Feiten
Overal kom je de zee tegen
Bakhtiar verliest opnieuw van Khomeini
Franse politie zoekt Iraniërs wegens moord
Shapour Bakhtiar.
De Franse politie zoekt drie Iraniërs in verband
met de moord op de Iraanse ex-premier Bakhtiar
en diens secretaris. Beiden werden gisteremorgen
dood aangetroffen in Bakhtiars huis in de Parijse
voorstad Suresnes. Bakhtiar (76) was de laatste
premier van Iran tijdens het bewind van de sjah.
Hij woonde sinds 1979 als politiek vluchteling in
Frankrijk en was getrouwd met een Fran<;aise. In
1980 overleefde Bakhtiar een moordaanslag.
De aanslag is nog door niemand opgeëist. Vol
gens Iraanse oppositie-kringen is de moord op
Bakhtiar het werk van 'volgelingen van de mol-
lahs van Khomeini*. Abolhassan Bani-Sadr, die in
1979 direct na de komst van Khomeini president
van Iran werd, maar inmiddels ook in balling
schap in Parijs woont, verklaarde gisteren voor de
Franse radio dat ook hij is bedreigd.
De Franse minister van buitenlandse zaken
Dumas zei gisteren dat de moord de normalise
ring van de betrekkingen tussen Frankrijk en Iran
kan schaden. Iran kon dankzij de neutrale rol in
de Golfoorlog juist weer relaties met het Westen
aanknopen.
van de nationalistische premier
Mossadeq was Bakhtiar minis
ter van arbeid. Maar toen Mos
sadeq in 1953 door een militaire
coup werd verdreven en de sjah
zijn macht terugkreeg, keerde
Bakhtiar weer terug in de rijert
van de oppositie.
Daar wachtte hij op zijn kans en
die kwam op 1 januari 1979. De
sjah, wiens positie na maanden
van felle protesten onhoudbaar
was geworden, vroeg hem, tot
ieders verrassing, een kabinet te
vormen. Bakhtiar stemde toe,
op één voorwaarde: de sjah
moest het land onmiddellijk en
'voor onbepaalde tijd' verlaten.
Bakhtiar heeft één maand van
zijn macht kunnen genieten. Op
1 februari 1979 keerde vanuit
Parijs ayatollah Khomeini naar
Iran terug en raakte de revolutie
in een stroomversnelling. Na
twee weken van felle strijd tus
sen het formele gezag - dat van
Bakhtiar - en het informele ge
zag - dat van Khomeini - dolf de
premier het onderspit. Khomei
ni sprak zijn doodvonnis uit,
KOKANJE
Morgen wordt Kees
van Kooten vijf
tig. Hij zal daar
niet blij om zijn. Het lijkt veel
minder dan tien jaar geleden
dat zijn verhalenbundel Veertig
verscheen, een titel waarin de
verbijstering over het bereiken
van deze ongehoord hoge leef
tijd doorklonk. Hij, als oudere
jongere, kon het nauwelijks ge
loven Hat de Tijd hem definitief
uit de gelederen van het jonge
mensdom had gestoten. En nu,
een halve eeuw oud ineens, is
hij van middelbare leeftijd en
voelt hij aan zijn blaas dat de
ouderdom hem wenkt.
Een boek met de titel Vijftig ligt
niet op de vele fans van Van
Kooten in de winkel te wachten.
Een titel die overigens al bestaat
- Marcellus Emants gebruikte
hem voor een verhalenbundel
die in 1899 werd gepubliceerd.
Hij schreef die ook werkelijk in
het jaar dat hij vijftig was ge
worden; het is een somber boek
waarin een zwartgallig beeld
wordt geschetst van de verhou
ding tussen man en vrouw.
In het titelverhaal van zijn bun
del brengt Kees van Kooten ver
slag uit van de twee weken die
hij in zijn eentje in een Frans
hotelletje doorbracht. Zijn
vrouw deed hem dat arrange
ment cadeau voor zijn veertig
ste verjaardag; hij had er im
mers al zo lang over gezeurd dat
hij thuis nooit aan series
schrijven toekwam. „Wat moet
je dan schrijven?", had zijn
vrouw nog gevraagd, „kokend
water op het koffiefilter giet
end".
Tussen haakjes: aan dit terloop
se zinnetje is te zien dat de lec'
tuur van Nijhoff niet ongemerkt
aan de auteur is voorbijgegaan.
Bij Nijhoff antwoordt de vrouw
op de vraag „waarover wil je dat
ik schrijf?" het volgende:
Juist vangt de fluitketel te flui
ten aan,
haar hullend in een wolk die
opwaarts schiet
naar de glycine door het tuimel-
Dan antwoordt zij, terwijl zij
langzaamaan
druppelend water op de koffie
giet.
en zich de geur verbreidt; ik
weet het niet.
Tegelijkertijd laat hij de literaire
critici zien dat hij niet van de
straat is. Die hebben meestal
geen hoge pet op van humoris
ten, die via de beeldbuis be
roemd zijn geworden, en wier
dunne boekjes in enorme aan
tallen worden verkocht. Van
daar dat hij hen op ironische
wijze het zwaard toespeelt
waarmee ze hem een kopje klei
ner kunnen maken: „Over suc
ces heb ik, samen met Wim de
Bie, nooit te klagen gehad. Maar
nu is het verwarrende dat dit
Succes yoor driekwart de over
dreven verkoopcijfers van mijn
boeken heeft bepaald. Laten we
elkaar geen mietje noemen: er
verschijnen steeds meer com
merciële boekenhits waaraan 's
schrijvers bekendheid van het
Scherm de sporen geeft, en de
ze flitsen verblinden het zicht
op de echte literatuur, al is het
maar in de boekenetalage."
Anderzijds schept hij er ook be
hagen in om de jaloezie van
UTRECHT KEES VAN DAM
Slechts éénmaal glimlachte hij
en dan nog flauwtjes, de gister
morgen vermoord gevonden
Iraanse ex-premier Shapour
Bakhtiar. Het was op een pers
conferentie in Den Haag, bijna
twee jaar geleden, toen de door
zijn aristocratische snor zo ge
distingeerd ogende politicus
vertelde dat hij op 12 februari
1979 hoorde dat de ayatollah
Khomeini een 'fatwa', een isla
mitisch doodvonnis, over hem
had uitgesproken. „Ik besloot
onder te duiken en overleefde
door onder meer vier dagen
door te brengen in mijn kleren
kast, verborgen tussen mijn
pakken en zijden stropdassen."
Die herinnering riep een flauwe
glimlach op.
Bakhtiar was een fel criticus van
het fundamentalistische regime
in Teheran. Na zijn vlucht uit
Iran in augustus 1^79 vestigde
de voormalige advocaat zich in
Parijs waar hij de Namir op
richtte, de Nationale Beweging
van Iraans Verzet. Het doel van
deze liberaal-conservatieve or
ganisatie was de theocratie in
Iran door middel van dialoog te
vervangen door een democra
tie. Bakhtiar maakte zich sterk
voor volledige persvrijheid, een
ongebonden buitenlandse poli
tiek en de vrijlating van alle po
litieke gevangenen in Iran. Ge
wapend verzet als middel voor
het bereiken van deze doelen,
wees hij af.
Het enige grote succes dat
Bakhtiar en zijn volgelingen
boekten, vond plaats in 1985.
De oud-premier riep toen
vanuit Baghdad de iraanse be
volking op te protesteren tegen
het bewind van Khomeini en de
slepende oorlog met Irak. Naar
verluidt trokken toen naar
schatting bijna één miljoen Ira
niërs demonstrerend door de
straten van Teheran. Daarna
hoorde de wereld weinig meer
van Bakhtiar, tot hij en zijn se
cretaris gistermorgen vermoord
werden aangetroffen in de wo
ning van de voormalige premier
in een Parijse voorstad.
Oppositie
Bakhtiar was telg uit een oude
en invloedrijke Perzische fami
lie. Hij studeerde in de jaren
dertig rechten aan de Sorbon-
ne-universiteit en vocht tijdens
de Tweede Wereldoorlog in het
Franse leger en later in het ver
zet tegen de Duitse bezetter. Na
de oorlog ging Bakhtiar terug
naar zijn vqderland en trad hij
toe tot het Nationaal Front, een
beweging die oppositie voerde
tegen de sjah. In het kabinet
Bakhtiar dook onder en de aya
tollahs konden aan de opbouw
van hun theqcratie beginnen.
Bakhtiar haatte de ayatollahs en
hun volgelingen. Toen hij in
september 1989 enkele dagen in
Nederland verbleef, liet hij daar
geen enkele twijfel over be
staan. Hij verafschuwde de poli
tiek van 'staatsterrorisme, reli
gieus fanatisme en intolerantie'.
„Ik heb nog liever te maken met
een militaire dictator, zoals de
door mij verachtte Pinochet,
dan met de intolerante en dom
me dictatuur van de geestelijk
heid", zei Bakhtiar bijna twee
jaar geleden.
Rafsanjani
Wat Bakhtiar de laatste jaren
van zijn leven vooral stoorde,
was de relatieve populariteit die
de Iraanse president Rafsanjani
in het Westen genoot. Bakhtiar
vertrouwde de als 'pragmatisch'
en 'gematigd' te boek staande
Rafsanjani voor geen cent. „De
gedachte dat Rafsanjani een ge
matigd man is met wie wel za
ken te doen is en die op termijn
voor democratie in Iran zou
kunnen zorgen, is absurd. Hij
heeft na de machtsgreep in
1979 belangrijke posten bekleed
en de politiek van Khomeini en
de andere radicale geestelijken
altijd gesteund", aldus Bakhtiar.
„Rafsanjani en Khomeini ver
houden zich tot elkaar als de
pest tot de cholera: ze zijn bei
den even erg", voegde Bakhtiar
daar nog am toe.
En de oud-premier schudde
nog eens het hoofd. Wat bij het
ontstaan van het beeld van de
'gematigde Rafsanjani' volgens
Bakhtiar meespeelde, was het
verlangen van mensen in het
beschaafde Westen dat zo te
willen zien. „Jullie wensen dat
iedereen in een democratische
maatschappij zou leven en het
liefst zo snel mogelijk ook. Maar
een democratie ontstaat niet
van de ene dag op de andere,
het heeft zijn tijd nodig. Ook in
Iran zal het stap voor stap moe
ten gebeuren."
Een tolerante, democratische
samenleving, het doel waar
Bakhtiar zijn levenlang voor
heeft gestreden, heeft hij niet
mogen meemaken. Na zijn
vlucht uit Iran plaatsten de
Iraanse machthebbers Bakhtiar,
na de toenmalige Amerikaanse
president Ronald Reagan en de
Iraakse dictator Saddam Hus
sein, op de derde plaats van
hun dodenlijst. Een eerste aan
slag, door zich voor journalisten
uitgevende Iraniërs, mislukte in
1980. Maar voor een tweede
maal aan de wraak van Khomei
ni ontsnappen, dat lukte Bakh
tiar niet.
boeken helaas alleen in moder
ne antiquariaten te vinden zijn,
even flink aan te wakkeren, bij
voorbeeld met een zinsnede als
deze: „Toen er van mijn vorige
boek meer dan honderddui
zend exemplaren verkocht wa
ren, bestelde ik een nieuwe Ci-
troën GSA in de meest luxe uit
voering".
In het isolement van zijn Franse
retraite kon hij nu eindelijk het
verhaal op papier zetten waar
onder zijn schrijversziel al zo
lang gebukt ging. De werkva
kantie eindigt natuurlijk in een
flop. Op zijn kamer loopt hij
steeds met een grote boog om
de tafel met het barse witte pa
pier heen. Hij drinkt te veel wijn
bij het eten en ten slotte neemt
hij, hoewel in het bezit van een
rijbewijs, les bij een charmante
rijinstructrice. Als die achter de
waarheid komt, wijst ze hem
echter onverbiddelijk de deur.
De zaak is dat Van Kooten ei
genlijk geen dag buiten zijn
vrouw en kinderen kan. Zij vor
men het brandpunt van zijn le
ven, en als dit wegvalt, begint
hij te dolen. Eens, toen hij zijn
vrouw met twee warme broden
uit een bakkerswinkel zag ko
men, barstte hij spontaan in
huilen uit. Fietste hij langs het
schoolplein, waar zijn kinderen
in een spel verdiept waren, dan
schoten de tranen in zijn ogen.
Ik hoop van ganser harte dat
Kees van Kooten dit keer niet
opnieuw door zijn vrouw naar
een of ander Cayenne wordt
verbannen en dat hij zijn vijftig
ste verjaardag in huiselijke kring
mag vieren.
GERRIT JAN ZWIER MEDEWERKER
Pronks moedeloze reis over de Molukken
De motorboot heeft voor de gelegenheid een nieuw verf
je gekregen. Dat zijn zo van die beleefdheden waarmee
Indonesië het bezoek van de Nederlandse minister Pronk
(ontwikkelingssamenwerking) en zijn delegatie aan de
Molukken omringt. Het doorgeroeste dek is met witte
verf dichtgesmeerd. Dat is pas gebeurd, zo blijkt uit de
verfvlekken op handen en kleren.
faciliteiten staat in de Zuidoost-
Molukken nog in de kinder
schoenen.
De minister en zijn gevolg
(behalve zijn delegatie steevast
een horde politie- en veilig
heidsagenten) hebben de afge-
je dezelfde klaagzang
autoriteiten van Ambon. Of het
terecht is doet er even niet toe.
Feit is dat de zuidoost-Moluk
ken behoorlijk in ontwikkeling
achter liggen op de rest van
Indonesië. Ze bevinden zich
wat dat betreft in het oneervolle
rijtje van Irian Jaya en Oost-Ti-
Wie er, zoals minister Pronk,
doorheen reist, wordt bevangen
door een haast möedeloos ge
voel. Waar moet je beginnen
slechts voor 25.000 vierkante ki
lometer uit land bestaat. Land,
dat ook nog eens verdeeld is
over ruim vierhonderd eilanden
waarvan 68 bewoond zijn.
Wat je op die eilanden ook
wilt ondernemen, altijd kom je
de zee tegen, die weliswaar een
bron van inkomsten is maar
ook een obstakel. Er zijn enor
me investeringen nodig in vlieg
tuigen, landingsstrips, schepen,
havens, steigers, wegen om het
gebied te ontsluiten. Dit soort
Kai Kecil (Klein Kar). De Kai-ei-
landen zijn over het algemeen
vlak. Pas een eeuw geleden zijn
zij 'ontdekt'. Er waren dichte
wouden, metershoge koraalrif
fen langs de kust, witte stranden
Op Ambon, de hoofdstad van
de provincie Maluku, beklaagt
men zich erover dat Jakarta te
weinig geld die kant op stuurt,
i de Zuidoost-Molukken hoor lopen dagen talrijke inderhaast
trapjes
klimmen om op houten steigers
en pieren te komen. Soms was
het overstappen in prauwen om
het strand te bereiken en altijd
was het haasten om rekening te
houden met het getij en de golf-
slag.
Pronk, in stevige conditie
door zijn dagelijkse hardlopen,
heeft zo een klein beetje erva
ren wat de bewoners van de ei
landen in het zuidoosten van de
Molukken moeten ondernemen
om van hun geïsoleerde eiland
af te komen.
Het verschil is dat de boot en
het vliegtuig steeds klaar ston
den als de minister het volgen
de onderdeel van zijn program
ma wilde afwerken. De lokale
bevolking moet wachten, vech
ten en dik betalen voor een
plekje.
Miserabel
Zondag streek Pronk neer op
Tual, met ruim 24.000 inwoners
de grootste plaats op het eiland
De bevolking is inmiddels be
hoorlijk gemengd met immi
granten uit andere gebieden, en
de bossen zijn verdwenen. Niet
door onverantwoorde houtkap
van grote bedrijven, maar door
de manier van landbouw plegen
van de lokale bevolking.
Industrie is er vrijwel niet. De
mensen vissen voor hun dage
lijks maal, werken op* het land
en maken muziek. Veel muziek.
Het zou idyllisch zijn, ware het
niet dat er overal gebrek is aan
drinkwater en malaria en ande
re ziektes welig tieren.
De situatie op de Aru-eilan-
den is niet veel anders. Wie
door de romantiek van geruislo
ze vissersprauwen en hagelwitte
palmstranden heen kijkt, ziet
kinderen met misvormingen en
.zonder opleidingskansen, vrou
wen die dagelijks kilometers
moeten lopen om water te ha
len en mannen die vroeg oud
zijn.
De Tanimbar-eilanden com
pleteren het beeld van de 'mise
rabele Molukken' zoals de bij
naam in Jakarta luidt. Tanimbar
omvat bijna zeventig eilanden,
waarvan er slechts zeven be
woond zijn. Deze hebben zulke
slechte pieren dat ze niet door
grotere boten kunnen worden
aangedaan.
Yamdena, als grootste eiland
nog bevoordeeld ten opzichte
van de overigen, heeft een
Trans Yamdena Highway, een
eufemistische benaming voor
een weg die slechts 23 van de
beoogde 58 kilometer geasfal
teerd is. De dorpen die noorde
lijker liggen, zijn in de regentijd
(de helft van het jaar) onbereik
baar. Handel drijven is er voor
de bevolking dus nauwelijks bij
en hoe het met onderwijs en ge
zondheidszorg gesteld is, laat
zich gemakkelijk raden.
Ieder bezoek van minister
Pronk aan een dorp begint bij
de burgemeester en de gemeen
telijke planners. De plaatselijke
autoriteiten weten heel goed
dat de minister meer geld aan
de Molukken wil besteden, dus
hebben ze hun wensenlijstje ge
reed. Als Pronk naar hun priori
teiten vraagt staan steevast
drinkwatervoorzieningen en
transport bovenaan. Hun wen
sen zijn tamelijk eenvoudig en
een vertaling van de noden van
de bevolking. De plannenma
kers in Jakarta denken veel te
groot.
Welke inkomstenbronnen
kunnen de Molukken aanboren,
opdat er geld komt voor hun
ontwikkeling? Een hoge ambte
naar van het ministerie van
landbouw en industrie die met
Pronk meereist, denkt in de eer
ste plaats aan de visserij. Meer
research, meer grote schepen,
meer visverwerkende bedrijven.
Een andere Indonesische
ambtenaar in Pronks gezel
schap denkt aan toerisme: meer
vliegtuigen en landingsstrips en
meer hotels. En de grote parti
culiere bedrijven hebben de tro
pische regenwouden van de ei
landen op het oog. De houtkap
Straatbeeld op Menado.
is intussen het stadium van de
plannenmakerij gepasseerd.
Deschitterende bossen met
hun rijke fauna (paradijsvogels
en papagaaien waren er zo ge
woon als in Nederland de mus)
verdwijnen in hoog tempo. Niet
alleen heeft de plaatselijke be
volking geen enkel aandeel in
de besluitvorming hierover, ze
zien ook niets terug van de op
brengst
Eén van de grootste Indonesi
sche houtondememingen de
Barito Pacific Group, is eigen
dom van de zoon van president
Suharto. Dit, bedrijf wordt wei
nig in de weg gelegd.
Houtexport
Neem de Tanimbar Eilanden.
Onder de bewoners van het ei
land Yamdena is grote onrust
ontstaan. Honderdzestig hecta
re bos staat op de nominatie ge
kapt te worden. Daaronder is
niet alleen veel adat-grond,
maar ook grond die al bestemd
was voor suikerrietplantages.
Alle bomen met een grotere
doorsnede dan 10 centimeter
hebben inmiddels een merkte
ken gekregen. Er dreigt iets te
gebeuren dat voor Indonesië
vrijwel ongekend is: de desa
hoofden gaan protesteren bij de
centrale regering.
Minister Pronk heeft de be
volking beloofd de kwestie deze
week aan de orde te stellen bij
diverse Indonesische ministers.
Maar de vraag is of het veel zal
uithalen. Pronk kondigde deze
week aan de Nederlandse ont
wikkelingshulp aan de Moluk
ken de komende jaren te ver
dubbelen tot 20 miljoen gulden
en in het midden van de jaren
negentig naar 30 miljoen gul
den te brengen.
In zijn ogen liggen de ontwik
kelingskansen voor de Moluk
ken niet op het gebied van hou
texport en evenmin op het ge
bied van toerisme. Landbouw,
visserij en onderwijs. Dat zijn de
sectoren die naar zijn mening
steun behoeven. En .dan steun
die aansluit bij wat de bevolking
zelf al onderneemt. Kleinschali
ge projecten die de armoede te
gengaan. Maar intussen worden
de Molukse wateren leegevist
en de eilanden van hun bos be-
foofd zonder dat de plaatselijke
bevolking er een cent wijzer van
wordt.
Japanners en Taiwanezen
ARCHIEFFOTO CPD
hebben varende visfabrieken op
zee. Er komt geen lokale man
kracht aan te pas. De Molukte
parelvissers zijn met handen en
voeten gebonden aan Japanse
ondernemers. Vissen op grote
schaal gebeurt door particuliere
bedrijven die over het algemeen
werknemers van niet-Molukse
eilanden laten komen.
Op deze manier kan het nog
lang duren voordat de Moluk
ken dank zij de "kleinschalige
armoedebestrijding" zijn opge
nomen in de vaart der volkeren.
„Ik hou het op 25 jaar", zegt een
Nederlandse ontwikkelings
werkster op Ambon, nadat ze
Pronks belofte aan de Molukken
heeft vernomen.
EN MENINGEN
Vrijdag 9 augustus 1991
Redactie: 023-150225 JANINE BOSMA ALTAN ERDOGAN RONALD FRISART (chef) ONNO HAVERMANS PATRICK VAN DEN HURK HANS JACOBS MARGOT KLOMPMAKER JAN PREENEN SJAAK SMAKMAN
Vertalingen: MARGREET HESLINGA LUUTJE NIEMANTSVERDRIET Vormgeving: JAN KUNGE