepje dat 's mid
dags al op het terras neerstreek staat voor
aan. Natte lijven op wankele benen. Bijko
mend voordeel: omvallen kunnen ze niet.
Hoog boven de deinende menigte toomt een
vierjarige kleuter ujt, riant op vaders schou
ders. Een al wat ouder echtpaar, dat binnen
komt in de verwachting liedjes la de Haven
zangers voorgeschoteld te krijgen, weten niet
hoe snel ze het pand moeten verlaten. De
Groene Weide staat op z'n kop, taxi's rijden
af en aan, de Dorpsstraat is veranderd in een
grote fietsenstalling.
VRIJE JONGEN
Een geordende chaos teweeggebracht door
een eigenzinnige eilander, een ruw gevoels
mens, een vrije jongen die precies doet waar
hij zin in heeft. Die geen blad voor de mond
neemt en die vrijheid, blijheid hoog in het
vaandel heeft. Maar oppervlakkig is hij niet.
Hij weet dat die vrijheid niet vanzelfsprekend
is. „Er kunnen op elk moment nieuwe Hit-
Iers, Saddams en Amins op staan. Je moet
waakzaam blijven. Ik ben blij dat ik in Neder
land woon en niet in de 47ste provincie van
het Derde Rijk. Deze opvattingen komen
blijkbaar op de een of andere manier naar
buiten. Vandaar dat het Comité 4 en 5 mei
op een dag bij mij op de stoep stond en vroeg
of ik een nummer voor ze wilde maken. Ik zei
hen dat ik het wilde proberen maar ik had er
geen idee van of het ook daadwerkelijk zou
lukken. Maar na het horen van Somebody
Told Me gingen de pr-jongens en het comité
gelijk gestrekt. Ik heb er behoorlijk mee ge
scoord. Ja, dat was de helikoptertour", mij
mert hij. „Op één dag zeven plaatsen aange
daan door heel Nederland. Zo'n 260.000
mensen. Gigantisch, maar na afloop waren
we kapot. Een leeggetrapte tube tandpasta.
Dergelijke massa's vreten aan je, halen alle
energie uit je."
Hessel is verslaafd. Verslaafd aan zijn mu
ziek, aan optreden en aan zijn publiek. Want
welke gek werkt zich avond na avond in het
zweet en met zoveel plezier. „Die lol houdt
me op de been. Als ik zie dat een paar hon
derd man uit hun dak gaan om een liedje
dan denk ik 'tsja wat doe ik nou eigenlijk?' Ik
zit met een gitaartje en zing wat. Natuurlijk,
ik ben ook maar een mens en ik wacht ook in
stilte op die ene wereldhit. Iedere gek met
een gitaar doet dat. Maar het moet gewoon
leuk blijven."
Dat hij nu een bekendheid is, deert hem
niet. Hij is en blijft een gewone jongen.
„Eerst was ik louter een lokale attractie. Maar
ik ben niet veranderd door twee keer een vol
Ahoy. Ik sta iedereen te woord. Ja, waarom
niet, dat deed ik voor die tijd ook. Alleen heb
ik nu alle interviews verschoven naar eind
september. In het zomerseizoen is het te hec
tisch. De platenmaatschappij kwam laatst
nog met een goed idee. Alle interviews vlak
na elkaar plannen zodat ik er in één keer
vanaf was. Dat werkt dus niet bij mij. Ik wist
niet meer met wie ik had gesproken en tegen
wie ik wat had gezegd. Maar je levert wel wat
privacy in. Ongestoord over een braderie lo
pen is er niet meer bij. De een wil een hand
tekening en de ander duwt je een kind in de
armen om mee op de foto te gaan. Mijn
vrouw had er in het begin wel moeite mee.
Maar ze vindt het steeds leuker. We hebben
privé en zaken nu ook gescheiden. Een eigen
kantoortje en een eigen telefoon, zodat je
niet gek wordt"
STUDIO OP ZOLDER
Alles wat met Hessels activiteiten heeft te
maken, speelt zich af op het eiland. Hij
woont en werkt er. „Lekker rustig. Niet zoveel
stress. Ik kan mijn eigen gang gaan." De zol
der van het café is omgebouwd tot studio,
waar de meest geavanceerde apparatuur me
tershoog staat opgestapeld. Daar tussen bor
den met etensresten. Hij laat wat nummers
van zijn live-cd horen. Vol vervoering luistert
hij naar zijn eigen muziek, zingt mee en
plukt aan de gitaar die hij in zijn verbeelding
in zijn hand heeft. Geeft ineens in het lucht
ledige een drumsolo ten beste en maakt de
bewegingen van een volleerde schuiftrompe-
tist. Als door een wesp gestoken pakt hij zijn
gjtaar, neemt de houding aan van Who-gita-
rist Pete Townsend en produceert de meest
waanzinnige geluiden. „Idioot hè? Al die
electronica komt uit één klein doosje. Er zit
ten tweehonderd geluiden in. Ik verbaas me
daar nog steeds over." Hij laat ook spiksplin-
ter nieuw werk horen. „Leuk hè? Voor het
eerst zelf de tekst gemaakt. Moet nog wel
éven taalkundig worden gecontroleerd door
een Amerikaanse kennis van me. Want daar
ben ik niet zo goed in", lacht hij.
Hessels toekomstplannen zijn duidelijk.
Half september een nieuwe cd met daarop
het concert in Ahoy* en volgend jaar twee
keer Thialf in Heerenveen. „De voorbereidin
gen daarvoor zijn in volle gang. Alles is ge
pland. Daar hou ik van. Ik weet ook niet be
ter, want als ik een keer naar Amsterdam wil
moet ik dat van tevoren regelen. Jullie stap
pen gewoon in de auto."
„Hoe lang ik met deze gekte doorga? Ge
woon, tot ik geen zin meer heb. Als ik lijk op
een achterplaat van Panorama kap ik ermee.
Ik wil geen karikatuur van mezelf worden.
Dus niet zo'n Rob de Nijs, die op zijn vijftig
ste nog in leren broeken rondloopt en oor
bellen in heeft. Verder met alle respect hoor
van 's mans muzikale kwaliteiten. Maar je
moet wel jezelf blijven."
1 ZATERDAGS
Hessel van der
Kooij is
verslaafd aan
zijn muziek, aan
optreden en aan
zijn publiek.
spelen werd groter. In 1980 kwam Hessel van
der Kooij vier keer van het eiland af om in
'Holland' op te treden. Dat betekende de gro
te doorbraak. De aanvragen voor concerten
stroomden binnen. „Maar het ging te snel en
het werd te veel. Bovendien dachten veel
mensen dat ik het om het geld deed in plaats
van voor mijn eigen plezier. Ik speelde voor
niks maar in het roddelcircuit werden de be
lachelijkste bedragen genoemd. Toen ben ik
ermee gekapt. Als je niet speelt, kun je ook
geen ruzie krijgen."
Na een aantal jaren niet meer naar 'de an
dere kant' te zijn geweest, hakte Hessel uit
eindelijk toch de knoop door en trok weer,
onder de slogan 'Terschelling komt naar je
toe deze winter', het land door. „In Zaandam
zijn we begonnen, met dit verschil dat we
ons niet in laten huren. Wij bepalen waar we
spelen en huren zelf een tent af. En omdat
we alles in eigen hand houden voorkom je
prijsopdrijving."
De nuchtere eilander trekt zich van nie
mand iets aan. „ledereen doet maar waar hij
zin in heeft. Dat doe ik ook. Als ik echt iets
wil ga ik door roeien en ruiten." Die eigen
zinnige houding legt hem geen windeieren.
Dit jaar stond de 'amateur' („In alles wat ik
heb gedaan was ik een amateur. Ik heb ner
gens voor geleerd. Ja, ik ben gediplomeerd
boer, maar dat is ook ongeveer het enige dat
ik niet heb gedaan.") twee avonden lang in
een uitverkocht Ahoy". t
„Allemaal zelf geregeld. Het was fantas
tisch. Twee avonden met elk tienduizend
mensen die uit hun dak gingen. Op de een of
andere manier wist ik dat immense sportpa
leis terug te brengen tot een klein kroegje.
Zelfs met de massa achterin had ik contact.
De mensen die in Ahoy' al tien jaar poffertjes
verkopen hadden nog nooit zoiets meege
maakt. Eén groot feest."
VERANTWOORDE GOK
Hessel vindt het een verantwoorde gok die
hij heeft genomen. „Ik ben daar makkelijk in.
Als Bryan Adams Ahoy vol kan krijgen, waar
om ik dan niet? Er wordt al zo vaak hijgerig
gedaan over buitenlandse acts. Maar we bar
„ledereen doet maar waar hij zin in heeft. Dat doe ik ook."
Het is vijf uur in de middag in
Hoorn, een gehucht op het
Waddeneiland Terschelling.
Voor het bruine café 'De Groene Weide' stop
pen drie taxi-bussen. Zo'n 25 enigszins aan
geschoten jongeren rollen naar buiten en be
zetten luidruchtig een groot deel van het ter-
„Wie wil er géén bief?", vraagt de ser-
rster spitsvondig maar totaal overbodig.
Hilariteit alom. De koppen worden geteld en
evenzoveel bier besteld. Als op afspraak
klinkt het plotseling uit 25 kelen: Hes-sel!
Hes-sel! De glazen rinkelen, het schuim
stroomt over de rand. De sfeer zit er al goed
1 en het ziet er naar uit dat het groepje goed
staat is de leut er tot 's avonds half elf in te
houden. Want dan pas treedt de Bruce
Springsteen van het noorden, de onneder-
landse muzikant uit Terschelling, op in zijn
eigen etablissement.
Van april tot en met september is Hessel
ran der Kooij iedere avond te vinden in De
Groene Weide. Begeleid door een orkestband
een bassist zingt hij twee uur lang de lon
gen uit zijn lijf voor zo'n driehonderd hos
sende en meegalmende fans. Terschelling is
al jaren een vakantie-eiland bij uitstek maar
tegenwoordig trekt de zingende kroegbaas
er toeristen dan de Brandaris, de kenmer
kende vuurtoren van het eiland. Zijn tomelo-
enthousiasme, zijn ruige rock en rauwe
stem lokken iedere keer weer tienduizenden
ans naar het eiland, want Hessel voelt er zelf
veinig voor om voet aan vaste wal te zetten.
Hij is een echte eilander, tamelijk ruig, vrij
grof, eerlijk en gevoelig.
Hessel, de Bruce Springsteen van Terschelling,
lokt op dit moment meer toeristen naar het ei
land dan de overbekende vuurtoren De Bran
daris. FOTO'S HUGO VAN DAMME
Op zijn terras, onder het genot van een
bronwatertje en gekleed in T-shirt en spijker
broek. vertelt de voormalige vrachtwagen
chauffeur, dijkwerker en bouwvakker hoe hij
de muziekwereld is ingerold. „Ik kon aardig
met een gitaar overweg en was redelijk bij
stem. Als 16-, 17-jarige ging ik met een stel
vrienden 's avonds naar het strand. Kamp
vuurtje, kratje pils - tegenwoordig zouden ze
tien kratjes meenemen - en maar spelen en
zingen. Crosby, Stills, Nash and Young, Ry
Cooder, Animals. Een geweldige tijd. Je voel
de je één, de saamhorigheid was groot. On
gecompliceerd. Via de bassist van The
Bintangs, die ik toevallig ergens tegen het lijf
liep, kwam ik in Haarlem terecht. Daar in een
klein studiootje heb ik in 1978 mijn eerste
plaat gemaakt. Dus eigenlijk heeft de Haar
lemse popscene (eh... popclub, want scene
vind ik een klote woord), me erin gesleept."
GROEIENDE AANHANG
Intussen had Hessel het café De Groene Wei
de gekocht en begon hij daar op te treden.
Eersl speelde hij alleen covers maar al spoe
dig ook eigen werk. Het aantal gasten dat de
weg naar Hessel wist te vinden groeide ge
staag. Zijn verklaring is simpel: „Kijk, je vindt
het leuk en dan kom je weer. Als je er geen
klote aan vindt, kom je niet meer. Maar de
meesten bleven komen." De druk op de Ter-
schellinger om ook eens aan de overkant te